„Er wordt constant een hetze tegen mij gevoerd" pe Koornbrug: hield jarenlang de graanhandelaars droog PUT VAN MENTEN WEER IN OPSPRAAK ^erBrugge|) :iDEN/REGIO CcidócSomtmt WOENSDAG 28 DECEMBER 1983 PAGINA 5 J;gstgeest „Zo- *1" zandwinnings- y ^>ject in de Voorhofpol- •r bestaat, zolang zijn er ^01 krachten aan het het ►rk die de werkzaam- Iden hier trachten te [et A/ars^omen- Eerst was «groef het verzet tegen de le Eijidwinning, de laatste aaiien, sinds er puin wordt 'ort®(«tort, worden er steeds enwP Seruchten in de met jreld geholpen over af in bij# dat hier illegaal ge- arèse|rt zou worden. Wat dat treft zit ik hier in een ^schrikkelijk glazen idt Js", aldus de heer J.H. -W de Warmondse ove}ecteur/e'êenaar van jpeetfl exploitatiemaatschap- oniqu Voorhof-Warmond, zand in de Voorhof- ■rde f sterk de indruk dat er •ren f ^etze tegen mij wordt ge- n(j Qtrd Het gaat dan om perso- ditoriP d'e ervan overtuigd zijn lVen ik eerst goed verdiend ig vaP aan zandwinning en :>lgentvo'6ens mÜn zakken aan van VL,hen ben met het tegen rgoeding laten storten van word?rbande afval. Niets is min- j herf waar. Het zand heb ik in 't kJO al aan de gemeente Lei- Te p verkocht en het storten 'erk P Pu'n en aarde, waarmee >chön| oeverval wordt gerepa- ird is bepaald geen winstge- ade zaak. Eerder worden jrmee tekorten goedge- TlE akt. En het is een perti- at schone transactie. Alles AGENrdt gecontroleerd", aldus j<ip|nten, wiens zandwinpro- P 1 (als sinds jaar en dag be- AThd staat als „Put van Men- ontgrondingsvergunning t de Voorhofpolder werd leend in 1968. De polder in hoofdzaak in de ge- inte Oegstgeest, maar het [lest noordelijk stuk ligt bin- de gemeentegrenzen van ienheim en in het oosten is lan nog een onregelmatige is met Warmond. Na ja- "lange zandwinning is er 4 aardige waterplas ont- an, die na het beëindigen naai de zandwinning voor de S-eatie zal worden bestemd. [,n/, eerste protesten kwamen VLH\d 1970 uit de PPR-hoek. epe met water gevulde 'IJ ïdputten zouden uit oog en punt van milieu onaanvaard baar zijn. Het zuurstofloze „rottende" water in het diep ste onderste gedeelte zou in bepaalde omstandigheden bo ven kunnen komen en zo ver vuiling kunnen veroorzaken. De vrachtwagens die sinds twee en een half jaar puin storten waarmee de put weer ondieper wordt gemaakt en de oeverval wordt hersteld, wordt door sommigen met ar gusogen bekeken. Zo werd onlangs aangenomen dat slak ken van de Haagse vuilver branding, gebruikt voor de aanleg van een bouwweg op het terrein van de marine aan de Haarlemmerstraatweg in de Put terecht waren geko men. De slakken bleken zwa re metalen te bevatten en de bouwweg moest worden afge graven. Inmiddels is komen vast te staan dat de slakken zijn afgevoerd naar een depot in de Haarlemmermeer en dat alleen de grond van de bouw weg bij de Put van Menten is gestort, waar deze momenteel op schadelijke bestanddelen wordt onderzocht. Controle „En zo gebeurt het regelmatig dat ons vervuiling in de schoenen wordt geschoven door middel van allerlei spookverhalen. We worden ook heel goed in de gaten ge houden", vertelt Menten in het verrijdbare kantoortje bij de ingang van het zandwin- terrein aan de Leidse Vaart, waar zich voortdurend chauf feurs van vrachtwagens met puin en aarde komen melden. „Cerberus" Piet Hoekman, die toezicht houdt op de puin- stort opent dan het raam, schrijft een bon uit voor de chauffeur en laat hem zijn vrachtje storten. „We weten precies wat hier wordt gestort en waar het vandaan komt. We hebben daar onderhand een heel archief van gekre gen", verklaart Menten ter wijl hij een la vol orderlijk gerangschikte bonnen open trekt. „Nu is het zo dat in een vracht aarde altijd wel rotzooi verstopt zou kunnen zitten. Daarom wordt een dergelijke lading altijd eerst op de kant gestort en blijft dan gemid deld een week liggen voor eventueel onderzoek", stelt de heer Menten. „Er is een ambtenaar van mi lieuzaken van de gemeente Oegstgeest die hoopt ons te kunnen betrappen op even tueel illegaal storten. Die loopt dan hier soms onge vraagd te spioneren en dan krijgt hij natuurlijk moeilijk heden met Piet. onze Cerbe rus. Later beweerde hij dan dat hij van het terrein afge slagen was, hetgeen niet waar was. Als hij zich gewoon net jes meldt, kan hij alles zien en onderzoeken wat hij maar wil. Laatst werd er gezien dat er vrachtwagens weer met vracht naar buiten reden. Ge lijk werd er gezegd: zie je wel, er worden wagens met troep teruggestuurd. Vragen in de Oegstgeestse gemeenteraad. Wat bleek: vrachtwagens wa ren het terrein opgereden om puin te storten en kwamen aan de andere kant weer vol geladen met zand naar bui ten", aldus Menten. Monsters „Overigens is de relatie met de gemeente Oegstgeest, de provincie en het Hoogheem raadschap van Rijnland vrij goed", vertelt de Warmondse zandwinner. Het Hoogheem raadschap heeft mij verplicht "at ü&Èt-jik. «jt J.H. Menten en zijn „Cerberus", Piet Hoekman: „spookverhalen over vervuiling". het ingenieursbureau Oranje woud in te huren voor het ne men van monsters. Tot nu toe is gebleken dat de waterkwa liteit goed is, zelfs beter dan die van Rijnlands boezemwa teren. Dat verbaast me niets, want er zwemmen vissen in de plas rond waar ik van ge geten heb, en ik heb er niets van gekregen". Door Provin ciale Waterstaat worden re gelmatig puinmonsters geno men. Het Hoogheemraad schap zou in verband met de waterkwaliteit van diepe zandwinplassen het liefste zien dat de put wordt veront- diept tot acht meter. Dat gaat echter weer in tegen de wens van de provincie die middels de Wet op de Afval stoffen hoopt aan de puinstort spoedig een einde te maken. „De provincie en het Hoog heemraadschap moeten on derling maar uitzoeken hoe diep ze de plas willen hebben. Persoonlijk geloof ik niet dat de put, gezien de drang die de provincie er achter zet, ooit weer acht meter diep zal wor den. Ik geloof ook niet dat dat nodig is. Volgens mij zit er zo veel beweging in dat water dat er geen zuurstofloos ge deelte ontstaat", meent de heer Menten. „Die regelingen met die afvalstoffen komen op mij overigens nogal incon sequent over. Als ik zie hoe er in sommige gemeenten met afval wordt omgesprongen zijn de eisen hier wel oneven redig streng". Einde Hoewel de Raad van State on langs heeft beschikt dat er tot 1986 mag worden doorgegaan met de zandwinning (Het PPR-Actiecentrum Oegstgeest en de Werkgroep Milieuzorg Oegstgeest hadden bezwaar aangetekend in verband met een eventuele aantasting van flora en fauna) verwacht Menten dat het project in de loop van 1984 zal worden be ëindigd. „De maximale diepte van 30 meter is op een aantal plaatsen al bereikt en, dat moet ik toegeven, iets over schreden. Dat is dan de enige overtreding die ik bij dit pro ject heb gemaakt. Er kan nog ongeveer 250.000 kubieke me ter zand worden gewonnen. De gemeente Leiden heeft dat zand nodig voor de Stevens- hofjespolder en voor wegen", stelt Menten. Na de verbreding van de Leidse Vaart, waar de weg om het Tolhuis zal worden heengeleid en fiets- en auto verkeer worden gescheiden zal de Put van Menten wor den overgedragen aan de pro vincie voor het symbolische bedrag van één gulden. In ruil daarvoor krijgt Menten een bouwvergunning voor zijn grond bij het Tolhuis, waar enige bungalows zullen verrijzen. De provincie kan dan een recreatiegebied gaan inrichten. „Ik laat de plas zo netjes mogelijk achter, onder meer om te tonen dat een par ticulier ook in staat is een mooi recreatiegebied aan te leggen. Met behulp van het puin bouw ik, rekening hou dend met de noordwesten wind, een luwtewal van meer dan een kilometer lang, waar van bijvoorbeeld de windsur fers straks makkelijk zullen kunnen wegzeilen. Nu kun je je daar nauwelijks bewegen. Ook zorg ik ervoor dat er niet scherps op de bodem achter blijft waaraan men zich zou kunnen openhalen". Tenslotte nog, over de milieu- eisen die door overheden worden gesteld: „ik geloof dat we met al die beperkende maatregelen op de verkeerde weg zijn; het milieu bescher men is goed. maar het lijkt me verkeerd om dat zover door te drijven dat de ondernemers geen kant meer opkunnen". Bruggen, we maken er allemaal Als inleiding op de expositie ver- gebruik van. Zeker in een water- schijnt in deze krant een serie ar- rijke stad als Leiden zijn het on- tikelen over Leidse bruggen. Het misbare schakels in het wegen- zijn geen technische verhandelin- net. Veel aandacht is er nooit aan gen, maar historische verhalen de Leidse bruggen besteed. waarin een Leidse brug als lei draad dient. De gegevens zijn ver- Waarom bijvoorbeeld heet de zameld door een werkgroep van Bostelbrug Bostelbrug? Wanneer historisch geïnteresseerden, die en door wie is deze brug ge- veei van de geschiedenis van de bouwd? De stilte rond de Leidse Leidse bruggen heeft uitgezocht, bruggen is met de presentatie van Samensteller is de begeleider van het inmiddels uitverkochte Brug- de werkgroep, de heer P.J.M. de genboek al gedeeltelijk 'ver- Baar van het Gemeentearchief, stoord'. In april 1984 gaat in het Kees van Herpen tekent voor de Gemeentearchief aap de Boisot- eindredactie. De reprodukties kade de tentoonstelling „De Leid- zijn van fotograaf Wim van se bruggen" van start. Noort an hl Leidse Koornbrug is ;n ziek voor Nederland, t enijt is voor zover dè Pr°Ven deskundigen be- j*er Tid de enige brug •tenr een overkapping. ig m?or andere bruggen met Det zprkappingen moet men jlaatsvoorbeeld naar Zuid- 1 '"Hitsland of Zwitserland, g pllicht zijn er vroeger erstn |1 meer overdekte >verijiggen geweest' en het rscheel van die overkapping Ran( dan wel dezelfde ge- ïe^inlest zijn als die van de te a* se hoornbrug: het Doghouden van hande- jen. Op de brug werd rners vele eeuwen lang kanmarkt gehouden, ndaar dat hij ook wel iornbeursbrug of Ko- y^ïfibeursbrug werd ge- emd. bekrompen terreinen langs de Nieuwe Rijn en op de Hoog- op een brug te vinden. Eigen lijk was dat in verband met landse Kerkgracht waren er de aan- en afvoer nog niet in het centrum haast geen eens zo'n slecht plaatsje het plaatsen te vinden. Zo werd meeste vervoer vond immers de beestenmarkt (in koeien en dergelijke) ooit op de Bree- straat gehouden omdat daar tenminste nog een klein beet je ruimte was. Het Pieters- per schip plaats. Nu moeten we ook weer geen overdreven idee van een graanmarkt heb ben: er werd meestal met mpnsters gewerkt en de grote kerkhof was geen alternatief partijen zelf werden niet naar en bij de Hooglandse kerk de markt gebracht, maar di- was al activiteit genoeg in reet naar de afnemers: de ko- verband met de accijnshuisjes renkopers en bakkers. Op bij en later het ijkkantoor; rond 1900 was daar zelfs een om heinde ruimte voor stalling en onderzoek van (met ziekten besmet) verdacht vee. De Oude Varkenmarkt, Oude Beestenmarkt, Turfmarkt, Houtmarkt, Aardappelen- markt (op de Langegracht), Garenmarkt en Kalvermarkt (met de Hooimarkt op het Ha venplein) werden dan ook ver buiten het stadscentrum gesi tueerd. Een plein als de Grote Markt in Delft heeft Leiden altijd sterk gemist. In het middeleeuwse Leiden was er voor de korenhandel dan ook alleen nog maar een plaatsje gaande tekening is te zien dat het aantal zakken op de brug niet buitengewoon groot was. Middeleeuwen De brug tussen de Burgsteeg en Koornbrugsteeg is al heel vroeg in de middeleeuwen tot stand gekomen. Hoe vroeg is niet eens bekend. In de oudste tijden heette hij St. Cornelis- brug. Nadat in 1443 de veror- niet meer bekend, maar de nieuwe is vast en zeker de tweebogige stenen brug zoals die onder meer van kaarten van 1576 en 1600 en van een fraaie, maar ongedateerde en ongesigneerde potloodteke ning bekend is. De kosten lie pen echter wellicht wat al te hoog op want op 4 februari 1450 bepaalde de Vroedschap dat de stad niet meer dan 200 pond (gulden) in de kosten van de verbouwing zou bij dragen. Deze brug heeft, ondanks de zware lasten die hij moest dragen, het uitgehouden tot 1642, dus bijna twee eeuwen. Toen werd besloten een nieu we brug te leggen en dat er toen geen knoeiwerk is gele verd, blijkt wel; de brug ligt er nog steeds, zonder dat tel kens ingrijpende herstellin gen nodig zijn geweest. Op 20 september 1642 vonden de dening was afgekondigd dat aanbestedingen plaats. Simon hij voortaan als plaats voor de Jansz. van Warmond korenmarkt moest dienen, bleek een ingrijpende verbou wing noodzakelijk. Of de oude brug van hout was, is van de Vismarkt met °P de achtergrond de Koornbrug en rechts het gat in de bebouwing de Vismarkt ten gevolge van de stadshuisbrand. ca. 1931. voor 930 gulden aan om twee dammen door de Nieuwe Rijn te leggen, deze bouwput leeg te hozen en droog te houden en 10 voet (3,14 meter) diep, gerekend vanaf de bovenkant van de walmuur aan de Vis markt, alle grond weg te gra ven. Een plaatsgenoot van hem. Jan Claesz. van Warmont, nam voor 2195 gulden aan de oude brug af te breken, inclu sief de „lenden- of sitbanc- ken" en de ijzeren leuningen. Hij moest de nieuwe brug metselen met drie „pijpen ofte booghen" met wijdten van 3,45, 5,02 en 3,45 meter en de middelste boog exact even hoog als die van de Visbrug; te beginnen zodra het hei werk gereed was en de funda mentschalen (grote houten platen op het heiwerk) aange bracht zouden zijn. Dankzij dit soort toevallige vermeldin gen weten we wel eens van een brug of hij onderheid is; meestal is dit echter noch uit bestekken noch uit rekenin gen af te leiden. De bogen moesten tot 4,5 voet (1,41 meter) opgemetseld wor den (tot boven het peil van het water in de winter), waar na het metselwerk tot 1 maart 1643 moest besterven 's winters kon men toch niet metselen. Tussen 1 maart en 31 mei 1643 zou het karwei moeten worden afgemaakt. Het natuursteenwerk werd aangenomen door stadsmees- tersteenhouwer Cornelis Gijs- bertsz. van Duynen voor 1600 gulden (excusief materiaal). Op 28 februari 1643 moest hij het hakken klaar hebben en daarna helpen met het vast- metselen van de blokken. In de slotstukken van de middel ste boog kwam het wapen van Leiden en in de vier slotstuk ken van de kleine bogen moest een „leeuwstronye", een leeuwenkop, worden aan gebracht. Steen De eerste steen werd op 15 december 1642 door een zoon tje van mr. Rippert van Groe- nendijck, een van de burge meesters, gelegd. Nadat de metselaar op de zijkanten van het dek van de brug „sooda- nighe teyekens ten behouve van de coorenmarckt" inge metseld had zoals hem was opgedragen, kon de stad trots zijn op het resultaat. Eerst bij na twee eeuwen later begon nen de klachten over de on comfortabele markt aanlei ding te geven tot verdere ac tie. Het is ook niet leuk om je kostbare graan door een plensbui doorweekt te zien worden of door extreme hitte te zien uitdrogen. Op dagen met slecht weer was de aan voer op de markt, die op za terdagochtend tussen tien en twaalf uur werd gehouden, ver beneden peil. Daarom ontwierp stadsarchi tect Salomon van der Paauw in 1820 een tweetal plannen: het maken van één of twee overkappingen op de brug en de bouw van een speciale koornbeurs op de Vismarkt. Hij toonde zich een voorstan der van de eerste oplossing. Niet alleen omdat dit veel fraaier zou zijn, maar vooral ook omdat de maximaal te dragen last van 1400 of 1500 zakken graan geen gevaar voor de brug vormde. Ook ad viseerde hij om op het dak geen lood of ijzer te gebruiken dat zichtbaar was, om hoege naamd geen aanleiding of ge legenheid te geven tot dieverij ook toen was looddiefstal een ware plaag. En uiteraard betekent een loden dak een kostbare en voor de brug zeer zware last. Van der Paauw raamde de kosten op 5.000 en stelde voor om óf een obli gatielening te sluiten (aflos sing in tien jaar, rente 6%) óf een heffing van drie cent op iedere aangevoerde zak in te voeren. De heren regenten konden blijkbaar geen keuze maken, want het plan verdween in een bureaulade. Omdat er toch iets gedaan moest wor den, besloten zij op 16 decem ber 1828 slagbomen te maken, die uitneembaar waren zoals nu de Waalpaaltjes daar. Maar uiteindelijk werden de plan nen toch gerealiseerd. Op 6 december 1824 werd het ma ken van twee overkappingen op de brug aanbesteed. Deze 24 meter lange en 6,5 meter brede overkappingen, te dek ken met „allerbeste Rijnse lei en in de vorm van couverdak, met best, taay zink van No. 12", werden door Josua de Sauvage voor maar liefst f 8.750 aangebracht tussen 1 april en 1 juni 1825. Overkapping Het zijn ae overkappingen zo als wij die nu nog kennen en die in 1978 ingrijpend zijn ge restaureerd. Een fraaie foto van rond 1900 van de er wat desolaat bijstaande brug is ook opgenomen voorin en achter in het inmiddels geheel uit verkochte Bruggenboek. Na 1825 was immers slechts goed verfwerk nodig voor be scherming tegen weersinvloe den en dat liet soms wel eens te wensen over. Als gevolg daarvan moesten al in 1839 enige van de ïepenhouten ko lommen worden aangescherfd „daar zij versleten of verteerd zijn". En in 1855 waren er plannen om de natuursteen basementen (sokkels) onder de kolommen te vervangen door sokkels van gietijzer; de fa. J.W. Bertrand Zn. bood aan ze'te leveren voor 12 gul den per stuk; D.A. Schreden vroeg 14 gulden per stuk. Of deze gerealiseerd zijn is niet bekend. Maar behalve korenmarkt had de overkapping ook an der nut. Zo staat in het Leidsch Dagblad van 14 april 1908 het volgende berichtje: „Dinsdag 21 April zal het Leidsche Muziekkorps op de Korenbeursbrug van halfacht tot halftien een muziekuitvoe ring geven n.a.v. 's Prinsen verjaardag, welke op Paasch- zondag, 19 April, valt". En daarom kreeg prins Hendrik zijn aubade een paar dagen la ter. De graanhandel was in 1899 verplaatst naar het toen door de gemeente gekochte en verbouwde koffiehuis De Pauw aan de Nieuwe Rijn. Aan deze handel is in de der tiger jaren een langzaam ein de gekomen. Src transit gloria korenmarkti. De Koornbrug heeft de graanhandel over leefd; kooplieden vinden op marktdagen nog steeds een beschut plekje onder de over kappingen van deze unieke brug.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 5