De FC Fagel
raakt nooit
van
de
kook
finale
f
ZATERDAG 21JANUAR
BRUSSEL De dames in België
hebben het leger ontdekt als bron
van voorlopig nog eindeloze
discussies. En de kernvraag is of de
gelijkheid tussen man en vrouw zo
ver gaat dat ook meisjes dienst
plichtig zouden moeten zijn. Met
andere woorden: is dienstplicht
voor vrouwen de kroon op hun
streven naar emancipatie?
Binnen alle politieke groeperingen
in België wordt de laatste tijd veel
over die dienstplicht gepraat en zo
als in de meeste discussies het geval
is, men komt er niet uit. Sommige
vrouwen vinden inderdaad dat
om het wat mank uit te druk
ken gelijke monniken gelijke
kappen dienen te dragen, maar an
deren spreken van een val, waarin
feministen worden gelokt.
Bij een enquête onder liberale
vrouwen bleek dat 81 procent van
hen voor het leger was en dat 79
procent ook vond dat er een dienst
plicht voor vrouwen zou moeten
zijn. De eerlijkheid gebiedt echter
te zeggen dat ook in België onder
de liberale vrouwen slechts weini
gen zich militant feministisch op
stellen. Andere vrouwen, zoals de
leden van de Internationale van
Oorlogs Tegenstanders, de IOT,
verklaarden op een studiedag hele
maal niets te zien in dienstplicht
voor vrouwen. Want, zeiden ze, het
leger verpersoonlijkt ongeveer alles
waaraan rechtgeaarde feministen
een hekel hebben: hiërachie, vecht
lust, stoerheid, kadaverdiscipline,
enzovoort. Emancipatie betekent
juist, vond men algemeen, de mo-
een eigen mening te ver
kondigen en dat is iets waarmee je
in het leger niet moet aankomen.
In „De Morgen", het progressieve
dagblad voor Vlaanderen, deed
„een onzer verslaggeefsters" kond
van een discussie over de dienst
plicht en ze gaf, zonder bronver
melding, te kennen dat „door vrou
wen in het leger te halen men he
lemaal hun gelijkheid niet na
streeft". De vrouwen die in het le
ger komen, schreef ze en waar
schijnlijk heeft ze gelijk belan
den meestal op posten waar ze hun
traditionele functies vervullen: ty
pen, telefoneren, verzorgen. Omdat
vrouwen niet in gevechtsfuncties
komen, kunnen ze ook geen grote
carrière maken, vond de verslag
geefster. Een gedachtenkronkel die
ik niet helemaal kan volgen omdat
je, denk ik, de gedachte aan een
carrière over mag slaan als je hele
maal niet over deelneming aan het
leger wilt prakkizeren. Of zou een
baan bij het leger wel acceptabel
zijn voor vrouwen als ze vanuit een
schuttersput anderen mogen beve
len het vuur te openen
De kwestie is of vrouwen evenveel
kans hebben carrière te maken in
het leger, want dan pas is er sprake
van gelijkheid. En dan kun je best
vanwege tal van normen de carriè-
relijn van dames anders laten lopen
dan die van mannen. Als ze, gelijk
startend, gelijk presterend, maar
gelijktijdig kapitein, korporaal, ser
geant of kolonel worden, althans
kunnen worden.
Maar zover is het in België nog
niet. Minister van defensie, Vre-
ven, zei tijdens een van de discus
sies „dat het zeker niet in de bedoe
ling van de minister ligt op korte
termijn dienstplicht voor vrouwen
in te voerenMaar, zei hij ook, het
Koninklijk Besluit van februari
1981 zal binnenkort volledig wor
den herzien. En hij doelde daarmee
op het feit dat momenteel de licha
melijke toelatingseisen voor officie
ren en onderofficieren dezelfde zijn
voor mannen als voor vrouwen en
dat die veranderd moeten worden.
Dat betekent dat een stuk (term,
geplukt uit de discussiesgelijkheid
tussen man en vrouw afgebouwd
wordt, maar je krijgt er wel iets
voor terug. Want via on vergelijk-
noc
bare examens voor vrou\i vv
mannen, omdat een vrouw >en
maal anders gebouwd is dien
man, geef je de vrouwen wjina;
kans. Dat bedoelt minister or
van defensie en ik denk I va
daarmee nog wel wat voed in» uw
gegeven aan de discussies (Vet
volgen. de
van
Voor de Belgische dames, jnie
kans willen wagen een camn i
het leger te maken: een fan
plichtig soldaat verdient at-'as
lijk minder dan in Nederige hi
eerste zes maanden verdbiab<
Belgische milicien 75 frankps n
4,05) en 100 frank (f 5,Verc
dag voor de rest van zijn dile h
.brai
AAD JONGken.
Moeder Grietje, met dochter en zeven van haar zonen: van links naar rechts Ton, Frans, Paul, Martin,
Mariëtte, Nico, John en Gerard Fagel. I-
slaan ook steevast het ontbijt over
en komen uitgehongerd bij hun
moeder. Mannen zijn wat dat be
treft net kinderen, mijnheer. Die
hebben verzorging nodig. Als u nu
een lekker sneetje neemt, schenk
ik ondertussen de koffie nog eens
bij".
De kalender op een van de muren
in haar salon wijst toch overduide
lijk aan, dat het vandaag al ver in
januari is. Maar het lijkt alsof het
in haar kamer nog steeds Kerstmis
is. Het krentenbrood blijkt wel de
gelijk een Weihnachtsstolle te zijn.
En als even later de sherryfles op
tafel wordt gezet volgen de zoutjes
vanzelf.
Zo spint de gastvrouw de bezoeker
gaandeweg, draad voor draad, in
haar web van lieve attenties. Ter
wijl ze vergenoegd de smikkelpartij
aan de overzijde van haar salonta
fel gadeslaat zegt ze: „Je moet pro
beren van elke dag een feestje te
maken. Dat zei mijn man ook altijd.
Die had altijd wel wat te vieren. De
veijaardagen bij ons thuis waren
beroemd. Dan hadden we een ka
mer vol grut. En aan het einde van
de middag kreeg iedereen ook nog
een krentenbol mee naar huis".
„Echt, er is niets heerlijkers dan
een feestje vieren. Ik kan me niet
herinneren, dat er ooit bij ons een
Kerstmis mislukt is. Dat kon ook
niet, Want met zijn allen zorgden
we er voor, dat er ook iets te vieren
viel. Ik bakte na de nachtmis altijd
bloedworst en appelen en maakte
een ragout van niertjes. De kinde
ren zijn daar nog steeds dol op.
Mijn jongens hebben nu zaken,
waar de prachtigste gerechten op
tafel worden gezet. Ik vind dat ge
weldig, maar ik kan ze echt niet
namaken. Want ik heb nooit ge
leerd om liflafjes te koken. Ik
maak een eerlijke pot, recht toe
recht aan. Maar de jongens waarde
ren het nog steeds. „De niertjesra
gout van moeder", heb ik ze vaak
horen zeggen, „is de beste in de
wereld". Zelf geloof ik dat trou
wens ook".
Tien liter
Traditiegetrouw heeft ze op Nieuw
jaarsdag weer tien liter soep ge
kookt met rijkelijk veel vermicelli
en verse gehaktballetjes erin.
„Daar rekenen de jongens op", legt
ze glimlachend uit, „en ik wil ze
voor geen prijs teleurstellen".
Met die zekerheid als waardevast
vooruitzicht zijn ze ook ditmaal
weer naar het betonnen tuindorp
in Utrecht getrokken om eensge
zind in familieverband al slurpend
en blazend het door George Orwell
voorspelde rampjaar 1984 binnen te
gaan. Moeder en haar jongens in
een oer-Hollands binnengebeuren.
Ze zou ze voor geen goud willen
missen: John, de oudste, die in de
Amsterdamse Runstraat Le Restau
rant Tout Court heeft, Martin, die
na zijn Hqreca-avonturen in La
Provence in Laren en Entrecóte en
La Provengale in Amsterdam zo
juist aan een nieuw avontuur in het
Utrechtse Café de Paris is begon
nen, Frans, die in dezelfde Drie
Haringenstraat zijn luxe bistro
Moustache met kunstzinnige hand
leidt, Nico, die in het Amsterdamse
Entrecóte namens broer Martin de
honneurs waarneemt, de gebaarde
Ton van het fameuze Klein Paar-
denburg in Ouderkerk aan de Am-
stel, dat ten onrechte een Michelin-
ster kwijt raakte, terwijl hij
vele van de hemel kookt, P;
introverte smaakmaker vaj
troostrijke pleisterplaats Duu^
in Wijk bij Duurstede, Joop, f"
België wat potjes op het vuur»,
gezet, maar bij nader inzieijt
liever in Nederland het vt
kookpunt wil bereiken en ter%
Gerard, de jongste broer, die
en een half jaar geleden met'
lef zijn Haagse Bistroquet
voor De Hoefslag in Bosch en'
waar hij inmiddels gepavoise
met twee Michelin-sterren
jaarlijkse prijs van Americ
press.
Deze rappe keurvorst van Ik
kerland had ter gelegenheid
zijn koperen jubileum 250
aan zijn feestelijk gedekte taf
nood, waar hij hen, bijgestaaJ®
zijn 56 vazallen, vergastte c"1
hemels noenmaal met ravijïk
hqmard, sabyon au jus de pi;
rouge, noix de Saint Jacq^.
lard, puree de persil en gigC,,
neau de Texel farci als drif
strelende uitschieters. Pr
Het was ook nog de zoveelste ir
se van de evergreen „Moeat
haar jongens". De 79-jarige tas
Fagel fungeerde als strale|u\
mellichaam. En om haar heekm
den zich de zonen en haaraer
dochter Mariëtte als trouwëho
lieten gegroepeerd. k
Helaas ontbraken Joop en Dl
die galerij van kopstukkenliei
had zich niet los kunnen ma^vj
het vredige Vlaamse patatte,,!
En Dick laafde zich als priird
het trappistenklooster in Zi R
op die gedenkwaardige avofer
sluitend met wat courante ti i
beden in de kapel. i
„Dick is een schat", wilde zijjtir
der nog even kwijt tijdens óce
fieronde, die volgde op de U
rade en de ijsshow. „Mijn nj v
altijd: „Dick kun je om eerïiet
schap sturen". Daarom vina;
hem ook zo rauw op het dal
Dick op een dag zei, dat hij p te
wilde worden. Het eerste wi.
kon uitbrengen was: „Dat feflt i
niet door. Bidden doe je maach
eigen tijd". Hij vond namelj
zijn jongens in de zaak beh s
te zijn. En dat deden ze ook.62f
vieren belde hij meestal en d
„Zijn ze al thuis van schoolse
moesten ze linea recta doq
het restaurant om bij te spriind
„Alleen met Dick is het dipaj
anders gelopen. Toen ik C).
dat hij trappist werd, heb ik
ook wat moeite mee gehad.: s
dat mogelijk, dacht ik, als hun
geboren was zou ik alle dd.
van de wereld hebben afgelcp
nu besluit hij vrijwillig om ivei
ven lang geen woord meer i r£
gen. Dat kon er bij mij niet i c
lukkig hoeven de trappisteT-
niet meer aan zulke strengeiep
te houden en mogen ze we 1
praten. Dick komt ook geregal
me op bezoek. Vorige weetfe
nog geweest. Ik had extra h
voor hem gekookt. Want jjscl
toch maar nooit, wat hij jsel
klooster naar binnen krijgt.» i:
altijd: „In Zundert bidt hij; ni
zijn moeder komt hij bij-etdn.
reken er op, dat hij dat doeken
hij blijft een echte Fagel. Niiec
niets verzorgt hij voor het lelde
de inkopen en beheert hij Jen
Je kunt dus zeggen, dat hij
manier toch weer in de honjlei
recht is gekomen". {Ie
LEO THVan
Foto's: MILAN KONVAlum
Jac
denten krijgen bij mij voorrang.
Utrecht is een universiteitsstad en
als ik de mensen, die daar stude
ren, nü in de watten leg, zijn zé
straks mijn beste klanten". Hij had
een knipkaart laten drukken, die
negentig centen kostte. Daarmee
konden de studenten een week
lang bij hem eten. Soepje, hoofdge
recht en een toetje. En alles van de
beste kwaliteit. Want daar stond
Anton om bekend".
„Midden in de oorlog kon je bij
hem nog steeds goed eten, omdat
hij bijtijds een voorraad gedistil
leerd had aangelegd, die hij gaan
deweg bij de boeren ruilde voor
voedsel. Óp het gebied van etens
waren kocht hij alles wat los en
vast zat. Het is meermalen gebeurd,
dat hij met een wagen vol spullen
thuis kwam".
„Dat hij Berg en Dal in Apeldoorn
had gekocht, heb ik ook pas achter
af gehoord. Zo ging het ook met
Kagenaars tegenover het station in
Utrecht. Ik werd er wel eens gek
van, als hij weer met zo'n verhaal
thuis kwam. Maar ik had me er
maar bij neer te leggen, want zo
was zijn aard nu eenmaal. Altijd
bezig. Nooit van ophouden weten".
Avondeten
Grietje Fagel, 79 jaren jong en nog
intrigerende keukengeheimen.
UTRECHT Een elftal is het
net niet geworden. Wat voet-
baltechnisch gesproken een
gemiste droomkans kan wor
den genoemd. Op de grazige
weiden zou de FC Fagel uit
Utrecht immers ook gegaran
deerd een wonderteam zijn
geweest met uitsluitend goal-
tjesdieven in de basisopstel
ling.
Dat is een zeker weten voor de
kenners, die nu geregeld bij hen in
de keuken komen snuffelen en
daar likkebaardend genieten van
hun balbehandeling en de uitge
kookte schijnbewegingen waarmee
ze op hun doel afstormen. Dat
duidt op raffinement en eenzame
klasse, die ongeëvenaard is.
Geen kwaad woord trouwens over
Anton en Grietje Fagel, want ze
hebben zich achteraf knap gere
vancheerd en tussen de bedrijven
door toch maar kans gezien in ge
zinsverband een pressiegroep te
formeren, die buiten de AVRÓ om
tot op de dag van vandaag een
adembenemende sterrenslag voert
en in de Nederlandse horeca zorgt
voor een permanente druk op de
ketel.
De spruitjeslucht, die eeuwenlang
heeft gehangen rondom de culinai
re verrichtingen in de Lage Lan
den hebben zij voorgoed verjaagd.
Als er nu met gepaste trots gespro
ken wordt over een gastronomisch
reveil in Nederland is dat groten
deels hun verdienste geweest. De
welzijnswerkers van de Fagel-dy-
nastie zullen ook in de toekomst op
dit punt alert blijven en met hun
Bestek '84 de jus in het leven van
de fijnproevers garanderen.
„Van wie zouden onze jongens dat
nu eigenlijk hebben?", vraagt de
moeder zich ondertussen vruchte
loos af in haar flat in een Utrechtse
steeds de dynamische spil van de Fagel-dynastie, ontfutselde Hoefslag-chefkok Wolf Engel en passant wat
„Als ik nu door zo'n album blader
en de foto's bekijk van al die ope
ningen, denk ik: wanneer was papa
eigenlijk thuis?.
buitenwijk, die ooit om onnaspeur
lijke redenen de vleiende naam
„Tuindorp" heeft gekregen. Voor
een afdoend antwoord bladert ze in
de foto-albums met vergeelde
snapshots van haar leven. Maar na
enkele minuten geeft ze het op en
concludeert resoluut: „In elk geval
niet van papa, want die kon niet
eens ordentelijk een ei bakken.
„Dat is ook nergens voor nodig",
hield hij altijd vol. Daar had hij ge
lijk in, want hij kon wel uitstekend
rekenen. En als je die gave hebt zit
je nooit zonder eieren, die anderen
dan weer graag voor je willen bak
ken".
'„Papa zei ook altijd: „Ik geef de
jongens liever een gezond stel her
sens mee dan een paar rooie cen
ten". Dat had hij goed bekeken,
want als je hersens hebt komt het
geld vanzelf".
Corpulente maten
Ze wijst naar een foto, waarop eni
ge heren in de corpulente maten te
hoop zijn gelopen rondom een tafel
vol consumpties. „Die is genomen
op de dag, dat mijn man zijn res
taurant in Rotterdam opende", her
innert ze zich moeiteloos, „dat was
vlak vóór de Tweede Wereldoor
log. Hij had eerst een zaak in Apel
doorn gehad, maar in die stad kon
hij niet aarden. Hij had wel op zijn
knieën terug willen kruipen naar
Amsterdam, waar hij jaren ge
woond had. Hij was er niet gebo
ren, want hij kwam oorspronkelijk
uit Bergen op Zoom, waar zijn va
der kleermaker was. Maar na zijn
schooltijd is hij vrij snel naar Am
sterdam getrokken, waar ik hem
ook ontmoet heb. Nee, nee, ik ben
ook niet in Amsterdam geboren.
Daar vergist u zich in. Ik woonde
in Sneek, waar mijn vader een sla
gerij had. Als jong meisje ben ik
vandaar met een
rijke handelaar en
zijn vrouw als
hulp in de huis
houding naar Am
sterdam gegaan.
We woonden aan
het water, op de
plaats waar nu het
Lido-restaurant is.
Elke week ging ik
ergens in de stad
stokvis eten. Dat
js zo een ge
woonte geworden.
Op een avond at
ik stokvis in res
taurant Trianon,
ar Anton werk
te. En zo is het dus
gekomen".
Haar kleine ge
heim heeft ze met
een glimlach van
gesponnen suiker
prijsgegeven. Dan
zegt ze, weer wij
zend op de foto
voor haar: „Mijn
man staat hele
maal rechts. Met
dat glas in zijn
hand. Vindt u nu ook, dat hij het
voorkomen heeft van een echte za
kenman? Kijkt u maar eens goed
naar die blik van hem. Daar krijg
je geen speld tussen. En dat klopt
aardig, want wat hij van plan was
gebeurde ook".
„Als hij weer een nieuwe zaak op
het oog had zei ik soms langs mijn
neus weg: „Is dat nou wel verstan
dig Anton?" Want één cafetaria
vond ik al bewerkelijk genoeg. Dan
keek hij me aan met zo'n, hoe zal
ik dat nou uitduiden, met van die
trouwe hondeogen. En dan zei hij:
„Ach kindje, laat me nou maar. Het
komt allemaal goed". En het kwam
ook goed, want ik heb u al verteld,
dat hij kon rekenen als de beste.
Later zei hij trouwens niet eens
Gerard, de jongste broer in de fameuze Fagel-dynastie, is in zijn
restaurant De Hoefslag, waar hij ais rappe keurvorst alweer twaalf
en een half jaar resideert, inmiddels feestelijk gepavoiseerd met
twee Michelin-sterren.
meer, dat hij weer een zaak had ge
kocht. Dat hoorde ik pas veel later
van anderen. „Allemaal business,
daar wil ik je niet mee lastig val
len. Je hebt al genoeg aan je
hoofd", legde hij uit als ik er naar
vroeg".
„Weet u wat Anton ook was? Slim.
Hij was een geboren zakenman, die
precies wist, wat kon en niet kon.
Onze jongens hebben het dus echt
niet van een vreemde. Hij nam
eens een cafetaria over aan het
Vreeburg hier in Utrecht en 's a-
vonds zei hij tegen me: „Mama, stu-
Bij het avondeten
in elk' geval niet,
want dat gebeurde
op een uur, dat het
druk was in de
zaak. Dus moest hij
daar zijn. Eigenlijk
zat hij alleen op
zondag bij ons aan
tafel. Maar daar
genoot hij dan ook
echt van. De zon
dag was heilig voor
hem. Die begon
met een hoogmis,
waar we met zijn
allen in de ouwe
Citroën naar toe
gingen. Want zon
der muziek vond
hij de kerk niet
spannend genoeg.
Daarna koffie met
krentenbrood bij
Kagenaars. Dus
toch weer in zijn
eigen zaak. En
's middags de war
me maaltijd. Ik
braadde meestal
een rollade of
een flink stuk rosbief. Want met
een groot gezin moet je alleen vlees
kopen, dat je makkelijk in kleine
porties kunt verdelen en dat toch
aardig toont op een bord".
„Na het eten begon mijn man al
weer naar de klok te kijken. Als hij
een uur ongemakkelijk door het
huis had gedreuteld, zei ik meestal:
„Wordt het zo langzamerhand geen
tijd om naar de zaak te gaan, An
ton?". Voordat ik dan was uitge
sproken stond hij al bij de deur met
zijn jas aan en zijn hoed op".
Ze last een kleine pauze in, die ze
benut om een nieuwe voorraad
krentenbrood met spijs te halen.
„Toe, eet nou wat'moedigt ze
haar gast kordaat aan, „ik ken dat
zo goed van mijn eigen jongens. Die
Belgische
vrouwen
de wapenrok