Devaluatie Kaapse rijksdaalder" was het begin der apartheid... I „Veel mensen denken al snel dat ze gek worden" JA. Celstraffen voor bezit van hasj Alle goede dingen bestaan in drieën. ar Êeidóc Qowuvnt LEIDEN CeidaeSouArmt DINSDAG 3 JANUARI 1984 PAGINA 5 Gladde band De dame werd in oktober 1982 op de Lage Rijndijk in Leiden aangehouden door twee agenten, die haar auto aan een nader onderzoek onderwierpen. Na enig speurwerk kwam aan het licht, dat een van de voor banden aan de gladde kant was. De mevrouw kreeg een bekeuring en daarmee was voor de agenten de kous af. Voor de mevrouw echter niet. Zij was in het geheel niet te spreken over de wijze waarop een van de agenten tegen haar was op getreden. „Ik ben door die man be handeld alsof ik een misda diger was," begon de vrouw haar verhaal tegen rechter Morshuis. „Die band heeft hij niet eens onderzocht. Daar heeft hij alleen maar een trap tegenaan gegeven," beschreef de dame de on derzoekmethode van de agent. Ze gaf de rechter een stuk papier en zei: „Ik heb mijn klachten op een rijtje gezet." De vrouw had tegen de agenten verteld dat ze de volgende dag een afspraak met de garage had. „Dat is echt waar hoor," zei ze na drukkelijk. Over het optre den van de agent had ze in november 1982 bij de politie een schriftelijke klacht in gediend. „Daarop kreeg ik een telefoontje. Dat was trouwens heel netjes en cor rect. Maar sindsdien heb ik niets meer van de politie gehoord." De kantonrechter zei dat een vreemde zaak te vinden. „U had tenminste moeten worden gehoord," merkte hij op. Het politie-optreden zat de vrouw nog steeds hoog. „Ze zeggen dat het goed is dat er politie is, maar toen gingen mijn stekels overeind staan," zei ze met afkeer in haar stem. „Een band moet in orde zijn, ook één dag voor de garage," meende Morshuis. „Hij heeft het profiel niet eens gemeten. Hij heeft alleen maar tegen de band getrapt. Op een grove manier," deed de v.'vrouw het bijna voorkomen 'alsof de agent als een wilde man tegen de autoband had staan trappen. „Weet u hoe die agent me duidelijk maakte dat ik moest stop- Een? Hij gaf een stomp op et dak van mijn auto, ik zat stijf van de schrik," klonk het boos. Officier van justitie Van Ek wilde haar in de gelegen heid stellen het transactie bedrag te betalen. „Dat is 60 gulden." „Nee, 50 gulden," zei Morshuis, die de vrouw deze boete oplegde. De dame had vrede met deze straf. „Geeft u mijn klach ten door aan de politie?" vroeg ze aan de rechter. Deze beloofde dat te zullen doen. „Daar kan ik op ver trouwen," stelde de vrouw op half-vragende toon te vreden vast. Schoonmoeder De man kwam namens zijn schoonmoeder. „Die is 76 en is de laatste tijd knap de ment geworden," verklaar de de weinig tactvolle, maar zeer duidelijke schoonzoon de afwezigheid van de ver dachte. Zijn schoonmoeder had in Voorhout een aanrij ding veroorzaakt en daarbij was aan het licht gekomen, dat zij al twee jaar in een. onverzekerde auto had ge reden. „De schuld ligt vol gens ons bij de verzeke ringsmaatschappij. Mijn schoonmoeder kocht twee jaar geleden een nieuwe auto en ze liet de verzeke ring overschrijven. Daarna kreeg ze geen rekeningen meer. Ze heeft al vijftien jaar trouw betaald," betoog de de man, die kantonrech ter Morshuis verzekerde, dat zijn schoonmoeder sinds het ongeluk geen auto meer rijdt. Van Ek zei: „Er is twee jaar geen premie betaald, dus uw schoonmoeder heeft zich heel wat geld bespaard. Ik vind rijden zonder verze kering een a-sociale zaak," aldus de officier die 600 gul den boete en een voorwaar delijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor zes maanden met een proeftijd van twee jaar eiste. „Ik ver wijt uw schoonmoeder niet dat ze zich a-sociaal heeft gedragen. Ze heeft vijftien jaar trouw haar premie be taald. Ontzegging van de' rijbevoegdheid lijkt me wei nig zin hebben. Er is inder daad geld bespaard en 600 gulden is een redelijke straf," vonniste Morshuis. „Kan mijn schoonmoeder geen gratie krijgen?", luidde de verrassende slotvraag van de schoonzoon. „Dan moet u niet bij mij, maar bij de koningin zijn," raadde Morshuis hem aan. KEES VAN HERPEN LEIDS ONDERZOEK NAAR HETHARTEZEER VAN ZUID-AFRIKA'S WERELDGEVOELIGE KWAAL Op- mijn órmVègen door stad en land kóm ik graag mensen tegen:; U! kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 - 12 22 44 op toestel 10. Waar, en wanneer, heeft het eigenlijk de kop opgestoken, dat verbleekte waanidee van een blanke suprematie? Al thans in het zuiden van Afri ka, waar de overheersingsge dachte op een voetstuk werd gezet, onder de onver vreemdbare term „apart heid". Er is, internationaal, geen ander woord voor dat monstrum te vinden. Een Nederlandstalige uitdrukking die besmet is verklaard. Wanneer is deze stijfkoppig heid, die superieure blamage, met haar uitzaaiing begon nen? Staat de Zuidafrikaanse corporatie in haar blanke recht? Moeten we misschien terug naar de Grote Trek, in de eerste helft der vorige eeuw, toen hele groepen „godvrezende" Boeren in de Kaapprovincie aan de Engel se greep trachtten te ontko men door hun schreden noord- en oostwaarts te rich ten? Het was het tijdperk van de stoere, arbeidzame vroom heid. Met de bijbel in de ene hand en de snelle buks in de andere, joegen die voortrek kers, de „Ou-Hollanders" met een stel Kaffers (die al „basie" tegen ze zeiden) in hun huishoudelijke bagage de Zoeloes vóór zich uit. De Potgieters en Pretoriussen kregen klop van Dingaan, maar ze hadden zulke harde koppen dat geen assagaai hen meer kon tegenhouden. Ge dreven door vrijheidszin zon gen ze, zoals oude reformato rische christenen betaamde, galmend hun psalmen, tegen het valse aan, en grepen on derwijl naar de scherpe hartsvanger. Veran deringsproces „Hoe komen we in 's hemels naam aan die apartheid?" Het is een vraagstelling waarmee drie Leidse histori ci, D. van Arkel, G.Quispel en R.Ross, zich hebben bezig gehouden. „Inzicht in dejmt- staansgeschiedenis van de apartheid is nodig als men een bijdrage wil leveren aan een veranderingsproces in Zuid-Afrika", zo meende het drietal. Onlangs presenteer den zij hun studie „De Wijn gaard des Heeren?; een on derzoek naar de wortels van „die blanke baasskap" in Zuid-Afrika". Een waarde volle bijdrage tot een gewe tensvol „schoffelen" in de tuin van zwart en blank. Ik- wilde vandaag een eind met hun studie optrekken, of schoon ik vrees, dat die wor tels er met kracht uitgetrok ken zullen moeten worden; immers ook de nakomelingen van die Boeren hebben nog steeds oogkleppen op. „Zuid-Afrika was niet voor bestemd om het land van de apartheid te worden", aldus stelt de studie voorop. In de 17e en 18e eeuw was de Zuid afrikaanse samenleving be trekkelijk open: „Niet het ras, maar de sociale status be paalde het aanzien van de in woners. Ook voor niet-blan- ke inwoners waren er kan sen om een hogere maat schappelijke positie te ver werven". In die na-Van Rie- beeckse periode was de Kaapkolonie een bevoorra dingsstation van de VOC, de Verenigde Oostindische Compagnie voor de schepen op weg naar Azië: eenmaal de Kaap gerond, was er Goe de Hoop voor het verdere vervolg. Het ging vrij aardig, naar menselijke rekeningen, totdat de kolonie in begerige Britse handen was overge gaan. Toen kwam de verhar ding van de verhouding tus sen de rassen op gang. Terug naar 1780, zo onge veer, toen de oorspronkelijke bewoners van zuidelijk Afri ka, de Khoisan (lees: Hotten- totten en Bosjesmannen, in het Zuidafrikaans Hotnots en Bosjesmans geheten) nog een aanzienlijke mate van bewe gingsvrijheid en economische onafhankelijkheid bezaten. Ze werden nog even door de blanken geduld. Tegen 1820, evenwel, waren die Khoisan vrijwel allemaal onderwor pen werkvolk geworden, in een zeer afhankelijke positie. Het moet gezegd, dat de Brit se machthebbers een verlich ter beleid voerden dan hun Nederlandse voorgangers rond de Kaap: verbod op de slavenhandel (1807), afschaf fing van de slavernij in 1834. Maar de Kaapkolonie ver keerde niet langer in de be schermde handelssfeer van de VOC; ze was nu blootge steld aan de wisselvallighe den van de internationale handel. Er waren „kapers" op de kust; het „zat allemaal niet meer zo lekker". De wereld-economie begon Zuid-Afrika aan banden te leggen: forse devaluatie, on- Blank en zwart in één bus in Kaapstad. Tien jaar geleden nog onmogelijk. der andere, van de Kaapse Rijksdaalder ten opzichte van het Britse pond. De blanke Boeren vreesden een groot verlies aan koopkracht. Daar waren het boeren voor. Ze exporteerden (Kaapse) wijn en granen, en nu wilden ze hun produktie opvoeren. Maar ja, hoe doe je dat zon der slaven, zonder goedkope arbeidskrachten? Dwangar beiders uit Europa je had van die fikse rauwdouwers uit Ierland inschakelen, nou, dat was niet succesvol. Alras bleek de Kaapse boe ren, dat ze beter een intensief gebruik konden maken van de aanbieding aan Khoisan. Het ging toen de verkeerde kant uit: met dwangmaatre gelen werden de machteloze Bosjesmannen en Hottentot- ten gedwongen op de blanke boerderijen te gaan werken. En de Engelse „policy" was er, nota bene, juist op uit via zendelingen de Khoisan een gelijkwaardige maatschappe lijke positie aan te bieden. De hoogst christelijke majesteit, en ze droegen hun idealen (zolang er nog geen diamant en goud in de grond ontdekt was) uit, tot in alle kralen. Maar de Hotnots en Bosjes mans de Zoeloes leefden een stuk noordelijker dienden terwille van hun be scherming geregistreerd te worden; ze moesten een vaste verblijfplaats hebben, en een pasje dragen.... De Khoisan begonnen geketend te raken. De boeren maakten duchtig gebruik van ze, en de centra le overheid in Kaapstad was te zwak om het tij te keren. De zendelingen van the Church of England, de mis sionaries, deden wat the good Lord hun ingaf: ze werkten, volgens goddelijk gebod, met overgave onder de inheem sen; „and besides, the English are a polite people". De En gelpen zijn, zonder meer, een beschaafd en beleefd volk. Maar het zendelingswerk had toch niet veel steun van de overheid. Die zei name lijk: als de Hottentotten al te veel voortgang maken (door leren lezen, schrijven en den ken) de „boeren geen arbei ders zullen hebben". Zwarte arbeid De zwarte kinderen konden in ruil voor een „opvoeding" verplicht worden tien jaar lang voor de boer te werken. Zo werden ze aan de blanke boerderijen gebonden. Lage lonen betekenden, dat veel zwarten schulden maakten die in arbeid afbetaald moes ten worden; ze mochten zelf geen land bezitten. Dat is al apartheid. Zwarte arbeid voor de blanken: begin 19e eeuw. Dan had je, God beter' het, Europeanen die niet mee wilden doen aan het onder drukkingsproces. Die werden door sociale druk, of onder regelrechte bedreiging, ge dwongen zich aan te passen. Of ze konden vertrekken. Zo kwamen er, inderdaad, oud- Hollanders naar het vader land terug, midden 19e eeuw. De studie zegt dan ook: „Dit terroriseren van leden van de heersende groep, die niet mee wilden doen aan discri minatie, is een Belangrijk kenmerk van vormen van geïnstitutionaliseerd racis me". Zo werd de bodem van de apartheid gelegd. De Leidse hoogleraar Van Arkel („Ka pitalisme is in wezen kleu renblind") heeft aangeduid, dat de negatieve vooroorde len van de Zuidafrikaanse blanken tegenover de niet- blanken in het begin der 19e eeuw uitgroeide tot een ge sloten systeem: de vooroorde len golden toen alle niet- blanken, als groep. „Die ste reotypen werden in later ja ren overgedragen op andere Afrikaanse volkeren, de Ban toes, die na 1835 in steeds groteren getale de kolonie binnenkwamen". De baas knechtverhouding was gebo ren. Een eeuw eerder aten, baden, sliepen en vochten ze nog met elkaar; als dat zo uit kwam. Trouwens, nog in de twee Boeren-oorlogen ge beurde dat. „Als dat zo uit kwam" maar er liepen toen (zeker in 1898-99) al heel wat over naar de „En gelse kant". De apartheid is duidelijk geen Engels, maar een Zuidafrikaans probleem. Uiteindelijk we zien bij de (gekleurde) auteur Penning, anno 1899, nog de ingevroren stoerheid en vroomheid van de baardige en baardloze Afrikaanders werd de apartheid aangezet, na de goud- en diamantvondsten bij Johannesburg. Het was de tijd van de idealist Cecil Rho des (Rhodesia), van de des tijds „perfide" genoemde staatsman Chamberlain, en de Engelse „oorlogspartij"; en de (door„Pretoria" niet ge dulde) „inspraak van de tien duizenden „Uitlanders". Apartheid in de mijnbouw: reserve aan blanke elite. Ach, het is zo complex, dat de Leidse geschiedkundigen Van Arkel, Quispel en Ross er niet helemaal uitkomen met hun studie. Het gaat zo wel om „klasse-lijnen" als om „rasse-lijnen", in de mijnsec- tor. De„uitverkorenen Maar dan is er nog de theo rie, die het ontstaan van apartheid koppelt aan het steile calvinisme van de blanke boeren. Je had, vol gens Calvijn, de ideologie van de „uitverkorenen", c.q. de tot leiding geven geroepen blanken, en de „verdoem den": de ondergeschikte Afrikanen. De Kaapkolonie was een nederzetting van or thodoxe calvinisten. Maar ze waren niet allemaal even vu rig. Volgens de Leidse studie „waren er velen, die arri veerden met weinig gods dienstige bagage. Eenmaal gevestigd op hun afgelegen boerderijen, ver van God en gebod verwijderd, wankel den de boeren „op de rand van het heidendom". Daar gaat dus ons overgeleverde beeld, van de Boer in gewa pende contemplatie; „alvo rens de Britse voorhoede aan te vatten, terwijl de kafferbe diende de mistress en het mobiele goed in veiligheid bracht". Hieromtrent moeten de wor tels der apartheid liggen: rond het pre-industriële Zuid-Afrika in het begin der 19e eeuw. De doorgewinterde boeren, met hun bandelieren vol door Kruger gestuurde Mauserkogels, waren niet echt zo religieus. Ook al bral den ze hun gezangen om de Engelschen te verschrikken. Ik heb het eens gelezen: ze reciteerden het oude testa ment zo vaak alvorens hun Long Tom op Ladysmith los te doen branden dat ze Lord Kitchener toch het vrije veld moesten geven. Niet het geloof, maar het ma terialisme heeft de grondslag gelegd voor de apartheid. De grote vraag naar goedkope arbeid voor kapitalistische mijnbouw en industriesector was een zeer belangrijke fac tor voor de handhaving en verscherping van het apart heidsstelsel. Tot zover de stu die van de drie Leidse we tenschappers, die het ont staan der apartheid niet kun nen verklaren. Maar ze trek ken wel een conclusie: de grote vraag naar goedkope arbeid voor de kapitalistische mijnbouw en industriesector was een erg belangrijke fac tor voor de handhaving en verscherping van het apart heidsstelsel. Misschien moet je wel zeggen, dat ze gewoon volgens hun boerenverstand te werk zijn gegaan. Volgens de loop van een dikke eeuw. Voor de rest wacht het Leid se geschiedkundige drieman schap maar af..: „Een goede diagnose is nog geen garantie voor een goede therapie", zou Van Arkel zeggen. KOUDEKERK HEEFT SINDS KORT PSYCHOTHERAPEUTE KOUDEKERK AAN DEN RIJN „In ons land heerst nog steeds een soort taboe op geestelijke hulpverlening. Voor een lichamelijke kwaal als pijn in de knie of rug stap je wel gemakkelijk naar de dokter, .maar als men zich psychisch niet in orde voelt, bestaat nog een gro te drempel om hulp te vragen. Men denkt al gauw gek te zijn of te worden. Maar als je je bij voorbeeld altijd depressief voelt, betekent dat hele maal niet dat je gek wordt of bent, je kunt er heel goed iets aan doen", zegt Maria van Noort. Zij is sinds kort als psychothe rapeute aan de huisartsen praktijk van dokter J. van Buuren en dokter G. Har- kes-Onderwater verbon den. Twee dagen in de week, op donderdag en vrijdag, kun nen personen uit Koudekerk en directe omgeving bij Ma ria terecht. Alleen pas na doorverwijzing van huisarts of geestelijke, want deze twee figuren spelen nog steeds een heel belangrijke vertrouwensrol in onze maatschappij. Het grote voordeel van de samenwerking met de huis artsen is, dat de mensen in een vertrouwde omgeving geholpen kunnen worden. Zij kennen de praktijkruimte immers al via de huisarts. „Je staat veel dichter bij de mensen, dan wanneer je er gens een zelfstandige prak tijk als psychotherapeute be gint", vindt Maria van Noort. New York Na haar opleiding tot peda goge heeft Maria een aantal jaren gewerkt bij het Pedolo gisch Instituut in Amsterdam en bij een psychiatrische in stelling in Zandvoort.Hier kwam zij in aanraking met diverse therapieën. Het di recte contact met de mensen boeide haar enorm. Daarna ging ze voor drie jaar naar Amerika om daar een gespe cialiseerde opleiding te vol gen in een kliniek in New York. „Ongelooflijk veel heb ik daar geleerd", vertelt de psychotherapeute. „Juist door in een vreemd land met andere gewoonten en opvat tingen te werken, kom je los van al je vooroordelen." Vroeger ging men voor li chamelijke klachten naar de dokter en voor psychische problemen naar de psychia ter. Dat is op zich al een hele stap: naar een vreemde man of vrouw in een vreemde omgeving. Nu kunnen men sen, die afgestudeerd zijn in de sociale wetenschappen, zoals maatschappelijk wer kers, psychologen en pedago gen een speciale opleiding volgen in de psychotherapie. Zij doen daarmee hetzelfde werk als een psychiater, met dat verschil, dat zij geen me dicijnen voorschrijven. Per patiënt, per probleem bekijkt Maria welke therapie het best van toepassing is. In het algemeen probeert ze er eerst door middel van ge sprekken samen met de cliënt achter te komen, waar de oorzaken van de proble men liggen. „Ik heb geen pasklare antwoorden liggen. De cliënt moet er uiteindelijk zelf hard aan werken." Hypnose Bij bepaalde, nauw omschre ven klachten, zoals bijvoor beeld fobieën, te dik zijn of van het roken af willen, werkt Maria met hypnose. Meestal is een keer of tien voldoende om die gevallen tot een oplossing te brengen. Zijn de klachten vager dan duurt de behandeling vaak langer. Ook voor relatiethe rapie kan men bij Maria te recht. Dat kunnen partners zijn, maar ook vader en zoon, moeder en kind. Als de verbouwing van de praktijkruimte klaar is, wil Maria samen met dokter Van Buuren ook met groepen werken. Vooral bij die geval len, waar het niet duidelijk is of de klachten psychisch of lichamelijk zijn, kan deze sa menwerking tussen de arts en therapeute van groot nut zijn. Een probleem bij het zetten Psychotherapeute Maria van Noort vindt dat haar vorm van hulpverlening ook door het ziekenfonds moet wor den vergoed. van de stap om de hulpvraag te stellen, kan het geld zijn. De meeste ziekenfondsen vergoeden de kosten van psychische hulp niet. In en kele plaatsen, vooral in Noord-Holland, zijn een paar ziekenfondsen, die de kosten vergoeden via de aanvullen de ziekteverzekering. Maar in deze provincie komt dat bijna nog niet voor. Sommige particuliere verzekeringen vergoeden de kosten wel. De psychotherapeute hoopt dat dit spoedig zal veranderen, zodat hulp voor psychische problemen voor iedereen zal zijn weggelegd. Maria van Noort houdt iede re donderdagmiddag van twee tot half drie telefonisch spreekuur. Wie meer wil we ten van haar werk, even met haar wil praten of een af spraak wil maken, kan van die gelegenheid gebruik ma ken. Haar nummer is 01714- 2020. ASTRID DE NIJS LEIDEN/DEN HAAG De Haagse rechtbank heeft een 21- jarige leidenaar veroordeeld tot 120 dagen gevangenisstraf waarvan 63 dagen voorwaardelijk met proeftijd van twee jaar. De Leidenaar werd door de politie aangehouden met 30 gram hasj. Wegens het in bezit hebben van ongeveer eenzelfde hoeveel heid hasjies is een 28-jarige Leidenaar veroordeeld tot 90 da gen gevangenisstraf waarvan 55 dagen voorwaardelijk met proeftijd van twee jaar en de teruggaaf van ruim 900 gulden. Drie prima tennisballen verpakt in een handige koker, krijgt u cadeau voor het aanbrengen van een nieuwe abonnee voor deze krant. I Naam. I Adres. Postcode/Plaats Betaald wordt: 0 per maand met automatische afschnjvjng van bank/girorekening,nr: 0 per kwartaal I Stuui een set tennisballen naar: Naam I Adres. Postcode/PlaatsTelefoon. Stuur deze bon in open env< Leidse Courant, Antwoordnummer-^, nb. Indien daartoe aanleiding bestaat, kan abonnement worden geweigerd. iel plakken- naar: Den Haag verzoek om een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1984 | | pagina 5