\h
Vijftienduizend mensen op bezoek
bij honderdjarig klooster Sion
Ombuigingsbeleid slaagt als het wordt volgehouden
kerk
wereld
Katholieke sociale beweging:
Roomsche kinine tegen roode koorts
Minder slechter
ACHTERGROND
SaidóaQowvant
DINSDAG 20 SEPTEMBER 1983 PAGI1
EIC
Onderzoek gevraagd
naar Rotterdams
beleid mgr. Simonis
De gang van zaken in het bisdom Rotter
dam onder bisschop Simonis (1972-1983) zou
onderzocht moeten worden door een onaf
hankelijke instantie, bijvoorbeeld het KAS-
KI. Daarbij zou ook de situatie van de plaat
selijke geloofsgemeenschappen aan bod
moeten komen.
Deze wens heeft de Vereniging van Pasto
raal Werkenden in het bisdom Rotterdam
geuit in een brief aan de Priesterraad. Dez_e
besloot dit voorjaar een enquête onder de
priesters van het bisdom te houden om het
ongenoegen te registreren. Door het vertrek
van bisschop Simonis naar Utrecht is dit on
derzoek mogelijk overbodig geworden. Een
besluit hierover is nog niet gevallen.
Geen visum Namibië
voor predikanten
Van Veen en Bleij
De Zuidafrikaanse regering heeft geen
visum verleend aan twee predikanten,
die namens de Raad van Kerken in Ne
derland de kerken in Namibië zouden
bezoeken. Ds. J. E. van Veen (werk
zaam bij de Raad voor Overheid en Sa
menleving van de hervormde kerk) en
de voorzitter van de lutherse synode,
ds. W. Bleij, zouden met de oud-katho
lieke bisschop G. A. van Kleef namens
de raad de situatie in Namibië verken
nen. Mgr. Van Kleef reist nu alleen. Hij
zal ook nagaan wat de Nederlandse
kerken voor de zusterkerken in Nami
bië kunnen doen.
Friedrich Heer (67) in Wenen overleden
De Oostenrijkse historicus, schrijver en dramaturg prof. Friedrich
Heer is zondag op 67-jarige leeftijd in zijn gepoortestad Wenen overle
den. Prof. Heer studeerde geschiedenis, kunstgeschiedenis en germa
nistiek aan de Universiteit van Wenen en schreef zowel wetenschap
pelijke essays als romans.
Het uit twee delen bestaande historische werk „Der Aufgang Europas"
maakte hem al spoedig na de oorlog bekend. In 1950 volgde de in ver
scheidene talen vertaalde roman „Der achte Tag", in 1952 „Das Expe
riment Europas" en „Die Tragödie des heiligen Reiches" en in 1967
„Das heilige Römische Reich". In twee boeken hield hij zich ook bezig
met de persoonlijkheid Adolf Hitler („Gottes erste Liebe. 2 000 Jahre
Judentum und Christentum. Genesis des Oesterreichischen katholie
ken Adolf Hitler (1967) en „Der glaube des Adolf Hitler. Anatomie,
einer politischen religiositat" (1969). In 1974 verscheen voor het eerst
weer een roman „Scheitern in Wien".
Daarnaast heeft Heer in talrijke publikaties, radio- en televisie-uitzen
dingen stelling genomen in kerkelijke, historische en filosofische
kwesties, zoals in de door Norbert Sommer uitgegeven verzamelband
„Zorn aus Liebe, die zornigen alten Manner der KircheC
Klokken op
Filippijnen
luiden uit
protest
Honderden katholieke ker
ken op de Filippijnen heb
ben gisteren op het middag
uur 21 keer de klok geluid
om het begin aan te geven
van vijf minuten „pauze
gebed" in het hele land. De
actie is vorige week begon
nen door de aartsbisschop
van Manilla, kardinaal Jai
me Sin, uit protest tegen de
moord op de oppositielei
der, Benigno Aquino, op 21,
augustus.
Imelda, de vrouw van presi
dent Ferdinand Marcos, heeft
verklaard, dat zij zich uit de
politiek terug wil trekken,
omdat haar geloofwaardig
heid geleden heeft sinds de
moord op de oppositieleider.
Morgen, 21 september, wor
den meer dan 500.000 perso
nen verwacht bij samenkom
sten in Manilla en de tweede
stad in de archipel, Cebu,
waar men de dood van de op
positieleider wil herdenken.
Waarnemers wijzen er op dat
het getal 21 een steeds ster
kere symbolische betekenis
krijgt in het politieke leven
van de Filippijnen: op 21 sep
tember 1972 kondigde presi
dent Marcos de staat van be
leg af.
Het verkeer op de weg De-
venter-Raalte is zondag com
pleet vastgelopen, toen dui
zenden nieuwsgierigen in
een bijna constante stroom
een kijkje gingen nemen in
het honderdjarige klooster
Sion in Diepenveen. Zater
dag al werden er ongeveer
drieduizend bezoekers geno
teerd. Zondag echter passeer
den ruim twaalfduizend be
langstellenden de toegangs
poort. Extra politie kwam er
aan te pas om de kilometers
lange autofiles in goede ba
nen te leiden
De belangstellenden konden
schuifelend de gebouwen be
zichtigen. Geen gelegenheid
was er voor tekst en uitleg.
De monniken blijven het
antwoord schuldig op de
vraag naar de oorzaak van
deze enorme belangstelling.
Zij hadden het te druk om al
les in goede orde te doen ver
lopen. Tijd voor een praatje
met de bezoekers was er niet
of nauwelijks.
„Misschien hebben er in die
honderd jaar nog nooit zoveel
voeten rondgelopen als in het
afgelopen weekend. Nu het
achter de rug is, denk je: hoe
is het mogelijk geweest", zegt
een nog verbaasde vader-abt
Adolfus. Ook hij kan niet
verklaren waarom de belang
stelling zo massaal was. „We
stonden voor een raadsel. We
vroegen ons af waar komen
al die mensen vandaan?".
Eigenlijk zijn de open dagen
hun doel voorbij geschoten.
De kloosterlingen hadden de
bezoekers willen informeren
over het leven binnen de
muren van de abdij, maar
daarvan is weinig of niets te
recht gekomen. Uit het gas
tenboek valt op te maken,
dat de bezoekers voorname
lijk uit Overijssel kwamen,
maar er waren ook belang
stellenden bij uit bijvoorbeeld
Bolsward, Ermelo, Winscho
ten, Delft, -Amsterdam en
Breda.
De kloosterlingen voelden er
weinig voor het evenement
van zaterdag en zondag in
deze vorm te herhalen. Pater
Willem: „Het was eigenlijk te
massaal. We beperken ons
weer tot elke week één
groep. Die krijgt een film
over het kloosterleven te
zien. Voor die groepsbezoe
ken geldt overigens op het
ogenblik een wachttijd van
een half jaar". Er kan dan
voorlichting worden gegeven
zonder dat de privacy van de
dertig monniken al te zeer
wordt aangetast. De door
drukte overspoelde klooster
lingen komen nu weer op
adem na^het weekeinde dat
ze zich nog lang zullen heu
gen. Ze zullen voorlopig niet
meer struikelen over rolstoe
len, kinderwagens en, niet te
vergeten, flauwgevallen be
zoekers.
„Slechts door een flink eind
op te schuiven in de richting
van wat het socialisme en de
zelfstandige arbeidersbewe
ging voorstonden, heeft de
katholieke sociale beweging
resultaten kunnen boekc'
Door middel van een net
werk van instellingen en or
ganisaties wist zij althans een
belangrijk deel van het pro
letariaat in Maastricht nog
tijdelijk aan de kerk te bin
den. Daarbij waren ook ka
tholieke leiders zich ervan
bewust, dat die binding voor
de meeste arbeiders eerder
op materiële en sociale dan
op religieuze motieven be-
Dat is een van de conclusies
uit het proefschrift „Room
sche kinine tegen roode
koorts" waarmee drs. j. F. M.
M. Perry donderdag aan de
rijksuniversiteit in Gronin
gen hoopt te promoveren tot
doctor in de letteren.
Het proefschrift behandelt de
arbeidersbeweging en .de ka
tholieke kerk in Maastricht
in de periode van ,1880 tot
1920. Perry onderzoekt de
vraag hoe het mogelijk was,
dat Maastricht in deze perio
de geen rood bolwerk werd
hoewel "het dat aanvankelijk
wel leek te worden, fiij be
schrijft hoe de kerk aanvan
kelijk geen antwoord had op
de opkomst van het socialis
me in het vroeg-geïndustria-
liseerde Maastricht.
De kerk kwam pas in actie
tegen het opkomende socia
lisme na belangrijke gebeur
tenissen als de spoorwegsta
king van 1903, de snelle groei
van het NVV en de mijnwer
kersstaking van 1917. Na
1903 ontdekte de kerk, dat
het socialisme in zijn opmars
alleen gestuit kon worden
door het gedeeltelijk na te
volgen in de vorm van ka
tholieke vakorganisaties.
Deze vakorganisaties, onder
toezicht van de katholieke
kerk, maakten in de jaren
1909-1920, een snelle groei
door.
Zij gingen echter, anders dan
de kerk had bedoeld, steeds
meer over tot belangenbe
hartiging van hun leden, in
plaats van hen op te voeden
op godsdienstig én zedelijk
gebied. Perry concludeert
dan ook, dat deze vakorgani
saties uiteindelijk een grotere
betekenis hebben gehad in
deze periode dan slechts het
„heroveren van Maastricht
voor het christendom".
Homoseksualiteit
in geding bij
benoeming van
hoogleraar
De homoseksuele ge
aardheid van dr. P. Farla
(42) zou ertoe hebben ge
leid, dat zijn kandidaat
stelling voor het hoogle
raarschap „Nieuwe Tes
tament" aan de theologi
sche faculteit in Tilburg
is afgewezen door het cu
ratorium. Studenten van
de faculteit hebben dit
gisteren in de openbaar
heid gebracht. Dr. Farla
heeft de lezing van de
studenten bevestigd.
Er zou een vertrouwelijk
rapport zijn waaruit blijkt,
dat Farla oorspronkelijk op
grond van kennis en vaardig
heden door een benoemings
commissie bovenaan de lijst
van kanditaten was geplaatst.
Hoewel de faculteitsraad die
aanbeveling overnam wees
het curatorium haar af. In
een brief van 1 september
aan Farla van het curatorium
staat, dat zijn „feitelijke bur
gerlijke staat" daarbij geen
rol speelde.
De studenten twijfelen hier
aan, onder verwijzing naar
een onderhoud in juni van de
curatoriumvoorzitter met
Farla. Toen zou Farla al zijn
meegedeeld, dat van een be
noeming geen sprake kon
zijn. Het college van toezicht,
waarin onder anderen de bis
schoppen van Breda en Den
Bosch zitting hebben, zou zijn
goedkeuring aan een benoe
ming onthouden. De voorzit
ter zou Farla hebben voorge-
A steld zijn kandidaatstelling te
beëindigen, zodat niemand in
verlegenheid zou worden ge
bracht.
Volgens Farla zelf is zijn
voordracht vooral op onover
komelijke bezwaren van bis
schop Ernst van. Breda ge
stuit. Hij zal vooralsnog geen
stappen tegen zijn afwijzing
ondernemen. Het curatorium
wijst bij monde van secretaris
H. Hopman alle beschuldi
gingen var\ de hand. Aan de
afwijzing zou slechts een we
tenschappelijke beoordeling
ten grondslag liggen. Hij zei
wel, dat de homoseksualiteit
van Farla aan de orde was
geweest. „Maar het is geen
automatisme om kandidaten
met deze levenssituatie af te
wijzen."
ata]
:iden
iktobei
ults te
levere
ts zijn
is die,
lodei
zijn
14 o!
en ee:
het pc
P dstraa
i, rdigd.
In het begin van de jaren zeventig werd het woord
punt" in de Nederlandse politiek gebruikt als de term.
mee van socialistische zijde werd aangeduid hoe
jarenlang bewind van christen-democraten en liberalen
een ommekeer tot stand zou worden gebracht door de
te (laten meeregeren. Voor het eerst sinds het kabint
Uyl is de term „keerpunt" nu opnieuw gebruikt: mii
Ruding van Financiën heeft het woord weer opgepakt ii
toelichting op de miljoenennota.
NlET weinig trots spreekt hij van een keerpunt in dei1
heidsfinanciën, nu zijn miljoenennota voor het eerst sir™ -
ren het financieringstekort niet verder laat groeien,
iets laat teruglopen, terwijl daarbij de collectieve lasten
ook nog iets afneemt. Een ombuiging van maar liefst
miljard gulden is nodig om dat effect te bereiken. Min
Ruding is er zeer tevreden over, dat hij zijn collega-mini
zover heeft weten te krijgen. Over het effect is hij overi
niet al te optimistisch: hij spreekt van een „vermindf
van de verslechtering". Daarmee lijkt de miljoenennota
getypeerd. Ondanks gigantische ingrepen in de overhe
nanciën wordt er slechts een klein deel van de problt
door opgelost. Dat illustreert hoe diep het economisch
waarin Nederland verkeert.
HAAKT de miljoenennota wel voldoende in op het
begin van een internationaal economisch herstel? Mii
Ruding vindt dat wij, vergeleken met de andere geïndus
liseerde landen, nauwelijks de kracht hebben daar enig«
drage aan te leveren. Wij moeten noodgedwongen vols
met er voor te zorgen, dat de voorwaarden zo gunstig m
lijk zijn om straks zelf uit de put getrokken te worden,
Dat geeft vrij aardig het beeld weer dat minister Rul1
en de overige ministers zich over 's lands economie hel
gevormd. Die inschatting is juist, maar moet uiteraard ni
te dogmatisch worden gehanteerd. Dat zou er toe kunnei
1IDE1
uding
efeld
cussi
iestui
den dat het kabinet nooit meer een vinger zou uitsteker
ook maar iets in internationaal verband geregeld te kri;
We mogen er echter op vertrouwen dat het kabinet de
nomische thermometer zorgvuldig in de gaten houdt. Z
dig moet de ploeg van Lubbers er niet voor schromen zei
-in de lóóp van het komende begrotingsjaar het roer or
gooien indien de tekenen erop wijzen, dat daar een ook
ons land nuttig effect van verwacht mag worden. Zov
het echter nog lang niet en daarom vormt de nu voorgel
begroting een realistische aanpak om uit het dal te kom j(
HeT kabinet gaat ervan uit dat de Nederlanders de n{ n Le
zaak van deze begroting best zullen begrijpen, mits
maar goed wordt gepresenteerd. Lubbers verwacht j
„Belgische tQestanden". Als de mensen maar inzien, dail^r
als kabinet hebben geprobeerd de pijn zo goed mogelij ^^0
nt st;
te
n hui
In
'Oh
Mür
lats c
mal
verdelen, dan is de maatschappelijke haalbaarheid van
begroting groot, aldus Ruding. Zelf lijkt hij er wat mo
mee te hebben aan zo'n presentatie gestalte te geven,
toelichting op de miljoenennota zei hij op een gegeven,
ment op wat laatdunkende toon: „Zoals men wel zej
sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen"
minister die laat blijken, dat een zo voor de hand
gangspunt onder de huidige omstandigheden niet vi
het zijne is, levert daarmee geen positieve bijdrage c
maatschappelijke haalbaarheid inzake het sanering:
van de overheidsfinanciën.
1 or 1
JL
Slavink met
andijvie-
komkommersla en
gebakken
aardappelen
vanille-rijstevla
De benodigdheden voor
twee zijn: 2 slavinken of 50
g ontbijtspek in dunne
plakjes, 150 g half-om-half
gehakt, zout, peper, noot
muskaat en 35 g margari
ne;
200 g mooie andijvie, stuk
je komkommer, 100 g
kwark, zout, azijn, suiker,
uitje, tomaat;
0,5 1 kg aardappelen,
olie, 20 g margarine, zout;
0,5 liter melk, 25 g rijst, 12
g custard, 30 g suiker, jam.
Wie zelf slavinken wil maken,
die mengt het gehakt met zout,
peper en nootmuskaat, vormt
er kroketachtige rolletjes van
en draait er een paar plakjes
spek om. Bak de slavionken in
warme margarine, met het
deksel schuin op de pan regel
matig kerend bruin en gaar in
twintig minuten. Haal het
vlees uit de pan en maak de
jus af met weinig water. (Be
waar die jus tot de volgende
dag).
Spoel de hele krop andijvie zo
schoon mogelijk en snijd hem
in fijne reepjes. Was de groen
te dan nog een keer zonder ze
lang in het water te laten
staan. Snijd de geschilde kom
kommer in blokjes. Meng
kwark, zout, weinig azijn, sui
ker en fijngesneden ui en
Schep de groenten door dit
sausje. Maak de sla op smaak
af met zout en azijn. Garneer
met plakjes tomaat.
Kook de aardappelen in de
schil gaar, laat ze koud wor
den, pel ze, snijd ze in stevige
plakken en bak die bruin in
oie met margarine. Strooi na
het bakken zout over de aard
appelen.
Breng de helft van de melk
aan de kook, strooi er al roe
rende de met koud water afge
spoelde rijst in en kook die in
een half uur gaar op een klei
ne pit. Meng custard, suiker en
weinig koude melk en laat dit
papje even meekoken. Voeg
van het vuur de overige koude
melk toe en laat de vla koud
worden. Garneer desgewenst
met wat jam.
JEANNE
Bij het lezen van de Mil
joenennota 1984 dringt
zich onwillekeurig de
vraag op, of het zeker
ambitieuze plan tot
ombuiging van de collec
tieve sector, kans van
slagen heeft.
De problemen zijn bekend.
De collectieve last, belastin
gen en premies, is loodzwaar
geworden. Zij bedraagt dit
jaar 53,5 procent van het na
tionale inkomen. Daarmee
verkrijgt de overheid toch
nog niet voldoende middelen
voor de financiering van de
omvangrijke collectieve uit
gaven. Bijgevolg bevindt ook
het financieringstekort zich
op een zeer hoog niveau. Het
beloopt dit jaar circa 42 mil
jard gulden; dat is 12,4 pro
cent van het nationale inko
men. In nauwe samenhang
hiermee is de reële rente
interest minus inflatie erg
hoog. Hierin moet, vooral
terwille van het bedrijfsleven
en de werkgelegenheid, ver
andering komen.
Een ombuiging door een ver
kleining van de collectieve
last en een fikse verminde
ring van het financieringste
kort, doet zich dan ook als
een noodzaak voor. De rege
ring heeft zich ernstig tot
taak gesteld dat is de
strekking van vrijwel elke
bladzijde van de jongste Mil
joenennota om daartoe
over te gaan. Het lijkt ge
wenst, dit ambitieuze en ze
ker heel positief te waarde
ren ombuigingsbeleid te
plaatsen in de loop en de
aard van de gebeurtenissen
in de laatste jaren. Het is op
vallend dat de problemen,
waarover het gaat, in een
reeks van jaren zijn ontstaan.
In 1964, het jaar waarin met
één grote sprong de loonsom
per werknemer met 14,9 pro
cent steeg, trad in beginsel
een verandering in. Welis
waar wijzigde het beeld niet
meteen. Hierdoor werd de
draagwijdte van de koerswij
ziging vooral in het begin
duidelijk onderschat. De roep
naar een sterke loonstijging
vond bij velen een positieve
weerklank en slechts weini
gen maakten zich écht zor
gen over de mogelijke nadeli
ge consequenties voor de
werkgelegenheid op langere
termijn. Hierin school zeker
enige kortzichtigheid, want
reeds in die dagen was onze
internationale concurrentie
positie kwetsbaar. Het was
nodig de ontwikkeling van
de kosten stringen( in de
hand te houden, maar dat is
in onvoldoende mate ge
beurd.
In het midden van de zesti
ger jaren stonden voor het
toekomstig werkgelegen
heidsbeleid in beginsel twee
wegen open. De eerste weg
kan worden geschetst als am
bitieus en vooruitstrevend,
vooral op korte termijn, door
een ieder zoveel mogelijk te
laten delen in de verworven
heden van de welvaartsstaat.
Het beleid in deze richting
leidt tot een sterke stijging
van de arbeidsinkomensquo
te en tot een grote groei van
de collectieve lasten. Met een
bepaalde noodzaak worden
ondernemingen dan na enige
tijd geconfronteerd met de
gestegen kosten, verslechter
de afzetmogelijkheden en
een gevoelig werkgelegen-
heidsverlies.
De tweede weg kan worden
gekenmerkt als een voorzich
tig, behoudingsgezind en ge
matigd beleid. De klemtoon
ligt dan op het behoud van
de rentabiliteit van onderne
mingen. Voorts gaat het
erom, de internationale con
currentiepositie van het be
drijfsleven niet aan te tasten
en de bestaande werkgele
genheid zoveel mogelijk te
handhaven. De middelen
daartoe zijn een matige stij
ging van de arbeidskosten,
een stringente beheersing
van de collectieve druk en
een attente bewaking van het
overheids-financieringste-
kort. Het een en ander bete
kent een zekere bescheiden
heid op drie terreinen. Het
gaat hierbij achtereenvolgens
om een bepaalde matiging
van de consumptieve uitga
ven binnen de welvaarts
staat, een voorzichtigheid bij
de uitbouw van de sociale
verzekeringen en een vrij
grote mate van terughou
dendheid bij uitbreiding van
overheidstaken.
Uiteraard is ook bij deze
tweede beleidslijn nog wel
een aangename welvaarts
vergroting mogelijk voor de
grote groep, maar die wordt
afgestemd op in zekere
zin zelfs ondergeschikt aan
het behoud van een ge-
Voor het derde achter
eenvolgende jaar schreef
prof. dr. C.J. Rijnvos
vóór onze krant een be
schouwing over de van
daag door de regering be
kend gemaakte Miljoe
nennota. Prof. Rijnvos is
hoogleraar in de algeme
ne economie en de over
heidsfinanciën aan de
Erasmusuniversiteit te
Rotterdam en lid van de
Eerste Kamer voor het
CDA.
zond bedrijfsleven en de be
staande werkgelegenheid.
In het gedrang
Nederland koos de eerste
weg. Dat is betreurenswaar
dig. Gelet op de economisch
structurele ontwikkelingen
in binnen-en buitenland en
de noodzaak een grote groep
jongeren werk te geven, was
een voorzichtig, behoudens-
gezind en gematigd beleid
zeer gewenst. De feitelijke
gang van zaken is intussen
van andere aard. De sterke
stijging van de arbeidskosten
in de zestiger jaren kreeg in
de jaren zeventig een vervolg
met een gestadige toeneming
van de collectieve druk. La
ter volgde een steeds groter
wordend interest-opdrijvend
financieringstekort. Daarmee
werd de rentabiliteit van het
bedrijfsleven gevoelig onder
mijnd en kwam de werkgele
genheid ernstig in het ge
drang. Reeds langer dan een
decennium worden arbeid en
kapitaal uitgestoten. De voor
nemens om orde op zaken te
stellen waren tot dusver nog
al zwak, omdat onvoldoende
werd beseft, dat aan de steeds
maar zwaarder drukkende
collectieve last en de al maar
groter wordende geldnood
van de overheid, grenzen
moeten worden gesteld. Tot
voor kort ontbrak echter een
duidelijk en krachtig ombui
gingsbeleid vanwege de idee,
dat de marktsector de kosten
wel dragen kon. Maar dat is
uiteraard niet juist. Daarmee
werd evenwel duidelijk, dat
het grootste probleem van
onze tanende welvaartsstaat
een bestuurlijke crisis is; een
onthutsend onvermogen om
een deugdelijk herstelbeleid
te voeren.
Op dit punt is nu een duide
lijke verandering ingetreden.
Er is echt iets veranderd ver
geleken met de aanpak van
anderhalf a twéé jaar gele
den. De Miljoenennota 1984
bevat een pakket beleids
maatregelen, dat op kasbasis
het volgend jaar 10,6 miljard
gulden moet opbrengen. De
voorgestelde maatregelen zijn
dan ook ingrijpend. Voor het
eerst sinds een decennium
lange stijging zullen de col
lectieve uitgaven uitge
drukt in een percentage van
het nationale inkomen
met 1 procent naar beneden
gaan. De salarissen van ,de
ambtenaren en de trendvol
gers dalen met 3,5 procent.
Voorts wordt op de rijksbe
groting 2,9 miljard bespaard
en in de sector van de volks
gezondheid 1,2 miljard gul
den.
Toch leidt dit alles nog vrij
wel niet tot een verminde
ring van het financieringste
kort. In 1983 zal dit 42 mil
jard gulden (12,4 procent) be
dragen, en in 1984 41,4 mil
jard gulden (12,1 procent).
Dit hangt samen met lasten
verlichtende maatregeleq
voor het bedrijfsleven, in het
kader waarvan o.a. het tarief
van de vennootschapsbelas
ting zal worden verlaagd van
48 procent naar 43 procent.
Daarnaast echter zijn er ook
nog enige belastingverhogin
gen in het vooruitzicht ge
steld, zoals een stijging van
de bieraccijns.
Per saldo zal de collectieve
lastendruk belastingen en
sociale premies dalen van
53,5 procent naar 52,6 pro
cent. Deze daling is heel wel
kom, maar wel gering. Al bij
al* gaat het dus om forse
maatregelen, die echter per
saldo voor wat de ombuiging
betreft slechts een matig re
sultaat opleveren.
Bescheiden
In de Miljoenennota 1984 is
dan ook terecht sprake van
een maatregelenpakket dat
„historisch bezien uitzonder
lijk fors is", maar waarvan
vooralsnog het resultaat erg
bescheiden moet worden ge
noemd. Dit confronteert ons
met de perspectieven voor de
ombuiging in de loop van de
tijd. Het is eigenlijk wel voor
de hand liggend, dat de om
buiging op korte termijn
geen erg groot resultaat sor
teert. Omdat er reeds bijna
twee decennia lang sprake is
van een ontwikkeling, die
moet worden omgebogen, is
het niet zo verwonderlijk, dat
daarmee op zijn minst enige
tijd is gemoeid. Dat is echter
nog slechts een begin tot een
begrijpelijk en aanvaardbaar
maken van het gegeven, dat
zelfs een koele ombuiging in
1984 nog maar een klein re
sultaat kan opleveren.
Het kernpunt van de ombui
ging is een verandering in de
verhouding van de collectie
ve tot de private sector. Tot
dusver wordt de verhouding
tussen deze twee overwegend
zó gezien, dat in de private
sector goederen en diensten
worden voortgebracht en
verkocht op althans over
wegend de vrije markt. De
collectieve sector stelt dien
sten (veiligheid, onderwijs,
e.a.) ter beschikking, alsmede
bepaalde inkomens (zoals
aow, werkloosheids- en bij
standsuitkeringen). Voorts
verzorgt zij uitgaven, die wij
als typisch collectief beschou
wen, zoals kinderbijslagen en
studietoelagen. De financie
ring van dit alles vindt plaats
ten laste van de marktecono
mie van de private sector.
Een zekere uitbreiding van
dit beeld is nu gewenst.
Het aanknopingspunt daar
voor is het huidige investe
ringsniveau van de private
sector, dat heel laag is. Welis
waar wordt in de Macro Eco
nomische Verkenning een
lichte verbetering van de
bruto-investeringen gemeld;
zij zullen in 1983 3,5 procent
stijgen ten opzichte van het
vorig jaar. Het is echter nog
de vraag, of deze voorspel
ling zal uitkomen. En dan
nog zijn de bedrijfsinveste
ringen erg laag.
In de investeringsbeslissin
gen komt de kijk van de on
dernemers op de toekomstige
economische ontwikkeling
tot uitdrukking. GegeVen het
lage investeringsniveau rijst
nu de vraag op grond waar
van ondernemers de toekom
stige economische gang van
zaken zo somber beoordelen.
Het gaat hierbij voor een
goed deel om de reactie op de
politieke besluitvorming met
betrekking tot de ombuiging
van de collectieve sector, of
tewel om de vraag of naar de
opvatting van de onderne
mers de regering wel zal sla
gen in het ombuigingsbeleid.
Gelet op de gang van zaken
sedert het midden van de
zestiger jaren is er op dit
punt veel wantrouwen; mis
schien zelfs een diepgewor
telde achterdocht. Dat kan
worden afgeleid van het ver
loop van de stagnatie tot nu
toe.
Als er een algemene vermin
dering van de vraag optreedt,
kunnen ondernemers daar op
drieërlei wijze op reageren.
Ten eerste is produktie op
voorraad mogelijk, ten twee
de kan worden besloten tot
arbeidstijdverkorting en
overwerkbeperking, terwijl
ten derde als slot werkne
mers kunnen worden ontsla
gen, met impliciet buiten
werking stellen, resp. vernie
tigen van kapitaalgoederen.
De concrete reactie hangt er
vanaf, of de ondernemer bin
nen een niet al te lange tijd
een verbetering van de situa
tie verwacht. Als hij ver
moedt dat zo'n verbetering in
het verschiet ligt, zal hij kie
zen voor voorraadproduktie
en-of arbeidstijdverkorting
en overwerkbeperking. In de
afgelopen jaren hebben de
Nederlandse ondernemers
overwegend niét op deze wij
ze gereageerd. Zij zijn meest
al overgegaan, dikwijls als
enige mogelijkheid, tot be
drijfssluiting en ontslag. Het
aantal werklozen beloopt in
tussen immers reeds 810.000
en zal in 1984 stijgen tot
900.000.
Bijgevolg hebben we te ma
ken met een structurele pes
simistische ondernemersblik
op het vermogen van de re
gering om een deugdelijk
ombuigingsbeleid te bewerk
stelligen. Hiermee wordt de
ombuiging een bestuurlijk
tijdsprobleem. Gedurende
een vrij lange tijd zal een
daadkrachtig ombuigingsbe
leid nodig zijn om de collec
tieve lasten, alsmede het fi
nancieringstekort, substan
tieel te beperken én om het
ombuigingsbeleid voor de
private sector geloofwaardig
te maken.
warmer
DE BILT De dag zal i
gen droog, zonnig en tam -1
warm beginnen, maar ii d
loop van de middag komt id". E
uit het zuidwesten be wol s to>
opzetten, waarna er later'
regen zal gaan vallen. Dezi s
gen hangt samen met de n >cht r
zal trekken. I >laatst
Donderdag zet een nieuw n eis<
gedrukgebied een weersvi arde i
tering in, met geleidelijk h »p is
wordende temperaturen, nuwer
zich waarschijnlijk tot inn, de
weekeinde zal voortzetten v'
id. V
Woor Max
lafMin U! ^ben
Amsterdam
De Bilt
Eindhoven
Den Helder
Lh. R'dam
Vlissingen
Z.-Limburg
Barcelona
Berlijn
Bordeaux
Brussel
Frankfort
Genève
Helsinki
onbew. 32 14
itsing
de t
I ge
Ir-.-'
12
K
Brieven graag kort
duidelijk geschreven C
redactie behoudt zie
het recht voor ingezo
den stukken te bekorte
Brieven (2)
Ik sluit mij j
kritiek op de regelmaat w
mee twee briefschrijvers
bruik maken van deze
briek. Er kan geen - al of i:
belangrijke - gebeur! elnem
plaatsvinden of deze ton den
schrijvers grijpen naar de tlnem
Als de redactie hun menin cirke
veelvuldig meent te mo its aai
plaatsen, geef ze dan een s' n hall
re vaste plaats of rubriek i n ech
krant.
C. Neijzen, DEN HAAG. eld ds
leids!