I „Noem mij maar flop": niet bekroond, maar wel erg goed BOEKEN WEEK f y ts van5t/m15 oktober 1983 Opmerkelijk romandebuut Nis van der Hors c J üeidóc Qowumt NIEUWE VERHALEN VAN BIESHEUVEL „De steen der wijzen": bizarre fantasieën de-Kloof MET DE GOUDEN GRIFFEL Ja ^01%, MEl- fey, DE BOEKENWEEK VOOR DE JEUGD Hasse Simonsdochter: nieuwste historische roman van Thea Beekman BOEKEN WOENSDAG S OKTOBER 1983 PAGIN^D De dertien nieuwe verhalen die Biesheuvel publiceert in een bundel met de titel „De steen der wijzen", liggen in het verlengde van al zijn vori ge verhalen ze zijn alleen nog meer bizar geworden. De merkwaardigste gebeurtenis sen spelen zich af, alle logica in het vertellen is soms ogen schijnlijk zoek. Biesheuvel be geeft zich in de loop van het verhaal zonder schromen op wonderlijke zijpaden en dan moet je maar wachten of en wanneer hij weer tot zijn ei genlijke onderwerp terug keert. Van meet af aan is weer dui delijk dat de verhalen fanta sieën zijn, dat niets op werke lijkheid stoelt. Het eerste ver haal, „De steen der wijzen", laat daarover geen misver stand bestaan. Biesheuvel opent zijn vertelling met een klacht over de verveling waar hij het slachtoffer van is en verzucht dat er zich iets moet voordoen, en verdraaid, ik zie een kamer in een statig he- renhuis in het centrum van Kopenhagen, naar de inrich ting te oordelen ergens in de iaren 1920-1925". In dat statige huis zitten twee heren op de bank, twee broers, de eerste een beest van een vent, debiel, onbehouwen, de ander van hoge cultuur en kennis. Deze fijnzinnige man, Karl, blijkt een droom te hebben gehad over indianen, steenkorrels die de grootste wijsheden en geluk vertegenwoordigen, de maagd Maria en het Kerstgebeuren. Niets is te dol. het is maar een droom. De stenen blijken uit eindelijk terecht gekomen in het marmer van een ligbad in een Japans hotel. Reden ge noeg voor Karl om deze droom ernstig te nemen en met zijn broer naar Japan af te reizen. Daar staat weer heel wat te gebeuren! Te ongeloofwaardig? Biesheu vel laat je deze onzin-plot ge boeid lezen, zoals hij heel wat andere onmogelijke zaken met een brutaliteit die ongeheerd is, aan elkaar weet te breien. De ironie waarmee hij zijn be denksels neerschrijft is in dit opzicht zijn kracht: hij slaat een toon aan alsof hij best be grijpt dat zijn lezer het maar raadselachtig en al te gek vindt. Een nogal unieke ver teltruc, die het overigens bij een aantal verhalen weer niet doet. Interessanter zijn de verhalen, waar die verteltruc niet nodig is, omdat de gebeurtenissen die Biesheuvel „verzon" of „droomde" of hoe dan ook in de geest kreeg, overtuigend zijn. In deze bundel zijn daar twee prachtige voorbeelden van. Het verhaal „Mijn vrouw" is het relaas van een hoogleraar in de rechten, met veel eruditie, culturele kennis en wat al niet. Zijn vrouw heet Liza. Geen onwaarschijnlijk detail wordt de lezer bespaard: de bizarre wedstrijd op stelten in de winter naar de burge meesterswoning van het Lim burgse dorpje Bemelen, waar jonge mannen proberen het eerst bij het bovenraam te zijn, omdat zij dan de nacht mogen doorbrengen met een mooi dorpsmeisje. Maar het hele verhaal gaat uit van een wonderbaarlijke situ atie waar de ik in zit. Hoe moet hij zijn vrouw beoorde len? Ze doet de gekste dingen in zijn ogen, gedraagt zich op een manier waar hij volstrekt niet tegen kan, zodat hij ten slotte op de vlucht gaat. Hij keert terug, maar' weet nog niet hoe hij zijn vrouw moet bekijken. Hij concludeert maar dat hij haar niet waard is, wat een grote miskenning van zichzelf lijkt. Zo'n schizofreen gevoel is ook de kern van „De grijze cel", een angstaanjagend verhaal van een man. die denkt krankzinnig te zijn en in een kliniek te zijn opgenomen, ter wijl hij gewoon thuis bij zijn vrouw is. Hij is internationaal beroemd om zijn literair werk. Vanuit de geheel gestoorde le vensvisie van deze man be schrijft Biesheuvel de neer gang die hij meemaakt, tot hij nergens meer te handhaven is. Moedwil of onmacht? „De steen der wijzen" is de achtste verhalenbundel van Biesheuvel, die steeds meer een causeur wordt, een vertel ler die zijn publiek vermaakt met de meest fantastische ge- dachtensprongen en flitsende invallen. Het ziet er naar uit ADVERTENTIE Scientific Books you don't find elsewhere BOOX JanTeriouw Politiek laat Jan Terlouw niet los bij het schrijven Jan Terlouw, die tot eind 1982 actief was in de politiek, is een vooraanstaand kinderboeken schrijver geworden. Grote be kendheid kreeg hij met zijn boek „de Koning van Kato ren", waarmee hij een Gouden Griffel en de Oostenrijkse Jeugdboekenprijs won. Ook voor zijn succesvolle „Oorlogs winter" ontving hij een Gou den Griffel. Zijn laatste boek „De Kloof", toont opnieuw aan dat Terlouw zijn politieke in zichten en idealen bij het schrijven niet vergeet, maar ze {"uist als inspiratiebron ge- >ruikt. De titel „De Kloof" is wat dat betreft duidelijk: dit verhaal draait om de grootste kloof die de wereld teistert, namelijk die tussen arm en rijk. In het verhaal, dat zich afspeelt in een denkbeeldig land, Berg en Dal, is die kloof niet allen in figuurlijke, maar ook in letter lijke zin aanwezig. Een aard beving heeft 45 jaar geleden land in tweeën gescheurd, waardoor Berg van Dal wer den gescheiden. De hoofdper soon van het boek, een gedre ven jongen van 16 jaar met de merkwaardige naam Ginder, verbaast zich erover dat er nog steeds geen brug is over de kloof. Wanneer Ginder zijn grootmoeder overlijdt laat ze hem twee dagboeken na, die een geheim bevatten, maar die dagboeken verbranden helaas. Slechts twee half verkoolde pagina's blijven over. Er staan vage aanwijzingen in over de kloof, over Dal en dr burg, maar er is weinig uit op te ma ken. Ginder gaat op onderzoek uit. Gaandeweg rijst bij hem en bij Barbara, een meisje uit Dal, het vermoeden dat er op zet in het spel is. Dat de kloof opzetterlijk in stand wordt ge houden. De vraag is alleen door wie en welk belang er mee gediend is. Het boek, bestemd voor oude re kinderen, is spannend, maar ook belerend, „stich tend", dat zal inmiddels wel duidelijk zijn. Of dat laatste een kwalificatie is of juist niet, moet ieder voor zich uitma ken. Wie vindt, dat het wel wat dat betreft wel wat min der zou kunnen, moet zich daarbij wel realiseren dat hij daarmee niet oordeelt over een deel van Terlouw's werk, maar over zijn gehele werk. Van een politicus kan men geen vrijblijvende boeken ver wachten. LEO HENNY Jan Terlouw: De Kloof. Uit geverij: Lemniscaat. Gebon den 175 bladzijden. Prijs: Lang van tevoren is er ge werkt, gelezen en vergeleken om voor dit jaar de beste schrijvers van kinderboeken uit te kiezen. Als je het lijstje bekijkt zijn er vast boeken bij die je misschien al gelezen hebt. Niet? Dan gauw doen. „Ronja de roversdochter" van Astrid Lindgrun bijvoorbeeld is een mooi en spannend ver haal over de dochter van een roverhoofdman. Ronja maakt haar vader kwaad omdat ze vriendschap sluit met Birk. En dat is nu uitgerekend de zoon van haar vaders grootste vij and. Hij staat aan het hoofd van een andere roversbende. Ronja's vader is daar helemaal niet blij mee; hij is woedend. Ronja en Birk willen toch met elkaar blijven omgaan, dus ne men ze de vlucht. Zij hebben het erg naar hun zin, maar als het eens een gure winter zou worden? Daar willen ze voor lopig nog niet aan denken 24,90) Voor vanaf 9 jaar. In „Een brug naar Terabithia" van Katherine Paterson (uit geverij Holland) kun je lezen over een jongen en een meisje, die buurkinderen zijn en zo vrienden worden. Het speelt in deze tijd en ze fantaseren er op los. Dan gebeurt er iets heel verdrietigs, het vriendinnetje krijgt een ongeluk. Toch vin dén heel veel kinderen rond 11 jaar dit een heel mooi boek I[f 17,90). Bekroond zijn verder: „De Bavianenkoning" door Anton Quintana, van Goor Jeugdboeken, vanaf 13 jaar 19.50); „Sarah en de deur" door V. Allen Jensen, van Leopold, voor 3 jaar (f 13,90); „Voor niks gaat de zon op" van Els Pelgrom, van Zwijsen, 13,25), 8 jaar; „Hier ben ik dan...." door Henk Bernard, van Halkema en Warendorf 19,50) voor 10 jaar; „Dicht langs de huizen" door Willem Wilmink, van Bert Bakker {f 14,50) voor 12 jaar; „Het oneindige verhaal" door M. Ende, van A.W. Sythof, 13 jaar en ouder, f 24,50. ALs je in de boekhandel sa men met je ouders „De boe kenmolen" nummer 38 op haalt, vind je achterin inhoud- beschrijvingen van bovenge noemde boeken. Je gaat er maar eens rustig voor zitten. Wie weet mag je ter ere van deze boekenweek een eigen boek kopen en kies je voor een verhaal dat je wel al drie keer geleend hebt in de bieb, zo mooi vond je dat. Er wordt in deze tijd een boe kenbeurs gehouden, waar de kinderboeken-uitgevers laten zien welke nieuwe boeken er zijn en wat er binnenkort nog aan nieuwe titels verschijnen gaat. Hier volgt een klein overzicht: Voor de hele kleintjes: „Waar is mijn toddeltje?", door Yvonne Keuls-Karin Vogtlan- der. Over het pluisdoekje van een klein meisje (f 14,90). En wat dacht je van: „Ko de bos wachter", door Berny Bos met tekeningen van The Tjong Khing? Voor vanaf 5 jaar 18,90). Er zijn ook goedkopere boeken f 9,50) met titels als: „De weggegeven jongen" (over het adopteren van een negeijonge- tje), door Neufeld en „De adju dant van de vrachtwagen", door S. van Iterson (een jon gen trekt als „hulpje" van een vrachtwagenchauffeur dwars door het Andesgebergte (12 jaar). Voor de oudste jeugd komt er een vervolg op „In het teken van de rode zon". Het nieuwe boek heet „In het teken van BEKROOND de hemelse beer", door Federi- ca de Tesco en is gebaseerd op de Japanse mythologie. De schrijfster is getrouwd met eên Japanse fotograaf, vandaar. Misschien is het boek „De gou den daken van Lhasa" meer bekend. Over een Engels meisje, dat met een Tibetaanse vriendin te paard over de Hi malaya trekt om in Lhasa de nieuwjaarsfeesten mee te ma ken. Boeiend, ook om de infor matie die je krijgt over land en mensen en de godsdienst van Tibet. Bij Ploegsma gaat een nieuwe verhalenbundel uitkomen: „Luisterrijk" door Sarah St. Corrin met tekeningen van S. Hughes f 35,-) om voor te le zen en zelf te lezen (het is een verzameling uit verhalen Rond de vijf en verhalen Rond de zes, die niet meer verschij nen). Een heruitgave komt er van „Het malle ding" van Bobbis- tiek, door L. Kooiker {f 19,90) over twee jongens die ver- dwijnpasta willen uitvinden. Lekker gemakkelijk. Ondanks dat het een verhaal is met veel ellende, toch een herdruk van „De kinderkara vaan" door A. Rutgers-de Loeff. Voor Vanaf 10 jaar 19.90). Bij uitgeverij Gottmer dikke kartonnen boekjes over Dik- kie Dik, de ondernemende kat uit Sesamstraat, voor 2 tot 4 jaar. Dikkie Dik (omkeer- Anton Quin tana kreeg voor zijn boek De Bavianenko ning" de „Gouden Griffel". boekje) door Jet Boeke. In de eerste helft staat „Het vogel tje" en als je het boekje om draait „De speelgoed beer" 7,90). Van Hellen Oxenbury Eerste prentenboekjes 9,75) over herkenbare onderwerpen zoals misselijk worden in de auto, naar school of uit eten gaan. Op ballet zitten en een ver- jaarspartijtje geven. Uitgeverij Van Reemst heeft prachtige zogenaamde flapuit- boeken voor kleuters en lief hebbers. Geen gewoon lees boek, maar op iedere bladzijde die je openslaat vouwen de hoofdfiguren zich uit in de ruimte. Het ziet er ook heel fris en vrolijk van kleur uit. Je moet er natuurlijk voor zichtiger mee zijn dan met een gewoon boek, maar bij zo iets spannends doe je dat vanzelf. Ó.a.: „Er is een muis in huis", „Rennen", „Konijntje" „Ren nen", door R. Fowler 17,50). Om je te laten zien dat een boek heus niet bekroond hoeft te zijn om goed te zijn, iets over „Noem mij maar Flop", door C. Hafkamp, geschreven en uitgegeven door Christo- foor 19,50). Floortje noemt zich nooit Floortje zoals ze heet, maar meestal Flop. En reuzeflop vindt ze zich, alles is ook een beetje raar aan d'r. Het begon er al mee dat haar ouders bij een ernstig auto-on geluk allebei dood gingen. Floortje. vier weken oud, werd tot haar derde jaar opgevoed door de buren. En toen mocht ze bij tante Katauw komen. Daar moet Floortje haar heel dankbaar voor zijn, dat zegt tante minstens twee keer per week. Als het verhaal begint hoeft dat allemaal niet meer, want tante Katauw heeft geen zin meer in een kind dat" zelf denkt en dat zelf dingen wil. Flops oma is terug uit Enge land en Flop mag naar haar toe. Bang en zenuwachtig is Flop als ze op oma's stoepje staat en opgelucht, als ze merkt, dat oma's handen niet koud en knijperig aanvoelen, maar juist vriendelijk en zacht. Terwijl oma eji tante KINDER? over haar praten ziet Flop dat er iets vreemd is met oma's ge zicht. Het linkeroog gaat steed open en dicht. Als tante einde lijk weg is vraagt Flop: „Is uw oog over?". „Wat is er met mijn oog?". „Dat ging daar straks steeds even dicht", zegt Flop. Wat is oma dan veront waardigd: „Ik gaf je knipoog jes". Knipoogjes worden alleen ge geven door aardige mensen weet Flop. Dan opeens weet ze zeker dat het best fijn zal kun nen zijn bij oma. Je hebt wel al begrepen aan de manier waarop Flop haar tante noemt, dat die niet zo erg aardig was. Beetje bij beetje ontdekt oma hoe Floortje Flop geworden is. Verbeeld je, tien jaar en ze heeft nog nooit op een fiets ge zeten. (Veel te gevaarlijk vindt tante.) Eigen boeken? Nooit gehad. (Allemaal kinderachti ge onzin, daar leer je toch niks van). Bij grootmoe Grommel, zoals Flop haar noemt, ontdekt ze heel veel spannende din gen. Als je meer wilt weten over hoe een domme lange Katauwflop een vrolijke blije Grommelflop wordt, lees dan „Noem mij maar Flop". Opvallend in dit verhaal over een tienjarig meisje is de in vloed die er uitgaat van de manier waarop mensen met haar omgaan. Bedplassen en veel naar de WC moeten op ongelegen momenten is een probleem voor Flop. Tijdens een boswandeling moet ze weer. „Kruip maar even ach ter een boom", zegt oma en niet: „Stel je niet aan, we zijn bijna thuis". Bij haar is alles gemakkelijk, bij oma is ze geen Flop maar echt Flopje. Die vanzelfsprekendheid: „Je bent zoals je bent en dat is goed" ademt het hele verhaal. Flopje is een kind dat emotio neel nog sterk gebonden is aan een fantasievolle wereld. Echt en niet echt, werkelijkheid en onwerkelijkheid lopen door el kaar heen. Eigen verzinsels, versjes en dieren horen daar bij. Spelletjes en grapjes van dit soort kinderen worden door volwassenen, die zelf als kind totaal anders waren, niet begrepen. Stout, dom en lastig en nooit erbij, zijn ze in hun ogen. Ouders-kinderen, ze kunnen zo erg verschillen van elkaar, moeilijk omdat zo maar te accepteren. Heel jammer is dat de inhoud van dit boek door de illustra tor niet zo best begrepen is. Als je leest over een meisje dat haar vlechten naar achteren duwt en het plaatje laat een meisje met losse haren zien, hoe zit dat dan? (Kinderen zijn daar heel precies in en te recht). De omslag geeft even min de sfeer weer van zoals je je Flop voorstelt, om van oma maar niet te spreken. Laat dat echter niemand weerhouden om dit boek te lezen. Voor vanaf 9 jaar tot volwassenen. „Samen schuilen", eveneens door C. Hafkamp met mooie illustraties van Ietje Rijnsbur ger. Over een meisje dat ver schrikkelijk graag leest, daar bij alles om zich heen vergeet en twee vingers in haar mond steekt. Als je al in de vierde klas zit, doe je dat toch eigen lijk niet meer? Stiekum kan wel, vindt ze, maar ze moet uitkijken voor de klas, want ze pesten haar toch al zo. Geluk kig is er Sip en samen hebben ze geheimen (uitgeverij Chris- tofoor). MARIE JOSÉ WILLEMSE ,MET WOLF IS ALLES IN ORDF c T tgev ,VEB NV »md d ps n tel OS. I heer gend pst t id m< Maarten Biesheuvel dat hij daar tot in lengte van J. M. A. Biesheuvel: „De dagen mee bezig zal zijn. Zou steen der wijzen"-verhalen. hij echt niets anders kunnen? Uitgave Meulenhoff. Prijs JAN VERSTAPPEN f 22.5» Cgeb. Ultg. 35.-). „Met Wolf is alles in orde" is een in veel opzichten onge woon en opmerkelijk debuut van een romanschrijver, Nis van der Horst, die zich hier mee presenteert als een kun dig auteur. Het boek vertelt een geheel eigentijdse geschie denis: de hoofdpersoon Wolf is speelbal van een wereld, waarin hij zonder enige zeker heid te vinden, zonder een ba sis te hebben, vorm moet ge ven aan zijn leven. Dat mis lukt. Op zich is er niets ongewoon aan zo'n verhaal in een debuu troman. Hoeveel schrijvers be gonnen meer of minder schoorvoetend met een roman, waarin zij meestal eigen leed, dat de wereld over hen uit stortte, tot het thema van een verhaal ombouwden? Hoeveel auteurs wentelden zich in hun eerste verhalen of romans niet in een autobiografisch zelfme delijden? Niets daarvan bij deze eerste roman van Nis van der Horst, die een held (of an tiheld) van onze dagen op een ironische, gevatte en geheel ei gen wijze gestalte heeft. Een held, waarvan je nergens het gevoel hebt, dat hij als twee druppels water op de auteur zelf lijkt, ook al kennen we hem nauwelijks. Wat verder een heel eigen in druk maakt, is de vertelwijze die Nis van der Horst bezigt in zijn verhaal over Wolf. Inder daad, zoals de flaptekst stelt, meer Amerikaans dan vader lands of continentaal. Het ver haal wordt verteld in een vrij nauwkeurige weergave van vele momenten, die van be lang zijn in de ontwikkeling van Wolf. Die fragmenten zijn registraties van gebeurtenissen en gesprekken (in het boek komt ongelooflijk veel zeer authentiek aandoende dialoog voor). Wat ontbreekt zijn de introspecties, de filosofiën, de psychologische uitweidingen en verduidelijkingen. Dat doet inderdaad sterk denken aan een boek als „De wereld vol gens Garp" van John Irving en vele andere Amerikaanse succesromans, die met deze filmische techniek zijn ge schreven. Wolf is zowat de enige persoon in het boek die we van naam leren kennen. Zelfs Wolfs vrouw, die toch een sleutelpo sitie inneemt, blijft naamloos. (Op zich is het al een tech- Megg ken ftijds) nisch hoogstandje dat Var Horst een verhaal van i dan 300 pagina's, waarin I wat personages optreder» kan vertellen, vrijwel zc| '11 namen te noemen). Het Wolf om allerlei redenen goed. Hij heeft zich vai middelbare school laten I ren, moedwillig, door tfDH vriendinntje zwanger te 1 „P< worden. Gedwongen huw^'g" weg uit het gehate oude huis, eindelijk vrij. Aan de slag komt hij voorf"* niet. Op een bepaald mor 19 lukt dat dan toch in een;teec rommelige zaak, waar hij <ens\ pagnon van de eigenaar wQn worden. Intussen is het al l i mis in zijn huwelijk. De 3 haalde ontrouw van zari vrouw leidt tot een echtsóotio ding, Wolf onderwerpt m. ft aan een soort psychology gi begeleiding van een scherp nige vrouw (die ook een n krijgt) en raakt langzar1" c hand tot het inzicht datnen werkelijk van zijn vrbhte houdt. Hij zoekt weer toenissaa ring, gaat weer bij haar nne nen, maar raakt steeds nieuw geschokt door de ai' res van zijn vrouw, die le[*6- tot toestanden met partner Wolf gaat zelf buitenechte aI| relaties aan, maar het zint fr O allemaal niet. Uiteindelijk ^ar de relatie met zijn vrouwt011^1 verhaal zelf een opmerkfm®n boek. Veel blijft liggen, ir?r6ie ontwikkelingen, allerlei zalter die op zeker moment aartf ®r orde komen, vinden naii1 hoi lijks of geen vervolg. Sln d" ook lijkt een zekere opjren- vlakkigheid, cliché-matigflnner zelfs, in de beschrijvingen Patiei de gebeurtenissen door te l<frden ken. Dat neemt niet wegr®n^ „Met Wolf is alles in orde"fc'a'( voor Nederlandse begripf31" z' nogal apart boek is war11, nieuwe wegen worden inge^ gen, die misschien tot heel F1 e^J aardigs kunnen leiden wat^e treft de techniek van verhseten vertellen. De afstand die Nis van Horst doorlopend neemt - "L zijn hoofdfiguur Wolf enirsoel ironie die daaruit voortvld^^ geven het boek een erg prJB* ge sfeer. JAN VERSTAPH Nis van der Horst: „B Wolf is alles in orde", man. Uitg. Meulenh Prijs 29,50 ju pr«^— p!(SS ~RO- nde imaal \chte. I, de Thea Beekman is als kinder boekenschrijfster niet meer weg te denken. Met haar his torische jeugdboeken won zij in binnen- en buitenland tal van prijzen. Dat zij voor het schrijven van zo'n boek hele maal in de geschiedenis duikt waarvoor zij ook veel reist is ook duidelijk te merken aan „Hasse Simonsdochter", haar nieuwste boek, een pil van 260 bladzijden. Hasse Simonsdochter is een avonturenboek zonder weerga. Nu eens niet een boek waarin een jongen de kloeke hoofdrol speelt, maar waarin ditmaal een meisje alle avonturen voor haar rekening neemt. Hasse Simonsdochter is de dochter van een manden- vlechter in Kampen ten tijde van de Hanzesteden en de Hoekse en Kabeljauwse twis ten. Hasse vindt het in de stad maar niks, veel te druk en be nauwd. Zij zoekt dan ook de natuur op en met haal zelfge maakte pijl en boog zwerft zij door de rietlanden langs de Ijssel. Hasse is een individua- liste, die graag haar eigen be slissingen neemt en dat zijn nu niet bepaald de meest dagelijk se beslissingen. Zij vertikt het om te trouwen, zoals haar ou ders graag zouden zien, maar doet dat prompt wel wanneer ze op een Schavot de man ziet staan die haar het leven redde. Door hem te „verbidden", met hem te trouwen, redt zij hem nu. Deze man, Jan van Schaf- felaar, voorwaar geen onbe kende in de vaderlandse ge schiedenis, staat aan het hoofd van een troep huurlingen en daarbij sluit Hasse zich aan. Al snel blijkt zij wat betreft het boogschieten niets voor de mannen onder te doen, het geen respect bij hen afdwingt. Als jongen verkleed doet zij mee aan overvallen, waarbij zij haar mannetie straat. Een woonlijk nog helemaal meetelde. Hasse geniet rten volle teugen van het vrije të d avontuurlijke leventje op tiorgt Veluwe, maar wanneer iuis vendel in Barneveld wordt vordi gesloten maakt de pret pla^ (Jo voor angst en twijfels. Zul bidt I ze de belegering overlev&45 Hoe het Jan van Schaffela verging weten we alleméL maar ook de verdere lotgevjOl/ len van Hasse al te verklapj^jy gaat wat te ver. F1 |e f/'i Het boek is bestemd voor öottei dere kinderen, die op deze rqVou nier lezenderwijs heel wat zer worden over een stu| Nederlandse geschiedenis. I alleen wat betreft de gebeuii nissen, maak vooral om betreft het dagelijkse levent)< die lang vervlogen dagen. boek is zo boeiend en i pend geschreven, dat gevreli moet worden dat er tot ver Nu, bedtijd met behulp van lantaarns onder de dekens iïaar wordt doorgelezen. figen beeft Thea Beekman: Hasse monsdochter. Uitgever Lemniscaat. Gebonden he i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 14