I
„Noem mij maar flop": niet
bekroond, maar wel erg goed
BOEKEN
WEEK
f y ts
van5t/m15
oktober 1983
Opmerkelijk
romandebuut
Nis van der Hors c
J
üeidóc Qowumt
NIEUWE VERHALEN VAN BIESHEUVEL
„De steen der wijzen": bizarre fantasieën
de-Kloof
MET DE
GOUDEN
GRIFFEL
Ja
^01%,
MEl- fey,
DE BOEKENWEEK VOOR DE JEUGD
Hasse Simonsdochter:
nieuwste historische
roman van Thea Beekman
BOEKEN
WOENSDAG S OKTOBER 1983 PAGIN^D
De dertien nieuwe verhalen
die Biesheuvel publiceert in
een bundel met de titel „De
steen der wijzen", liggen in
het verlengde van al zijn vori
ge verhalen ze zijn alleen
nog meer bizar geworden. De
merkwaardigste gebeurtenis
sen spelen zich af, alle logica
in het vertellen is soms ogen
schijnlijk zoek. Biesheuvel be
geeft zich in de loop van het
verhaal zonder schromen op
wonderlijke zijpaden en dan
moet je maar wachten of en
wanneer hij weer tot zijn ei
genlijke onderwerp terug
keert.
Van meet af aan is weer dui
delijk dat de verhalen fanta
sieën zijn, dat niets op werke
lijkheid stoelt. Het eerste ver
haal, „De steen der wijzen",
laat daarover geen misver
stand bestaan. Biesheuvel
opent zijn vertelling met een
klacht over de verveling waar
hij het slachtoffer van is en
verzucht dat er zich iets moet
voordoen, en verdraaid, ik
zie een kamer in een statig he-
renhuis in het centrum van
Kopenhagen, naar de inrich
ting te oordelen ergens in de
iaren 1920-1925". In dat statige
huis zitten twee heren op de
bank, twee broers, de eerste
een beest van een vent, debiel,
onbehouwen, de ander van
hoge cultuur en kennis. Deze
fijnzinnige man, Karl, blijkt
een droom te hebben gehad
over indianen, steenkorrels die
de grootste wijsheden en geluk
vertegenwoordigen, de maagd
Maria en het Kerstgebeuren.
Niets is te dol. het is maar een
droom. De stenen blijken uit
eindelijk terecht gekomen in
het marmer van een ligbad in
een Japans hotel. Reden ge
noeg voor Karl om deze droom
ernstig te nemen en met zijn
broer naar Japan af te reizen.
Daar staat weer heel wat te
gebeuren!
Te ongeloofwaardig? Biesheu
vel laat je deze onzin-plot ge
boeid lezen, zoals hij heel wat
andere onmogelijke zaken met
een brutaliteit die ongeheerd
is, aan elkaar weet te breien.
De ironie waarmee hij zijn be
denksels neerschrijft is in dit
opzicht zijn kracht: hij slaat
een toon aan alsof hij best be
grijpt dat zijn lezer het maar
raadselachtig en al te gek
vindt. Een nogal unieke ver
teltruc, die het overigens bij
een aantal verhalen weer niet
doet.
Interessanter zijn de verhalen,
waar die verteltruc niet nodig
is, omdat de gebeurtenissen die
Biesheuvel „verzon" of
„droomde" of hoe dan ook in
de geest kreeg, overtuigend
zijn. In deze bundel zijn daar
twee prachtige voorbeelden
van. Het verhaal „Mijn
vrouw" is het relaas van een
hoogleraar in de rechten, met
veel eruditie, culturele kennis
en wat al niet. Zijn vrouw heet
Liza. Geen onwaarschijnlijk
detail wordt de lezer bespaard:
de bizarre wedstrijd op stelten
in de winter naar de burge
meesterswoning van het Lim
burgse dorpje Bemelen, waar
jonge mannen proberen het
eerst bij het bovenraam te zijn,
omdat zij dan de nacht mogen
doorbrengen met een mooi
dorpsmeisje.
Maar het hele verhaal gaat uit
van een wonderbaarlijke situ
atie waar de ik in zit. Hoe
moet hij zijn vrouw beoorde
len? Ze doet de gekste dingen
in zijn ogen, gedraagt zich op
een manier waar hij volstrekt
niet tegen kan, zodat hij ten
slotte op de vlucht gaat. Hij
keert terug, maar' weet nog
niet hoe hij zijn vrouw moet
bekijken. Hij concludeert maar
dat hij haar niet waard is, wat
een grote miskenning van
zichzelf lijkt.
Zo'n schizofreen gevoel is ook
de kern van „De grijze cel",
een angstaanjagend verhaal
van een man. die denkt
krankzinnig te zijn en in een
kliniek te zijn opgenomen, ter
wijl hij gewoon thuis bij zijn
vrouw is. Hij is internationaal
beroemd om zijn literair werk.
Vanuit de geheel gestoorde le
vensvisie van deze man be
schrijft Biesheuvel de neer
gang die hij meemaakt, tot hij
nergens meer te handhaven is.
Moedwil of onmacht?
„De steen der wijzen" is de
achtste verhalenbundel van
Biesheuvel, die steeds meer
een causeur wordt, een vertel
ler die zijn publiek vermaakt
met de meest fantastische ge-
dachtensprongen en flitsende
invallen. Het ziet er naar uit
ADVERTENTIE
Scientific Books
you don't find
elsewhere
BOOX
JanTeriouw
Politiek laat
Jan Terlouw
niet los bij het
schrijven
Jan Terlouw, die tot eind 1982
actief was in de politiek, is een
vooraanstaand kinderboeken
schrijver geworden. Grote be
kendheid kreeg hij met zijn
boek „de Koning van Kato
ren", waarmee hij een Gouden
Griffel en de Oostenrijkse
Jeugdboekenprijs won. Ook
voor zijn succesvolle „Oorlogs
winter" ontving hij een Gou
den Griffel. Zijn laatste boek
„De Kloof", toont opnieuw aan
dat Terlouw zijn politieke in
zichten en idealen bij het
schrijven niet vergeet, maar ze
{"uist als inspiratiebron ge-
>ruikt.
De titel „De Kloof" is wat dat
betreft duidelijk: dit verhaal
draait om de grootste kloof die
de wereld teistert, namelijk
die tussen arm en rijk. In het
verhaal, dat zich afspeelt in
een denkbeeldig land, Berg en
Dal, is die kloof niet allen in
figuurlijke, maar ook in letter
lijke zin aanwezig. Een aard
beving heeft 45 jaar geleden
land in tweeën gescheurd,
waardoor Berg van Dal wer
den gescheiden. De hoofdper
soon van het boek, een gedre
ven jongen van 16 jaar met de
merkwaardige naam Ginder,
verbaast zich erover dat er nog
steeds geen brug is over de
kloof. Wanneer Ginder zijn
grootmoeder overlijdt laat ze
hem twee dagboeken na, die
een geheim bevatten, maar die
dagboeken verbranden helaas.
Slechts twee half verkoolde
pagina's blijven over. Er staan
vage aanwijzingen in over de
kloof, over Dal en dr burg,
maar er is weinig uit op te ma
ken. Ginder gaat op onderzoek
uit. Gaandeweg rijst bij hem
en bij Barbara, een meisje uit
Dal, het vermoeden dat er op
zet in het spel is. Dat de kloof
opzetterlijk in stand wordt ge
houden. De vraag is alleen
door wie en welk belang er
mee gediend is.
Het boek, bestemd voor oude
re kinderen, is spannend,
maar ook belerend, „stich
tend", dat zal inmiddels wel
duidelijk zijn. Of dat laatste
een kwalificatie is of juist niet,
moet ieder voor zich uitma
ken. Wie vindt, dat het wel
wat dat betreft wel wat min
der zou kunnen, moet zich
daarbij wel realiseren dat hij
daarmee niet oordeelt over
een deel van Terlouw's werk,
maar over zijn gehele werk.
Van een politicus kan men
geen vrijblijvende boeken ver
wachten.
LEO HENNY
Jan Terlouw: De Kloof. Uit
geverij: Lemniscaat. Gebon
den 175 bladzijden. Prijs:
Lang van tevoren is er ge
werkt, gelezen en vergeleken
om voor dit jaar de beste
schrijvers van kinderboeken
uit te kiezen. Als je het lijstje
bekijkt zijn er vast boeken bij
die je misschien al gelezen
hebt. Niet? Dan gauw doen.
„Ronja de roversdochter" van
Astrid Lindgrun bijvoorbeeld
is een mooi en spannend ver
haal over de dochter van een
roverhoofdman. Ronja maakt
haar vader kwaad omdat ze
vriendschap sluit met Birk. En
dat is nu uitgerekend de zoon
van haar vaders grootste vij
and. Hij staat aan het hoofd
van een andere roversbende.
Ronja's vader is daar helemaal
niet blij mee; hij is woedend.
Ronja en Birk willen toch met
elkaar blijven omgaan, dus ne
men ze de vlucht. Zij hebben
het erg naar hun zin, maar als
het eens een gure winter zou
worden? Daar willen ze voor
lopig nog niet aan denken
24,90) Voor vanaf 9 jaar.
In „Een brug naar Terabithia"
van Katherine Paterson (uit
geverij Holland) kun je lezen
over een jongen en een meisje,
die buurkinderen zijn en zo
vrienden worden. Het speelt
in deze tijd en ze fantaseren er
op los. Dan gebeurt er iets heel
verdrietigs, het vriendinnetje
krijgt een ongeluk. Toch vin
dén heel veel kinderen rond
11 jaar dit een heel mooi boek
I[f 17,90).
Bekroond zijn verder:
„De Bavianenkoning" door
Anton Quintana, van Goor
Jeugdboeken, vanaf 13 jaar
19.50);
„Sarah en de deur" door V.
Allen Jensen, van Leopold,
voor 3 jaar (f 13,90);
„Voor niks gaat de zon op"
van Els Pelgrom, van Zwijsen,
13,25), 8 jaar;
„Hier ben ik dan...." door
Henk Bernard, van Halkema
en Warendorf 19,50) voor
10 jaar;
„Dicht langs de huizen" door
Willem Wilmink, van Bert
Bakker {f 14,50) voor 12 jaar;
„Het oneindige verhaal" door
M. Ende, van A.W. Sythof, 13
jaar en ouder, f 24,50.
ALs je in de boekhandel sa
men met je ouders „De boe
kenmolen" nummer 38 op
haalt, vind je achterin inhoud-
beschrijvingen van bovenge
noemde boeken. Je gaat er
maar eens rustig voor zitten.
Wie weet mag je ter ere van
deze boekenweek een eigen
boek kopen en kies je voor een
verhaal dat je wel al drie keer
geleend hebt in de bieb, zo
mooi vond je dat.
Er wordt in deze tijd een boe
kenbeurs gehouden, waar de
kinderboeken-uitgevers laten
zien welke nieuwe boeken er
zijn en wat er binnenkort nog
aan nieuwe titels verschijnen
gaat. Hier volgt een klein
overzicht:
Voor de hele kleintjes:
„Waar is mijn toddeltje?", door
Yvonne Keuls-Karin Vogtlan-
der. Over het pluisdoekje van
een klein meisje (f 14,90). En
wat dacht je van: „Ko de bos
wachter", door Berny Bos met
tekeningen van The Tjong
Khing? Voor vanaf 5 jaar
18,90).
Er zijn ook goedkopere boeken
f 9,50) met titels als: „De
weggegeven jongen" (over het
adopteren van een negeijonge-
tje), door Neufeld en „De adju
dant van de vrachtwagen",
door S. van Iterson (een jon
gen trekt als „hulpje" van een
vrachtwagenchauffeur dwars
door het Andesgebergte (12
jaar).
Voor de oudste jeugd komt er
een vervolg op „In het teken
van de rode zon". Het nieuwe
boek heet „In het teken van
BEKROOND
de hemelse beer", door Federi-
ca de Tesco en is gebaseerd op
de Japanse mythologie. De
schrijfster is getrouwd met eên
Japanse fotograaf, vandaar.
Misschien is het boek „De gou
den daken van Lhasa" meer
bekend. Over een Engels
meisje, dat met een Tibetaanse
vriendin te paard over de Hi
malaya trekt om in Lhasa de
nieuwjaarsfeesten mee te ma
ken. Boeiend, ook om de infor
matie die je krijgt over land en
mensen en de godsdienst van
Tibet.
Bij Ploegsma gaat een nieuwe
verhalenbundel uitkomen:
„Luisterrijk" door Sarah St.
Corrin met tekeningen van S.
Hughes f 35,-) om voor te le
zen en zelf te lezen (het is een
verzameling uit verhalen
Rond de vijf en verhalen Rond
de zes, die niet meer verschij
nen).
Een heruitgave komt er van
„Het malle ding" van Bobbis-
tiek, door L. Kooiker {f 19,90)
over twee jongens die ver-
dwijnpasta willen uitvinden.
Lekker gemakkelijk.
Ondanks dat het een verhaal
is met veel ellende, toch een
herdruk van „De kinderkara
vaan" door A. Rutgers-de
Loeff. Voor Vanaf 10 jaar
19.90).
Bij uitgeverij Gottmer dikke
kartonnen boekjes over Dik-
kie Dik, de ondernemende kat
uit Sesamstraat, voor 2 tot 4
jaar. Dikkie Dik (omkeer-
Anton Quin
tana kreeg
voor zijn
boek De
Bavianenko
ning" de
„Gouden
Griffel".
boekje) door Jet Boeke. In de
eerste helft staat „Het vogel
tje" en als je het boekje om
draait „De speelgoed beer"
7,90).
Van Hellen Oxenbury Eerste
prentenboekjes 9,75) over
herkenbare onderwerpen zoals
misselijk worden in de auto,
naar school of uit eten gaan.
Op ballet zitten en een ver-
jaarspartijtje geven.
Uitgeverij Van Reemst heeft
prachtige zogenaamde flapuit-
boeken voor kleuters en lief
hebbers. Geen gewoon lees
boek, maar op iedere bladzijde
die je openslaat vouwen de
hoofdfiguren zich uit in de
ruimte. Het ziet er ook heel
fris en vrolijk van kleur uit.
Je moet er natuurlijk voor
zichtiger mee zijn dan met een
gewoon boek, maar bij zo iets
spannends doe je dat vanzelf.
Ó.a.: „Er is een muis in huis",
„Rennen", „Konijntje" „Ren
nen", door R. Fowler 17,50).
Om je te laten zien dat een
boek heus niet bekroond hoeft
te zijn om goed te zijn, iets
over „Noem mij maar Flop",
door C. Hafkamp, geschreven
en uitgegeven door Christo-
foor 19,50). Floortje noemt
zich nooit Floortje zoals ze
heet, maar meestal Flop. En
reuzeflop vindt ze zich, alles is
ook een beetje raar aan d'r.
Het begon er al mee dat haar
ouders bij een ernstig auto-on
geluk allebei dood gingen.
Floortje. vier weken oud, werd
tot haar derde jaar opgevoed
door de buren. En toen mocht
ze bij tante Katauw komen.
Daar moet Floortje haar heel
dankbaar voor zijn, dat zegt
tante minstens twee keer per
week. Als het verhaal begint
hoeft dat allemaal niet meer,
want tante Katauw heeft geen
zin meer in een kind dat" zelf
denkt en dat zelf dingen wil.
Flops oma is terug uit Enge
land en Flop mag naar haar
toe. Bang en zenuwachtig is
Flop als ze op oma's stoepje
staat en opgelucht, als ze
merkt, dat oma's handen niet
koud en knijperig aanvoelen,
maar juist vriendelijk en
zacht. Terwijl oma eji tante
KINDER?
over haar praten ziet Flop dat
er iets vreemd is met oma's ge
zicht. Het linkeroog gaat steed
open en dicht. Als tante einde
lijk weg is vraagt Flop: „Is uw
oog over?". „Wat is er met
mijn oog?". „Dat ging daar
straks steeds even dicht", zegt
Flop. Wat is oma dan veront
waardigd: „Ik gaf je knipoog
jes".
Knipoogjes worden alleen ge
geven door aardige mensen
weet Flop. Dan opeens weet ze
zeker dat het best fijn zal kun
nen zijn bij oma. Je hebt wel
al begrepen aan de manier
waarop Flop haar tante noemt,
dat die niet zo erg aardig was.
Beetje bij beetje ontdekt oma
hoe Floortje Flop geworden is.
Verbeeld je, tien jaar en ze
heeft nog nooit op een fiets ge
zeten. (Veel te gevaarlijk vindt
tante.) Eigen boeken? Nooit
gehad. (Allemaal kinderachti
ge onzin, daar leer je toch niks
van). Bij grootmoe Grommel,
zoals Flop haar noemt, ontdekt
ze heel veel spannende din
gen. Als je meer wilt weten
over hoe een domme lange
Katauwflop een vrolijke blije
Grommelflop wordt, lees dan
„Noem mij maar Flop".
Opvallend in dit verhaal over
een tienjarig meisje is de in
vloed die er uitgaat van de
manier waarop mensen met
haar omgaan. Bedplassen en
veel naar de WC moeten op
ongelegen momenten is een
probleem voor Flop. Tijdens
een boswandeling moet ze
weer. „Kruip maar even ach
ter een boom", zegt oma en
niet: „Stel je niet aan, we zijn
bijna thuis". Bij haar is alles
gemakkelijk, bij oma is ze
geen Flop maar echt Flopje.
Die vanzelfsprekendheid: „Je
bent zoals je bent en dat is
goed" ademt het hele verhaal.
Flopje is een kind dat emotio
neel nog sterk gebonden is aan
een fantasievolle wereld. Echt
en niet echt, werkelijkheid en
onwerkelijkheid lopen door el
kaar heen. Eigen verzinsels,
versjes en dieren horen daar
bij. Spelletjes en grapjes van
dit soort kinderen worden
door volwassenen, die zelf als
kind totaal anders waren, niet
begrepen. Stout, dom en lastig
en nooit erbij, zijn ze in hun
ogen. Ouders-kinderen, ze
kunnen zo erg verschillen van
elkaar, moeilijk omdat zo maar
te accepteren.
Heel jammer is dat de inhoud
van dit boek door de illustra
tor niet zo best begrepen is.
Als je leest over een meisje dat
haar vlechten naar achteren
duwt en het plaatje laat een
meisje met losse haren zien,
hoe zit dat dan? (Kinderen zijn
daar heel precies in en te
recht). De omslag geeft even
min de sfeer weer van zoals je
je Flop voorstelt, om van oma
maar niet te spreken. Laat dat
echter niemand weerhouden
om dit boek te lezen. Voor
vanaf 9 jaar tot volwassenen.
„Samen schuilen", eveneens
door C. Hafkamp met mooie
illustraties van Ietje Rijnsbur
ger. Over een meisje dat ver
schrikkelijk graag leest, daar
bij alles om zich heen vergeet
en twee vingers in haar mond
steekt. Als je al in de vierde
klas zit, doe je dat toch eigen
lijk niet meer? Stiekum kan
wel, vindt ze, maar ze moet
uitkijken voor de klas, want ze
pesten haar toch al zo. Geluk
kig is er Sip en samen hebben
ze geheimen (uitgeverij Chris-
tofoor).
MARIE JOSÉ WILLEMSE
,MET WOLF IS ALLES IN ORDF
c
T
tgev
,VEB
NV
»md d
ps n
tel
OS. I
heer
gend
pst t
id m<
Maarten Biesheuvel
dat hij daar tot in lengte van J. M. A. Biesheuvel: „De
dagen mee bezig zal zijn. Zou steen der wijzen"-verhalen.
hij echt niets anders kunnen? Uitgave Meulenhoff. Prijs
JAN VERSTAPPEN f 22.5» Cgeb. Ultg. 35.-).
„Met Wolf is alles in orde" is
een in veel opzichten onge
woon en opmerkelijk debuut
van een romanschrijver, Nis
van der Horst, die zich hier
mee presenteert als een kun
dig auteur. Het boek vertelt
een geheel eigentijdse geschie
denis: de hoofdpersoon Wolf is
speelbal van een wereld,
waarin hij zonder enige zeker
heid te vinden, zonder een ba
sis te hebben, vorm moet ge
ven aan zijn leven. Dat mis
lukt.
Op zich is er niets ongewoon
aan zo'n verhaal in een debuu
troman. Hoeveel schrijvers be
gonnen meer of minder
schoorvoetend met een roman,
waarin zij meestal eigen leed,
dat de wereld over hen uit
stortte, tot het thema van een
verhaal ombouwden? Hoeveel
auteurs wentelden zich in hun
eerste verhalen of romans niet
in een autobiografisch zelfme
delijden? Niets daarvan bij
deze eerste roman van Nis van
der Horst, die een held (of an
tiheld) van onze dagen op een
ironische, gevatte en geheel ei
gen wijze gestalte heeft. Een
held, waarvan je nergens het
gevoel hebt, dat hij als twee
druppels water op de auteur
zelf lijkt, ook al kennen we
hem nauwelijks.
Wat verder een heel eigen in
druk maakt, is de vertelwijze
die Nis van der Horst bezigt in
zijn verhaal over Wolf. Inder
daad, zoals de flaptekst stelt,
meer Amerikaans dan vader
lands of continentaal. Het ver
haal wordt verteld in een vrij
nauwkeurige weergave van
vele momenten, die van be
lang zijn in de ontwikkeling
van Wolf. Die fragmenten zijn
registraties van gebeurtenissen
en gesprekken (in het boek
komt ongelooflijk veel zeer
authentiek aandoende dialoog
voor). Wat ontbreekt zijn de
introspecties, de filosofiën, de
psychologische uitweidingen
en verduidelijkingen. Dat doet
inderdaad sterk denken aan
een boek als „De wereld vol
gens Garp" van John Irving
en vele andere Amerikaanse
succesromans, die met deze
filmische techniek zijn ge
schreven.
Wolf is zowat de enige persoon
in het boek die we van naam
leren kennen. Zelfs Wolfs
vrouw, die toch een sleutelpo
sitie inneemt, blijft naamloos.
(Op zich is het al een tech-
Megg
ken
ftijds)
nisch hoogstandje dat Var
Horst een verhaal van i
dan 300 pagina's, waarin I
wat personages optreder»
kan vertellen, vrijwel zc| '11
namen te noemen). Het
Wolf om allerlei redenen
goed. Hij heeft zich vai
middelbare school laten I
ren, moedwillig, door tfDH
vriendinntje zwanger te 1 „P<
worden. Gedwongen huw^'g"
weg uit het gehate oude
huis, eindelijk vrij.
Aan de slag komt hij voorf"*
niet. Op een bepaald mor 19
lukt dat dan toch in een;teec
rommelige zaak, waar hij <ens\
pagnon van de eigenaar wQn
worden. Intussen is het al l i
mis in zijn huwelijk. De 3
haalde ontrouw van zari
vrouw leidt tot een echtsóotio
ding, Wolf onderwerpt m. ft
aan een soort psychology gi
begeleiding van een scherp
nige vrouw (die ook een n
krijgt) en raakt langzar1" c
hand tot het inzicht datnen
werkelijk van zijn vrbhte
houdt. Hij zoekt weer toenissaa
ring, gaat weer bij haar nne
nen, maar raakt steeds
nieuw geschokt door de ai'
res van zijn vrouw, die le[*6-
tot toestanden met partner
Wolf gaat zelf buitenechte aI|
relaties aan, maar het zint fr O
allemaal niet. Uiteindelijk ^ar
de relatie met zijn vrouwt011^1
verhaal zelf een opmerkfm®n
boek. Veel blijft liggen, ir?r6ie
ontwikkelingen, allerlei zalter
die op zeker moment aartf ®r
orde komen, vinden naii1 hoi
lijks of geen vervolg. Sln d"
ook lijkt een zekere opjren-
vlakkigheid, cliché-matigflnner
zelfs, in de beschrijvingen Patiei
de gebeurtenissen door te l<frden
ken. Dat neemt niet wegr®n^
„Met Wolf is alles in orde"fc'a'(
voor Nederlandse begripf31" z'
nogal apart boek is war11,
nieuwe wegen worden inge^
gen, die misschien tot heel F1 e^J
aardigs kunnen leiden wat^e
treft de techniek van verhseten
vertellen.
De afstand die Nis van
Horst doorlopend neemt - "L
zijn hoofdfiguur Wolf enirsoel
ironie die daaruit voortvld^^
geven het boek een erg prJB*
ge sfeer.
JAN VERSTAPH
Nis van der Horst: „B
Wolf is alles in orde",
man. Uitg. Meulenh
Prijs 29,50
ju
pr«^—
p!(SS
~RO-
nde
imaal
\chte.
I, de
Thea Beekman is als kinder
boekenschrijfster niet meer
weg te denken. Met haar his
torische jeugdboeken won zij
in binnen- en buitenland tal
van prijzen. Dat zij voor het
schrijven van zo'n boek hele
maal in de geschiedenis duikt
waarvoor zij ook veel reist
is ook duidelijk te merken
aan „Hasse Simonsdochter",
haar nieuwste boek, een pil
van 260 bladzijden.
Hasse Simonsdochter is een
avonturenboek zonder weerga.
Nu eens niet een boek waarin
een jongen de kloeke hoofdrol
speelt, maar waarin ditmaal
een meisje alle avonturen voor
haar rekening neemt.
Hasse Simonsdochter is de
dochter van een manden-
vlechter in Kampen ten tijde
van de Hanzesteden en de
Hoekse en Kabeljauwse twis
ten. Hasse vindt het in de stad
maar niks, veel te druk en be
nauwd. Zij zoekt dan ook de
natuur op en met haal zelfge
maakte pijl en boog zwerft zij
door de rietlanden langs de
Ijssel. Hasse is een individua-
liste, die graag haar eigen be
slissingen neemt en dat zijn nu
niet bepaald de meest dagelijk
se beslissingen. Zij vertikt het
om te trouwen, zoals haar ou
ders graag zouden zien, maar
doet dat prompt wel wanneer
ze op een Schavot de man ziet
staan die haar het leven redde.
Door hem te „verbidden", met
hem te trouwen, redt zij hem
nu. Deze man, Jan van Schaf-
felaar, voorwaar geen onbe
kende in de vaderlandse ge
schiedenis, staat aan het hoofd
van een troep huurlingen en
daarbij sluit Hasse zich aan. Al
snel blijkt zij wat betreft het
boogschieten niets voor de
mannen onder te doen, het
geen respect bij hen afdwingt.
Als jongen verkleed doet zij
mee aan overvallen, waarbij
zij haar mannetie straat. Een
woonlijk nog helemaal
meetelde. Hasse geniet rten
volle teugen van het vrije të d
avontuurlijke leventje op tiorgt
Veluwe, maar wanneer iuis
vendel in Barneveld wordt vordi
gesloten maakt de pret pla^ (Jo
voor angst en twijfels. Zul bidt I
ze de belegering overlev&45
Hoe het Jan van Schaffela
verging weten we alleméL
maar ook de verdere lotgevjOl/
len van Hasse al te verklapj^jy
gaat wat te ver. F1
|e f/'i
Het boek is bestemd voor öottei
dere kinderen, die op deze rqVou
nier lezenderwijs heel wat
zer worden over een stu|
Nederlandse geschiedenis. I
alleen wat betreft de gebeuii
nissen, maak vooral om
betreft het dagelijkse levent)<
die lang vervlogen dagen.
boek is zo boeiend en i
pend geschreven, dat gevreli
moet worden dat er tot ver Nu,
bedtijd met behulp van
lantaarns onder de dekens iïaar
wordt doorgelezen. figen
beeft
Thea Beekman: Hasse
monsdochter. Uitgever
Lemniscaat. Gebonden
he i