Irislë „Astronoom van nu zit achter zijn bureau en ziet televisiehemel" a LEIDSE STERREWACHT BESTAAT 350 JAAR J Ir.Borgerhoff i luider: 1 rocesgang i i Nederland mgzaam BH - AMSTERDAM „Het zit me vreselijk dwars dat de proces gang in Nederland zo ver schrikkelijk langzaam is. Een reorganisatie van de rechter lijke macht zou de tijd, die met name civiele procedures in beslag nemen, aanzienlijk kunnen verkorten". Dit zegt mr. W. J. Borgerhoff Mulder, president van de rechtbank in Amsterdam in een gesprek naar aanleiding van het feit, dat hij op 30 november dit jaar afscheid neemt als president van de grootste en drukste rechtbank in Nederland. Hij had gehoopt het in zijn carrière nog mee te maken dat die rechter lijke macht anders zou worden op gezet. „De negentien arrondisse mentsrechtbanken in ons land kunnen worden samengetrokken tot tien rechtbanken van gelijke omvang. Daarbij kunnen dan even tueel ook de kantongerechten en Raden van Beroep ondergebracht worden. Alle specialisaties worden dan binnen één kader samengevat en de onderlinge inwisselbaarheid zou groter zijn. Ook het personeels tekort bij de rechterlijke macht kan op die manier verminderd worden. Bovendien kan een dergelijke orga nisatie goedkoper zijn. Deze manier van bezuinigen lijkt me zinvoller dan bijvoorbeeld het instellen van een eigen bijdrage van vijftig gul den op de nu nog gratis rechtshulp", aldus de scheidende rechtbankpresident. Tien jaren van organiseren en het behandelen van korte gedingen (de twee belangrijkste taken van een rechtbankpresident) heeft Borger hoff Mulder er op zitten in Amster dam. Hij deed duizenden uitspra ken in korte gedingen. Borgerhoff Mulder is een voorstander van het korte geding, zeker wanneer daar mee lange wachttijden voorkomen kunnen worden. Hoewel in Am sterdam jaarlijks zo'n zestienhon derd korte gedingen behandeld worden meer dan elders in Ne derland en de president en zijn drie vice-presidenten daaraan de handen vol hebben, vindt Borger hoff Mulder dat varudeze mogelijk heid om „snel berecht te worden" nog veel meer gebruik gemaakt zou kunnen worden. Werknemers, die menen onrecht matig ontslagen te zijn en hiertegen protest aantekenen bij de kanton rechter, zouden volgens Borgerhoff Mulder via een kort geding een kans maken op voorlopige doorbe taling van hun salaris in afwach ting van de beslissing van de kan tonrechter. „De vakbonden klagen er over dat werknemers in finan ciële moeilijkheden raken omdat zij vaak geen salaris doorbetaald krij gen na een ontslag waartegen pro test is aangetekend. Dat ontslag is dus nog niet rechtsgeldig tot de kantonreclfter daarover heeft be slist. Die uitspraak duurt erg lang en in de tussentijd blijken velen het zonder geld te moeten stellen. Ik begrijp niet dat er in dergelijke ar beidsgeschillen niet meer gebruik gemaakt wordt van de mogelijk heid van het korte geding. Daarin kan de rechter toetsen of de kan tonrechter het ontslag al dan niet goed zal keuren en op basis daar van eventueel doorbetaling van loon bevelen",Taldus Borgerhoff Mulder. Veelvuldig kwam Borgerhoff Mul der in de publiciteit. Geruchtma kende zaken in kort geding behan delde hij zoveel mogelijk eerst zelf. De president van een rechtbank geeft aan welke lijn gevolgd wordt in kort geding. De vice-presidenten volgen zijn visie, omdat tot elke prijs voorkomen moet worden dat in gelijksoortige zaken verschillen de uitspraken door verschillende rechters gedaan worden. De president is natuurlijk gebon den aan de wet maar daarbinnen heeft de rechter toch enorm veel vrijheid. „In grensgevallen is recht spraak daarom zo arbitrair als het maar kan. Een persoonlijke voor keur kan dan zeker een rol spe len", aldus de rechtbankpresident. Toch mag het, volgens hem, niets uitmaken wie van de vier korte-ge- dingrechters in Amsterdam de zaak behandelt. „Krakers zouden kun nen denken dat ze van mij nogal eens gelijk krijgen. In zekere zin kan ik me ook in het verschijnsel kraken verplaatsen. Toch heb ik natuurlijk ook veel ontruimingen bevolen. Maar de zogenaamde Hui- denstraattruc een juridische constructie bedoeld om krakers uit het pand te krijgen heb ik nooit geaccepteerd, zolang de Hoge Raad daarover nog niet had beslist", al- dus Borgerhoff Mulder. „Toen ik naar Amsterdam ging. j dachten sommige mensen dat ik j gek was. Toch vond ik het een enorme uitdaging en ik heb er geen moment spijt van gehad vertelt Borgerhoff Mulder. Voordat hij in 1973 naar Amster- i dam kwam. was hij president ge- i weest bij een kleine rechtbank (Leeuwarden) en een middelgrote rechtbank (Arnhem). „Ik ben vaak j veranderd van baan, het is nooit ideaal om in een sleur terecht te komen, noch voor de rechtspraak noch voor de rechter". j Met strafzaken heeft Borgerhoff Mulder zich in Amsterdam nooit meer direct bemoeid. Hij had zijn handen vol aan de zorg om de Am- sterdamse rechtbank zo efficiënt mogelijk te laten werken, aan de opleiding van rechters en aan de vele korte gedingen. Op 30 november neemt Borgerhoff Mulder officieel afscheid. Nog Tiïet bekertd is wie zijn opvolger wordt. ZATERDAG 29 OKTOBER 1983 I 07 M. rVxtDEN Het woord ster- ~5uinde heeft voor velen magische klank. Men |kt aan heldere nachten, ■^rrenrijke hemels en geleer- OEI met lange, witte baarden door enorme kijkers naar 5te°| heelal staren. Maar, zoals zaken, is ook hier de j '"zakelijkheid anders. Dat tJt ook voor de Leidse ster- Die zitten niet er in de oude Sterrewacht I de Sterrenwachtlaan, !?e V slijten het merendeel i hun werkdagen in het •iciUjerne Huyenslaboratorium u i de Wassenaarseweg. Op >e verdiepingen van deze toren" zitten de ster- kundigen achter beeld- ?rmen en verwerken en Irpreteren gegevens die e aangeleverd door sterren- en satellieten. Kort- sekt; de astronoom van deze is nog wel steeds bezig vat het bekijken van de he- Ge94, maar hét grote verschil JJJjj! vroeger is, dat hij er zijn itoor niet meer voor hoeft ;P3S»e' komen. Of, om met as- a.s. fioom Bijleveld te spreken: zit aan je bureau en je ;t naar de televisiehemel". louliF npl^t jk. W. Bijleveld en drs. M. Oort mh als wetenschappelijk medewer- 'werkzaam bij de vakgroep ster- kunde van de Leidse Universi- Zij beamen, dat er een „ver- jrd beeld" van sterrenkunde be lt. „Erg veel studenten gaan fcenkunde studeren omdat ze er I romantische voorstelling van pen, terwijl het juist een heel :te wetenschap is", zegt Bijle- I. Die voorstelling wordt al snel *rond ingeboord, omdat de stu- d ten in het begin van hun studie iden geconfronteerd met een j-me dosis wis- en natuurkunde, '1 studenten haken na één jaar f. afgestudeerd sterrenkundige u wanneer hij lesbevoegdheid ft, zo aan de slag als leraar wis- aatuurkunde. Veel sterrenkun- »n zijn betrokken bij de ontwik- J ng van computers. En vanzelf- jkend zijn er ook nog astrono- i, die zich na hun studie met 'renkunde gaan bezighouden. In kleine, internationale kring is Ierland niet alleen bekend van- je de kaas, tulpen en klompen, ir ook vanwege zijn sterrenkun- »n. Volgens Bijleveld en Oort Nederlandse sterrenkundigen w ral ter wereld te vinden. In de rtenigde Staten werken ruim rtig Nederlandse astronomen, t gepaste trots merken Bijleveld Dort op, dat deze bekendheid en „astronomen-export" voor een "1 ot gedeelte te danken zijn aan Leidse Sterrewacht. Dit bete- tt overigens niet, dat Leiden de ge plaats in Nederland is waar n sterrenkunde kan studeren, k op de universiteiten van echt, Groningen en Amsterdam t men het vak leren. „Maar", iadrukt Bijleveld, „Leiden heeft ndiaal de grootste naam". Per »fd van de bevolking telt Neder- r d overigens de meeste sterren- jidigen in de wereld. (istoteles magische klank van het woord rrenkunde vindt ongetwijfeld i oorsprong in de tijd toen de (renkunde nog in de kinder- oenen stond. Leiden maakte in 5 kennis met de astronomie. In jaar werd de Leidse Universi- ■i opgericht en een van de elf be- tmde hoogleraren, Gerard Bont, teerde behalve wiskunde ook DeFabrijkcmeester der S tadt Leijden" bouwde in 1633 een platform op het dak van het Academiegebouw aan het Rapenburg. Dit platform diende als waarnemingspost voor de sterrenkundigen van de Leidse Universiteit. De Leidse Sterrewacht bestaat nog steeds en is met zijn 350jaar de op èên na oudste universitaire sterrenwacht die nog bestaat. Alleen de sterrenwacht van het Vaticaan, opgericht in 1582, is ouder. Het 350-jarig jubileum wordt gevierd met een open huis en een tentoonstelling in het gebouw van de Sterrewacht aan de Sterrenwachtlaan. Van dinsdag 15 tot en met zondag 20 november kan men er dagelijks van elf uur 's morgens tot negen uur 's avonds terecht. De bezoekers kunnen onder meer door de kijkers een blik op de hemel werpen. Wanneer het helder weer is, blijft de Sterrewacht wat langer open. Tevens verschijnt ter gelegenheid van het jubileum een boek („De Leidse Sterrewacht, Vier eeuwen wacht bij dag en nacht" van Gijsbert van Herk) over 350jaar Leidse Sterrewacht. aan de zuidwestkant van Leiden worden gebouwd. In 1861 werd de nieuwe behuizing in gebruik geno men. Nauwkeurig Frederik Kaiser was van mening, dat het zeer nauwkeurig bepalen van de positie van de hemellicha men een van de hoofdtaken van de sterrenkundige was. Met dit werk, dat werd gedaan met een meridi aankijker, waren de Leidse ster renkundigen in de rest van de ne gentiende eeuw voornamelijk be zig. Pieter Kaiser, zoon van Frede rick Kaiser ontwikkelde echter an dere activiteiten. Met behulp van een telescoop begon hij al in 1860 met het maken van foto's van on der meer de maan. Dat was een moeilijk karwei omdat de telesco pen niet geschikt waren voor foto grafie en fotografisch materiaal niet kant en klaar voorhanden was. Toch maakte Kaiser de oudste, Leidse foto van de maan. „Fotogra fie heeft de sterrenkunde ingrij pend veranderd," vertelt Bijleveld. „Men kreeg een geheel andere kijk op het heelal. Het werd mogelijk de zaken in detail te bekijken". On danks de pogingen van Pieter Kai ser werd de fotografie pas vijftig jaar geleden echt succesvol toege past. Rond 1900 brak een periode van massaal onderzoek aan. Sterren kundigen begonnen met het sa menstellen van een catalogus, waarin de posities van 100.000 ster ren nauwkeurig werden aangete kend. Men hield zich in die tijd ook bezig met vragen als: „Waar halen de zon en sterren hun stralings energie vandaan?" „Hoe zijn de he mellichamen ontstaan?" en „Waar om zijn er zoveel verschillende soorten sterren?". Duidelijk werd in die periode, dat astronomie meer te maken heeft met natuurkunde dan met wiskunde. Willem de Sitter, die in 1918 direc teur van de Sterrewacht werd, voerde een grote reorganisatie door. Hij benoemde E. Hertzsprung tot hoofd van de astrofysische afde ling en nam zelf de leiding van de theoretische afdeling op zich. De Sitter verdiepte zich in Einsteins relativiteitstheorie en paste die toe op de sterrenkunde. De beroemde geleerde (Einstein) bracht in sep tember 1923 zelfs een bezoek aan de Sterrewacht. Vanaf 1925 werd in Leiden veel onderzoek verricht naar het Melkwegstelsel. J. H. Oort toonde aan dat dit stelsel om het ei gen centrum draait. Oorts onder zoek leverde geheel nieuwe inzich ten in het Melkwegstelsel op. A. Blauw onderzocht in de jaren vijf tig ster-associaties (groepen jonge sterrenn), die in de spiraalarmen van het Melkwegstelsel voorko men. In 1974 verhuisde de vakgroep sterrenkunde naar het Huygensla- boratorium. De oude Sterrewacht in het centrum van de stad wordt nu bevolkt door biologen. Er staan nog vier kijkers, drie daarvan wor den gebruikt bij rondleidingen, één kijker doet nog dienst voor sterren kundig onderzoek. De rondleidin gen en open dagen zijn bijzonder populair. In één weekeinde worden soms wel drieduizend bezoekers ge teld. De meesten van hen komen naar de Sterrewacht, omdat men de gelegenheid krijgt door een tele scoop naar het heelal te kijken. Radiosterrenkunde In de jaren dertig werd de radio sterrenkunde ontdekt. Hierbij gaat men uit van het feit, dat sterren ra diostraling uitzenden. Die stralin gen worden op de aarde opgevan gen en op kaarten aangegeven. „In het heelal spelen zich processen af waarbij radiostraling vrijkomt. Die straling wordt op verschillende golflengtes uitgezonden. Radiostra ling geeft een beeld van het explo sieve heelal, terwijl optische ster renkunde het rustige heelal laat zien", legt Bijleveld uit. Een van de grote voordelen van radiosterren kunde is, dat men 24 uur per dag kan waarnemen, terwijl voor opti sche sterrenkunde (kijken door een telescoop) een heldere hemel is vereist. In het Nederlandse Westerbork staat een radiotelescoop. Met deze telescoop zijn vooral in de beginja ren opzienbarende ontdekkingen gedaan. De in totaal zestig mede werkers van de Leidse Sterrewacht (vier hoogleraren, zes wetenschap pelijk medewerkers, twintig pro movendi en dertig studenten) zijn tot op de dag van vandaag bezig met het bestuderen van de gege vens, die „Westerbork" levert. Een tweede grote taak van de Sterre wacht is het verwerken van gege vens van de- Infrarood Astronomi sche Satelliet (IRAS). Deze satelliet tast momenteel het heelal af. Vol gens Bijleveld heeft de vakgroep sterrenkunde nog minstens vijf jaar werk met het bestuderen van de Een hooggeleerd gezelschap bijeen op 26 september 1923. Boven van links naar rechts: Einstein, Ehrenfest en De Sitter. Beneden: Eddington en Lorentz. De foto werd gemaakt door De Sitter. Astrologie Bijleveld vindt het interessant werk. „De processen die zich op aarde afspelen, vind je in het heelal op grote schaal terug. Die processen worden voor je gedaan, een astro noom observeert ze alleen maar", vertelt de sterrenkundige. Tot slót merkt Bijleveld op, dat astronomen niet in astrologie (sterrenwichela rij) geloven. „Dat is bijgeloof van het jaar nul en sindsdien is er niets nieuws gebeurd". Bijleveld vindt astrologie zelfs gevaarlijk. Hij be strijdt de sterrenwichelarij actief met lezingen en discussies met astrologen. „Horoscopen in de krant zijn onschuldig. Maar wan neer mensen hun beslissingen op toekomstvoorspellingen van astro logen baseren, dan wordt het ge vaarlijk", zegt Bijleveld. KEES VAN HERPEN In 1633 werd op het dak van het Academiegebouw een platform voor de sterrenkundigen gebouwd. De Sterrewacht was geboren. Deze uit 1725 daterende gravure is van Fabricius. sterrenkunde. Wat Bont zijn stu denten onderwees, is niet bekend. Vermoed wordt, dat hij de leerstel lingen van Aristoteles en Ptole- maeus behandelde. Deze twee ge leerden waren de mening toege daan, dat de aarde in het centrum van het heelal staat en dat de zon, maan en sterren om de aarde heen- draaien. Bont was dus niet over tuigd van de ideeën van Coperni cus, die in 1542 in zijn boek „De re- volutionibus orbium caelestium" (Over de omwentelingen der he- 1 mellichamen) stelde dat de zon het middelpunt is en dat de aarde en de andere planeten om de zon draaien. Willibrord Snellius volgde Bont in 1600 op. Ook zijn leerstof was geba seerd op de leer van Ptolemaeus. Snellius is bekend geworden door zijn brekingswetten van het licht. Tevens was hij de eerste die door een uitgebreide driehoeksmeting de straal van de aarde bepaalde. Dit systeem is gebaseerd op het princi pe dat wanneer van een driehoek één zijde en twee hoeken bekend zijn de andere zijden en hoek ook vaststaan. Met behulp van een kwadrant (ook wel hoekmeter ge noemd) berekende Snellius op deze wijze de afstand tussen de kerkto rens van Leiden en Zoeterwoude. Hij trok het hele land door en uit eindelijk zag hij kans de afstand tussen Mechelen en Alkmaar te meten. Met dit gegeven kon Snelli us de omtrek van de aarde bepalen. Sterrewacht Een van de kwadranten van Snelli us kwam in 1632 in het bezit van Jacob Gooi. Gooi, ook wel bekend als Golius, stelde het universiteits bestuur voor deze grote hoekmeter, het apparaat had een straal van twee meter, van hem over te ne men en op het dak van het univer siteitsgebouw een platform te bou wen. Met het kwadrant kon men dan de sterrenhemel bestuderen. De „Fabrijckmeester der Stadt Leijden" ging aan de slag en in het voorjaar van 1633 stond er een waarnemingsplatform op het dak Een radio-contourenkaart van het sterrenstelsel in sterrenbeeld „de Jachthonden". van het Academiegebouw aan het Rapenburg. De Sterrewacht was geboren. Aanvankelijk werd er geen onder zoek verricht, maar bepaalde men zich tot het doorgeven van kennis. De sterrenkundige Johan Lulofs, van 1742 tot 1768 hoogleraar, was de eerste die zich ging bezighouden met onderzoek. Hij nam de plane ten Venus en Mercurius onder de loep en bestudeerde de komst van de komeet Halley. Deze komeet verscheen in .1759 en trok zo'n mas sale belangstelling, dat Lulofs de kans niet kreeg Halley met een spiegeltelescoop te bekijken, maar genoegen moest nemen met een kwadrant. In de jaren 1785 en '86 bestonden er plannen voor een nieuw acade miegebouw. Dat zou betekenen, dat de Sterrewacht een eigen onderko men zou krijgen. De plannen gin gen echter niet door en alles bleef bij het oude. Toch bleef de gedach te aan een eigen sterrenwachtge bouw bestaan. Pas in de tweede helft van de negentiende eeuw werden de nieuwbouwplannen werkelijkheid. De populaire Frede rick Kaiser, hoogleraar sterrenkun de, hield met succes een inzame lingsactie en met steun van de re gering kon een sterrenwacht op een van de voormalige bolwerken Het gebouw van de Leid se Sterre wacht werd in 1861 geo pend. Pieter Kaiser maak te deze foto in het ope ningsjaar. IRAS-gegevens, die op computer band in Leiden arriveren. Sterrenkundigen verwachten erg veel van de IRAS-satelliet en de nog te bouwen millimeter-telescoop op Hawaï. Nog voor de eeuwwisse ling verwacht men de geboorte en de levensloop van de sterren te doorgronden. Met de astrometri- sche satelliet Hipparcos wil men fn de toekomst een verfijnd onder zoek verrichten naar de klassieke onderwerpen van studie in ons ei gen Melkwegstelsel. Men verwacht, dat de studie van explosieve ver schijnselen in de actieve sterren stelsels een enorme vooruitgang zal boeken en dat ook het onderzoek naar de heelalstructuur (kosmolo gie) een grote vlucht zal nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 17