Grimmige
dictatuur in
Guatemala
nu een
vriend van
het volk"
Onze correspondent in de
Verenigde Staten, Mare de
Koninck, keerde dezer da
gen terug van een twee-
weekse reis door Midden-
-Amerika. Dank zij de me
dewerking van het Ameri
kaanse ministerie van bui
tenlandse zaken en van
Amerikaanse ambassades
ter plaatse, kon hij in de
bezochte landen tot militai
re dictators, verkozen pre
sidenten, linkse en rechtse
partijleiders en opstandige
bisschoppen doordringen.
Commandanten van de
linkse guerrilla-groepen
kreeg hij niet te spreken.
De serie die hij over zijn er
varingen schreef, preten
deert daarom geen politiek
uitgebalanceerd verslag te
zijn, maar een schildering
van het veelal onthutsende
„bovengrondse" leven, zo
als zich dat afspeelt in ach
tereenvolgens Guatemala,
Honduras, El Salvador, Ni
caragua en Costa Rica. De
verhalenreeks over deze
landen zal worden afgeslo
ten met een politiek-mili-
taire analyse van de ont
wikkeling in geheel Cen-
traal-Amerika.
GUATEMALA-CITY De
hitte, die ons was voorspeld,
valt mee. Het zal hooguit 25
graden zijn. Maar de lucht is
loodzwaar. In een palet van
zwart tot donkergrijs jagen de
wolken over het vliegveld
van Guatemala-city. Het re
genseizoen in Midden-Ameri
ka is nog niet ten einde. Het
welkom wordt verzorgd door
zeven mannen, die de aan
komsthal vullen met de exoti
sche klanken van een reus
achtige marimba. Als de tonen
zijn gedoofd, zegt de ambte
naar van de Guatemalteekse
regering: „U zult hier het
staatshoofd ontmoeten. En we
zullen een streek bezoeken,
waar wij vechten tegen de
guerrilla's. Maar maakt u zich
niet ongerust. We zullen goed
voor u zorgen".
Op weg naar de stad krijgt de bus,
die zwaar schommelend door de
kuilen in het asfalt ploetert, zijn
eerste gratis stortbad. De vrouwen
die langs de rijbaan lopen met zwa
re teilen op het hoofd, lijken zich
niets aan te trekken van de regen.
Hun dunne, kletsnatte jurken plak
ken tegen hun lijf. Ze bewegen zich
door een decor van tropische plan
ten en bomen, waartussen zich
krotten met daken van golfplaten
schuilhouden. In de schemer van
de deuropeningen zitten de man
nen bijeen.
.Er zijn veel soldaten op de been.
Met machinegeweren staan ze op
de hoeken van de straten. Sommi
gen hebben wat kinderen, gekleed
in smerige T-shirtjes vol gaten, om
zich heen verzameld. Bij nader in
zien zijn de bewonderaartjes niet
veel jonger dan de jongens in ge-
vechtspak.
Vanuit het luxueuze hotel „Camino
■Real" wordt het uitzicht op de ar
moe ontnomen door statige palmen
en andere begroeiing vol kolossale
bloemen. De kleuren-tv vertoont
rechtstreeks een Amerikaanse ba
seballwedstrijd. Op het hoofdkus
sen wenst een fraai verpakt choco
laatje de gast welterusten.
De volgende ochtend verkennen
we snel de stad, die door steile da
len, ravijnen bijna, blijkt te worden
doorsneden. Op de hellingen wo
nen in van afvalmateriaal samen
gestelde hutten de armsten der ar
men. En zo mag meer dan de helft
van de anderhalf miljoen bewoners
van Guatemala-city worden ge
noemd. Een centrum is er nauwe
lijks. De aardbeving van 1976 is
verwoestend geweest en in het hart
van de stad staat nu alleen wat ver
spreide nieuwbouw. Maar de be
langrijkste bastions van kerk en
staat zijn, zoals zo vaak, overeind
gebleven. De rampzalige trilling
heeft op de toren van de magnifie
ke Yurrita-kapel in Spaans-koloni
ale stijl, alleen het stenen kruis een
beetje scheef gezet. Het Nationaal
Paleis echter waar de president ze
telt en de kathedraal van diens on
middellijke buurman de aartsbis
schop vertonen geen barst.
We rijden door de Zesde Avenue,
de drukste winkelstraat, waar de
donkere mestizo-bevolking (van
gemengde Spaanse en Indiaanse
komaf) en talrijke aftandse auto-
tjes zich tussen de op de trottoirs
uitgestalde negotie persen. Een
paar blokken verder speelt zich op
een braakliggend terrein een
markt af. Groente en fruit liggen
op de modderige grond. Laag in de
krioelende menigte zitten en krui
pen bevuilde vrouwen tussen hun
koopwaar. Magere honden zoeken
naar iets van hun gading. Het tafe
reel lijkt geplukt uit de donkerste
dagen der middeleeuwen.
Via het imposante gebouw van de
beruchte Nationale Politie (waar
men zich volgens een publiek ge
heim specialiseert in het ondervra
gen van politieke gevangenen en
het aanleggen van illegale begraaf
plaatsen) en langs de reusachtige
Amerikaanse ambassade verde
digd door een tiental zwaar bewa
pende militairen gaat het door
de villawijk La Canada. De sierlij
ke bungalows met hun plantenter-
rassen, garages en zwembaden be
slaan grote oppervlakten. Maar het
zicht erop wordt veelal ontnomen
door hoge schuttingen die niet zel
den met rollen prikkeldraad zijn
bekroond. Wijzend op een van die
vestigingen zegt onze gids: „Hier
woont generaal Efrain Rios Mont".
Guatemala's dictatoriaal president
Mont is in augustus j.l. na een korte
schotenwisseling uit het Nationaal
Paleis verjaagd. Zijn collega-gene
raal Oscar Mejia Victores, tot dan
minister van defensie, nam Monts
plaats in.
De receptie die avond in het hotel
is met Guatemala's „politieke lei
ders inclusief die van de oppositie".
Het parlement en alle politieke
partijen zijn dan wel ontbonden se
dert Rios Mont in maart 1982 de
macht overnam van de brute al
leenheerser Fernando Romeo Lu
cas Garcia, maar partijleiders zijn
er gebleven. Hector Napoleon Al-
farro is een indrukwekkende aris
tocratische verschijning en secreta
ris-generaal van de Revolutionaire
Partij. „Wij zijn de partij voor de
armen", zegt hij.
Sterftecijfer
Het gesprek van de avond is: zullen
de vooruitstrevende veranderin
gen, de bestrijding van de corrup
tie, de persvrijheid en de weg naar
de democratie, zoals ingezet door
generaal Rios Mont, door generaal
Mejia Victores worden voortgezet?
De chique revolutionair Hector Na
poleon Alfarro heeft er goede hoop
dat de beloofde vrije verkiezingen
in 1984 voor een assemblee (die een
nieuwe grondwet moet schrijven)
en vervolgens de algemene presi
dentsverkiezingen in 1985, door
zullen gaan. Hij kent Rios Mont de
verdienste toe, de misdragingen
van het leger tegen de eigen Indi
aanse bevolking te hebben inge
perkt.
Per jaar werden in het Guatemal
teekse bergland duizenden India
nen in hun dorpen vermoord door
soldaten van het officiële leger of
door leden van particuliere rechtse
doodseskaders met namen als „De
Witte Hand". De Maya-Indianen
van hetzelfde volk dat tot aan de
Spaanse kolonisatie grote bescha
ving en macht bezat, leven nu in
primitieve omstandigheden in de
bergdorpen van Guatemala. Zij
vormen meer dan vijftig procent
van de 7.4 miljoen Guatemalteken.
Van de Maya's kan ook in 1983 nog
kregen, is door voormalig president
Jimmy Carter stopgezet als straf
voor de bloedige onderdrukkings
praktijken van de junta's.
Elders op het zachte tapijt in de re
ceptiezaal staat de oogverblindend
elegante Mario Castejon van de Na
tionale Hervormings Partij (PNR)
bedachtzaam te betogen dat gene
raal Mejia Victores niet echt de
sterke man is. „Hij is een marionet
van de aloude generale staf". Mario
Castejon pleit voor sociale hervor
ming en een hogere levensstan
daard voor de armen. Maar tegen
linkse guerrilla's is alleen het kruit
van de militaire overwinning ge
wassen. „De marxisten zijn niet ge
ïnteresseerd in verkiezingen of in
dialoog. Alleen in de macht", aldus
de PNR-leider, die er fluisterend
aan toevoegt dat de Amerikanen
misschien Rios Mont hebben laten
vallen omdat deze Jezus-freak een
te onbetrouwbare pion was in Was-
hingtons strijd tegen het opruk
kend communisme in Midden-
Amerika.
De leiders van Guatemala's twee
communistische partijen zijn r
naar de receptie gekomen. Nie
mand had ze ook verwacht. Ze
houden zich schuil of praten met
journalisten in Mexico-City. Het
sterftecijfer onder linkse politici,
vakbondsleiders en andere maat
schappelijke en kerkelijke actieve-
lingen is te hoog. Als het gemiddel
de gehaald wordt, zullen er deze
nacht, buiten de veilige muren van
het hotel, op de vogelvrije markt,
genaamd Guatemala City, acht po
litieke moorden plaats hebben. Met
de kogel of met het kapmes (de
„macheta") en al dan niet na een
„intensief verhoor".
Humaan
Het Nationaal Paleis ligt te schitte
ren in de vroege ochtendzon. Als
we de militaire wachten aan de
poort zijn gepasseerd, kijken we op
een prachtig binnenplein, om
zoomd door kloostergangen die
eveneens zijn bevolkt met zwaar
bewapende kinderen in camoufla
gepak. In de wachtkamer is het een
komen en gaan van oudere militai
ren. Op een bureau ligt de loop van
een stengun precies op het voor
hoofd van de gast uit Nederland te
mikken. Als de volgende staats
greep maar niet juist tijdens het ko
mende interview plaatsgrijpt
gen de Indianen in de bergdorpen.
„De Indianen zijn te lang aan hun
lot overgelaten. Daarvan hebben
marxistische en religieuze organi
saties misbruik gemaakt".
De generaal beschrijft hoe nu de
guerrilla's zich tegenover de Maya's
misdragen. „Ze dwingen de India
nen voor hen te werken. En ver
volgens zeggen ze: nu horen jullie
bij ons, want als het leger komt zul
len ze jullie vermoorden".
Mejia Victores verklaart dat zijn
soldaten sedert vorig jaar als eerste
opdracht hebben de bevolking te
beschermen. Ze mogen het de Indi
anen niet langer kwalijk nemen
dat ze zich door de subversieven
hebben laten misleiden. De gene
raal roemt het regeringsprogram
ma, dat door Rios Mont is begon
nen en „Bonen en Geweren" (voor
de Indianen) heet. Het programma
voorziet in de voedselhulp aan de
Maya's en de vorming van „burger
wachten voor zelfverdediging" (te
gen de guerrilla's). Onder de ge
zinshoofden in de bergdorpen heeft
het leger wapens uitgedeeld en dat
INDIANEN MET GEWEREN, STOKKEN EN MESSEN
GEWAPEND TEGEN LINKSE GUERRILLA
maar een enkeling lezen en schrij
ven. Ze spreken Indiaanse dialec
ten en zijn 's lands officiële
(Spaanse) taal niet machtig. De sol
daten op zoek naar guerrillastrij
ders, beschuldigen de Indianen er
van voedsel en onderdak te geven
aan de „subversieven", en richten
onder de ongeletterde „campesi-
no's" (boeren) slachtpartijen aan
die elke fantasie te boven gaan.
Meerzijdige informatie, ook van
buitenlandse waarnemers, wijst er
op dat die praktijken sinds de bur
gerrechtdecreten van Rios Mont
belangrijk zijn afgenomen.
„Maar Mont was een zonderlinge
protestantse fundamentalist in dit
zeer katholieke land. Hij preekte
behalve de democratie ook dat de
mannen hun vrouwen beter moes
ten behandelen en dat God zelf
hem aan de macht had gebracht.
God had in werkelijkheid echter de
gedaante aangenomen van een
groep jeugdige officieren. Dat door
brak de hiërarchie van het leger.
Dat was niet goed. Daarom moest
Mejia Victores, de oudste in de ge
nerale staf, het overnemen", zo be
toogt Hector Napoleon Alfarro, ter
wijl hij de rocks laat tollen in zijn
whiskyglas.
Naast hem staat een kleine dikke
man, van de Nationale Centrum
partij. „Wij zijn een rechtse partij.
Wij zijn voor de vrije markt", zegt
Maria Agrilar Arroyo, die vervolgt
met een pleidooi voor hervatting
van militaire hulp van de Verenig
de Staten aan Guatemala. Dergelij
ke steun, waarbij 25 jaar achtereen
tientallen opeenvolgende dictators
dollars en wapens van Washington
Generaal Oscar Mejia Victores
geeft een krachtige hand. Als hij
zijn zware lichaam in een te kleine
fauteuil heeft gevouwen zegt deze
enige rechtse militaire dictator die
in Midden-Amerika nog aan de
macht is, dat wij hier in Guatemala
eindelijk eens de praktijk kunnen
zien, die heel wat anders is dan de
negatieve publiciteit in de meeste
persorganen doet vermoeden. Mejia
Victores herhaalt zijn garantie dat
het leger niet tussenbeide zal ko
men in de algemene vrije verkie
zingen van een burgerpresident in
,1985. Hij zet in vierkante zinnen
uiteen hoe een onafhankelijke raad
van burgers de verkiezingen van
de grondwetsassemblee in 1984
voorbereidt en dat hij zelf in 1985
met pensioen zal gaan.
De sterke man van Guatemala zegt:
„Ik begrijp niet waarom de Vere
nigde Staten ons niet militair wil
len steunen. Want wij zijn het eens
met president Reagan dat in Cen-
traal-Amerika een interventie van
de Sovjet-Unie en van Cuba aan de
gang is. Via het Sandinistisch regi
me in Nicaragua wordt het marxis
me geëxporteerd. Het komt elke
dag dichterbij".
Generaal Mejia vat zijn hervor
mingsprogramma samen: verho
ging van de levensstandaard van
de armen en het land op democra
tische verkiezingen voorbereiden.
Hij ontkent dat er politieke gevan
genen in Guatemala zijn („dat is
waar", zou later op de dag een niet
nader aan te duiden Amerikaanse
ambtenaar zeggen. „Er zijn alleen
politieke doden") en verzekert dat
het afgelopen is met de excessen te
heeft de Indianen tot loyale bond
genoten van de nu humaan gewor
den militairen gemaakt. „Ze heb
ben geleerd dat ze door verzet te
gen de subversieven, zeker kunnen
zijn van onze bescherming".
Als de generaal ons uitgeleide heeft
gedaan volgt in een naburig minis
terie een „militaire briefing", waar
op we leren dat er 1500 „harde-
kern-guerrilla's" in het land zijn,
die twee jaar geleden hulp kregen
van in totaal 150.000 Maya's, maar
die nu 70 procent van die steun
verloren hebben.
In- 1981 hadden de subversieven
(zoals het „Guerrillaleger voor de
Armen" en het „Commando Che
Guevara") hele provincies van
Guatemala feitelijk in handen,
maar de nieuwe legertaktiek om de
bevolking voor zich te winnen,
heeft de opstandelingen doen te
rugtrekken in de jungle, waaruit ze
nog wel aanslagen uitvoeren op bij
voorbeeld bruggen en elektriciteits
leidingen.
Huiveringwekkend
We gaan het succes van de „solda
ten voor het volk"- politiek met ei
gen ogen bekijken. Het wordt een
huiveringwekkend avontuur. Ons
reisdoel is de herwonnen provincie
Huehuetenango die het gemakke
lijkst per vliegtuig is te bereiken.
Voor ons op de kleine luchthaven
van Guatemala City staat een
groen geverfd museumstuk uit de
vroegste jaren van de luchtvaart te
wachten. Het apparaat heeft een
eivormige romp, twee propellermo
toren én een dubbele staart waar
van de flappen met uitwendige ka
bels worden bewogen. „Dit zijn
voortreffelijke vliegtuigen. Ze zijn
niet zo oud als je denkt, deze Ara-
va's. We hebben ze gekocht van Is
raël, toen Carter zijn militaire hulp
stop zette", zegt een begeleidende
majoor.
Het vliegende ei danst over het
prachtige Guatemalteekse bergland
en vanuit de bol van het lawaai
staande romp, die plaats biedt aan
twaalf onverschrokkenen, probe
ren we te genieten van het land
schap, waarin zich ditmaal naar we
hopen geen schietgrage subversie
ven bevinden, hoe sympathiek hun
ideaal voor menigeen ook moge
zijn.
Veilig geland op de stovend hete
militaire landingsstrip in Huehue
tenango, is het volgende transport
middel een kleine helikopter, die
ons naar „een afgelegen gebied" zal
brengen. Hangend aan de roteren
de bladen van deze stalen libelle
zweven we over een hoge bergrug
naar een weids dal. Als we de
plaats van bestemming naderen
zien we een reusachtig kleurrijk ta
pijt op de bodem liggen. Het tapijt
blijkt een menigte van duizenden
mensen. Het zijn de Maya's uit
honderden omliggende dorpen en
gehuchten, die hierheen zijn geko
men om de eerste verjaardag te
vieren van hun burgerwachten te
gen de guerrilla's.
Als we zijn uitgestapt lopen we sa
men met een majoor van het Gua
temalteekse leger door de menigte
naar een houten podium. De groot
ste groep burgerwachters staat in
het midden. Het zijn mannen van
wie een aantal gewapend is met ge
weren, die een van ons herkent uit
de Tweede Wereldoorlog. Anderen
hebben een stok in de hand en een
derde categorie draagt kapmessen.
Het „leger" is gehuld in tot de
draad versleten kleren. De gezich
ten staan zonder uitzondering
vriendelijk en iedereen groet de
gasten hartelijk en trots: „Buenos
diaz"
Aan de achterzijde wordt de bur
gerwacht omzoomd door een rij
van honderden mannen op kleine
paardjes. Vooraan, eerste rang,
staan de vrouwen. Meisjes veelal
nog, met drinkende baby's aan de
borst. Ze kijken, gehuld in felge
kleurde Indiaanse kleding, blozend
van verlegenheid en spanning naar
het gezelschap op het podium.
De majoor neemt het woord. Hij
roept dat het leger en het volk nu
vrienden zijn geworden en dat men
samen vecht tegen de subversie-
ven. Hij vraagt de mensen hem na
te zeggen: „Ik zal mijn familie ver
dedigen, de tradities van mijn dorp
en de oogst van het land. Leve de
burgerwachten. Leve Guatemala.
De mensen galmen de Spaanse
klanken na.
Het feestprogramma brengt onder
meer het optreden van een paar in
gerafelde hemdjes geklede jongens,
die een eigen liedie hebben ge
schreven en zichzelf begeleiden op
een wrakke gitaar. „Het is een glo
rieuze dag", is het refrein. De ma
joor kijkt tevreden toe. „Ze staan
hier al vanaf acht uur vanochtend
op ons te wachten", fluistert hij ons
toe. Het is half drie in de middag.
In een uur is het feestprogramma
afgewerkt. De Maya's verspreiden
zich en beginnen aan de voettocht
naar huis. Wij worden uitgenodigd
voor een openlucht-borrel op een
heuveltop met een weergaloos uit
zicht op Huehuetenango. De majoor
wijst op een van de meisjes die ons
bedient, en zegt: „Kijk, zij was eerst
bij de guerrilla's. Maar ze heeft ge
bruik gemaakt van de amnestie die
Rios Mont heeft afgekondigd". Hij
legt zijn dikke arm om haar kleine
schouders en drukt haar krachtig
tegen zich aan. Ze lacht verlegen.
De majoor stroopt de mouw van
haar trui op en toont het ruwe
vlees van een genezen schotwond.
Ze is achttien jaar en blijkbaar het
volledig bezit van het regiment in
Huehuetenango
Ruig
„Als je mijn naam publiceert kan
ik morgen dood zijn", zegt terug
in Guatemala-city de Ameri
kaanse ambtenaar van de regering
Reagan. „Het is waar, er is vooruit
gang. Er zijn veel minder excessen
van het leger. Maar het is nog veel
te vroeg om te zeggen of de veran
dering alleen maar is doorgevoerd
met het doel weer economische en
militaire hulp van de VS te krijgen.
Voorlopig zal die hulp niet worden
hervat. Al zou Reagan het willen,
het Amerikaanse congres wil niet.
We moeten eerst maar eens kijken
of die verkiezingen serieus worden.
Dit is een land met een heel vrien
delijk maar nog heel primitief volk.
Het gaat er ruig aan toe. Je kunt
hier geen Europese maatstaven
aanleggen". Ook in de „betere tij
den" sinds Rios Mont, hebben er
nog massamoorden plaats gehad.
Alleen al van de universiteit van
San Carlos, die een vooruitstreven
de naam heeft, zijn de afgelopen
maanden 45 mensen „verdwenen".
En die verkiezingen, al worden ze
niet vervalst, de onderontwikke
ling van het land maakt ze bij
voorbaat oneerlijk. Bij vroegere
„verkiezingen" is nooit meer dan
1,2 miljoen van de bijna 3,8 miljoen
stemgerechtigden naar de stembus
gekomen. Het is soms acht uur lo
pen naar het kieslokaal en talloze
vrouwen kunnen hun baby's niet
zo lang alleen laten, noch meene-
Leren eten
Onze Amerikaan geeft deemoedig
toe, evenals de regering in Was
hington tegenwoordig doet, dat de
VS tientallen iaren in Centraal-
Amerika een fout beleid hebben
gevoerd. Altijd hebben ze blinde
lings de rechtse dictaturen, zoals
die van Somosa in Nicaragua, ge
steund, terwijl de Amerikaanse be
langen (als die van de United Fruit
isme
opstï
ilegat
k me
m?".
.d€\
Duizenden Mét tocj.
zijn bijeengek^jf f
om de eerste jjs ef
verjaardag te|tjen
van hun Iwees
burgerwachtJL jl
de guerrilla. t?mJule
majoor verzei simp
Guatemala zi^ a£
leger en de ln|oen
vrienden arin,
geworden". lsterc
oeg s
Company) in deze banane£n f
niet eens zo erg groot wi* 8°
prijs die Washington nu fcn"aan
een sterk groeiende invl<^r
het marxisme, Russisch w('aat
in Nicaragua en de kans-°e'
tweede Vietnam, maar dan,ei"8e
huis. ,k 5
Ons laatste bezoek wordt v.°|
de Kamer van Koophandel! zel
temala-city. Ook dit geboi^n
met mitrailleurs te moeten»
verdedigd. Een bord
dat bezoekers geen wapens:
fototoestellen mee naar binjj^
gen nemen. In de confers
op de bovenste verdieping1
len de kopstukken van d?1"^
malteekse zakenwereld heth de
van de stijle neergang van |j ver
economie. Behalve de werega^
sie hebben de guerrilla-oorL
heel Midden-Amerika ookr
temala de rijken met hun
eek,
op de vlucht gejaagd. ZijM v
zich gevestigd in de Amei D
stad Miami (Florida) waarlijk
comfortabele omstandighe<%r^r(
re investeringstijden in hujn
land afwachten. „Maar wijf
besloten te blijven", zegt I
zitter van de Kamer van K«Ba*
del, „om als prive-sector mebl
meen belang van Guatemalan
ven dienen". Hij vertelt d^
beidsbevolking in zijn kL*:i.
geen 700.000 man telt, dat hj
mumloon negen gulden biF tl
dag bedraagt en dat de wd. W<
75 procent betaalt van deproc
van „gewone" ziekten, „(r er
daar niet tevreden mee. W
meer doen voor de werkne
Een van de problemen isr
de KvK-voorzitter de „rflnc<
Indiaanse bevolking" een H
venspeil te geven en in te is Ba
len in de economie. „Dat is Hoen:
remedie tegen de gi
we moeten de Maja's
eten en onderwijs geven, ziel
ten ze zelfs onderwijzen Ie j
eten. Traditioneel nemen anne
bonen en maïs. Het is oktofeelei
en het gesprek gaat overfm-d
helft van de bevolking vaiïcha;
mala moet leren eten, lén d<
schrijven. Hoog boven dealt. 1
stad, die magnifiek is gek
een ring van machtige vilje
cirkelt een grote roofvogel.' lopi
over het KvK-gebouw sin di
oude bioscoop, die deze wé-. D(
laatste Amerikaanse maag
toont. ,Pos l
Bij het afscheid van Gdgelei
zegt onze Amerikaan: „Sch,1
te slecht over de Amerikaikun:
hebben onze historische fchens
ingezien. Ook Reagan wn- I
Midden-Amerika alleen doMk i
le vooruitgang en democrér ui
het marxisme gered kan.fgrij]
Natuurlijk is de linkse f
onze vijand, want ze is uit (Poeil
taire macht, zoals blijkt in-
gua. Maar we zijn in zekert-
bondgenoten. Want als dictfjgfj
jia Victores Guatemala naa)^[g
mocratie leidt, dan hebben P™
rilla's en de VS hem daalde
dwongen". ds v<
MARC DE KÓ