Westen moet kracht tonen' CcidócGomant Dissident van het eerste uur idle MILOVANDJILAS: In het voorjaar van 1946 nodigde de toenmalige Joegoslavische mi nister van binnenlandse zaken, Aleksander Rankovic, enkele be langrijke partijfunctionarissen, onder wie Milovan Djilas, uit om met hen een plan voor een nieu we centrale gevangenis in Bel grado te bespreken. De gevange nis zou dikke muren moeten heb ben, zodat de gevangenen niet zoals de communisten toen ze voor de oorlog zelf in de cel za ten, plachten te doen met el kaar via kloptekens in contact zouden kunnen komen. Er moest een groot aantal cellen komen waar het daglicht geen toegang kon hebben; de vensters van de overige cellen moesten van melk- glas zijn, zodat de gevangenen geen blik naar buiten konden werpen. Het buizensysteem van de nieuwe gevangenis zou dusda nig worden geconstrueerd, dat er geen briefjes of etenswaren bin nengesmokkeld konden worden. „Onze communistische speciali teit zit 'm in de bouw van gevan genissen, waarin een volledige controle en volledige isolering van de gevangenen is gegaran deerd". Aldus beginnen de me moires van Milovan Djilas, eens de grote vertrouweling van Tito, die in zijn zojuist in de Bondsre publiek gepubliceerde derde deel van zijn memoires de eerste na oorlogse jaren vertelt. Het is de tijd waarin de communisten in Joegoeslavië meedogenloos hun macht vestigen en er na enkele jaren een definitieve breuk tus sen Tito en Stalin komt; de tijd waarin Milovan Djilas zelf ten slotte de eerste belangrijke com munistische dissident wordt. Tien jaar na het eerste gesprek over een nieuwe centrale gevan genis in Belgrado, waaraan Ran kovic, Djilas en een handvol an dere partijleden deelnamen, wordt op 19 november 1956 een communistische par tijfunctionaris in een van de cel len van het nieuwe gevang opge sloten. Het was Milovan Djilas, die twee jaar eerder met Tito en met de partij had gebroken en die op 10 november 1956 in een in terview met een buitenlands persbureau de zwakke reactie van Tito op de Sovjetrussische in terventie in Hongarije had gekri tiseerd. Het was overigens niet Djilas' eerste kennismaking met het ge vangenisleven. De student in de rechten uit Montenegro, die op twintigjarige leeftijd een leidende functie in de communistische partij kreeg, verbleef al tussen 1933 en 1937 in het tuchthuis, daartoe veroordeeld vanwege zijn revolutionaire activiteiten. Tij dens de Tweede Wereldoorlog was hij Tito's rechterhand bij de partizanenstrijd en hij was ook de verbindingsman tussen het parti zanenleger en Moskou. Na de oorlog werd hij de leiding gevende ideoloog van de Joego slavische communistische partij. Samen met Rankovic die Tito tot het laatste moment van zijn leven trouw bleef onderhan delde hij in 1948 met Stalin om alsnog een breuk tussen de Sov jet-Unie en Joegoslavië te voor komen. Toen hij merkte, dat Sta lin vastbesloten was om Joegosla vië evenals de overige Oosteuro- pese landen bij het Sovjet-imperi um in te lijven, toonde hij zich de felste van het Joegoslavische driemanschap. En nadat de breuk eenmaal een feit was geworden "»v werd Djilas de leidende ideoloog van wat later het titoïsme werd genoemd. Stalinistisch Dat titoisme was aanvankelijk even stalinistisch als het stalinisme zelf en Djilas was een van de erg ste. Menig nu nog levende schrijver of intellectueel, die aan het einde van de jaren veertig onder Djilas' culturele dictatuur geleden heeft, koestert nog steeds een wrok tegen deze man, die inmiddels zelf in Joegoslavië geen letter mag publi ceren. De ommekeer bij Djilas zelf kwam toen hij in het begin van de jaren vijftig begon te begrijpen, dat de Joegoslavische weg naar het socia lisme slechts via democratisering kon verlopen. Hij stond aan de wieg van het systeem van zelfbe stuur dat tot op de dag van van daag de trots van de Joegoslavische communisten is. Doch toen hij eind 1953 in de partijkrant Borba (Strijd) een lans brak voor democratisering binnen de communistische partij zelf, was het afgelopen met zijn carrière èn met de vriendschap die Tito jarenlang voor hem had ge koesterd. Djilas werd uit het Polit buro gestoten, werd van al zijn functies ontheven en twee maan den later keerde hij de partij de rug toe. Ondanks de „volledige controle en volledige isolering" in de commu nistische gevangenissen wist Milo van Djilas na zijn veroordeling in 1956 tot drie jaar gevangenis reeds een jaar later het manuscript van een boek uit de gevangenis te smokkelen. Dit boek droeg als titel „De Nieuwe Klasse". Het was een frontale aanval op de praktijk van het naoorlogse communisme en het bezorgde hem een nieuw proces en een nieuwe veroordeling, deze keer zeven jaar gevangenisstraf. Op 14 mei 1962 werd Djilas nog eens tot negen jaar cellulair veroor deeld. Aanleiding tot dit proces was zijn boek „Gesprekken met Stalin", waarin hij zijn persoonlijke erva ringen met de Sovjetrussische dic tator uit de doeken doet. Djilas werd naar een nieuwe gevangenis gebracht waar de omstandigheden zo slecht waren, dat zijn vrouw Ste- fanya ten einde raad de bemidde ling inriep van de Indiase premier Pandit Nehru. De situatie verbeter de toen snel. Op Oudejaarsavond 1966 werd Milovan Djilas plotseling op vrije voeten gesteld. Hij kreeg echter wel een reis- en publikatie- verbod. In januari 1973 verklaarde Milovan Djilas, dat hij geen communist meer was. Hij bleef intussen onon derbroken politieke boeken, essays en artikelen in het buitenland pu bliceren. Zijn laatste politieke pu- blikatie in Joegoslavië leverde hij in een gestencild tijdschrift dat tweehonderd bladzijden omvatte en dat hij in 1979 onder de titel „De Klok" op de markt bracht. Het le verde hem zijn tot nu toe laatste veroordeling op: een geldstraf van ruim elfhonderd gulden. Drie maanden na de dood van Tito, in mei 1980, verscheen er in het buitenland een Tito-biografie van Djilas' hand waarin de schrijver naast lofprijzing ook tal van tot dan toe ongehoorde kritiek op de Joe goslavische vader des vaderlands liet horen. In zijn recente memoires heeft Djilas zijn kritische geluiden ten aanzien van Tito nog fors aan gescherpt. Momenteel woont Milo van Djilas, die nu 72 jaar is, in Bel grado, waar hij als ex-partizaan re delijk kan rondkomen van een par tizanen-pensioen (zoals ook andere ex-partizanen, die met Tito en het systeem gebroken hebben, ontvan gen). In zijn woning aan de Palmo- ticeva-straat had Leo van Vlijmen een gesprek met hem over de actu ele internationale spanningen tus sen Oost en West. Djilas: „De plaatsing van Pershings en kruisraketten in West-Europa is volgens mij onvermijdelijk. Het is de consequentie van het feit, dat de Sovjet-Unie in Oost-Europa SS 20-raketten heeft geplaatst". \DO „De installatie van ive middellange-afstandra- West-Europa de Pers- de kruisraketten is vol- i onvermijdelijk. Het is de ïntie van het feit dat de lalfiinie in Oost- Europa SS d, aden heeft geplaatst". OLL hebben ze )f dat de Sovjet-Unie al on- in in een militaire staat is prmeerd en dat dit proces 3ftds verder heeft ontwik- §3lin had het leger volledig pjjjlhd. Ook Kroetsjev was nog het leger te controleren, J had er toch al problemen ra benoeming en later weer qq [ften van maarschalk Zjoe- QPfninister van defensie was laar een incident. Het te- strijd tussen de generaals urgers in de partijleiding. ^1 ir Breznjev hebben de ge- ,^i|hun positie nog kunnen en. Wat men vaak vergeet ,-3 de communistische landen 'r T geen neutraal apparaat is het Westen. In het Oost- 'men de militairen het ge- S front van de partij. Het ïer kfus een stroming binnen de >vajfn sturende macht. In tij- l crisis, zoals we bijvoor- ilangs in Polen hebben ge elt het leger dan ook de rol "ïdder van de partij en van ideologie èn van de partij- s. In de Sovjet-Unie heeft tot nu toe niet behoeven 5.- tfjpen, omdat het nog niet tot iCAarsting is gekomen. Dat ïhter niet weg dat het leger de eigenlijke macht van belichaamt en dat uit zich ^Bsie-politiek". Vindt u de Sovjet-Unie dus een oorlogszuchtige natie? „Zo eenvoudig kun je het niet stel len. Waar het om gaat is, dat de in terne ontwikkelingen in de Sovjet- Unie die kennelijk niet kunnen worden afgeremd in de richting gaan van een versterking van de rol van het leger en die ontwikke ling wordt gekanaliseerd in de ex pansie-politiek. Ik denk, dat de Sovjet-Unie niet in staat is die ex- pansie-drang zelf in te tomen. Het enige antwoord op de Sovjetrussi sche expansie-politiek is daarom een krachtige houding van het Westen". Betekent dat een koude oorlog? „Dat wil ik niet zeggen. De Sovjet russische leiders denken pragma tisch en ze weten heel goed hoe ver ze wel en hoe ver ze niet kunnen gaan met een krachtige tegenstan der. Ze weten verdraaid goed wat wel en wat niet kan. Maar als ik naar het Westen kijk, wat zie ik dan: onderlinge onenigheid, een af nemende bereidheid tot zelfverde diging, een principiële oriëntatie op consumptie. Die houding is voor de Sovjet-Unie een uitdaging". Het lijkt er op alsof de confrontatie tussen Oost en West toch niet op de eerste plaats in Europa zal plaats vinden, maar elders in de wereld. „Ik geloof inderdaad niet, dat er van de Sovjet-Unie een Europese oorlog zal uitgaan. Maar waar het de Derde Wereld betreft, waar de grondstoffen vandaan komen, daar liggen de zaken anders. Het Westen heeft in die gebieden een markt in handen. Hier en daar zijn al revo lutionaire regeringen, ook al is de tegenstand die het Westen daar on dervindt nog tamelijk zwak. De Sovjetrussische leiders weten bo vendien dat hun systeem niet kan concurreren met het hedendaagse kapitalisme. Het enige wat ze kun nen doen is het in stand houden met geweld van een paar steunpunten in de Derde Wereld. En daarom is de Sovjet-Unie een militair imperium. Het economi sche systeem is inefficiënt en der halve is gewapend geweld het eni ge middel waarmee de Sovjet-Unie zich op enkele plekken in de Derde Wereld overeind kan houden. Per soonlijk geloof ik echter niet, dat de Sovjet-Unie het op een directe confrontatie in de Derde Wereld zal laten aankomen, althans onder voorwaarde dat het Westen sterk genoeg is en die kracht ook demon streert". U constateert echter grote interne spanningen binnen de Sovjet-Unie en verklaart van daaruit de expan sie-politiek. Dat kan dus tot een oorlog, dat wil zeggen een kernoor log leiden. „De spanningen binnen de Sovjet- Unie worden inderdaad steeds gro ter: de economische groei neemt sterk af, er zijn sociale problemen, de verschillende nationaliteiten ko men steeds heviger tegenover el kaar te staan. En dan natuurlijk de spanningen met het Westen, met China. Maar dat de Sovjet-Unie het daarom op een kernoorlog zal laten aankomen geloof ik niet. Ik denk, dat het Westen er goed aan zal doen in de komende jaren meer aandacht te besteden aan de con ventionele bewapening. Op dat punt zijn de Russen beduidend ster ker en als het al tot een gewapend conflict komt zal dat toch met con ventionele wapens worden be slecht. De Sovjet-Unie heeft nooit dieper in de problemen gezeten dan op dit moment en is ook in mi litair opzicht nog nooit zo sterk ge weest als nu. Daarom moet het Westen er voor zorgen niet alleen op het gebied van de kernwapens, doch ook wat de conventionele be wapening betreft, even sterk te zijn". V redesbeweging U weet, dat met name wat de kern wapens betreft zeker waar het gaat om de plaatsing van Pershings en kruisraketten er in West-Eu ropa een groeiende tegenstand be staat. Wat denkt u over de vredes beweging? „Ik heb daar veel twijfels over. Ik ben er natuurlijk van overtuigd, dat de aanhangers van de vredes beweging zeer fatsoenlijke mensen zijn: oprechte zieleherders, oprech te socialisten, enzovoort. Ze hebben mijn sympathie. Het zijn mensen die tegen oorlog zijn, tegen alle kwaad in de wereld. Maar ik geloof niet in het pacifisme. Ik ben nooit pacifist geweest. Van jongsaf aan was ik revolutionair en die instel ling heb ik nu eigenlijk nog, al is de inhoud helemaal veranderd. In de praktijk is het pacifisme in Joe goslavië trouwens nooit populair geweest". Dat is de partizanen-traditie. „Ja, dat klopt, de partizanen-tradi tie en ik was nu eenmaal partizaan. Het pacifisme heeft in mijn, in onze ogen, iets naïefs. Maar ik moet daaraan toevoegen dat pacifisten volgens mijn ervaringen in de oor log doorgaans zeer goede en zeer gedisciplineerde vechters zijn. Doch als u het me op de man af vraagt moet ik u eerlijk zeggen, dat ik juist omdat ik tegen de oorlog ben ook tegen het pacifisme ben. Want hoe achtenswaardig en op recht pacifisten ook zijn, zij koeste ren de illusie dat er een werkelijke band tussen Oost en West kan ont staan en dat de leiders in het Oos ten ook pacifistisch zijn. Maar het Oosten heeft sterkere legers dan het Westen en in het Oostblok be staan slechts militaristische regi mes". U veroordeelt dus de vredesbewe ging in het Westen? „Veroordelen? Ik zeg slechts dit: de vredesbeweging in het Westen is, of ze het wil of niet, en ook al ver zet ze zich tegen de Sovjet-raketten evenzeer als tegen de Amerikaan se, toch éénogig, want in feite ver zwakt ze de positie van het Westen. Ik veroordeel de vredesbeweging niet, omdat ze slechte bedoelingen zou hebben, maar om het feit dat ze een politieke betekenis krijgt, waardoor in de Sovjet-Unie de ge dachte veld wint, dat het aantal bondgenoten in het Westen veel groter is dan in feite waar is. Dit soort bewegingen wordt in het Kremlin heel anders beoordeeld dan men in het Westen bevroedt. Om het duidelijk te stellen, ik ge loof niet, dat de communisten een sterke invloed op de vredesbewe ging in het Westen hebben. Wat ik slechts wil zeggen is, dat de vredes beweging illusies wekt in het Oos ten en dat de indruk in het Krem lin wordt versterkt, dat er in het Westen geen eenheid is. En dat is gevaarlijk, omdat dit bij het Krem lin een vertekening van de werke lijkheid geeft. Ik blijf er van over tuigd, dat het Westen met de Sov jet-Unie alleen kan onderhandelen indien het sterk is en wanneer men in Moskou ook wéét dat het Westen sterk is èn eensgezind. Maar tegelij kertijd moet het Westen zich bereid tonen tot gesprek en onderhande lingen". Wereldrevolutie Niettemin bestaat er nog altijd een communistisch streven naar we reldrevolutie. Blijft dat een gevaar voor het Westen? „Ja en nee. Alle revoluties in de Derde Wereld tot en met de Cu baanse waren in feite onafhanke lijk van de Sovjet-Unie. Nou ja, niet helemaal onafhankelijk, want de Sovjet-Unie heeft soms wel een handje geholpen, maar tot voor kort ging het toch om overwegend nationale revoluties zoals in Joego slavië, Albanië. China en Cuba. Langzamerhand echter wordt de Sovjetrussische invloed op nationa le revoluties groter. De huidige re voluties zijn niet meer onafhanke lijk van Moskou. Soms is de in vloed slechts indirect, via Vietnam of Cuba. Dat opent echter de weg voor een andere inmenging, name lijk die van de Verenigde Staten. En dat is een nieuwe complicatie in de internationale verhoudingen. Het conflict tussen de twee super machten, tussen de twee blokken, kan nu op een kleine schaal wor den uitgevochten, maar dat is slechts tijdelijk. Overigens, ik ben tegen élke inmenging, zowel vanuit het Oosten als vanuit het Westen, met name als het gaat om een in menging in een revolutie. In deze gecompliceerde wereld kun je ech ter helaas niet meer over geïsoleer de revoluties spreken. Daarom zijn interventies door de supermachten of door hun bondgenoten helaas onvermijdelijk. Morele tegenwer pingen spelen .daarij in Oost noch West een rol. Het gaat slechts om politieke belangen". U denkt dus, dat het beide super machten slechts om de hegemonie in de wereld gaat? „Jawel, maar ik wil niet zeggen, dat er geen objectieve redenen voor een locale revolutie bestaan. Hoe moet een volk als dat van Nicara gua zich tegen een afschuwelijke dictatuur van Somoza verzetten? Dat kan toch slechts via een revo lutie. In veel delen van de wereld zijn soortgelijke verschrikkelijke sociale toestanden. Revoluties wor den volgens mij niet geproduceerd door demonen, doch door sociaal onrecht. Óf degenen die aan de macht zijn slagen er niet in de be staande sociale problemen op een bevredigende wijze op te lossen. Ook dan wordt terecht naar het middel van de revolutie gegrepen. En op dat ogenblik bekijken de su permachten natuurlijk hun kansen. Ik heb overigens heel intensief een revolutie meegemaakt, hier in Joe goslavië. En mijn land is in de pro blemen geraakt, niet omdat de lei ding in handen was van slechte mensen, maar gewoon omdat het systeem niet heeft gefunctioneerd. Dat is óók een les uit de geschiede nis. LEO VAN VLIJMEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 15