finale
Ti
MET
LUISTER
LIEDJES
HET
THEATER
IN
Karperen
,Het is mooi
meegenomer
als er
mensen naar
je komen
kijken"
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1
corn
h twi
fervar
Bram Vermeuleri
AMSTERDAM Bram
Vermeulen is na het uit
elkaar vallen van Neer-
lands Hoop de muziek in
gegaan. Op het eerste ge
zicht zonder al te veel
succes, want zo vaak is
zijn stem op de radio niet
meer te horen. Een jaar
of twee geleden nog wel
een enkele keer. Het sin
geltje „Politiek" trok
toen, mede door de ver
kiezingen, de aandacht.
Zelfs Wibo van der Lin
den gebruikte het voor
de televisie, als onder
steuning van een uit zijn
neus peuterende Joop
den Uyl. Daarna werd
het stil rond Bram Ver
meulen.
Een half jaar geleden brak hij met
zijn begeleidingsband „De Neefjes".
Een jeugdig, kwalitatief hoogstaand
gezelschap, waarmee Bram door
Nederland trok. Hij zette er een
streep onder. Niet omdat succes uit
bleef, maar omdat de formule van
een band hem te vast werd. Kort
geleden is er een nieuwe elpee van
Bram Vermeulen uitgekomen. Rus
tiger dan de voorgaande, even
wichtiger ook.
„Als ik succes zou moeten definië
ren, zoals ik het nu zou willen heb
ben, dan zou ik zeggen: iets doen,
waarvan ik zelf vind dat het goed
is. Achteraf moet ik kunnen den
ken: dit was helemaal af. Ik heb
geen kans gemist. Ook al zou er
niemand naar komen kijken of
luisteren. Het zou me niets uitma
ken. Het zou mijn succes zijn".
„Mijn streven is erop gericht dat
mogelijk te maken. Je moet voor
jezelf de kansen creëren om^het te
laten gebeuren. Dat is de reden ge
weest om met „De Neefjes" te stop
pen. Een band is een formule.
Daarin gebeurt niets meer. Je weet
de mogelijkheden en die kun je
zonder moeite invullen. Zo'n situa
tie levert geen nieuwe kansen
meer op. Spelen wordt dan een for
mele zaak. Dat zou jammer zijn. Ik
heb tegen de jongens gezegd: Dit is
een artistieke keuze; ik ga het in
m'n eentje proberen".
Hoe dacht de band daarover?
„Ze vonden het prima. Intussen
hebben ze allemaal wat anders ge
vonden. Eén speelt er met de Ke-
wi's, één bij Jan Rot, twee zijn voor
zichzelf begonnen en één is weer
gaan studeren. Het zijn heel reële
jongens, uit een generatie die me
bijzonder dierbaar is, zo tussen de
twintig en vijfentwintig jaar. Die
mensen zeuren niet, je kunt er af
spraken mee maken. Bij hen leeft
geen misplaatst democratiegevoel.
Natuurlijk is iedereen gelijk, maar
de één kan iets wel beter dan de
ander. Als gelijk zijn betekent, dat
je de dingen gaat doen die een an
der beter kan, omdat je vindt dat je
zijn gelijke moet zijn, gaat de pres
tatie omlaag. Dat bedoel ik met
misplaatst democratiegevoel".
Bram Vermeulen: „Als je niet
meedraait in de hitmachine,
weet een groot deel van het pu-
liek niet dat je bestaat".
„Het zou in de tijd van Neerlands
Hoop toch ook waanzinnig geweest
zijn dat ik tegen Freek zou hebben
gezegd: „Nou heb jij een half uur
staan praten, nou moet ik". Dat
kon helemaal niet. Ik kan die ver
halen niet zo vertellen als hij. Je
moet de dingen doen waar je goed
in bent".
Zo'n anderhalf jaar geleden stond
je eens voor een zaal met maar een
--
stuk of vijftien bezoekers. Denk je
dan niet met weemoed terug aan
de tijd dat je volle zalen trok en
succes had?
„Ach, het klinkt verschrikkelijk
pedant, maar ik heb genoeg volle
zalen gehad. Dat is niet iets waar ik
naar terug verlang. Het is een
kwestie van ambitie en pretentie.
Vooralsnog heb ik noch de ambitie,
noch de pretentie bomvolle zalen te
trekken en daar een perfecte show
op te. voeren. Mijn plezier maakt
een groot deel uit van wat ik doe.
Heel grof gezegd zou je kunnen
stellen dat het meegenomen is dat
er mensen komen kijken. Voor
waarde is dat niet".
„Het vervelende is dat je in deze
wereld afhankelijk bent van hitjes.
In het begin, met De Toekomst,
speelde ik in theaters. Daar kwa
men de mensen op af. Het was ten
slotte de plaats waar ik vandaan
kwam, er was een verband. Zo'n
drie jaar geleden besloot ik popmu
ziek te gaan maken. Dan richt je je
op een ander publiek. Een publiek
dat jou moet leren kennen. Als je
niet gedraaid wordt op de radio,
kent niemand je. Ze weten niet wie
je bent en waar je mee bezig bent.
En je wordt niet gedraaid op de ra
dio als je onaardige dingen zegt
over Rob Out".
Alleen Veronica draait je dan niet.
„Als Veronica je niet draait kun je
het wel vergeten. Je hebt in om
roepland een linkse kant en een
niks-kant. Als die niks-kant je niet
moet, moet het van links komen,
maar daar worden geen hits ge
maakt. Daar komt nog bij dat het
een slechte tijd is. Het uitgaan
neemt af. De jongerencentra mer
ken dat het eerst. Vroeger maakte
het niet uit wie er speelde. Er zaten
vijfhonderd man. Nu maakt het
ook niet uit wie er speelt, alleen
zitten er nu maar honderd, tenzij
de Golden Earring speelt, dan zit
ten er zevenhonderd".
„Als je niet meedraait in die hitma
chine, dan weet een groot deel van
het publiek niet dat je bestaat. Ze
kunnen het niet meezingen, dus
vinden ze het niet leuk. Overigens
is zo'n geringe belangstelling als
destijds wel een uitzondering. Maar
het is helemaal niet erg om voor
tien man te spelen, want de muziek
blijft hetzelfde. Het is natuurlijk
wel leuker als er mensen zijn".
Mensen waren er zeker toen Bram
Vermeulen op 29 oktober tijdens de
Vredesdemonstratie op het Malie
veld in Den Haag speelde. „Ja, dat
zijn dingen die ik wil blijven doen.
Elk verzoek in die richting probeer
ik in te willigen. De platenmaat
schappij zegt wel eens dat ik te veel
van dit soort dingen doe, maar ach,
ik vind het toch belangrijker dat
we naar een betere wereld toegaan
dan mijn carrière voorspoedig ver
loopt".
Heb je de behoefte vanuit het thea
ter een boodschap te brengen?
„Een boodschap hoeft voor mij niet
zo. Wel vind ik het belangrijk dat
je een bepaalde mentaliteit uit
straalt. Wat voor mij helemaal niet
hoeft zijn strijdliederen in een
theater. Strijdliederen moet je al
leen zingen als je ook vecht. Ik heb
ontzettend veel moeite met mensen
die zingen over de bazen in pakken
met grijze krijtstreepjes, die dikke
sigaren roken. Dan denk ik: jon
gens, ga de straat op, in plaats van
in gesubsidieerde theaters te spe
len".
„Ik geloof wel in een soort voor
hoedefunctie van de kunst in het
algemeen. Het belichten van de
maatschappij. Als ik, zoals op de
plaat, zing: „Nederland is vol", doe
ik niet meer dan iets constateren
en de angst laten zien. Nederland
zou eens moeten denken aan een
andere manier waarop het hier in
gericht kan worden".
„Zestig procent van wat hier ge
beurt wordt beïnvloed door de wo
ningnood. Wonen is in Nederland
verschrikkelijk duur. Daardoor
komt dat idee van huis en haard
verdedigen. Als je kunt kiezen uit
tien huizen en haarden, is dat wo
nen niet zo belangrijk meer voor je.
Dan heb je de verhuiswagen al
klaar staan".
„Hetzelfde geldt voor het overspan
nen idee dat hier heerst over wer
ken. Werken is zo overschat.
Werkloosheid is geen kwaad. Ik
huldig het principe van: laat ieder
een die wil werken zijn hand opste
ken, dan gaan we met de rest lek
ker voetballen. Volgens mij was het
helemaal niet de bedoeling dat we
zouden gaan werken. Het echte le
ven Speelt zich pas af als we klaar
zijn".
i topp
Ot v]
andei
ïile vi
[eer
fedjes
„We kunnen met z'n allen makkigalp;
lijk het geld opbrengen, zodat niphuifl
mand hoeft te werken, of hoogu .lichl
één of twee dagen in de week. zegt
verkopen het gas wat slimmeerik;
Goedkoper aan onszelf en duurdjkom
aan het buitenland. In de eerstkjtangt
mende veertig jaar zou niemaig in
meer wat hoeven te doen. Volgetf in
mij is het echt zo eenvoudig". uiker
„De druk die er op mensen geleg het
wordt die niet werken, werkt cmeri
opkomst van een Centrum Partij jden t
de hand. Mensen die geen weiprod
hebben gaan zich een vloek van cruim
maatschappij voelen. Je zou ajg: d:
één generatie voldoende hebbëCindi
die mentaliteit te veranderen, ébeti;
leen is die discussie niet op gang tras
brengen. Politieke partijen maktfi Gu
van het opheffen van de werkloozige
heid een item. Daar zijn stemméig gc
op te winnen. Niemand durft (uurl:
zeggen dat minstens de helft virach
de mensen die nu niet werketras i
nooit meer aan de slag komt. Tocrkies
is dat zo. Dat is de realiteit". a ee
Je had het net over de Centriï^^
Partij. Als ze jou op zouden be77^am(
ding zouden mogen gebruiken, w^ar
zou je dan zeggen? uitdr
„Het zou heel aardig zijn als ze rrf klc
belden. Het zou me de kans gevél S«
om heel hard „nee" te roepelun 1
maar zin zou dat niet hebben, ortroce
dat de rechten zijn ondergebraclzo's"
bij de BUMA. Iedereen kan het gpns
bruiken, als ze maar betalen. Ov(illa-;
rigens ga ik er van uit, dat als M
zelf gelooft in je repertoire, de kaflevi|
klein is dat het heel anders uitgeeft
legd kan worden. Het zogenaamcrd k
Kees-en-Wim-effect. Je zou een ilgua,
teressante theorie kunnen opboi aan
wen, die stelt dat zij de oprichteigaat
zijn van de Centrum Partij. TodStiscl
zij begonnen met de Tegenpart in 1
bestond de Centrum Partij niet. no,
hebben de slapende honden waMayj
ker gemaakt. De impact van Jacolit ei
se en Van Es was groter dan farte
konden overzien. Ze hebben een
gigantische noodsprong moetrfde:
maken door ze officieel dood te lDp d
ten gaan". ijk 2
Binnenkort gaat Bram weer drate
toernee. De theaters in. Niet meiien
met een band, maar samen met eetref]
percussionist. Theaters, omdat en tx
muziek die hij nu maakt daar betAme:
in past. Mooie muziek, vooral otns g
naar te luisteren. „Het is geen plaEr h
voor de kids. Het is muziek dbuitj
mijn leeftijdgenoten ook mooi vijlatei
den. Weetje, bijna was ik bedorve in
door het theater. Niet eens zozeflbas
door het succes, meer door dtege
vorm. .Er zijn zoveel aardiger m?" op
nieren om met het publiek om [lieu
gaan dan de theatermethode. Theh ee
ter intrigeert me wel, maar de mtnva
nier waarop het georganiseerd heeft
staat me tegen. Acht uur met zie H
allen naar binnen en om tien uPati<
weer buiten staan: Shakespeare gmges
zien. Theater hoort om tien uur plie
te beginnen". po
„Er is ook wel eens gezegd dat po|n-A
muziek en daglicht elkaar bijtel
Voor een belangrijk deel is
waar. Door het daglicht wordt all|sp
'plotseling „gezellig". Pinkpop
ook altijd „gezellig". Staat er een
andere punkband het uit F611
schreeuwen hoe slecht het er mjvan
de wereld voor staat. En als je da De
om je heen kijkt en al die mense tc
ziet, dan denk je: hè gezellig". aal
HENK MEIJB*™
ike
litie
Vroeger werd op karper
eigenlijk alleen in de zomer
maanden gevist. De rechtge
aarde karperaar borg eind
september zijn spullen netjes
op en ging snoeken of baarzen
of gemelijk achter de kachel
zitten.
De laatste jaren evenwel zijn er
steeds meer liefhebbers die met
karperen doorgaan (ook 's avonds,
waar dat is toegestaan) totdat het ijs
in de vaarten komten als ze
het goed doen: best met succes. De
vismethode is een beetje anders; de
van nature toch al schuwe karper
moet nog omzichtiger worden be
naderd en het vissermansgeduld
dat bij de rechtgeaarde karperaar
toch al tot grote hoogte gestegen
moet zijn, dient voor de visserij in
het late seizoen wel ten naaste bij
geperfectioneerd te zijn.
Als jongen werd me door vader en
ooms voorgehouden dat karper vis
sen of, natuurlijk beter gezegd,
karper vangen het summum
van het bereikbare was. Dat was in
de tijd van de vaste bamboestok en
de groene Japanse zijde als snoer.
Wel wat er ook veranderd is in dat
opzicht, nog. altijd mag je het van
gen van een mooie karper zien als
topsport. En met ..mooie karper"
wordt dan vis van boven de tien
pond bedoeld. Grootmeesters in
deze sport, als Rini Groothuis bij
voorbeeld, beginnen trouwens kar
per van boven de twintig pond pas
interessant te vinden. Karpers kun
nen in zeldzame gevallen, schrijven
Muus en Dahlström in hun voor
treffelijke „Zoetwatervissengids",
wel meer dan 100 cm lang worden,
25-30 kilo zwaar en 40 jaar oud
Er zijn misschien wel duizend ma
nieren om de karper aan de schub
ben te komen. Er zijn door groot
meesters ontworpen speciale kar-
perhengels van honderden guldens,
er zijn uitgekiende karpertuigen, er
zijn honderden aassoorten, bijna ie
dere karpervisser heeft zijn eigen,
speciale, vaak angstvallig geheim
gehouden recept voor aas en voer.
Ik ken een karpervisser die de
avond voordat hij gaat vissen zeker
drie uur in de keuken bezig is (tot
verbittering zijner gade die nader
hand de troep mag opruimen) met»
het door mekaar husselen en ko
ken van de vreemdste ingrediën
ten, stroop en vanillesuiker en ami
nozuren en tarwegries en rogge
bloem en aardappelmeel en weet ik
veel. Ik ken een ander die alleen
maar met aardappel vist, maar dan
móeten ze van het ras Furore zijn
en 4 a 5 cm groot, en ga zo maar
door. Enik ken een perfecte
karpervisser die om dit alles harte
lijk lacht. Laatst het was al zéér
diep in het najaar, de tijd dus dat
voorheen de karpervisser reeds in
ruste was ben ik er met hem op
uitgetrokken. Op een kruising van
twee brede, niet zeer diepe wete
ringen in het Hollandse polderland
heeft hij een vaste voerstek. Hij
heeft 't voordeel dat hij daar vaak
langs moet, en als dat zo is voert
hij, eigenlijk heel het jaar door.
Wat voor voer? Simpeler kan het
niet: tarwekorrels. Zo uit de dors
machine, niks weken of koken. En
tegen de kant aan, over een lengte
van pak-weg twaalf meter langs de
beschoeiing.
Zijn vismanier en aas zijn de sim
pelheid zelf en tot ver in december
past hij die methode toe en neemt
hij dat aas. Varen naar de kruising
van die weteringen, het bootje vast
maken aan de oever tegenover de
voerplek, afstand een meter of vijf
tien. Hij tuigt een doodgewone
middelzware werphengel op, een
stok die je ook zou kunnen gebrui
ken voor snoeken met levend aas
of om scharretjes mee te pakken op
de Waddenzee, een fikse werpmo-
len met 30-00, een forse, gesmede
haak, nummer drie nota bene, iets
wat ik aan en op zee voor wijting
gebruik.
Geen lood? Nee, geen lood, Geen
dobber? Nee, geen dobber.
Je aas?
Hij heeft een emmer bij zich waar
in twee gesneden tarwebroden lig
gen.
„Brood van de vorige dag", zegt hij,
„die haal ik voor twee kwartjes per
stuk".
Drie boterhammen met wat water
kneden, met korst en al, tot een
taai en uiteraard grof deeg. Daar
van een flinke bal (zeker 6 cm
doorsnee) om de haak, zodat van
die haak totaal niets meer zichtbaar
is. Hij werpt die bal nog geen 40 cm
uit de kant aan de overzijde. Laten
zinken, de lijn traag strak draaien,
daarna een wakertje erop gezet. Ik
moet zeggen: een wonderlijk licht
en spotgoedkoop wakertje, name
lijk een reepje pvc-buis van 7 cm
doorsnee, met een (schuin gesne
den) gleufje erin. Hij heeft ze in di
verse dikten, de iets zwaardere
voor als er wind staat.
Jnderdaad: lichter kan een mens
niet vissen. De argwanende karper
die het aas neemt voelt totaal geen
weerstand van lood of dobber. En
de visser heeft slechts die waker in
de gaten te houden. Als de karper
aan het aas „snuffelt", er een beetje
mee zeurt, meiert, en dat gebeurt
vaak, zie je die waker een eindje
stijgen, weer dalen, trillen, dansen,
van alles en no§ wat aan bewegin
gen. Maarals dan de karper
echt die grote hap deeg in zijn forse
muil neemt, dan vliegt met een
klap die waker omhoog en tegen de
hengel aan Tik aan en wham!
Daar kromt zich de hengel. Daar
hangt een knokker aan het andere
eind. Daar poogt iemand tussen de
palen van de beschoeiing te zwem
men, stuur hem uit die richting
weg, weg, weg als uw vis uw lief is.
Met een karper van een pond of zes
lukt dat wel. Knullen van boven de
twintig lopen dwars door de mo
lenslip heen (die heeft u toch wel
secuur afgesteld, hè?), maar zelfs
met een meneertje van zeven, acht
pond kunt u rustig een minuut of
tien bezig zijn eer hij zich lijdzaam
op zijn zijkant legt en gereed is
voor het schepnet.
(Als u met meer dan één man in
een bootje zit is het raadzaam dat
bij de beet en de aanslag van de
een de ander zijn hengel inhaalt."
Als de gehaakte karper door de lijn
van de vismaat zwemt, krijg je
kans op lelijke woorden onderling.
Dat is nog tot daaraan toe, maar je
kunt er de vis door verspelen).
Deze vismanier is magnifiek licht.
De vis voelt geen weerstand. Hou
vooral wel de hengeltop laag, als de
hengel rust op de bootrand; dat
vermindert alweer de weerstand.
Die dag in eind oktober dat we zo
visten alléén maar op deze wij
ze! vingen we gedrieën negen
karpers en we hadden ook negen
missers, dat wil zeggen fikse beten
maar nop hangen. Wie dat een
slechte dag vindt mag zijn vinger
opsteken.
Zoals gezegd: tot ver in de hersft,
tot in de winter als ie zacht is, kan
de karper belaagd worden. Maar
naarmate de watertemperatuur af
neemt moet u:
a) de bal deeg kleiner gaan nemen,
formaat pingpongballetje.
b) eventueel de haak een slagje
kleiner,
c) nóg meer geduld opbrengen, nóg
meer rekening houden met einde
loos getreuzel eer de karper eindig
lijk toehapt. Maar we hebben zeg
tot ver in december op die vai
voerstek gevangen.
Oh ja: als u de vangkracht van i|
brooddeeg wilt vergroten, smeer yg
dan, als de eerste Karper gevang6|r?
is, wat karperslijm, zo maar vanfyrie
schubben, aan. Werkt perfect.
A. C W. v.d. VB