Schreiner Airways: een stukje vergeten luchtvaart V rouwengeschiedenis officieel erkend bijvak VU AMSTERDAM HEEFT PRIMEUR „VROUWEN IN HISTORIE VERKLEDE MANNEN" ZATERDAG 8 OKTOBER 1983 ner Airways in ons land bekend- dan bijvoor de KLM, air of Fok- ok in de pu it wordt deze landse lucht- laatschappij aans stief- rlijk be- Het lijkt een vergeten aart te zijn. nrechte, want iner Airways t met een grootste he- Vervloten ter b(d en heeft ^aast talloze e jelvliegtuigen t elfs twee eigen eelcholen om v^ersvliegers op te leiden. Het bedrijf heeft in alle we ifelen een belangrijke vinger in de olie-industrie-pap. 'p jore-operaties, zakenvluchten, vliegende doktersdien- ^gjluchtfotografie en televisievluchten behoren tot het ggljks pakket handelingen dat Schreiner over de hele ejd verricht. Grondlegger van dit alles is de nu 68-jarige riionier Bob Schreiner, die tot aan het begin van dit er1e scepter zwaaide over het zich gestaag uitbreidende jf en het toen, gezien zijn leeftijd, wel welletjes vond. f Vis sprak met hem en met zijn opvolger, vroegere -man H. S. Jonker, eveneens een man met een uitga lm internationale luchtvaartervaring. tfEN Schreiner Air- srlJ sinds kort gehuisvest in 1 riodern kantorencomplex n°|iden, was tot begin dit vefen puur familiebedrijf, ruls nu definitief voorbij, <1 hoewel alle drie zoons r jens in de luchtvaart "jaam zijn, is nog maar 'r3erde van de aandelen in tt^iner-handen. Toegetre- licöjn de KLM en een groep edianken en verzekerings- happijen. Daarmee Schreiner de relatie met M te bestendigen, ter-, ie kapitaalsimpuls de or- itie bovendien in staat e internationale compe- jol te houden. •en eenvoudig eenmansbe- groeide Schreiner Airways lar uit tot een internationale eJhappij met een aantal doch- lernemingen en overzeese ge- ierde bedrijven, een Raad Jjommissarissen (waarvan Bob .ner zelf voorzitter is), een 'an Bestuur (onder voorzit- ip van de nieuwe grote man jonker) en een staf van direc- De luchtvaartmaatschappij .wereldwijd ruim duizend I dienst van meer dan dertig iliteiten en opereert met Jan 120 vliegtuigen, waaron- jjln tachtig helikopters. *1 Schreiner Airways op vrij en enkele vliegshow ont worden de schijnwerpers ilden op deze maatschappij De reden daarvan is vol- let bedrijf zelf het vrijwel een van een thuismarkt. De iten zijn voornamelijk op tenland gericht. Toch wordt inuit ons land gecoördineerd Itaat er een niet te onder en samenwerking met de ^n met Fokker. De Nationale aartschool in Beek is van ier, terwijl er aparte doch- vooral in moeilijk begaanbare gebieden zijn de oranje-witte helikopters van Schreiner veel gevraagd. Grondlegger Bob Schreiner (rechts) gaf onlangs de dagelijkse leiding over aan KLM-man H. S. Jonker. termaatschappijen zijn voor de elektronica en onderhoud en revi sie van vliegtuiginstrumenten. Ver der heeft Schreiner Botgat een con tract voor het opereren met door radio bestuurde doelvliegtuigen voor het Nederlandse leger. Vlieg tuigen en helikopters controleren pijpleidingen en verzorgen zaken- vluchten. Reservevlieger Het begon allemaal even na de oor log. Bob Schreiner was toen de oor log uitbrak net opgeleid tot reser vevlieger, maar kon bij gebrek aan specialisme tot zijn spijt niet wor den ingezet. Hij probeerde nog naar Engeland te komen, maar ook dat mislukte. Meteen na de oorlog richtte hij een handelmaatschappij op. Hij reisde vliegtuigfabrieken af om hen te vertegenwoordigen. Zijn eerste operationele bezigheden be stonden uit luchtfotografie. Een paar jaar lang fotografeerde Bob Schreiner met een gehuurd vlieg tuigje alle boerderijen in Neder land. Van de opbrengst schafte hij zijn eerste eigen vliegtuigje aan. Reclamevluchten en ander schnab- belwerk leverden hem zoveel op dat hij algauw zijn eerste helikop ter kon kopen. Deze heli nam het reclamewerk over en schiep daar mee een primeur in het Nederland se luchtvaartgebeuren van de jaren vijftig. De opdrachten om bloemen corso's en Sinterklaasoptochten te verlevendigen met helireclame- vluchten stroomden binnen. Het staat allemaal nog in Bob Schreiners geheugen gegrift. „Daarmee deden wij helikopterer varing op in een tijd dat niemand die nog had. Daarmee kregen wij een behoorlijke voorsprong op an deren, een voorsprong, die in het buitenland goed van pas kwam". Toen Schreiner in 1957 via via hoorde, dat ze in het Midden-Oos ten helikopters zochten om olieop drachten uit te voeren in gebieden, waar transport met auto's en boten moeilijk was, ging hij er persoonlijk op af en kreeg de opdrachten. Dit speelde zich af in Iran, waar na de revolutie in 1980 de operatie gelei delijk tot stilstand kwam. Nog staat er in dit land een groot aantal heli kopters van het bedrijf te wachten op betere tijden. Maar inmiddels had Schreiner be kendheid gekregen in de olie-in dustrie en zich uitgebreid naar an dere landen, zoals Nigeria, Indone sië, Maleisië, Zuid-Jemen, Libië en Qatar. Gaandeweg kwam daar Zuid-Amerika bij. Maar ook Trini dad, Australië, Angola, India, de Filippijnen en Spanje konden de know-how van Schreiner goed ge bruiken. Zo groeide het bedrijf van pionierswerk uit tot een van de grootste helikoptermaatschappijen ter wereld. „Het bleek een gat in de markt", constateert Schreiner tevreden. Misschien zou deze markt nooit ontdekt zijn als Schreiner in eigen land in de jaren zestig niet zo'n verbeten concurrentiestrijd had moeten leveren om het toerisme in de lucht. „Dat was geen prettige tijd, voor geen van ons", herinnert Bob Schreiner zich nog haarscherp. „Marginale resultaten en veel zor gen. We vlogen met Friendships en DC 7's, terwijl ondertussen onze overzeese operaties gewoon door gingen. We zijn er tenslotte in 1967 maar mee gestopt en hebben ons geconcentreerd op een ander soort luchtvaart. Het vliegtoerisme was immers in goede handen bij de KLM en Martinair. We zijn ons gaan toeleggen op een dienstverle nende taak in de buitenlandse olie- industrie". Pionierswerk En daar bleek ook genoeg te doen. Bovendien was het luchtvaartge beuren in de afgelegen streken waar Schreiner verzeild raakte, nog een echt stukje pionierswerk. De olie-industrie bleek een goede basis voor de organisatie. Schreiner stelde vliegtuigen en bemanning voor een vastgestelde tijd ter be schikking aan de olie-industrie. Vooral in moeilijk begaanbare ge bieden zijn de oranje-witte helikop ters een veelgevraagd produkt, om dat ze vliegende kranen zijn die desnoods een heel kampement kunnen verplaatsen. Ook zijn ze heel geschikt voor het vervoer van materialen en mensen naar offsho re-installaties, hetzelfde soort acti viteiten als de KLM-helikopters in het Noordzeegebied ontplooien. Schreiner speelt in op de lokale vraag, waarbij een grote flexibili teit zorgt voor een internationale uitwisseling van piloten en werk tuigkundigen. Een grote hulp daar bij zijn ook de beide vliegscholen. In 1968 nam Schreiner de Nationa le Luchtvaartschool in Beek over. Sindsdien worden op de Maas trichtse luchthaven vooral leerling verkeersvliegers uit het buitenland opgeleid. Dit gebeurt in nauwe sa menwerking met Fokker. „We spe len elkaar de bal toe", geeft Schrei ner toe. De verkoop van Fokker- vliegtuigen wordt ook gestimuleerd door de mogelijkheid, mensen uit het kopende land hier op te leiden tot piloot. Momenteel heeft de NLS zo'n tachtig leerlingen, voor het overgrote deel buitenlanders. Hele groepen, waaronder ook vrouwen, komen, gesponsord door de eigen overheid, in ons land hun opleiding volgen om vervolgens in eigen land te gaan vliegen. Ook zitten er vijf tien Nederlandse leerlingen op deze particuliere school. De tweede vliegschool staat in Qatar, waar de school een soort voorselectie is voor hogere brevetten. In 1981 staken Schreiner en de KLM de koppen bij elkaar om van eikaars ervaring te profiteren. De concurrentie groeide uit tot een vorm van samenwerking. Met als resultaat een toetreding van nieu-, we aandeelhouders en een nieuwe man aan het hoofd van Schreiner Airways. H. S. Jonker, afkomstig van de KLM, is niet de eerste de beste. Achtereenvolgens was hij di recteur van de NLM en van KLM- helikopters. Bovendien was hij ja renlang hoofd Marketing bij de KLM met een ruime ervaring in de internationale luchtvaart. Hoewel er geen concrete plannen zijn om de werkzaamheden in Nederland verder uit te breiden, lijkt toch niets het bedrijf nog in de weg te staan om dit te doen. Daardoor zul len we misschien in de toekomst toch wel meer van deze dynami sche luchtvaartgigant te horen krij gen. CORRY VIS nsfERDAM Tand- v%mde eruit, vrou- schiedenis erin. Zo- lijkt de tweede fe- ;ische golf al doorge- zijn dat een acade- buit kan worden gehaald, waar an- grauw zien van het ren. De Vrije Uni- it te Amsterdam |de primeur. „Met in- ■èan dit nieuwe colle- f', luidt de blijde ^jchap, ,,is het moge- oljen officieel erkend t d vrouwengeschiede- l7Jn de VU te volgen, ds hij vak dus en dat e*fek in Nederland •n volledige status, in betekent dat het bijvak-studiepak- etjan vrouwengeschie- M besteed mag wor- neke Ribberink doet de co- Een Rooie Vrouw in het van Abraham Kuyper en ;leine luyden". Ook dat is „Maar de universiteiten van n en Utrecht zullen vol- oorspelt ze haastig. „Toen icht van de studiemogelijk- .jikend werd stond mijn tele- Jfoodgloeiend. Studenten van it uiteenlopende studierich- |en uit heel het land wilden tie of gewoon huri enthou- laten merken. Daarnaast vragen gekregen van vrou- niet studeren. Of er mis- toch gelegenheid bestond colleges te volgen en de ikken te maken? Het be- loe groot de behoefte is aan |ke vrouwenstudies". iig wordt er in Amsterdam ien met 23 studenten. Onder •hts één mannelijke. Jam- i't laatste? Het bijvak beoogt mede een mentaliteitsver- ig te bewerkstelligen ten van de vrouw. En juist in de .Jnwereld pleegt het aan die flfiteit te schorten, zo leert het ;ische credo. Drs. Ribberink „Jammer, ja. Ik denk dat jjs komt door de grote onbe- ld met het vak. En door de gêne toch ook wel die een man moet voelen wanneer hij tussen al lemaal vrouwen zit. Dezelfde gêne die meisjes vroeger voelden in een gezelschap van allemaal mannen. Bovendien speelt het toekomstpers pectief mee. Wat kan ik straks met dat vak bereiken? Ik denk aan banen op het gebied van de eman cipatie. Als die al te vergeven zijn, dan zullen vrouwen natuurlijk de voorkeur krijgen. Getuigt overi gens niet het blote feit dat het vak er gekomen is, van een mentali teitsverandering? Het feit dat drie van de zes docenten mannen zijn?" Studie van 320 uur Oude, middeleeuwse, nieuwe, nieuwste, economische, sociale en niet-westerse geschiedenis zullen onderwezen gaan worden. Het ge heel toegespitst op de vraag hoe de verhoudingen tussen vrouwen en mannen vorm hebben gekregen in verschillende tijden en culturen en in hoeverre maatschappelijke structuren en opvattingen daarop van invloed zijn geweest. Totale zwaarte van het pakket: maar liefst 320 uur studeren. Het hoorcollege heeft als onderwerp „huwelijk, ge zin en sexualiteit in verschillende tijden en culturen". Geen toevallige keuze. „De organisatie van de pri- vé-sfeer waartoe het gezin be hoort", verklaart drs. Ribberink zich nader, „en de machtsverhou dingen binnen huwelijk en gezin die zich ook uitstrekken tot de sexualiteit, waren en zijn uitermate belangrijk in het leven van vrou wen. Het zijn tegelijk zaken die niet los staan van de maatschappe lijk context" Vrouwen die erin zijn geslaagd tot de historie door te dringen, komen uit de geschiedenisboekjes naar vo ren als verklede mannen, klaagt drs. Ribberink. Jacoba van Beieren, Jeanne d'Arc, Kenau Hasselaar. Ofwel het zijn vampiers: Cleopatra, Mata Hari. Vrouwen vormen vijftig procent van de mensheid, maar als groep in de samenleving kom je ze nergens tegen. Wat voor macht hadden ze? Je leest er nooit over. Daarin willen we verandering brengen. We gaan proberen met nieuwe ogen tegen het bronnenma teriaal aan te kijken. We willen openstaan voor frisse ontdekkin gen, verrassende invalshoeken. Geen kretologie alsjeblieft. Het slachtofferige bijvoorbeeld dat ie- urs. annexe HiDDermx: gaan uitmaken mand als Simone de Beauvoir in de vrouwengeschiedenis heeft geïn troduceerd, daar willen we niet meer van uitgaan". IK hoop dat vrouwengeschiedenis een structureel onderdeel van de wetenschap zal Uitgesloten Verrijking van de wetenschap staat drs. Ribberink voor ogen. Totdat de huidige geschiedenisboeken her schreven zijn. „Het moet doorwer ken naar beneden, ja. Dat kinderen op school niets over de geschiede nis van de arbeidersbeweging zou den leren, zou toch ook niet meer haalbaar zijn?". Dezelfde behar- tenswaardige kritiek op het buiten sluiten van vrouwen uit de historie vindt men bij Margret Brügmann, min ot meer een collega van drs. Ribbelink, want ze doceert Vrou wenstudies aan de universiteit van Amsterdam. Die stelt onomwon den: „Vrouw zijn zou je kunnen de finiëren als uitgesloten zijn uit de cultuur". Een voorbeeld: „In de kunst wor den bepaalde thema's altijd als on belangrijk gezien. Gebruikskunst is altijd tweederangs. Waarom? Blijk baar bestaat er een consensus dat kunst niet iets is dat primair voor het gebruik is bestemd. Maar vrou wen hebben juist in de gebruikssec- tor ontzettend mo^ie dingen ge maakt. Je betrapt er jezelf op dat je het gênant vindt om dat op te waarderen. Moeten we dan altijd borduren? Natuurlijk hoeft dat niet altijd. Maar zodra je borduren met een uitsluit als mogelijkheid tot kunstuiting, dreig je ook meteen een stuk geschiedenis van vrouwen tot tweederangs te degraderen. In wezen bestaat er in de cultuur geen „buiten". Mensen worden welis waar kunstmatig buitengesloten gekken, dieven en ook vrou wen maar als je iemand uit sluit, is die persoon er nog wel. Hij functioneert nog in zijn uitgesloten- heid, als stoorzender, als geweten van de maatschappij". Monkelend Het is deze functie (uitgeoefend door de helft van de mensheid nota bene) waarvan in de geschiedenis boekjes nagenoeg elk spoor ont breekt. En wanneer men die func tie al enige aandacht waardig keurt, gebeurt dat monkelend. De „tricoteuses" van Parijs die breiend rond de quillotine zaten geschaard om de koppen van de Franse Revo lutie te zien rollen. Dat moet an ders. Door ons te verdiepen in de historie van de vrouw als maat schappelijke groep, krijgen we een vollediger beeld van de geschiede nis, denkt drs. Ribberink. „Ik noem de hedendaagse geschiedenis. Het facet dat Hitier een anti-feminist was en dat anti-feminisme een be langrijke basis vormde voor het succes van het nazisme en het fas cisme in die dagen, vind ik wel de gelijk van belang voor onze kijk op de historie". Dat is de algemene kant van de medaille. De zuiver wetenschappe lijke. Drs. Ribbelink echter zou een slechte Rooie Vrouw zijn als ze niet ook de feministische keerzijde op poetste. „De studie vrouwenge schiedenis is erop gericht inzicht te krijgen in de verhouding tussen mannen en vrouwen in het verle den, zodat wellicht met die kennis de huidige machtsstructuren tussen man en vrouw kunnen worden verklaard en opgeheven". Hier ba lanceert ze langs een rand waar voor haar academische collega Margret Brügmann al gewaar schuwd heeft in de termen: „Ik denk dat de vrouwenbeweging pre cies even ver is als de laatste vrouw in Nederland denkt. Dat is de toets steen. Niet dat we tien intelligente mandarijnen hebben aan de uni versiteit die de lakens uitdelen. Wil het feminisme een levende bewe ging blijven, dan vind ik dat we meer naar beneden moeten kijken. Zodra je tien geïsoleerde vrouwen hebt, en nog twee in het parlement, zijn de mannen altijd machtiger". Drs. Ribbelink blijkt niet blind voor het gevaar. Ze onderkent dat een vak als vrouwengeschiedenis modieuze trekjes vertoont, met alle risico's van dien. „Nu bestaat er veel belangstelling voor. Maar de golf van het feminisme kan inzak ken. Daarom hoop ik dat vrouwen geschiedenis een structureel onder deel van de wetenschap zal gaan uitmaken iets waar geen enke le student meer omheen zal kun nen". PIET SNOEREN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 23