„Alleen mijn maag, niet mijn hoofd, was in hongerstaking" Goed en fout in de oorlog vragen andere benadering Britse zakenlui verdacht van spionagt PLEIDOOI VOOR VERNIEUWING GESCHIEDSCHRIJVING BINNENLAND/BUITENLAND CctdócSouKMtt SURINAMERS IN TENT OP BINNENHOF „SCHORTEN ACTIE OP" Miraculeuze redding Russen erkennen problemen met ruimtestation £n te J verzonken bij de afs Chin A Sen. AMSTERDAM Het zou goed zijn het geschied kundig onderzoek naar Nederland in de bezet tingstijd in een aantal op zichten te vernieuwen en daarmee aan te sluiten bij de belangstelling en bena deringswijzen in de we tenschappelijke geschied schrijving gedurende de afgelopen tientallen jaren. Bij een dergelijke ver nieuwing zullen vragen rond verzet en collabora tie en de daarmee verbon den problemen van „goed" en „fout" in de oorlog minder centraal komen te staan. Dit zei prof. dr J.C.H. Blom gisteren in een rede ter gele genheid van zijn aanvaarding van het ambt van hoogleraar in de Nederlandse geschiede nis sinds de Middeleeuwen aan de Universiteit van Amster dam. Hij gaf zijn toespraak de titel mee „In de ban van ,goed' en ,fout'? Met het verschijnen in 1982 van de tweede helft van deel 10 b van Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog van prof. L. de Jong („Het laatste jaar") werd het relaas over het Nederlands grondgebied in Europa vol tooid. Prof. Blom vraagt zich echter af of daarmee de geschiedenis over Nederland in de bezet tingstijd in zekere zin „af" is. Zijn er in wetenschappelijk opzicht nog vernieuwingen te verwachten na de zo uitvoeri ge behandeling van dit tijdvak door De Jong en anderen? Volgens prof. Blom wel, maar alleen als historici erin zullen slagen in aanmerking komen de perspectieven te vinden om naar deze periode te kijken. Morele vraag Of de voortgaande bestudering van de bezettingstijd nog wel interessant is en of er nieuwe inzichten te verwachten zijn hangt af van de vraag in hoe verre de geschiedkundigen kunnen loskomen uit de ban de kwalificaties van fout en goed als zaken als collaboratie en verzet aan de orde zijn. Zo'n ontworsteling is volgens prof. Blom wenselijk omdat, bij alle waardering voor de ge schiedschrijving van de jaren 1940-1945, deze als geheel wel heel erg sterk vanuit dit ene oogpunt wordt bezien. Daar door bleven toch heel wat be langwekkende onderwerpen onbesproken of werden die vanuit een niet altijd juiste in valshoek behandeld, meent de hoogleraar. Bij zijn pleidooi voor vernieu wing van het geschiedkundig onderzoek over genoemde pe riode vindt prof. Blom het ge wenst dat een systematisch on derzoek wordt ingesteld naar en een analyse van de stem mingen, mentaliteiten en de wiize waarop men de oorlog beleefde. Tot nu toe zijn deze onderwer pen naar zijn oordeel niet erg overtuigend behandeld. Hoe wel hij wel problemen ziet rij zen op het punt van de bron nen moeten de historici zich toch niet laten ontmoedigen. „Integendeel, er ligt een uitda ging in besloten", voegt hij er aan toe. Vergelijking Prof. Blom breekt verder een lans voor vergroting van het internationaal vergelijkend element om meer inzicht te krijgen in de Nederlandse situ atie. Hij noemt in dit verband het opmerkelijke gegeven dat van de joden in Nederland een aanzienlijk hoger percentage omkwam dan van de joden uit andere bezette landen in West- -Europa: ongeveer 75 procent tegenover 40 procent voor Bel gië en Noorwegen, ongeveer 20 procent voor Frankrijk en ongeveer 15 procent voor Ita lië. Dit gegeven kan uitslui tend in internationaal vergelij kend perspectief bevredigend nader worden onderzocht. Het is volgens prof. Blom ook nodig dat de plaats en de bete kenis van het tijdvak 1940-1945 in de Nederlandse geschiedenis van de twintigste eeuw wordt onderzocht. De op het eerste gezicht zo scherp te trekken grenzen (10 mei 1940 tot 5 mei 1945) zullen daarbij in zekere zin vervagen. De aandacht voor de doorlopende lijnen, de invloed van de voor oorlogse verhoudingen voor de gebeurtenissen tijdens de be zetting en de op meer geleide lijke manieren uitgeoefende en merkbaar wordende in vloeden van de oorlog zal daardoor toenemen. Tot nu toe onderbelichte on derwerpen zoals de sociale ge laagdheid van de samenleving en de verzuiling zullen zo meer belangstelling krijgen. Maar ook al vaak besproken onderwerpen zoals jodenver volging en collaboratie zullen in dit licht op een nieuwe ma nier behandeld kunnen wor den. DEN HAAG „Mijn maag was in hongersta king, maar mijn hoofd niet. Als blijkt dat Neder land zich niet aan de ge dane toezegging houdt en als er sprake van is dat de hulp aan het huidige Suri name wordt hervat, dan komen we terug en blij ven we tot we dood gaan. We hopen dat het niet hoeft, maar we deinzen er niet voor terug". Het Binnenhof in Den Haag, maandagmiddag even voor enen. Rond de blauwe bunga lowtent die sinds vrijdag 2 de cember naast de trappen van de Ridderzaal staat, is het een drukte van belang. Om de tent heen staan schots en scheef wat auto's geparkeerd. Sommi ge nummerplaten zijn beplakt met stickers, waarop de Suri naamse legerleider Bouterse wordt aangeraden Paramaribo zo snel mogelijk te verlaten. Even opzij van deze auto's staat, onopvallend, de donker blauwe, kogelvrij Lancia, waarin de Surinaamse ex-pre sident Henk Chin A Sen wordt rondgereden sinds hij voorzitter werd van de Bevrij- dingsraad voor Suriname, nu bijna een jaar geleden. De Ne derlandse agenten-in-burger die moeten waken over het le ven van Chin A Sen lopen op het eerste gezicht aanmerke lijk ontspanner rond dan begin dit jaar. Het gevaar van een aanslag op de ex-president lijkt niet meer zo groot. Maar met de mensen die momenteel in Suriname de dienst uitma ken weet je maar nooit. De ge beurtenissen van 8 december vorig jaar hebben geleerd dat zij tot alles in staat zijn. Daar om gaat veiligheid boven alles. Opschorten Als ook andere leden van de Bevriidingsraad arriveren, schuift het hele gezelschap langs zakken met lege flessen mineraalwater en drie rode butagasflessen de tent in. Daar maken, vermoeid en verma gerd maar nog even fanatiek als anderhalve week geleden, twee Surinaamse vrouwen be kend dat zij hun hongersta king „opschorten", zoals ze het zelf noemen. „Nee, nee! We stoppen er niet mee. Een aan tal mensen heeft ons gevraagd op te houden. Dat doen we, omdat voor een groot deel aan onze verlangens is tegemoet gekomen. Maar als wij bedro gen worden, komen wij hier weer terug" voegen Yvonne (37) en Anita (40) er op strijd lustig toon aan toe. Vrijdagmiddag 2 december gingen de vrouwen samen met de Surinaamse studenten Die ter (20) en Vidjai (26) in hon gerstaking. Zij zouden voort aan alleen water drinken, to- dat de Nederlandse regering aan hun eisen zou hebben vol daan. Het ging de hongersta kers er vooral om, dat de rege ring zich meer zou inspannen een eind te maken aan onder drukking in Suriname. Daar naast wilde men de verzeke ring, dat onder de huidige om standigheden geen sprake kan zijn van een hervatting van de ontwikkelingshulp. Aan die wensen heeft de Nederlandse politiek, aldus de actievoer ders, in grote lijnen voldaan. Gedurende hun verblijf op het Binnenhof hebben de honger stakers niet te klagen gehad over belangstelling. Behalve veel Surinamers die hun sym pathie kwamen betuigen sommigen door een etmaal mee te hongerstaken heb ben ook de Suriname-specia- listen uit de Tweede Kamer zich geregeld van de toestand van de vier op de hoogte ge steld. Ook van regeringszijde is bij de actievoerders geïnfor meerd, „maar jammer genoeg is Lubbers niet geweest". De twee mannelijke honger stakers hielden het precies een week uit op het vochtige en vooral 's nachts ijzig koude Binnenhof. Op medisch advies besloten de beide studenten, die na de december-moorden van vorig jaar uit Suriname naar Nederland vluchtten, af gelopen zaterdag hun honger staking te stoppen. Tropisch Intussen jaagt een gaskachel de temperatuur in de tent naar tropische hoogte op. Yvonne, een Haagse onderwijzeres, en Anita, als leidster van de vrouwenafdeling van de Moe- derbond uit Suriname ge vlucht, zeggen dat zij beiden bijna zeven kilo zijn afgeval len. Ze vertellen over de talrij ke Surinamers die langs zijn geweest' en van wie velen te kennen hebben gegeven, dat zij graag naar Suriname terug willen. „Heel veel mensen wil Zweedse televisiekijkers zijn gisteravond getuige geweest vtj miraculeuze redding van de 34-jarige Ralf Spèngberg, die na r acht uur levend onder een berg stenen en zand vandaan we haald. Spèngberg werd gistermorgen tijdens zijn werk in 1(j even buiten Stockholm, bedolven onder een lawine van zand lg nen. De reddingsploegen waren er van overtuigd dat hij het oi niet had overleefd. Maar toén zij Spèngberg na uren graven b ten, bleek hij nog in leven. Op de foto boven is het graafwerk ko volle gang, waarbij het hoofd, een been en een arm van Spèiigt zichtbaar zijn. Links: de uitgeputte maar slechts licht geiwi Spèngberg na zijn redding. pei DE HIPPE HEKSEN (Van onze correspondent Jan Drummen) PARIJS Het mysterieuze verdwijnen van twee Britse zakenlieden in Parijs en het vinden van het liik van een hunner in de haven van Brest heeft in Frankrijk ver denkingen van spionage doen ontstaan. Londen heeft evenwel zondag officieel ont kend dat de beide Britten, die tijdens zakenbezoeken aan Parijs spoorloos verdwe nen, iets met spionage of ge heime diensten te maken hebben. Op 30 november was Niall Campbell (42 jaarin een Pa rijs' hotel gearriveerd waar hij enkele malen per jaar lo geert voor zakenbesprekin gen met de leden van het Franse filiaal van een Brits chemisch bedrijf. Hij stond in het hotel als een rustige en zeer correcte cliënt bekend. Op 1 december betaalde hij voor de middag zijn reke ning, ontruimde zijn kamer en liet zijn koffer achter bij de receptie. Om acht uur zou hij per vliegtuig naar Londen terugkeren en hij wilde de namiddag van donderdag 1 december na een lunch met zijn Franse zakencollega 's ge bruiken om wat inkopen te doen. Hij nam zijn attache- -case mee. Maar 's avonds te gen het uur dat hij zich naar een van de Parijse luchtha vens had moeten begeven, had hij zijn bagage nog steeds niet bij de hotelreceptie afge haald en de portier ontdekte dat zijn attaché-case die hij 's morgens meegenomen had nu naast zijn koffer stond. Niemand had Campbell in het hotel in de namiddag te ruggezien of de attaché-case voor hem opgeborgen. De volgende morgen, 2 decern- SUSKE ENWISKE ber, haalde de politie zijn lijk op buitengaats de Franse atoomduikbootbasis van lie Longue nabij Brest, ruim 600 kilometer ten westen van Pa rijs. Zijn lijk vertoonde geen verwondingen volgens de lijkschouwing en Campbell zou vermoedelijk rond mid dernacht overleden zijn. Er waren geen papieren op het lijk gevonden en het duurde een week alvorens de politie de omgekomene met zeker heid kon identificeren. Ach tenveertig uur tevoren was het verdwijnen gesignaleerd van een andere Britse zaken man, de 28-jarige Robert Graham, accountant voor de TDG (Transport Develop ment Group). Hij was op 28 november in de Franse hoofdstad aangekomen voor een vergadering met de le den van het Franse filiaal van zijn firma en hij had zijn intrek genomen in het hotel waar hij gewoonlijk verbleef en waar hij ook als hoffelijk en correct bekend stond. Na zijn eerste conferentiedag was hij niet in het hotel te ruggekeerd en zijn spoor is tot dusver niet gevonden. Het wordt een merkwaardige sa menloop van omstandighe den geacht dat de bagage en de papieren van de beide verdwenen Engelsen in hun hotel teruggevonden zijn: paspoorten, iden ti tei tsbewij zen, cheque-boekjes, contan ten en vliegbiljetten voor de retourvlucht naar Londen. Na een week onderzoek heeft de Franse politie geen verdere bijzonderheden kun nen ontdekken afgezien van het feit dat beide mannen el kander zeer waarschijnlijk niet kenden. Intussen hebben de nabestaanden van Niall Campbell verklaard dat hij door de economische st en van de Britse geheime di ;le benaderd zou zijn voor ia] laatste vertrek naar Pa Ug Aangezien het lijk po Campbell in een verbc ;n militaire zone gevon u werd, heeft het parket n Brest een onderzoek ii inj steld, tot dusver zonder re taat. Het aantal onbe woorde vragen is legio, voornaamste zijn. Pogir om van de naaste famih den van de verdwenen ten iets te vernemen praktisch op niets uitgeli en de grote terughoudt heid van de nabestaan heeft de Franse politie specteurs getroffen. Nit min blijken beide Brik* voor reële zaken bespre 3 gen naar Parijs gereisd te en zij waren nimmer dreigd. De werkgevers beiden wisteh evenmin iÉ> er problemen waren geweest met de Saljoet-7. Door deze problemen moes ten de kosmonauten Ljachov en Alek- sandrov 50 dagen langer in de ruimte blijven dan de bedoeling was. Com mandant Lachjov zei overigens dat de Saljoet ondanks de problemen bestuur baar was gebleven, omdat de reserve- systemen het defect voldoende opvin gen. Het ruimtestation zou nu weer volkomen in orde zijn, zodat begin vol gend jaar een nieuwe bemanning naar de ruimte zal vertrekken. Een van de bemanningsleden van de nieuwe ploeg is een Indiër. „Eigen bijdrage loopt voor aaw'ers flink op" DINSDAG 13 DECEMBER 1983 PAG! Boete en gele kaart F ey enoordsuppori ZOETERMEER Het vragen van een eigen bij drage van mensen die van voorzieningen op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheids wet (aaw) gebruikmaken, kan voor die mensen tot een opeenstapeling van kosten leiden. Dat zegt een commissie van de Sociale Verzekerings raad (SVR) in een ontwerp-advies. De commissie noemt als voorbeeld een gezin van een gehandi capte. De eigen bijdrage voor gezinsverzorging kan variëren tussen ƒ2,75 en ƒ305 per week. Daarnaast wordt voor woonvoorzieningen die minder dan 250 kosten, geen vergoeding gege ven en wordt voor de aanpassing van de woning van een gehandicapte maximaal 45.000 ver goed. Aan ziekenfondspatiënten wordt verder een eigen bijdrage van ƒ2,50 per medicijn met een maximum van 125 gevraagd. ZWOLLE Twee supporters van] noord zijn door de Zwolse politierecj een snelrechtzitting veroordeeld tj boete van 750 en vier weken voorvWO! lijke celstraf. Bovendien kreeg het L}i] de „gele kaart". Die moeten ze op hj stip dat een uit-wedstrijd van Feyenol gint laten afstempelen op een Rottfn politiebureau, het hele voetbalseizoefi°É Leveren ze de kaart niet afgestemjfers dan wordt de vier weken voorwaaij celstraf alsnog omgezet in onvoorwaal De twee supporters, 20 en 23 jaar ou zaterdag voor de voetbalwedstrijd^ Zwolle-Feyenoord in de Zwolse binif aan het vechten geslagen met een naar, die „Ajax" had geroepen. len wel maar kunnen niet vanwege .Bouterse. Het is toch schandalig als mensen niet naar hun eigen land terug kunnen keren", zegt Anita zeer verontwaardigd. De beide vrouwen knikken in stemmend als Chin A Sen nog eens herhaalt dat de honger staking weliswaar voorbij is, maar dat het verzet doorgaat en „dat we niet zullen rusten voor het monster van de on derdrukking, Bouterse, is ver dwenen". Officier Stigter van het Leger des Heils, die werkzaam is in de Haagse Transvaalwijk, waar veel Surinamers wonen, en die elke avond bij de hon gerstakers op bezoek is ge weest, spreekt een kort gebed uit. Daarna zijn de leden van de Bevrijdingsraad, even snel als zij waren gekomen, weer verdwenen. In de bijna lege tent zitten de twee honger- staaksters nog steeds op hun klapstoeltjes, een grote bos bloemen in de hand. De de kens en veldbedden die vorige week toen het 's nachts kouder was dan gedacht door het Leger des Heils wer den aangevoerd, zijn aan de kant geschoven. „Ik heb wel eens gedroomd van eten, dat iemand mij een pasteitje gaf", zegt een inmiddels ex-hongerstai Er „Als we wakker werdei llli ger we elkaar wat we r eten. Een broodje palin iets. Als je er over pra kom je wel over die r heen". En dan, zich rend dat de honger voorbij is: „Hé, we zouiflij: één uur stoppen. Hetjm kwart over een. Heeft ji^e wat te eten voor ons? W| ten met een opbouwdié ginnen. Een bouillon M* soepje. Maar eerlijk |hi had ik liever wat andjné had". JOS TIÏ^ 3rd De kosmonauten Aleksandrov (links) en Lachjov tijdens hbn persconferentie. MOSKOU Russische ruimtevaart deskundigen hebben gisteren, tijdens een persconferentie in Moskou, beves tigd dat in september de draagraket is ontploft van het ruimtevaartuig dat een vervangingsploeg naar de het ruimtes- taion Saljoet-7 moest vervoeren. De twee kosmonauten wisten zich in vei ligheid te brengen door hun capsule van de draagraket af te stoten. Ook gaven de ruimtevaartfunctionaris sen toe dat het ruimtestation Saljoet-7 tijdens de vlucht met een brandstoflek te kampen heeft gehad. Tot nu toe was in de Sovjet-Unie steeds ontkend, dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 10