Uaria van der Lelie-Meys was onvermoeide van veel onbaatzuchtig hulpbetoon Strip tekenaar ITALE VROUW VAN 87 STOPT MET BEMIDDELEN [DEN/REGIO £eidóc6ommit VRIJDAG 4 NOVEMBER 1983 PAGINA S indaag moeten we een jzondere vrouw uitlui- in. Ik krijg er nauwe- ks de gelegenheid ior, als ik op een ge- stoel tegen- haar zit, bij het am met een prachtig op de herfstrijk- aan de Zoeterwoud- singel. Zowat elke aag wordt door haar in kiem gesmoord. „U hrijft maar niets op •or; ik heb liever geen verhaaltje. Hooguit een paar regels, met de me dedeling dat ik gestopt ben met het werk. Ande ren nemen nu mijn taak over. Ik ben al genoeg geëerd. Twee jaar gele den, toen ik 85 werd, kreeg ik de gouden stadsspeld. Dat was dan voor mijn verdiensten. Nou, daar kijk ik heel anders tegenaan. Om wat voor anderen te kunnen doen, noem ik geen ver dienste. Schrijft u dat ook maar niet op, want dat maakt misschien een verkeerde indruk. Ik ben heus wel blij, met die speld". Het verhaaltje is er toch ge komen. Mede onder druk van een paar aanwezige mede-bestuursleden. „Je moet het doen hoor, je kunt er niet omheen", dringen de dames aan. Maria Johanna Francisca van der Lelie- Meys capituleert. Dat heeft ze nog nooit eerder gedaan in haar leven. Mariamiddelares Mevrouw Van der Lelie is eergisteren 87 geworden. Het is bijna een vergissing: ze oogt als een verzorgde, vitale vrouw van een jaar of zeven tig, hooguit. Een leven vol maatschappelijk werk achter de rug; het heeft geen spoor tje op haar gezicht achterge laten. Maria, middelares. In derdaad, mevrouw Van der Lelie heeft jarenlang bemid deld voor betaalde hulp in de huishouding, vooral voor be jaarden en zieken. Op haar gezondheid is nog weinig aan te merken, maar de jaren gaan nu toch tellen. Daarom trekt ze zich terug. Vanmid dag heeft ze, op een receptie in het Dienstencentrum Zuid-Oost aan de Du Rieu- straat in Leiden, afscheid ge nomen. 't Liefst had ze die bijeenkomst omzeild; het ge zellige dinertje, van de week of twintig ben ik opgetrok ken met de Cortona stichting, aan de Haagweg. Dat was toen nog voor ongehuwde moeders. Van veel meisjes en hun kinderen ben ik voogdes geweest, 't Is me wat: twee van die moeders zijn nu zelf al oma!" Voldoening Vijftien jaar terug was me vrouw Van der Lelie de op richtster van het Interkerke lijk Open Bejaardenwerk. „Dat was eigenlijk voor Zuid- Oost, maar we doen de hele stad, ook Voorschoten of Warmond, als daar om hulp gevraagd wordt. Ik ben nu nog het enig overgebleven bestuurslid van die beginpe riode. We begonnen met vrij willigsters, met het verlenen van hand- en spandiensten. Dat deed ik zelf ook. Kamers stoffen, bedden opmaken, een stukje vlees braden, haarverzorgen. Niet het gro vere werk. We zitten in het bestuur met z'n zevenen, van der Lelie: „Het zijn nu alle maal betaalde krachten, die meer aankunnen dan vrijwil ligsters. Ze willen allemaal verdienen, tegenwoordig. Voor niets werken is er niet meer bij. Ik heb niet altijd werk voor die professionele krachten; er zijn meer aan biedingen van betaalde krachten dan aanvragen". Maria van der Lelie spreekt nog in de tegenwoordige tijd. Ze staat er nog niet bij stil, dat ze er een punt achter heeft moeten zetten. „Ja, het is bemiddelen. Dat is onze functie. Men belt mij op voor hulp aan bejaarden of voor huishoudelijke hulpen bij be jaarden en ziekenverzorging. Ook in de nachtdienst. Mijn telefoon en ik stonden 24 uur elke dag beschikbaar. Ik ben nu eenmaal een huismus". „Om mezelf gaat het hier niet, het draait geheel om het werk. Dat heeft me aan de gang gehouden. Ik ben erg dankbaar voor mijn goede gezondheid. Eens in de week heb ik thuis een hulp, maar Eén van de prenten van Dick Vlottes uit Semmoet de Egyptenaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 5