Bevrijding van
Heineken en Doderer
succes voor politie
De krant is er om de mens te helpen
Politiewoordvoerder Wilting:
van oliebol tot spraakwaterval
Geen beloning
voor tipgever
Schril contrast met zaak-Caransa
Ook uitgever voorde persvrijheid verantwoordelijk
.BINNENLAND
CekbeSou/Mwt
DONDERDAG 1 DECEMBER 1983PAGINA 10
Vrouw van
Doderer was
„werkster"
NOORD WIJK De vrouw,
zoon en schoondochter van
Ab Doderer hebben drie we
ken lang op het landgoed van
Heineken in Noordwijk ge
woond in het bijgebouw „De
Duif". Ze konden alledrie vrij
het landgoed verlaten en be
treden. De vrouw ging door
voor werkster bij de familie
Heineken en de andere twee
vermomden zich regelmatig
als leden van het bewakings
personeel.
Onderhuids zendertje
tegen ontvoeringen
AMSTERDAM De Londense fir
ma die ook de gepantserde auto
van Freddy Heineken heeft gele
verd, is op de markt gekomen met
een mini-zendertje dat de kans op
ontvoeringen tot een minimum
moet terugbrengen. Het gaat om
een elektronisch dopje, dat via een
kleine chirurgische ingreep onder
de huid kan worden aangebracht.
Elk zendertje kan zonder verwisse
ling van batterij vijftien jaar sig
nalen uitzenden die door een kleine
ontvanger binnen een straal van 25
kilometer kunnen worden opgevan
gen. Het zendertje kost 25.000 gul
den.
AMSTERDAM Zoals bekend zorgde een anonieme
brief die op 16 november bij het Heineken-concern
werd bezorgd, voor een belangrijke versnelling van
het politieonderzoek. Mocht de schrijver of schrijf
ster van die tip zich een dezer dagen alsnog bij de po
litie bekend maken, dan zal daar geen beloning aan
vast zitten. Om de eenvoudige reden, dat de politie
geen beloning(en) had uitgeloofd in deze ontvoerings
zaak. Het weekblad Panorama heeft daarentegen wel
enkele duizenden guldens uitbetaald aan mensen die
met tips aankwamen waar het blad iets aan had en
die ook zijn doorgespeld aan de politie. De gerucht
makende 50.000 gulden voor „hèt verhaal", is echter
in kas gebleven.
DEN HAAG De Am
sterdamse politie kan in
de ontvoeringszaak van
Heineken en Doderer bo
gen op een snel succes. De
familie Heineken en het
Heineken-concern hebben
danook in een gezamenlij
ke verklaring en in pagi
na-grote advertenties in
landelijke ochtendbladen
hun waardering geuit
voor het optreden van po
litie en justitie in deze
taak. Dit alles staat in
Schril contrast met de ont
voering van de onroe-
rend-goedmagnaat Maup
Caransa eind 1977. Caran-
sa belegde nog geen vier
weken na zijn vrijlating
een speciale persconferen
tie om ernstige kritiek te
uiten op de politie.
M
„Ons politie-apparaat is niet
berekend op dit soort misdrij
ven", zei Caransa toen hem
duidelijk werd dat de politie
op dood spoor zat en er nau
welijks hoop was dat hij zijn
tien miljoen gulden losgeld,
betaald in briefjes van duizend
waarvan de nummers later be
kend werden gemaakt, kwijt
zou zijn. Over die tien miljoen
had Caransa trouwens zelf on
derhandeld, terwijl hij vijf da
gen in een donker vertrek op
een onbekende plaats met
handboeien was vastgeklon
ken aan een ijzeren bed.
Op 28 oktober was Caransa
ontvoerd, nadat hij volgens
zijn zeggen twee weken door
onbekenden was geschaduwd.
Caransa had niet de politie
willen inschakelen om zijn ge
zin de psychische belasting
van een permanente bewaking
te besparen. Na zijn ontvoe
ring vroeg de familie van Ca
ransa de politie zich niet met
de zaak te bemoeien.
Caransa werd door vier man
nen ontvoerd, nadat hij 's a-
vonds een club in Amsterdam
verliet. In de vroege ochtend
van 2 november werd hij door
zijn ontvoerders in Amster
dam op straat vrijgelaten. Die
zelfde morgen sprak hoofdof
ficier van justitie mr A. Mes-
schaert over „...een ernstig cri
mineel feit, dat nog niet eerder
in ons land is voorgekomen".
Radiator
Het zou meer dan vijf jaar du
ren voor een soortgelijke zaak
zich voordeed in ons land. Op
27 november 1982 werd me
vrouw Van der Valk, de echt
genote van een horeca-mag-
naat, vanuit haar woning in
Nuland ontvoerd. Bijna drie
weken lang zat zij vastgebon
den aan een radiator van de
verwarming van een flat in
Brussel, voordat haar ontvoer
ders haar, nadat een losgeld
van meer dan twaalf miljoen
gulden was betaald, vrij lieten
in de omgeving van Eindho
ven.
Hoewel achteraf bleek, dat de
politie in deze zaak nog tijdens
de ontvoering een verdachte
op het spoor was, werd niet
opgetreden. De politie volgde
de zaak „op afstand" en in
overleg met de familie, hoewel
dit tot wrijvingen zou leiden.
In deze zaak had de politie al
meer succes dan in de ontvoe
ring van Caransa. Kort na de
ontvoering werden aanhou
dingen verricht en later wer
den in ons land twee belangrij
ke daders veroordeeld tot cel
straffen van twaalf jaar en een
tot acht jaar. Van het losgeld is
echter nog steeds ruim tien
miljoen gulden zoek. De politie
dacht ook de hoofdverdachte
in deze zaak gegrepen te heb
ben, maar de man blijft hard
nekkig ontkennen.
AMSTERDAM Einde
lijk kon politievoorlichter
Klaas Wilting eens meer
zeggen dan dat hij niets
mocht zeggen. En dat
deed hij dan ook naar har
telust. Ondanks de ver
moeidheid het politie
korps maakte per man
honderden overuren
vertelde hij hoe gisteroch
tend op het politiebureau
grote teleurstelling om
sloeg in enorme vreugde.
„Aanvankelijk vonden we
helemaal niets bij die in
val in de loodsen", vertel
de Wilting „en je kunt je
voorstellen hoe iedereen
daarvan schrok. Maar
toen even later Heineken
en Doderer toch werden
gevonden, barstte er een
enorm gejuich los. Het
was alsof er iets van ons
afviel, want die hele zaak
heeft natuurlijk een enor
me wissel getrokken op
ieders krachten".
Het Franse persbureau AFP
had kort voor de vrijlating
zelfs nog gemeld, dat de politie
er geen gat meer in zag en
overwoog zich voorlopig uit de
zaak terug te trekken. „Pure,
pure onzin", aldus Wilting,
„maar ik moet eerlijk zeggen
dat wij er niet eens ongelukkig
mee waren. De daders hebben
toen toch een beetje het idee
gekregen dat ze goed zaten.
Maar we hebben werkelijk
stad en land afgereden om al
les na tè trekken. Elke tip is
serieus genomen. Ook die van
helderzienden, al hebben die
geen beslissende rol gespeeld.
Evenmin als de 50.000 gulden
die het weekblad Panorama
had uitgeloofd voor wat ze hèt
verhaal over Heineken noem
de. Hoewel we negatief tegen
over dergelijke initiatieven
staan, zijn er toch ook een paar
positieve dingen uitgekomen.
Hoewel die evenmin een rol
van betekenis in het geheel
hebben gespeeld".
Spanningen
Omdat de ontvoerders hadden
geëist, dat er geen enkele me
dedeling aan de pers mocht
worden gedaan, moest Wilting
Aan het eind van de tafel luistert woordvoerder Klaas Wilting tij
dens de persconferentie aandachtig naar de uitleg van de Am
sterdamse politie.
zich als woordvoerder tegen
over de journalisten dag in dag
uit als oliebol voordoen. Giste
ren was hij echter een spraak
waterval. „Zeker in het begin
zijn er de nodige spanningen
geweest tussen ons en de pers.
Onze houding werd toen zeker
niet door iedereen gewaar
deerd, hoewel die toch louter
was ingegeven om het leven
van de twee ontvoerden niet
in gevaar te brengen. In die
periode zijn er ook de meest
fantastische verhalen in veel
kranten verschenen. Maar, dat
moet ik eerlijk zeggen, er wa
ren af en toe ook wel dingen
bij waarvan we wisten dat ze
klopten. Laat ik echter duide
lijk stellen, dat we van onze
kant niet één keer bewust iets
per ongeluk naar buiten heb
ben gebracht, als ik het zo mag
zeggen. We hebben met nie
mand een spelletje gespeeld".
Wilting kon nog niet zeggen of
de vele publicaties die op pure
veronderstellingen waren ge
baseerd, de zaak schade heb
ben berokkend. „Dat blijkt
waarschijnlijk pas óver enige
tijd, als alle verhoren achter
de rug zijn (inmiddels zijn er
al gedeeltelijke bekentenissen
red.). Zodra we heel nauw
keurig weten hoe alles in zijn
werk is gegaan, kunnen we
zien of de ontvoerders door
bepaalde berichten dingen
hebben gedaan waardoor Hei
neken en Doderer onnodig in
gevaar zijn geweest of de ont
knoping onnodig langer heeft
geduurd. Al moet ik zeggen,
dat voornamelijk in de eerste
dagen de ontvoerders met be
dreigingen kwamen, dat ze het
tweetal zouden liquideren als
wij niet zouden doen wat ze
wilden. Maar toen ze eenmaal
in de gaten hadden dat ze de
twee in hun macht hadden,
gebeurde dat niet meer".
Onrust
Wilting beweerde overigens
nadrukkelijk, dat de anonieme
tip over drie hoofdverdachten
wel een belangijke rol heeft
gespeeld, maar toch niet als de
„gouden tip" gezien moet wor
den. Volgens een soort afval-
systeem is zo'n beetje de halve
Nederlandse onderwereld de
afgelopen weken door de poli
tie met een bezoek vereerd.
Na ondervragingen en naspeu
ringen bleven er uiteindelijk
enkele tientallen verdachten
over die met de ontvoering te
maken moesten hebben. Door
die handelwijze is er volgens
Wilting ook beslist onrust in
de onderwereld zelf ontstaan
en hij sluit het dan ook niet
uit, dat de belangrijkste tip af
komstig is van iemand uit die
contreien. In die anonieme
brief werd gesteld, dat drie
met name genoemde mannen
die altijd in eikaars nabijheid
werden gesignaleerd, al enige
tijd regelmatig afzonderlijk op
doken.
Het politie-optreden heeft zeer
waarschijnlijk nog andere za
ken aan het licht gebracht. Zo
bleek een aantal van de gear
resteerden in 1977 betrokken
te zijn geweest bij een overval
op een wagen van Van Gend
en Loos en zaten enkelen in
een tot voor enige jaren be
ruchte knokploeg. Deze kwam
regelmatig bij elkaar in de
loods annex timmerfabriek
waar Heineken en Doderer
werden gevonden. Hoofdver
dachte B. bleek eigenaar/aan
deelhouder van deze fabriel]
en K. directeur. In de fabriel
wordt al sinds 1 oktober 198
niet meer gewerkt. Waar
schijnlijk kunnen diverse ver
dachten worden aangemerk
als directeuren van enkel
loze BV's. Daarnaast acht d
Amsterdamse politie de kan
groot, dat door een zo groot g
scheeps onderzoek in de Ne
derlandse onderwereld diversj"
criminele zaken kunnen wor
den opgelost.
Geen strafregister
Eén van de opmerkelijke pun
ten in de hele ontvoeringszaalj
vond Wilting dat vrijwel niej
mand van de in totaal 27 cri<
minelen bij de politie erg bej
kend was; in elk geval niet al
zware crimineel. „Van sommij
gen wisten we dat ze wel een
met de zogenaamde kleine cri
minaliteit in aanraking wareij
geweest, maar de meestei
hadden niet eens een straf
blad. Dat neemt niet weg, da'"
inmiddels wel duidelijk is, da[
het hier om mensen gaat di I
werkelijk maling aan alles ejt
iedereen hebben". L
Of er in dit geval sprake i -
van een zeer professionele op
zet, durfde Wilting niet te bejr
vestigen. „Het lijkt er wel odz
temeer daar alles maandejv
van tevoren voorbereid moejp
zijn. Heel frappant vind ik ii^
deze, dat het tunneltje aan d -
Weesperzijde waar de bestel
bus op de avond van de ontja
voering onderdoor reed, noig
geen halve centimeter hoger ijs;
dan het busje zelf. Dat kaïp
toch geen toeval meer zijri^
Een ander bewijs voor d-
overdachte manier waarop d -
ontvoering in elkaar is gesto2
ken, is voor mij ook dat z~~
zeer bewust hebben geëist, da|: j
een politieman het losgeld zoi, I
afleveren. Ze wisten natuur f
lijk dat die tot het laatst tol
zijn zenuwen zou bewaren ei
niet de flinke jongen zou uit
hangen".
Het politiekorps plaatste de ro.
van deze man, wiens naan
niet vrij werd gegeven, overi
gens wel op de voorgrond
„Maar we willen geen helt
van hem maken, want als w
ergens een hekel aan hebber
dan is het wel aan heldenvere)
ring".
DICK HOFLANI
75 JAAR
NEDERLANDSE
DAGBLADPERS
AMSTERDAM Het
krantebedrijf is op zijn
best als het gekenmerkt
wordt door zoveel mo
gelijk kranten in be
drijf. Belangrijk voor deze
constatering is dat de le
zers in deze periode van
crisis de dagbladen niet in
de steek hebben gelaten.
De vraag blijft echter of
er voldoende politieke wil
bestaat om het overheids
beleid zodanig bij te stu
ren dat de gedrukte me
dia levenskansen behou
den temidden van de zich
stormachtig ontwikkelen
de elektronische media.
Aldus hoop en twijfel
mengend, sluit dr. Joan
Hemels de 335 pagina's af
die hij aan de geschiedenis
van de Nederlandse kran
tenwereld heeft gewijd.
Het boek is vandaag ver
schenen om luister bij te
zetten aan de herdenking
van het feit dat 75 jaar ge
leden de Vereniging De
Nederlandse Dagbladpers
werd opgericht teneinde
de commerciële en techni
sche bedrijfsbelangen te
behartigen. Die herden
king vindt vandaag in
aanwezigheid van konin
gin Beatrix plaats in de
RAI, waar een symposium
wordt gehouden met als
thema „De verantwoorde
lijkheid van de uitgever".
Zomaar een werkgeversorga
nisatie? Nee, looft pershistori
cus Hemels meteen al in zijn
eerste hoofdstuk. Hij wijst er
dan op hoe de NDP het motto
„De krant is er om de mensen
te helpen" in 1931, aan de
vooravond van de ontwape
ningsconferentie van de Vol
kenbond, vlees en bloed gaf
door een maand lang in de
hoofdartikelen van alle dag
bladen ongeacht hun poli
tieke kleur eendrachtig ac
tie te voeren voor de bevorde
ring van de vrede, „dit tradi
tioneel Nederlandse ideaal".
Resultaat: de NDP kon de
conferentie te Genève een pe
titie aanbieden met de hand
tekeningen van bijna 2,5 mil
joen landgenoten.
„Samenwerking in het dag
bladbedrijf heeft zich in de
achter de ons liggende drie
kwart eeuw steeds bewogen
tussen eigenbelang en alge
meen belang", distilleert He
mels uit de archieven. „Het
vinden van een middenkoers
was niet altijd gemakkelijk,
maar wanneer tè eenzijdig op
het eigenbelang afgekoerst
werd, bleken er binnen de
NDP toch steeds weer krach
ten te zijn die tot bijsturing
bereid waren. De belangen
van de samenleving kunnen
niet genegeerd worden en be
letten de dagbladuitgevers
hun eigen particuliere belan
gen als uitgangspunt te ne
men".
Onafhankelijk
Nog een pluim op de hoed wil
Hemels kwijt. „Krantedirec
ties kunnen het zich niet ver
oorloven met de rug naar de
lezersmarkt te werken. Ze
zouden daarmee het voortbe
staan van hun blad riskeren.
Maar van de andere kant
hebben dagbladondernemers
in Nederland over het alge
meen uitgesproken ideeën ge
had over de aard van hun uit
gaven en niet blindgevaren
op vermeende of werkelijke
lezersvoorkeuren. Hun activi
teit ten dienste van de lezer
kreeg niet het karakter van
een optreden in dienst van
diezelfde lezer. Evenmin heb
ben ze hun journalisten en le
zers als werktuigen be
schouwd of zelfs veracht.
Daarin onderscheiden ze zich
gunstig van sommige buiten
landse collegae, in het verle
den en in de tegenwoordige
tijd".
Zulke onafhankelijke, zich
van hun maatschappelijke
verantwoordelijkheid bewuste
dagbladen zijn in het staatsbe
stel altijd een belangrijke fac
tor geweest en dienen dat ook
te blijven. „Daarvoor is juist
op dit moment noodzakelijk",
waarschuwt Hemels, „dat de
in het kader van het samen
hangend mediabeleid te ne
men overheidsmaatregelen
ten gunste van de audiovisue
le media zorgvuldig worden
afgewogen tegen de negatieve
effecten die ze kunnen heb
ben op de gedrukte media".
Geen concurrentie
Amusant in het boek van He
mels is de weergave van de
discussie over een soortgelijke
ontwikkeling uit de jaren
twintig. Het vermaarde pers
bureau Vaz Dias (opgeslokt
door het ANP dat de dagbla
dondernemers in 1934 zouden
oprichten) verstoutte zich
toen de eerste radionieuwsuit
zendingen ter wereld te gaan
verzorgen. Concurrentie, kre
ten de kranten. „Integen
deel", suste Vaz Dias terug.
„Het publiek zal er juist door
geprikkeld worden om kran
ten te lezen teneinde in staat
te zijn het beknopte radio
nieuws nog eens uitgebreider
tot zich te nemen".
Anno 1983, nu het om Tele
tekst, Viewdata en soortgelij
ke uit de muur getrokken in
formatie gaat, doen dezelfde
argumenten opgeld. Hemels
schrijft tenminste: „Het resul
taat van deze ontwikkeling
kan zijn dat de dagbladonder
nemingen op lange termijn de
economische basis van hun
ideële produkt zien verdwij
nen. Het is daarentegen ook
goed voorstelbaar dat net dag
blad er aantrekkelijker door
wordt. Er komt in de toe
komst op de consument een
enorme hoeveelheid informa
tie af, waaruit het dagblad
professioneel selecteert en
waaraan commentaar en ach
tergronden worden toege
voegd. De nieuwe media zul
len naast het dagblad een
aanvullende functie gaan ver
vullen. Daardoor zullen deze
media voornamelijk bijdragen
tot omzetverhoging, en min
der een omzetverschuiving
bewerkstelligen".
Vraagbaak
Weinig nieuws onder de zon.
Deze zin bijvoorbeeld: „Een
krant is ook een vraagbaak
die haar lezers moet inlichten
over alles wat zij op maat
schappelijk en publiek terrein
dienen en wensen te weten.
Door de
enorme toe
vloed aan in
formatie
door nieuwe
media kan de
krant aan
trekkelijker
worden door
dat zij het
nieuws selec
teert en er
commentaar
en achter
grond aan
toevoegt.
En ik reken hiertoe ook de
omroepprogramma's waarin
duizenden en duizenden men
sen belang stellen. Ik betwij
fel of iedere krantelezer ook
over een omroepblad be
schikt. De abonnementsprijs
hiervan zal velen die het toch
al niet te breed hebben, daar
van weerhouden".
Deze tekst werd niet dit jaar
geschreven als argument te
gen de omroepen die hun pro
grammabladen proberen te
beschermen, maar al in 1930,
toen precies dezelfde contro
verse woedde. Niemand min
der dan de grote politicus
Schaepman mengde zijn stem
in het debat. „Zijn de omroep
organisaties niet groot gewor
den aan de borst van de dag
bladpers?" vroeg hij drama
tisch. „Het heeft geen zin hier
een plicht van dankbaarheid
te construeren voor al het
geen de pers voor de popula
risering van het omroepwe-
zen gedaan heeft en nog doet.
Maar wel moet gewezen wor
den op het ongefundeerde
van het streven om de pers
thans afhankelijk te willen
stellen van de grillen der om
roepverenigingen". Hemels
tekent er fijntjes bij aan dat
dergelijke passages „in het
licht van de jongste beschou
wingen over mediabeleid een
extra accent krijgen".
Corsetten
Zoals kranten een spiegel van
de dag zijn, zo is het gedenk
boek „Krant in bedrijf" van
Hemels een spiegel van de tijd
geworden. Niet zelden doet de
blik daarin meesmuilen.
Wanneer de „corsettencom-
missie" ter sprake komt bij
voorbeeld, door sommige dag
bladuitgevers van confessio
nele huize tot in de jaren vijf
tig gehandhaafd om toezicht
uit te oefenen op de wijze
waarop advertenties voor lin
gerie, badpakken, schoon
heidsmiddelen en films „de
bovenkant van vrouwenfigu
ren" afbeeldden.
Maar ook aan schaamte ont
komt de toeschouwer niet,
waar de spiegel hem de oor
logsjaren voorhoudt. De on
verzettelijke NDP-voorzitter
J.W. Henny werd snel gewipt
„omdat dit de wens der hoog
ste Duitse autoriteiten is", en
de georganiseerde pers liet
zich als eerste maatschappelij
ke sector in Nederland gelijk
schakelen dat wil zeggen!
met huid en haar opnemen in
het door de bezetters gedic- -
teerde systeem. „Dat is een/
even triest alsonweerlegbaar
feit", schrijft Hemels. Varj
verdere kwalificaties ont
houdt hij zich (hetgeen hen
ongetwijfeld op kritiek zal ko
men te staan), maar de lezei^L
weet genoeg wanneer hij verJ
neemt dat het tekort aan pa
pier in die zwarte tijd dehe
grootste kopzorg van de dag
bladondernemers vormde.
Sanering
Een andere niet zo aardige
bladzijde staat bol van het sa
neringsproces dat de pers irf4
tal
acl
1<'
de jaren zestig-zeventig door
maakte, met alle verschraling.
en conflictstof van dien. Dal1(k
de omschakeling ook deLo
technische in betrekkelijke^,,
rust verliep, heeft bijgedrager p
tot een hechte grondslag vooi
de huidige dagbladpers, steljuu
Hemels echter vast. De invoe
ring van redactiestatuten ga:
niet alleen medezeggenschap
aan de redacties, maar bracht^
journalisten en lezers ook d(|§
garantie dat de identiteit var
hun krant niet ongemerkt ge
wijzigd kon worden.
Zo eindigt het boek van He
mels in een redelijk positieve
toonsoort. „Op de huidige in-'
formatiemarkt neemt het dag
blad zowel redactioneel ali
advertentioneel een solide po
sitie in". Enige dissonant
„Het overheidsbeleid jegens .ij
de dagbladpers is over een^"
lange periode gemeten kil
en vaak negatief. Als dat zc
blijft, zullen er in de dagblad
wereld onvermijdelijk op
nieuw harde klappen vallen"
PIET SNOEREN
De krant in bedrijf; auteur
Dr. Joan Hemels; uitgeverij
Ambo-Boeken te Baarn;
prijs 49,50.
RUITENHEER
VV
AMSTERDAM Behalve
voor de continuïteit van het
bedrijf en de belangen van
werknemers en aandeelhou
ders heeft de uitgever ook ver
antwoordelijkheid voor de
handhaving van de persvrij
heid binnen zijn bedrijf. Maar
ook daarbuiten behoort de uit
gever voor de persvrijheid op
de bres te staan.
van State en oud-hoogleraar
staatsrecht aan de Vrije Uni
versiteit. Hij sprak in Amster
dam op de bijeenkomst ter ge
legenheid van het 75-jarig be
staan van de vereniging De
Nederlandse Dagbladpers
(NDP).
Volgens mr Boukema
is de persvrijheid in veel ster
kere dan welk ander grond
recht ook van levensbelang
voor een democratische staats
vorm. „Zonder een pers die de
burgers goed informeert, wor
den autoriteiten in de verlei
ding gebracht eigen doelein
den na te jagen en het met de
belangenbehartiging van de
burgers minder nauw te ne
men dan waartoe zij verplicht
zijn".
Hij vond ook, dat de persvrij
heid de journalist verplicht tot
een zo eerlijk en betrouwbaar
mogelijke berichtgeving, tot
inzicht biedende analyses en
het geven van commentaar.
En dit alles in volstrekte onaf
hankelijkheid van externe
machten als bijvoorbeeld poli
tieke partijen, adverteerders,
vakbonden of werkgevers.
„Een krant, een journalist, die
zijn onafhankelijkheid ver
kwanselt voor een politiek of
financieel schamel bordje lin-
zenmoes, zou bij wijze van
spreken verboden of ontslagen
moeten worden", aldus mr
Boukema.
Hij was het niet eens met et
vonnis van de president vaiL
de rechtbank in Amsterdam,,
waarin deze uitsluitend dis
hoofdredacteur en niet de uit
gever verantwoordelijk achtt:
voor in zijn blad gegeven com
mentaar. Mr. Boukema meen!
dat de uitgever tenminste me
deverantwoordelijk is voor d s
inhoud van de krant, ook
heeft de (hoofd)redactie eeijs
grote mate van autonomie.