Bevrijding van Heineken en Doderer succes voor politie De krant is er om de mens te helpen Politiewoordvoerder Wilting: van oliebol tot spraakwaterval Geen beloning voor tipgever Schril contrast met zaak-Caransa Ook uitgever voorde persvrijheid verantwoordelijk .BINNENLAND CekbeSou/Mwt DONDERDAG 1 DECEMBER 1983PAGINA 10 Vrouw van Doderer was „werkster" NOORD WIJK De vrouw, zoon en schoondochter van Ab Doderer hebben drie we ken lang op het landgoed van Heineken in Noordwijk ge woond in het bijgebouw „De Duif". Ze konden alledrie vrij het landgoed verlaten en be treden. De vrouw ging door voor werkster bij de familie Heineken en de andere twee vermomden zich regelmatig als leden van het bewakings personeel. Onderhuids zendertje tegen ontvoeringen AMSTERDAM De Londense fir ma die ook de gepantserde auto van Freddy Heineken heeft gele verd, is op de markt gekomen met een mini-zendertje dat de kans op ontvoeringen tot een minimum moet terugbrengen. Het gaat om een elektronisch dopje, dat via een kleine chirurgische ingreep onder de huid kan worden aangebracht. Elk zendertje kan zonder verwisse ling van batterij vijftien jaar sig nalen uitzenden die door een kleine ontvanger binnen een straal van 25 kilometer kunnen worden opgevan gen. Het zendertje kost 25.000 gul den. AMSTERDAM Zoals bekend zorgde een anonieme brief die op 16 november bij het Heineken-concern werd bezorgd, voor een belangrijke versnelling van het politieonderzoek. Mocht de schrijver of schrijf ster van die tip zich een dezer dagen alsnog bij de po litie bekend maken, dan zal daar geen beloning aan vast zitten. Om de eenvoudige reden, dat de politie geen beloning(en) had uitgeloofd in deze ontvoerings zaak. Het weekblad Panorama heeft daarentegen wel enkele duizenden guldens uitbetaald aan mensen die met tips aankwamen waar het blad iets aan had en die ook zijn doorgespeld aan de politie. De gerucht makende 50.000 gulden voor „hèt verhaal", is echter in kas gebleven. DEN HAAG De Am sterdamse politie kan in de ontvoeringszaak van Heineken en Doderer bo gen op een snel succes. De familie Heineken en het Heineken-concern hebben danook in een gezamenlij ke verklaring en in pagi na-grote advertenties in landelijke ochtendbladen hun waardering geuit voor het optreden van po litie en justitie in deze taak. Dit alles staat in Schril contrast met de ont voering van de onroe- rend-goedmagnaat Maup Caransa eind 1977. Caran- sa belegde nog geen vier weken na zijn vrijlating een speciale persconferen tie om ernstige kritiek te uiten op de politie. M „Ons politie-apparaat is niet berekend op dit soort misdrij ven", zei Caransa toen hem duidelijk werd dat de politie op dood spoor zat en er nau welijks hoop was dat hij zijn tien miljoen gulden losgeld, betaald in briefjes van duizend waarvan de nummers later be kend werden gemaakt, kwijt zou zijn. Over die tien miljoen had Caransa trouwens zelf on derhandeld, terwijl hij vijf da gen in een donker vertrek op een onbekende plaats met handboeien was vastgeklon ken aan een ijzeren bed. Op 28 oktober was Caransa ontvoerd, nadat hij volgens zijn zeggen twee weken door onbekenden was geschaduwd. Caransa had niet de politie willen inschakelen om zijn ge zin de psychische belasting van een permanente bewaking te besparen. Na zijn ontvoe ring vroeg de familie van Ca ransa de politie zich niet met de zaak te bemoeien. Caransa werd door vier man nen ontvoerd, nadat hij 's a- vonds een club in Amsterdam verliet. In de vroege ochtend van 2 november werd hij door zijn ontvoerders in Amster dam op straat vrijgelaten. Die zelfde morgen sprak hoofdof ficier van justitie mr A. Mes- schaert over „...een ernstig cri mineel feit, dat nog niet eerder in ons land is voorgekomen". Radiator Het zou meer dan vijf jaar du ren voor een soortgelijke zaak zich voordeed in ons land. Op 27 november 1982 werd me vrouw Van der Valk, de echt genote van een horeca-mag- naat, vanuit haar woning in Nuland ontvoerd. Bijna drie weken lang zat zij vastgebon den aan een radiator van de verwarming van een flat in Brussel, voordat haar ontvoer ders haar, nadat een losgeld van meer dan twaalf miljoen gulden was betaald, vrij lieten in de omgeving van Eindho ven. Hoewel achteraf bleek, dat de politie in deze zaak nog tijdens de ontvoering een verdachte op het spoor was, werd niet opgetreden. De politie volgde de zaak „op afstand" en in overleg met de familie, hoewel dit tot wrijvingen zou leiden. In deze zaak had de politie al meer succes dan in de ontvoe ring van Caransa. Kort na de ontvoering werden aanhou dingen verricht en later wer den in ons land twee belangrij ke daders veroordeeld tot cel straffen van twaalf jaar en een tot acht jaar. Van het losgeld is echter nog steeds ruim tien miljoen gulden zoek. De politie dacht ook de hoofdverdachte in deze zaak gegrepen te heb ben, maar de man blijft hard nekkig ontkennen. AMSTERDAM Einde lijk kon politievoorlichter Klaas Wilting eens meer zeggen dan dat hij niets mocht zeggen. En dat deed hij dan ook naar har telust. Ondanks de ver moeidheid het politie korps maakte per man honderden overuren vertelde hij hoe gisteroch tend op het politiebureau grote teleurstelling om sloeg in enorme vreugde. „Aanvankelijk vonden we helemaal niets bij die in val in de loodsen", vertel de Wilting „en je kunt je voorstellen hoe iedereen daarvan schrok. Maar toen even later Heineken en Doderer toch werden gevonden, barstte er een enorm gejuich los. Het was alsof er iets van ons afviel, want die hele zaak heeft natuurlijk een enor me wissel getrokken op ieders krachten". Het Franse persbureau AFP had kort voor de vrijlating zelfs nog gemeld, dat de politie er geen gat meer in zag en overwoog zich voorlopig uit de zaak terug te trekken. „Pure, pure onzin", aldus Wilting, „maar ik moet eerlijk zeggen dat wij er niet eens ongelukkig mee waren. De daders hebben toen toch een beetje het idee gekregen dat ze goed zaten. Maar we hebben werkelijk stad en land afgereden om al les na tè trekken. Elke tip is serieus genomen. Ook die van helderzienden, al hebben die geen beslissende rol gespeeld. Evenmin als de 50.000 gulden die het weekblad Panorama had uitgeloofd voor wat ze hèt verhaal over Heineken noem de. Hoewel we negatief tegen over dergelijke initiatieven staan, zijn er toch ook een paar positieve dingen uitgekomen. Hoewel die evenmin een rol van betekenis in het geheel hebben gespeeld". Spanningen Omdat de ontvoerders hadden geëist, dat er geen enkele me dedeling aan de pers mocht worden gedaan, moest Wilting Aan het eind van de tafel luistert woordvoerder Klaas Wilting tij dens de persconferentie aandachtig naar de uitleg van de Am sterdamse politie. zich als woordvoerder tegen over de journalisten dag in dag uit als oliebol voordoen. Giste ren was hij echter een spraak waterval. „Zeker in het begin zijn er de nodige spanningen geweest tussen ons en de pers. Onze houding werd toen zeker niet door iedereen gewaar deerd, hoewel die toch louter was ingegeven om het leven van de twee ontvoerden niet in gevaar te brengen. In die periode zijn er ook de meest fantastische verhalen in veel kranten verschenen. Maar, dat moet ik eerlijk zeggen, er wa ren af en toe ook wel dingen bij waarvan we wisten dat ze klopten. Laat ik echter duide lijk stellen, dat we van onze kant niet één keer bewust iets per ongeluk naar buiten heb ben gebracht, als ik het zo mag zeggen. We hebben met nie mand een spelletje gespeeld". Wilting kon nog niet zeggen of de vele publicaties die op pure veronderstellingen waren ge baseerd, de zaak schade heb ben berokkend. „Dat blijkt waarschijnlijk pas óver enige tijd, als alle verhoren achter de rug zijn (inmiddels zijn er al gedeeltelijke bekentenissen red.). Zodra we heel nauw keurig weten hoe alles in zijn werk is gegaan, kunnen we zien of de ontvoerders door bepaalde berichten dingen hebben gedaan waardoor Hei neken en Doderer onnodig in gevaar zijn geweest of de ont knoping onnodig langer heeft geduurd. Al moet ik zeggen, dat voornamelijk in de eerste dagen de ontvoerders met be dreigingen kwamen, dat ze het tweetal zouden liquideren als wij niet zouden doen wat ze wilden. Maar toen ze eenmaal in de gaten hadden dat ze de twee in hun macht hadden, gebeurde dat niet meer". Onrust Wilting beweerde overigens nadrukkelijk, dat de anonieme tip over drie hoofdverdachten wel een belangijke rol heeft gespeeld, maar toch niet als de „gouden tip" gezien moet wor den. Volgens een soort afval- systeem is zo'n beetje de halve Nederlandse onderwereld de afgelopen weken door de poli tie met een bezoek vereerd. Na ondervragingen en naspeu ringen bleven er uiteindelijk enkele tientallen verdachten over die met de ontvoering te maken moesten hebben. Door die handelwijze is er volgens Wilting ook beslist onrust in de onderwereld zelf ontstaan en hij sluit het dan ook niet uit, dat de belangrijkste tip af komstig is van iemand uit die contreien. In die anonieme brief werd gesteld, dat drie met name genoemde mannen die altijd in eikaars nabijheid werden gesignaleerd, al enige tijd regelmatig afzonderlijk op doken. Het politie-optreden heeft zeer waarschijnlijk nog andere za ken aan het licht gebracht. Zo bleek een aantal van de gear resteerden in 1977 betrokken te zijn geweest bij een overval op een wagen van Van Gend en Loos en zaten enkelen in een tot voor enige jaren be ruchte knokploeg. Deze kwam regelmatig bij elkaar in de loods annex timmerfabriek waar Heineken en Doderer werden gevonden. Hoofdver dachte B. bleek eigenaar/aan deelhouder van deze fabriel] en K. directeur. In de fabriel wordt al sinds 1 oktober 198 niet meer gewerkt. Waar schijnlijk kunnen diverse ver dachten worden aangemerk als directeuren van enkel loze BV's. Daarnaast acht d Amsterdamse politie de kan groot, dat door een zo groot g scheeps onderzoek in de Ne derlandse onderwereld diversj" criminele zaken kunnen wor den opgelost. Geen strafregister Eén van de opmerkelijke pun ten in de hele ontvoeringszaalj vond Wilting dat vrijwel niej mand van de in totaal 27 cri< minelen bij de politie erg bej kend was; in elk geval niet al zware crimineel. „Van sommij gen wisten we dat ze wel een met de zogenaamde kleine cri minaliteit in aanraking wareij geweest, maar de meestei hadden niet eens een straf blad. Dat neemt niet weg, da'" inmiddels wel duidelijk is, da[ het hier om mensen gaat di I werkelijk maling aan alles ejt iedereen hebben". L Of er in dit geval sprake i - van een zeer professionele op zet, durfde Wilting niet te bejr vestigen. „Het lijkt er wel odz temeer daar alles maandejv van tevoren voorbereid moejp zijn. Heel frappant vind ik ii^ deze, dat het tunneltje aan d - Weesperzijde waar de bestel bus op de avond van de ontja voering onderdoor reed, noig geen halve centimeter hoger ijs; dan het busje zelf. Dat kaïp toch geen toeval meer zijri^ Een ander bewijs voor d- overdachte manier waarop d - ontvoering in elkaar is gesto2 ken, is voor mij ook dat z~~ zeer bewust hebben geëist, da|: j een politieman het losgeld zoi, I afleveren. Ze wisten natuur f lijk dat die tot het laatst tol zijn zenuwen zou bewaren ei niet de flinke jongen zou uit hangen". Het politiekorps plaatste de ro. van deze man, wiens naan niet vrij werd gegeven, overi gens wel op de voorgrond „Maar we willen geen helt van hem maken, want als w ergens een hekel aan hebber dan is het wel aan heldenvere) ring". DICK HOFLANI 75 JAAR NEDERLANDSE DAGBLADPERS AMSTERDAM Het krantebedrijf is op zijn best als het gekenmerkt wordt door zoveel mo gelijk kranten in be drijf. Belangrijk voor deze constatering is dat de le zers in deze periode van crisis de dagbladen niet in de steek hebben gelaten. De vraag blijft echter of er voldoende politieke wil bestaat om het overheids beleid zodanig bij te stu ren dat de gedrukte me dia levenskansen behou den temidden van de zich stormachtig ontwikkelen de elektronische media. Aldus hoop en twijfel mengend, sluit dr. Joan Hemels de 335 pagina's af die hij aan de geschiedenis van de Nederlandse kran tenwereld heeft gewijd. Het boek is vandaag ver schenen om luister bij te zetten aan de herdenking van het feit dat 75 jaar ge leden de Vereniging De Nederlandse Dagbladpers werd opgericht teneinde de commerciële en techni sche bedrijfsbelangen te behartigen. Die herden king vindt vandaag in aanwezigheid van konin gin Beatrix plaats in de RAI, waar een symposium wordt gehouden met als thema „De verantwoorde lijkheid van de uitgever". Zomaar een werkgeversorga nisatie? Nee, looft pershistori cus Hemels meteen al in zijn eerste hoofdstuk. Hij wijst er dan op hoe de NDP het motto „De krant is er om de mensen te helpen" in 1931, aan de vooravond van de ontwape ningsconferentie van de Vol kenbond, vlees en bloed gaf door een maand lang in de hoofdartikelen van alle dag bladen ongeacht hun poli tieke kleur eendrachtig ac tie te voeren voor de bevorde ring van de vrede, „dit tradi tioneel Nederlandse ideaal". Resultaat: de NDP kon de conferentie te Genève een pe titie aanbieden met de hand tekeningen van bijna 2,5 mil joen landgenoten. „Samenwerking in het dag bladbedrijf heeft zich in de achter de ons liggende drie kwart eeuw steeds bewogen tussen eigenbelang en alge meen belang", distilleert He mels uit de archieven. „Het vinden van een middenkoers was niet altijd gemakkelijk, maar wanneer tè eenzijdig op het eigenbelang afgekoerst werd, bleken er binnen de NDP toch steeds weer krach ten te zijn die tot bijsturing bereid waren. De belangen van de samenleving kunnen niet genegeerd worden en be letten de dagbladuitgevers hun eigen particuliere belan gen als uitgangspunt te ne men". Onafhankelijk Nog een pluim op de hoed wil Hemels kwijt. „Krantedirec ties kunnen het zich niet ver oorloven met de rug naar de lezersmarkt te werken. Ze zouden daarmee het voortbe staan van hun blad riskeren. Maar van de andere kant hebben dagbladondernemers in Nederland over het alge meen uitgesproken ideeën ge had over de aard van hun uit gaven en niet blindgevaren op vermeende of werkelijke lezersvoorkeuren. Hun activi teit ten dienste van de lezer kreeg niet het karakter van een optreden in dienst van diezelfde lezer. Evenmin heb ben ze hun journalisten en le zers als werktuigen be schouwd of zelfs veracht. Daarin onderscheiden ze zich gunstig van sommige buiten landse collegae, in het verle den en in de tegenwoordige tijd". Zulke onafhankelijke, zich van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid bewuste dagbladen zijn in het staatsbe stel altijd een belangrijke fac tor geweest en dienen dat ook te blijven. „Daarvoor is juist op dit moment noodzakelijk", waarschuwt Hemels, „dat de in het kader van het samen hangend mediabeleid te ne men overheidsmaatregelen ten gunste van de audiovisue le media zorgvuldig worden afgewogen tegen de negatieve effecten die ze kunnen heb ben op de gedrukte media". Geen concurrentie Amusant in het boek van He mels is de weergave van de discussie over een soortgelijke ontwikkeling uit de jaren twintig. Het vermaarde pers bureau Vaz Dias (opgeslokt door het ANP dat de dagbla dondernemers in 1934 zouden oprichten) verstoutte zich toen de eerste radionieuwsuit zendingen ter wereld te gaan verzorgen. Concurrentie, kre ten de kranten. „Integen deel", suste Vaz Dias terug. „Het publiek zal er juist door geprikkeld worden om kran ten te lezen teneinde in staat te zijn het beknopte radio nieuws nog eens uitgebreider tot zich te nemen". Anno 1983, nu het om Tele tekst, Viewdata en soortgelij ke uit de muur getrokken in formatie gaat, doen dezelfde argumenten opgeld. Hemels schrijft tenminste: „Het resul taat van deze ontwikkeling kan zijn dat de dagbladonder nemingen op lange termijn de economische basis van hun ideële produkt zien verdwij nen. Het is daarentegen ook goed voorstelbaar dat net dag blad er aantrekkelijker door wordt. Er komt in de toe komst op de consument een enorme hoeveelheid informa tie af, waaruit het dagblad professioneel selecteert en waaraan commentaar en ach tergronden worden toege voegd. De nieuwe media zul len naast het dagblad een aanvullende functie gaan ver vullen. Daardoor zullen deze media voornamelijk bijdragen tot omzetverhoging, en min der een omzetverschuiving bewerkstelligen". Vraagbaak Weinig nieuws onder de zon. Deze zin bijvoorbeeld: „Een krant is ook een vraagbaak die haar lezers moet inlichten over alles wat zij op maat schappelijk en publiek terrein dienen en wensen te weten. Door de enorme toe vloed aan in formatie door nieuwe media kan de krant aan trekkelijker worden door dat zij het nieuws selec teert en er commentaar en achter grond aan toevoegt. En ik reken hiertoe ook de omroepprogramma's waarin duizenden en duizenden men sen belang stellen. Ik betwij fel of iedere krantelezer ook over een omroepblad be schikt. De abonnementsprijs hiervan zal velen die het toch al niet te breed hebben, daar van weerhouden". Deze tekst werd niet dit jaar geschreven als argument te gen de omroepen die hun pro grammabladen proberen te beschermen, maar al in 1930, toen precies dezelfde contro verse woedde. Niemand min der dan de grote politicus Schaepman mengde zijn stem in het debat. „Zijn de omroep organisaties niet groot gewor den aan de borst van de dag bladpers?" vroeg hij drama tisch. „Het heeft geen zin hier een plicht van dankbaarheid te construeren voor al het geen de pers voor de popula risering van het omroepwe- zen gedaan heeft en nog doet. Maar wel moet gewezen wor den op het ongefundeerde van het streven om de pers thans afhankelijk te willen stellen van de grillen der om roepverenigingen". Hemels tekent er fijntjes bij aan dat dergelijke passages „in het licht van de jongste beschou wingen over mediabeleid een extra accent krijgen". Corsetten Zoals kranten een spiegel van de dag zijn, zo is het gedenk boek „Krant in bedrijf" van Hemels een spiegel van de tijd geworden. Niet zelden doet de blik daarin meesmuilen. Wanneer de „corsettencom- missie" ter sprake komt bij voorbeeld, door sommige dag bladuitgevers van confessio nele huize tot in de jaren vijf tig gehandhaafd om toezicht uit te oefenen op de wijze waarop advertenties voor lin gerie, badpakken, schoon heidsmiddelen en films „de bovenkant van vrouwenfigu ren" afbeeldden. Maar ook aan schaamte ont komt de toeschouwer niet, waar de spiegel hem de oor logsjaren voorhoudt. De on verzettelijke NDP-voorzitter J.W. Henny werd snel gewipt „omdat dit de wens der hoog ste Duitse autoriteiten is", en de georganiseerde pers liet zich als eerste maatschappelij ke sector in Nederland gelijk schakelen dat wil zeggen! met huid en haar opnemen in het door de bezetters gedic- - teerde systeem. „Dat is een/ even triest alsonweerlegbaar feit", schrijft Hemels. Varj verdere kwalificaties ont houdt hij zich (hetgeen hen ongetwijfeld op kritiek zal ko men te staan), maar de lezei^L weet genoeg wanneer hij verJ neemt dat het tekort aan pa pier in die zwarte tijd dehe grootste kopzorg van de dag bladondernemers vormde. Sanering Een andere niet zo aardige bladzijde staat bol van het sa neringsproces dat de pers irf4 tal acl 1<' de jaren zestig-zeventig door maakte, met alle verschraling. en conflictstof van dien. Dal1(k de omschakeling ook deLo technische in betrekkelijke^,, rust verliep, heeft bijgedrager p tot een hechte grondslag vooi de huidige dagbladpers, steljuu Hemels echter vast. De invoe ring van redactiestatuten ga: niet alleen medezeggenschap aan de redacties, maar bracht^ journalisten en lezers ook d(|§ garantie dat de identiteit var hun krant niet ongemerkt ge wijzigd kon worden. Zo eindigt het boek van He mels in een redelijk positieve toonsoort. „Op de huidige in-' formatiemarkt neemt het dag blad zowel redactioneel ali advertentioneel een solide po sitie in". Enige dissonant „Het overheidsbeleid jegens .ij de dagbladpers is over een^" lange periode gemeten kil en vaak negatief. Als dat zc blijft, zullen er in de dagblad wereld onvermijdelijk op nieuw harde klappen vallen" PIET SNOEREN De krant in bedrijf; auteur Dr. Joan Hemels; uitgeverij Ambo-Boeken te Baarn; prijs 49,50. RUITENHEER VV AMSTERDAM Behalve voor de continuïteit van het bedrijf en de belangen van werknemers en aandeelhou ders heeft de uitgever ook ver antwoordelijkheid voor de handhaving van de persvrij heid binnen zijn bedrijf. Maar ook daarbuiten behoort de uit gever voor de persvrijheid op de bres te staan. van State en oud-hoogleraar staatsrecht aan de Vrije Uni versiteit. Hij sprak in Amster dam op de bijeenkomst ter ge legenheid van het 75-jarig be staan van de vereniging De Nederlandse Dagbladpers (NDP). Volgens mr Boukema is de persvrijheid in veel ster kere dan welk ander grond recht ook van levensbelang voor een democratische staats vorm. „Zonder een pers die de burgers goed informeert, wor den autoriteiten in de verlei ding gebracht eigen doelein den na te jagen en het met de belangenbehartiging van de burgers minder nauw te ne men dan waartoe zij verplicht zijn". Hij vond ook, dat de persvrij heid de journalist verplicht tot een zo eerlijk en betrouwbaar mogelijke berichtgeving, tot inzicht biedende analyses en het geven van commentaar. En dit alles in volstrekte onaf hankelijkheid van externe machten als bijvoorbeeld poli tieke partijen, adverteerders, vakbonden of werkgevers. „Een krant, een journalist, die zijn onafhankelijkheid ver kwanselt voor een politiek of financieel schamel bordje lin- zenmoes, zou bij wijze van spreken verboden of ontslagen moeten worden", aldus mr Boukema. Hij was het niet eens met et vonnis van de president vaiL de rechtbank in Amsterdam,, waarin deze uitsluitend dis hoofdredacteur en niet de uit gever verantwoordelijk achtt: voor in zijn blad gegeven com mentaar. Mr. Boukema meen! dat de uitgever tenminste me deverantwoordelijk is voor d s inhoud van de krant, ook heeft de (hoofd)redactie eeijs grote mate van autonomie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 10