SINT '83 an ongelakt hout t schakende chip Computer spelletjes hebben vaak weinig speelwaarde Geweld tiert welig op beeldscherm Oorlog in speelgoedland £eid6C0outtMit cks, en flitsen. Ze het zelf met de geïmiteerde wroem, toet toet,, en. Geen gekruip er het karpet met Dotje in de hand, e zelf het motor- nadoet. Je toetst r cijfers in onder rkap en de rest IOk jfanzelf: bochten, achteruit, getoe- truie vaders pakweg 25 en nog hun ogen uit- lar de eerste Dinky glazen ruitjes en ve lt Wö^peren hun kinderen :s met de ogen over sing van de chip in {oed. eind van de iaren ze- de chip ook in de wereld van het kind drongen. Maar niet autootjes, sprekende ander speelgoed. De Ie chip naar compu- [ingen op speelgoed- is niet groot. In de ereld werd dit dui- Computer-Stratego, •Zeeslag en ga zo Voor een deel spel- rbij de toevoeging eigenlijk voor Iers stond dan wat he grapjes. Van een assing van de „com- of als speelgoed is nauwelijks sprake, veel elektronisch is de elektronica s meer dan een ver- :ht functioneel is zij en. Ik noem dit soort „chiptoys" in plaats Ironisch speelgoed", Roel de Groot, we- «lijk medewerker 'nstituut voor Ortho- 'k van de Universi- ïroningen. heeft evenals vele n zo zijn twijfels over Ironische speelgoed, fels gelden vooral spelletjes, die veelal levisietoestel worden ..Dat soort spelletjes ite nog in de kinder- Op zichzelf geno- ik er geen proble- i wanneer kinderen |ingstelling voor heb- nadeel is echter wel lllende eenling in pland: de Gronin- Jjeuring (32). Als le jonge eendje uit pkje van Anders hij een paar we den op de speel- ■s in de Amster- :AI. Hij had een eenvoudig standje tussen alle goud en glitter van de industriële speelgoedgi ganten. Degelijke ouder wetse spullen had hij te bieden: een bolderkar, een wandelwagentje, een blokkenkist, een hobbel hond, een klimhuis, een poppenwieg. Alles met ei gen handen in elkaar ge zet. Dat kan dus ook nog. Jeuring is een werkloze tim merman die geen zin heeft om tot zijn 65e in de ww te blij ven. Daarom maakte hij nog maar kort geleden van zijn hobby zijn beroep en begon met klei. Kleuters kunnen vormen uitsteken, figuren inrollen, gezichtjes stempe- en uitspatelen. Omdat alle gereedschappen in of op de container passen is er controle bij het opruimen. Kinderen zien onmiddellijk of er iets ontbreekt, ze de „oogjes" van een robotje niet nodig. speelgoed te vervaardigen. Toen hij eenmaal wat kon la ten zien ging hij wat winkels af om de reacties te peilen. Hij bracht wat verbeteringen aan en richtte zich vervolgens op instellingen als peuterspeelza len, kleuterscholen en spel-o- theken. „Er blijkt dat er een markt voor is", kan Jeuring nu constateren. „Het ouder wetse houten speelgoed komt weer helemaal terug". Houten speelgoed voor de al lerkleinsten is overigens nooit weg geweest. De winkels lig gen er vol mee en steeds weer wordt het assortiment uitge breid. Hoe klein je ook bent, de in dustrie denkt aan je. Neem bij voorbeeld de beer van de fir ma Dakin. De Rock-a-bey- bear. Het dier is intern voor zien van een electronisch ap paraat dat het geluid voort brengt waarmee de foetus in het moederlichaam wordt ge confronteerd. Volgens de fa brikant heeft dat effect op kinderen tot zo'n zestien maanden. Kunnen ze niet sla pen, zijn ze onrustig, dan kan de beer het vertrouwde geluid produceren. Op negentig pro cent van de kinderen zou dat een rustgevend effect hebben. En werkt dat niet omdat het kind te oud is geworden, dan kun je het apparaat verwijde ren en houd je een gewone beer over. Poppen De poppenmarkt staat trou wens voor niets. Tunene is de naam van de allereerste echte badbaby: een levensecht jonge tje en een even levensecht meisje. Je kunt het zien en voelen. De baby is gemaakt van een zacht soort vinyl en voelt daardoor aan als een echte baby. Bovendien kan het haar gewassen en gekruld worden. Voor wat oudere kin deren zijn er de bekende pop pen die op alle mogelijke ma nieren aan te kleden zijn: Bar bie, Sindy, Fleur en Madelief je- Het aanbod aan puzzels is gi gantisch. De werkelijk ver slaafden kunnen zich werpen op de grootste in serie ver vaardigde legpuzzel ter we reld, bestaande uit twaalfdui zend stukjes. Deze Ravensbur- ger toont uiteindelijk een 4- vierkante meter groot schilde rij van Hieronymus Bosch, de Verzoeking van de Heilige Anthonius. Volgens de fabri kant is de puzzel het beste in teamverband op te lossen. En beschik je niet over voldoende ruimte, dan kun je de puzzel leggen in vier gedeelten van elk 1.20 bij 84 cm. Daarom is de puzzel in vier afzonderlijke delen verpakt. Uit Nieuw-Zeeland komen de „eerlijke" puzzels en spellen van Quest-products, waarmee men het tegen zichzelf op neemt. De I.Q.-collectie zoals die genoemd wordt, bestaat uit puzzels van hout, metaal en leer. I.Q. probeert Nederland ook te veroveren met een rage-artikel, genaamd Knot-it. Het is een behendigheidsspell- tje waarbij men met één bewe ging knopen in een koord gooit. Indien men de slag te pakken heeft, zal men er al gauw in slagen minimaal tien knopen te gooien, waarna het steeds moeilijker wordt. In di verse landen worden al com petities gehouden. Het huidige record staat op 23 knopen in drie minuten. Miljoen kleuren Met verf en krijt knoeien is natuurlijk ook altijd leuk. Op vallend nieuwtje is de een-mil- joen-kleurenstift, bestaande uit een combinatie van vetkrijt en pigmenten. Ga je er mee teke nen, dan krijg je de meest on verwachte en onwaarschijnlij ke kleurencombinaties. De stift is bedacht doorschilder Aad Smit uit Driebergen. Zes jaar geleden was hij nog verte genwoordiger in bloembollen, maar hij gaf zijn baan er aan om te doen wat hij echt wilde: schilderen. Nu heeft hij patent op zijn stift die op het ogenblik wordt gefabriceerd op de soci ale werkplaats in Zeist. Bruynzeel pakt het weer an ders aan: men heeft een geheel nieuwe kleurenserie ontwik keld in de vorm van miniatu ren. Fraaie prentjes stellen de gebruikers in staat om echte miniatuurtjes te maken. Er zijn drie series motieven: vo gels, bloemen en landschap pen. Model-auto's, model-treinen. Het is een blijvende sector in het speelgoed. Elk jaar komt er weer meer en steeds wordt het mooier en beter. Een paar nieuwtjes voor de liefhebber: Fleischmann brengt het NS- riituig „Plan W" in de nieuwe kleuren geel-blauw. Brekina heeft speciale Nederlandse modellen van auto's en bussen. En Keyse Models een bouw pakket van een Nederlandse dieseltreinstel met locomotief. Jomo Jigs uit Zweden is nu ook in Nederland vertegen woordigd met zijn bouwpakket om zelf rails te leggen. Een in genieus systeem waarmee je heel wat goedkoper uit bent „Speelgoed fabrikant" W. Jeuring temidden van zijn zelf gemaakte degelijk ouderwetse spullen. dan een kant en klare rails. Maar het is wel even knutse len. Zeer realistisch Pola maakt het wel heel bont met het flink uit de kluiten gewassen bouwmodel „Het brandende belastingkantoor". Uit eigen aanbevelingen: „Het bijzondere is: een verweerde, zwartgeblakerde voorgevel; inclusief speciaal rookgenera- tor van zestien volt (waardoor dikke rookwolken uit venste ropeningen kringelen), inclu sief lampenset van zestien volt (waarmee een zeer realistische vuurgloed wordt bereikt)". Schaken doe je tegenwoordig tegen de computer. Helemaal mooi maakt het de Milton schaakcomputer van MB. Die verplaatst zelf zijn stukken. Het ding kan op elf verschil lende niveaus tegen zichzelf spelen. Jë zit er bij en ie kijkt er naar. Je hoeft zelfs niets van schaken af te weten. Dat is nog eens een echte technolo gische doorbraak. BAREND SPRANG Het geweld tiert welig op de beeldschermen. Bij Philips hebben ze daar wat op bedacht. „Twee vreedzame oorlogs spellen" heet het in de folder. Het is daarbij knokken ge blazen tussen vliegtuigen en duikboten en tussen twee tanks. Wat is daar eigenlijk zo vreemdzaam aan? De sport-spelletjes roepen wat minder beelden op van bloed en tranen. En daar heeft Smit er heel wat van. Van biljarten tot back-gammon, van tafelvoetbal tot volleybal. Probleem is, dat geweld-spelletjes het populairste zijn. Bij Atari weten ze daar alles van. Niet voor niets is Pac-Man nog steeds een grote hit. Nog steeds is Atari met een mark- taanbod van 75 procent wereldmarktleider op het terrein van de computerspellen. Eind vorig jaar waren er van dat bedrijf vijftig spellen in Nederland verkrijgbaar. Dit jaar kwamen er nog eens vijfentwintig bij. De ontwikkeling gaat razendsnel. Een woordvoerder van Bandai: „We komen driemaal per jaar met een nieuwe col lectie. De jeugd wil telkens wat nieuws". Bij Bandai con stateren ze dat de zogenaamde „handgeldclaims", de zak- spelletjes, de grote rage aan het worden is. Vectrex heeft het gezocht in de portable-computer met een eigen beeldscherm. Het apparaat is regelrecht afgeleid van de populaire speelhalmachines. Ruimte-avonturen zijn favoriet. In de loop van het volgend jaar zal Vectrex uit te breiden zijn tot een complete handcomputer, net als bij voorbeeld de G 7400 Videopac-plus. Nog even geduld en iedereen kan zijn eigen spelletjes bedenken. In Nederland is in 1982 voor 700 a 750 miljoen gulden aan speelgoed verkocht. De verwachting is dat er dit jaar al leen al voor 100 miljoen aan electronische spelletjes wordt omgezet. En de ontwikkeling lijkt nog maar aan het begin te staan. De tank werkt met afstandsbediening, kan voor en achter waarts rijden, links en rechts afslaan en een heuvel tot 40 graden beklimmen. De loop van het kanon kan op en neer en er wordt een raket mee afgeschoten. Bovendien bezit de tank twee extra raketten die hij zowel rijdend als stil staande kan lanceren. Maar, zo stelt fabrikant Echo uit Veldhoven ons gerust, de punt van de raketten hebben wij rond gemaakt met een rubberdopje, zodat gevaar voor derden uitgesloten is. Valt dat even mee. Wie nü direct naar de winkel wil rennen om meer dan honderd gulden voor zijn vijfjarige uit te geven: de tank is pas vanaf februari 1984 in Nederland te koop. Action-Force kan er trouwens ook wat van: meer dan der tig krijgshaftige figuurtjes zijn verkrijgbaar, samen met vijftien voertuigen. Van scherpschutter tot laservernieti ger. Uit de folder: „Misschien kan de kapitein van het Z- korps de gevreesde Baron even onder handen nemen. Met zijn zwaar bewapende mannen die wel wat gewend zijn. Geef ze de modernste wapens. Het belooft een zware strijd te worden, kerel. Daarom krijg je alvast twee medailles om je moed te geven". Ach, we weten het eigenlijk wel. De STER gooit ons er dagelijks dood mee. Op het vlak van het technische en educatieve speelgoed komen er veel artikelen op de markt die geïnspireerd zijn op de ontwikkelingen in de grote technologie, zoals deze robot-arm die in de industrie wordt gebruikt. Met behulp van dit instrument kunnen kinderen zich spelenderwijs vertrouwd maken met de beginselen van de me chanische procesgang. dat deze televisiespelletjes meestal solitair worden ge speeld, juist op een leeftijd dat het sociale contact in het spel belangrik is. Daarnaast zijn dit soort spelletjes te kostbaar voor de weinige speelwaarde die zij bieden. Daarmee bedoel ik, dat het kind er zijn fantasie weinig bij kan gebruiken". Een positief punt noemt De Groot de behendigheidsfactor. „Maar die behendigheid kun je met knikkeren ook ontwikke len". Mogelijkheden De Groot ziet echter wel grote ogelijkheden voor computer- lelletjes, mits die maar aan sluiting krijgen op de werkelij ke wereld waarin het kind zich ontpopt. En dat is een we reld waarin de computer steeds meer centraal komt te staan. Zeker de kinderen van nu zullen op volwassen leeftijd niet meer om computers heen kunnen. Daarom zou het lo gisch zijn als kinderen zich spelenderwijs al vertrouwd konden maken met computers. Immers, datzelfde gebeurt ook met poppen, autootjes, fornuis jes en noem verder de imita ties uit de volwassenwereld maar op. Nu wordt wel eens bedenke lijk gekeken als kinderen zich in hun leerfase gaan bedienen van elektronische apparatuur. De toepassing van het elektro nische rekenmachientje in het onderwijs is vaak gekritiseerd omdat deze de ontplooiing van de hersendynamiek zou af remmen. De Groot zet daar vraagtekens achter en noemt dee nadelen van dergelijke machientjes vrijwel nihil. Vol gens hem zouden zij zelfs heel positief kunnen werken. Kin deren bij wie er minder reken- vaardigheid ingestampt be hoeft te worden, houden tijd over om zich bijvoorbeeld te leren aanpassen aan deze tech nologische tijd, bijvoorbeeld door informatica-lessen. De vraag is in hoeverre be staande computerspelletjes voor de kinderen aansluiten bij de werkelijkheid. De Groot meent dat hier nog veel aan ontbreekt. „Bij de meeste spel letjes ben je gebonden aan het vaste spelprogramma. Dat spelletje kun je spelen en ver der niet". De Groot zou liever zien dat er mogelijkheden ko men tot het zelf programme ren van deze spelletjes. Overigens, Atari en Vectrex komen over enige tijd met dit soort mogelijkheden. Maar daarmee is men er nog niet. „Uiteindelijk zitten wij in Ne derland met veertien miljoen computer-analfabeten. En dat terwijl wij er allemaal, zeker de kinderen, mee te maken krijgen. Het onderwijs zou hierop meer en beter moeten inspelen. Leer de kinderen al vroeg een eenvoudige compu tertaal. Zo kan het kind zich dan vertrouwd maken met de wereld waarin het leeft. Spe len is in vele gevallen toch, dat de kinderen zich leren aan te passen aan de volwassenen maatschappij. De computer spelletjes van dit moment doen daar nog weinig aan. Maar de opvoedingswereld vraagt de producenten hier ook nauwe lijks om". Het ontbreken van een vraag vanuit het onderwijs heeft vol gens De Groot ook tot gevolg dat de handel zich vooral richt op het korte termijn succes van de winstgevende compu-, terspelletjes, zonder dat men voldoende toekomt aan lange- termijn research naar de mo gelijkheden voor onderwijs en opvoeding van het huidige technologische potentieel. Dat het huidige elektronisch speel goed nog heel wat weerstan den heeft te overwinnen, blijkt uit een onderzoek dat De Groot met zijn collega Hutte- ner heeft ingesteld. Hoewel dit onderzoek al weer twee jaar oud is, komen hieruit toch en kele opvallende feiten naar voren. Vooroordelen In het oog springt, dat ouders van kinderen, die geen chip toys hebben, met grote voor oordelen rondlopen. Men vindt de kwaliteit slechter dan ouders die wél zulk speelgoed in huis hebben. Maar ook on der die groep is tweederde van mening dat dit soort speelgoed snel stuk is. Ondanks de be zwaren die veel opuders tegen elektronisch speelgoed hebben, blijkt de meerderheid toch wel zo'n spelletje te willen kopen als de kinderen er om vragen. Ten tijde van het onderzoek was een-derde van de ouders nadrukkelijk niet van plan zulk speelgoed te kopen. Het bezit van elektronisch speelgoed hangt niet of nau welijks samen met het oplei- dings- of beroepsniveau van de vader. Wel blijkt dat het beroeps- of studieniveau van de moeder een rol speelt. Hoe hoger de opleiding of hoe ho ger het beroep van de moeder, des te minder zijn er chiptoys in huis. De belangstelling van kinderen voor elektronisch speelgoed is zeer wisselend. Zestig procent van de jongens tussen zeven en elf jaar heeft een of meer chiptoys. Bij de meisjes is dit percentage maar 29. Hoewel de verkopen in dit soort speelgoed nog steeds stij gen, blijven veel ouders met grote twijfels zitten. Uit het onderzoek bleek dat globaal genomen noch de bezitters van chiptoys, noch de niet-bezitters erg sterk in de speelwaarde van dit speelgoed geloven. „Toch zie je dat er een ver schuiving is in de uitgaven van speelgoed ten gunste van het computerspel. In de Vere nigde Staten wordt er voor vele miljoenen in omgezet. Dat geeft ons pedagogen toch wel enige zorg. Temeer daar men in tijden van economische te ruggang minder gaat besteden en wat er dan nog besteed wordt juist aan elektronisch speelgoed gaat uitgeven". BERT MOLENAAR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 23