\h Vijftienduizend mensen op bezoek bij honderdjarig klooster Sion Ombuigingsbeleid slaagt als het wordt volgehouden kerk wereld Katholieke sociale beweging: Roomsche kinine tegen roode koorts Minder slechter ACHTERGROND SaidóaQowvant DINSDAG 20 SEPTEMBER 1983 PAGI1 EIC Onderzoek gevraagd naar Rotterdams beleid mgr. Simonis De gang van zaken in het bisdom Rotter dam onder bisschop Simonis (1972-1983) zou onderzocht moeten worden door een onaf hankelijke instantie, bijvoorbeeld het KAS- KI. Daarbij zou ook de situatie van de plaat selijke geloofsgemeenschappen aan bod moeten komen. Deze wens heeft de Vereniging van Pasto raal Werkenden in het bisdom Rotterdam geuit in een brief aan de Priesterraad. Dez_e besloot dit voorjaar een enquête onder de priesters van het bisdom te houden om het ongenoegen te registreren. Door het vertrek van bisschop Simonis naar Utrecht is dit on derzoek mogelijk overbodig geworden. Een besluit hierover is nog niet gevallen. Geen visum Namibië voor predikanten Van Veen en Bleij De Zuidafrikaanse regering heeft geen visum verleend aan twee predikanten, die namens de Raad van Kerken in Ne derland de kerken in Namibië zouden bezoeken. Ds. J. E. van Veen (werk zaam bij de Raad voor Overheid en Sa menleving van de hervormde kerk) en de voorzitter van de lutherse synode, ds. W. Bleij, zouden met de oud-katho lieke bisschop G. A. van Kleef namens de raad de situatie in Namibië verken nen. Mgr. Van Kleef reist nu alleen. Hij zal ook nagaan wat de Nederlandse kerken voor de zusterkerken in Nami bië kunnen doen. Friedrich Heer (67) in Wenen overleden De Oostenrijkse historicus, schrijver en dramaturg prof. Friedrich Heer is zondag op 67-jarige leeftijd in zijn gepoortestad Wenen overle den. Prof. Heer studeerde geschiedenis, kunstgeschiedenis en germa nistiek aan de Universiteit van Wenen en schreef zowel wetenschap pelijke essays als romans. Het uit twee delen bestaande historische werk „Der Aufgang Europas" maakte hem al spoedig na de oorlog bekend. In 1950 volgde de in ver scheidene talen vertaalde roman „Der achte Tag", in 1952 „Das Expe riment Europas" en „Die Tragödie des heiligen Reiches" en in 1967 „Das heilige Römische Reich". In twee boeken hield hij zich ook bezig met de persoonlijkheid Adolf Hitler („Gottes erste Liebe. 2 000 Jahre Judentum und Christentum. Genesis des Oesterreichischen katholie ken Adolf Hitler (1967) en „Der glaube des Adolf Hitler. Anatomie, einer politischen religiositat" (1969). In 1974 verscheen voor het eerst weer een roman „Scheitern in Wien". Daarnaast heeft Heer in talrijke publikaties, radio- en televisie-uitzen dingen stelling genomen in kerkelijke, historische en filosofische kwesties, zoals in de door Norbert Sommer uitgegeven verzamelband „Zorn aus Liebe, die zornigen alten Manner der KircheC Klokken op Filippijnen luiden uit protest Honderden katholieke ker ken op de Filippijnen heb ben gisteren op het middag uur 21 keer de klok geluid om het begin aan te geven van vijf minuten „pauze gebed" in het hele land. De actie is vorige week begon nen door de aartsbisschop van Manilla, kardinaal Jai me Sin, uit protest tegen de moord op de oppositielei der, Benigno Aquino, op 21, augustus. Imelda, de vrouw van presi dent Ferdinand Marcos, heeft verklaard, dat zij zich uit de politiek terug wil trekken, omdat haar geloofwaardig heid geleden heeft sinds de moord op de oppositieleider. Morgen, 21 september, wor den meer dan 500.000 perso nen verwacht bij samenkom sten in Manilla en de tweede stad in de archipel, Cebu, waar men de dood van de op positieleider wil herdenken. Waarnemers wijzen er op dat het getal 21 een steeds ster kere symbolische betekenis krijgt in het politieke leven van de Filippijnen: op 21 sep tember 1972 kondigde presi dent Marcos de staat van be leg af. Het verkeer op de weg De- venter-Raalte is zondag com pleet vastgelopen, toen dui zenden nieuwsgierigen in een bijna constante stroom een kijkje gingen nemen in het honderdjarige klooster Sion in Diepenveen. Zater dag al werden er ongeveer drieduizend bezoekers geno teerd. Zondag echter passeer den ruim twaalfduizend be langstellenden de toegangs poort. Extra politie kwam er aan te pas om de kilometers lange autofiles in goede ba nen te leiden De belangstellenden konden schuifelend de gebouwen be zichtigen. Geen gelegenheid was er voor tekst en uitleg. De monniken blijven het antwoord schuldig op de vraag naar de oorzaak van deze enorme belangstelling. Zij hadden het te druk om al les in goede orde te doen ver lopen. Tijd voor een praatje met de bezoekers was er niet of nauwelijks. „Misschien hebben er in die honderd jaar nog nooit zoveel voeten rondgelopen als in het afgelopen weekend. Nu het achter de rug is, denk je: hoe is het mogelijk geweest", zegt een nog verbaasde vader-abt Adolfus. Ook hij kan niet verklaren waarom de belang stelling zo massaal was. „We stonden voor een raadsel. We vroegen ons af waar komen al die mensen vandaan?". Eigenlijk zijn de open dagen hun doel voorbij geschoten. De kloosterlingen hadden de bezoekers willen informeren over het leven binnen de muren van de abdij, maar daarvan is weinig of niets te recht gekomen. Uit het gas tenboek valt op te maken, dat de bezoekers voorname lijk uit Overijssel kwamen, maar er waren ook belang stellenden bij uit bijvoorbeeld Bolsward, Ermelo, Winscho ten, Delft, -Amsterdam en Breda. De kloosterlingen voelden er weinig voor het evenement van zaterdag en zondag in deze vorm te herhalen. Pater Willem: „Het was eigenlijk te massaal. We beperken ons weer tot elke week één groep. Die krijgt een film over het kloosterleven te zien. Voor die groepsbezoe ken geldt overigens op het ogenblik een wachttijd van een half jaar". Er kan dan voorlichting worden gegeven zonder dat de privacy van de dertig monniken al te zeer wordt aangetast. De door drukte overspoelde klooster lingen komen nu weer op adem na^het weekeinde dat ze zich nog lang zullen heu gen. Ze zullen voorlopig niet meer struikelen over rolstoe len, kinderwagens en, niet te vergeten, flauwgevallen be zoekers. „Slechts door een flink eind op te schuiven in de richting van wat het socialisme en de zelfstandige arbeidersbewe ging voorstonden, heeft de katholieke sociale beweging resultaten kunnen boekc' Door middel van een net werk van instellingen en or ganisaties wist zij althans een belangrijk deel van het pro letariaat in Maastricht nog tijdelijk aan de kerk te bin den. Daarbij waren ook ka tholieke leiders zich ervan bewust, dat die binding voor de meeste arbeiders eerder op materiële en sociale dan op religieuze motieven be- Dat is een van de conclusies uit het proefschrift „Room sche kinine tegen roode koorts" waarmee drs. j. F. M. M. Perry donderdag aan de rijksuniversiteit in Gronin gen hoopt te promoveren tot doctor in de letteren. Het proefschrift behandelt de arbeidersbeweging en .de ka tholieke kerk in Maastricht in de periode van ,1880 tot 1920. Perry onderzoekt de vraag hoe het mogelijk was, dat Maastricht in deze perio de geen rood bolwerk werd hoewel "het dat aanvankelijk wel leek te worden, fiij be schrijft hoe de kerk aanvan kelijk geen antwoord had op de opkomst van het socialis me in het vroeg-geïndustria- liseerde Maastricht. De kerk kwam pas in actie tegen het opkomende socia lisme na belangrijke gebeur tenissen als de spoorwegsta king van 1903, de snelle groei van het NVV en de mijnwer kersstaking van 1917. Na 1903 ontdekte de kerk, dat het socialisme in zijn opmars alleen gestuit kon worden door het gedeeltelijk na te volgen in de vorm van ka tholieke vakorganisaties. Deze vakorganisaties, onder toezicht van de katholieke kerk, maakten in de jaren 1909-1920, een snelle groei door. Zij gingen echter, anders dan de kerk had bedoeld, steeds meer over tot belangenbe hartiging van hun leden, in plaats van hen op te voeden op godsdienstig én zedelijk gebied. Perry concludeert dan ook, dat deze vakorgani saties uiteindelijk een grotere betekenis hebben gehad in deze periode dan slechts het „heroveren van Maastricht voor het christendom". Homoseksualiteit in geding bij benoeming van hoogleraar De homoseksuele ge aardheid van dr. P. Farla (42) zou ertoe hebben ge leid, dat zijn kandidaat stelling voor het hoogle raarschap „Nieuwe Tes tament" aan de theologi sche faculteit in Tilburg is afgewezen door het cu ratorium. Studenten van de faculteit hebben dit gisteren in de openbaar heid gebracht. Dr. Farla heeft de lezing van de studenten bevestigd. Er zou een vertrouwelijk rapport zijn waaruit blijkt, dat Farla oorspronkelijk op grond van kennis en vaardig heden door een benoemings commissie bovenaan de lijst van kanditaten was geplaatst. Hoewel de faculteitsraad die aanbeveling overnam wees het curatorium haar af. In een brief van 1 september aan Farla van het curatorium staat, dat zijn „feitelijke bur gerlijke staat" daarbij geen rol speelde. De studenten twijfelen hier aan, onder verwijzing naar een onderhoud in juni van de curatoriumvoorzitter met Farla. Toen zou Farla al zijn meegedeeld, dat van een be noeming geen sprake kon zijn. Het college van toezicht, waarin onder anderen de bis schoppen van Breda en Den Bosch zitting hebben, zou zijn goedkeuring aan een benoe ming onthouden. De voorzit ter zou Farla hebben voorge- A steld zijn kandidaatstelling te beëindigen, zodat niemand in verlegenheid zou worden ge bracht. Volgens Farla zelf is zijn voordracht vooral op onover komelijke bezwaren van bis schop Ernst van. Breda ge stuit. Hij zal vooralsnog geen stappen tegen zijn afwijzing ondernemen. Het curatorium wijst bij monde van secretaris H. Hopman alle beschuldi gingen var\ de hand. Aan de afwijzing zou slechts een we tenschappelijke beoordeling ten grondslag liggen. Hij zei wel, dat de homoseksualiteit van Farla aan de orde was geweest. „Maar het is geen automatisme om kandidaten met deze levenssituatie af te wijzen." ata] :iden iktobei ults te levere ts zijn is die, lodei zijn 14 o! en ee: het pc P dstraa i, rdigd. In het begin van de jaren zeventig werd het woord punt" in de Nederlandse politiek gebruikt als de term. mee van socialistische zijde werd aangeduid hoe jarenlang bewind van christen-democraten en liberalen een ommekeer tot stand zou worden gebracht door de te (laten meeregeren. Voor het eerst sinds het kabint Uyl is de term „keerpunt" nu opnieuw gebruikt: mii Ruding van Financiën heeft het woord weer opgepakt ii toelichting op de miljoenennota. NlET weinig trots spreekt hij van een keerpunt in dei1 heidsfinanciën, nu zijn miljoenennota voor het eerst sir™ - ren het financieringstekort niet verder laat groeien, iets laat teruglopen, terwijl daarbij de collectieve lasten ook nog iets afneemt. Een ombuiging van maar liefst miljard gulden is nodig om dat effect te bereiken. Min Ruding is er zeer tevreden over, dat hij zijn collega-mini zover heeft weten te krijgen. Over het effect is hij overi niet al te optimistisch: hij spreekt van een „vermindf van de verslechtering". Daarmee lijkt de miljoenennota getypeerd. Ondanks gigantische ingrepen in de overhe nanciën wordt er slechts een klein deel van de problt door opgelost. Dat illustreert hoe diep het economisch waarin Nederland verkeert. HAAKT de miljoenennota wel voldoende in op het begin van een internationaal economisch herstel? Mii Ruding vindt dat wij, vergeleken met de andere geïndus liseerde landen, nauwelijks de kracht hebben daar enig« drage aan te leveren. Wij moeten noodgedwongen vols met er voor te zorgen, dat de voorwaarden zo gunstig m lijk zijn om straks zelf uit de put getrokken te worden, Dat geeft vrij aardig het beeld weer dat minister Rul1 en de overige ministers zich over 's lands economie hel gevormd. Die inschatting is juist, maar moet uiteraard ni te dogmatisch worden gehanteerd. Dat zou er toe kunnei 1IDE1 uding efeld cussi iestui den dat het kabinet nooit meer een vinger zou uitsteker ook maar iets in internationaal verband geregeld te kri; We mogen er echter op vertrouwen dat het kabinet de nomische thermometer zorgvuldig in de gaten houdt. Z dig moet de ploeg van Lubbers er niet voor schromen zei -in de lóóp van het komende begrotingsjaar het roer or gooien indien de tekenen erop wijzen, dat daar een ook ons land nuttig effect van verwacht mag worden. Zov het echter nog lang niet en daarom vormt de nu voorgel begroting een realistische aanpak om uit het dal te kom j( HeT kabinet gaat ervan uit dat de Nederlanders de n{ n Le zaak van deze begroting best zullen begrijpen, mits maar goed wordt gepresenteerd. Lubbers verwacht j „Belgische tQestanden". Als de mensen maar inzien, dail^r als kabinet hebben geprobeerd de pijn zo goed mogelij ^^0 nt st; te n hui In 'Oh Mür lats c mal verdelen, dan is de maatschappelijke haalbaarheid van begroting groot, aldus Ruding. Zelf lijkt hij er wat mo mee te hebben aan zo'n presentatie gestalte te geven, toelichting op de miljoenennota zei hij op een gegeven, ment op wat laatdunkende toon: „Zoals men wel zej sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen" minister die laat blijken, dat een zo voor de hand gangspunt onder de huidige omstandigheden niet vi het zijne is, levert daarmee geen positieve bijdrage c maatschappelijke haalbaarheid inzake het sanering: van de overheidsfinanciën. 1 or 1 JL Slavink met andijvie- komkommersla en gebakken aardappelen vanille-rijstevla De benodigdheden voor twee zijn: 2 slavinken of 50 g ontbijtspek in dunne plakjes, 150 g half-om-half gehakt, zout, peper, noot muskaat en 35 g margari ne; 200 g mooie andijvie, stuk je komkommer, 100 g kwark, zout, azijn, suiker, uitje, tomaat; 0,5 1 kg aardappelen, olie, 20 g margarine, zout; 0,5 liter melk, 25 g rijst, 12 g custard, 30 g suiker, jam. Wie zelf slavinken wil maken, die mengt het gehakt met zout, peper en nootmuskaat, vormt er kroketachtige rolletjes van en draait er een paar plakjes spek om. Bak de slavionken in warme margarine, met het deksel schuin op de pan regel matig kerend bruin en gaar in twintig minuten. Haal het vlees uit de pan en maak de jus af met weinig water. (Be waar die jus tot de volgende dag). Spoel de hele krop andijvie zo schoon mogelijk en snijd hem in fijne reepjes. Was de groen te dan nog een keer zonder ze lang in het water te laten staan. Snijd de geschilde kom kommer in blokjes. Meng kwark, zout, weinig azijn, sui ker en fijngesneden ui en Schep de groenten door dit sausje. Maak de sla op smaak af met zout en azijn. Garneer met plakjes tomaat. Kook de aardappelen in de schil gaar, laat ze koud wor den, pel ze, snijd ze in stevige plakken en bak die bruin in oie met margarine. Strooi na het bakken zout over de aard appelen. Breng de helft van de melk aan de kook, strooi er al roe rende de met koud water afge spoelde rijst in en kook die in een half uur gaar op een klei ne pit. Meng custard, suiker en weinig koude melk en laat dit papje even meekoken. Voeg van het vuur de overige koude melk toe en laat de vla koud worden. Garneer desgewenst met wat jam. JEANNE Bij het lezen van de Mil joenennota 1984 dringt zich onwillekeurig de vraag op, of het zeker ambitieuze plan tot ombuiging van de collec tieve sector, kans van slagen heeft. De problemen zijn bekend. De collectieve last, belastin gen en premies, is loodzwaar geworden. Zij bedraagt dit jaar 53,5 procent van het na tionale inkomen. Daarmee verkrijgt de overheid toch nog niet voldoende middelen voor de financiering van de omvangrijke collectieve uit gaven. Bijgevolg bevindt ook het financieringstekort zich op een zeer hoog niveau. Het beloopt dit jaar circa 42 mil jard gulden; dat is 12,4 pro cent van het nationale inko men. In nauwe samenhang hiermee is de reële rente interest minus inflatie erg hoog. Hierin moet, vooral terwille van het bedrijfsleven en de werkgelegenheid, ver andering komen. Een ombuiging door een ver kleining van de collectieve last en een fikse verminde ring van het financieringste kort, doet zich dan ook als een noodzaak voor. De rege ring heeft zich ernstig tot taak gesteld dat is de strekking van vrijwel elke bladzijde van de jongste Mil joenennota om daartoe over te gaan. Het lijkt ge wenst, dit ambitieuze en ze ker heel positief te waarde ren ombuigingsbeleid te plaatsen in de loop en de aard van de gebeurtenissen in de laatste jaren. Het is op vallend dat de problemen, waarover het gaat, in een reeks van jaren zijn ontstaan. In 1964, het jaar waarin met één grote sprong de loonsom per werknemer met 14,9 pro cent steeg, trad in beginsel een verandering in. Welis waar wijzigde het beeld niet meteen. Hierdoor werd de draagwijdte van de koerswij ziging vooral in het begin duidelijk onderschat. De roep naar een sterke loonstijging vond bij velen een positieve weerklank en slechts weini gen maakten zich écht zor gen over de mogelijke nadeli ge consequenties voor de werkgelegenheid op langere termijn. Hierin school zeker enige kortzichtigheid, want reeds in die dagen was onze internationale concurrentie positie kwetsbaar. Het was nodig de ontwikkeling van de kosten stringen( in de hand te houden, maar dat is in onvoldoende mate ge beurd. In het midden van de zesti ger jaren stonden voor het toekomstig werkgelegen heidsbeleid in beginsel twee wegen open. De eerste weg kan worden geschetst als am bitieus en vooruitstrevend, vooral op korte termijn, door een ieder zoveel mogelijk te laten delen in de verworven heden van de welvaartsstaat. Het beleid in deze richting leidt tot een sterke stijging van de arbeidsinkomensquo te en tot een grote groei van de collectieve lasten. Met een bepaalde noodzaak worden ondernemingen dan na enige tijd geconfronteerd met de gestegen kosten, verslechter de afzetmogelijkheden en een gevoelig werkgelegen- heidsverlies. De tweede weg kan worden gekenmerkt als een voorzich tig, behoudingsgezind en ge matigd beleid. De klemtoon ligt dan op het behoud van de rentabiliteit van onderne mingen. Voorts gaat het erom, de internationale con currentiepositie van het be drijfsleven niet aan te tasten en de bestaande werkgele genheid zoveel mogelijk te handhaven. De middelen daartoe zijn een matige stij ging van de arbeidskosten, een stringente beheersing van de collectieve druk en een attente bewaking van het overheids-financieringste- kort. Het een en ander bete kent een zekere bescheiden heid op drie terreinen. Het gaat hierbij achtereenvolgens om een bepaalde matiging van de consumptieve uitga ven binnen de welvaarts staat, een voorzichtigheid bij de uitbouw van de sociale verzekeringen en een vrij grote mate van terughou dendheid bij uitbreiding van overheidstaken. Uiteraard is ook bij deze tweede beleidslijn nog wel een aangename welvaarts vergroting mogelijk voor de grote groep, maar die wordt afgestemd op in zekere zin zelfs ondergeschikt aan het behoud van een ge- Voor het derde achter eenvolgende jaar schreef prof. dr. C.J. Rijnvos vóór onze krant een be schouwing over de van daag door de regering be kend gemaakte Miljoe nennota. Prof. Rijnvos is hoogleraar in de algeme ne economie en de over heidsfinanciën aan de Erasmusuniversiteit te Rotterdam en lid van de Eerste Kamer voor het CDA. zond bedrijfsleven en de be staande werkgelegenheid. In het gedrang Nederland koos de eerste weg. Dat is betreurenswaar dig. Gelet op de economisch structurele ontwikkelingen in binnen-en buitenland en de noodzaak een grote groep jongeren werk te geven, was een voorzichtig, behoudens- gezind en gematigd beleid zeer gewenst. De feitelijke gang van zaken is intussen van andere aard. De sterke stijging van de arbeidskosten in de zestiger jaren kreeg in de jaren zeventig een vervolg met een gestadige toeneming van de collectieve druk. La ter volgde een steeds groter wordend interest-opdrijvend financieringstekort. Daarmee werd de rentabiliteit van het bedrijfsleven gevoelig onder mijnd en kwam de werkgele genheid ernstig in het ge drang. Reeds langer dan een decennium worden arbeid en kapitaal uitgestoten. De voor nemens om orde op zaken te stellen waren tot dusver nog al zwak, omdat onvoldoende werd beseft, dat aan de steeds maar zwaarder drukkende collectieve last en de al maar groter wordende geldnood van de overheid, grenzen moeten worden gesteld. Tot voor kort ontbrak echter een duidelijk en krachtig ombui gingsbeleid vanwege de idee, dat de marktsector de kosten wel dragen kon. Maar dat is uiteraard niet juist. Daarmee werd evenwel duidelijk, dat het grootste probleem van onze tanende welvaartsstaat een bestuurlijke crisis is; een onthutsend onvermogen om een deugdelijk herstelbeleid te voeren. Op dit punt is nu een duide lijke verandering ingetreden. Er is echt iets veranderd ver geleken met de aanpak van anderhalf a twéé jaar gele den. De Miljoenennota 1984 bevat een pakket beleids maatregelen, dat op kasbasis het volgend jaar 10,6 miljard gulden moet opbrengen. De voorgestelde maatregelen zijn dan ook ingrijpend. Voor het eerst sinds een decennium lange stijging zullen de col lectieve uitgaven uitge drukt in een percentage van het nationale inkomen met 1 procent naar beneden gaan. De salarissen van ,de ambtenaren en de trendvol gers dalen met 3,5 procent. Voorts wordt op de rijksbe groting 2,9 miljard bespaard en in de sector van de volks gezondheid 1,2 miljard gul den. Toch leidt dit alles nog vrij wel niet tot een verminde ring van het financieringste kort. In 1983 zal dit 42 mil jard gulden (12,4 procent) be dragen, en in 1984 41,4 mil jard gulden (12,1 procent). Dit hangt samen met lasten verlichtende maatregeleq voor het bedrijfsleven, in het kader waarvan o.a. het tarief van de vennootschapsbelas ting zal worden verlaagd van 48 procent naar 43 procent. Daarnaast echter zijn er ook nog enige belastingverhogin gen in het vooruitzicht ge steld, zoals een stijging van de bieraccijns. Per saldo zal de collectieve lastendruk belastingen en sociale premies dalen van 53,5 procent naar 52,6 pro cent. Deze daling is heel wel kom, maar wel gering. Al bij al* gaat het dus om forse maatregelen, die echter per saldo voor wat de ombuiging betreft slechts een matig re sultaat opleveren. Bescheiden In de Miljoenennota 1984 is dan ook terecht sprake van een maatregelenpakket dat „historisch bezien uitzonder lijk fors is", maar waarvan vooralsnog het resultaat erg bescheiden moet worden ge noemd. Dit confronteert ons met de perspectieven voor de ombuiging in de loop van de tijd. Het is eigenlijk wel voor de hand liggend, dat de om buiging op korte termijn geen erg groot resultaat sor teert. Omdat er reeds bijna twee decennia lang sprake is van een ontwikkeling, die moet worden omgebogen, is het niet zo verwonderlijk, dat daarmee op zijn minst enige tijd is gemoeid. Dat is echter nog slechts een begin tot een begrijpelijk en aanvaardbaar maken van het gegeven, dat zelfs een koele ombuiging in 1984 nog maar een klein re sultaat kan opleveren. Het kernpunt van de ombui ging is een verandering in de verhouding van de collectie ve tot de private sector. Tot dusver wordt de verhouding tussen deze twee overwegend zó gezien, dat in de private sector goederen en diensten worden voortgebracht en verkocht op althans over wegend de vrije markt. De collectieve sector stelt dien sten (veiligheid, onderwijs, e.a.) ter beschikking, alsmede bepaalde inkomens (zoals aow, werkloosheids- en bij standsuitkeringen). Voorts verzorgt zij uitgaven, die wij als typisch collectief beschou wen, zoals kinderbijslagen en studietoelagen. De financie ring van dit alles vindt plaats ten laste van de marktecono mie van de private sector. Een zekere uitbreiding van dit beeld is nu gewenst. Het aanknopingspunt daar voor is het huidige investe ringsniveau van de private sector, dat heel laag is. Welis waar wordt in de Macro Eco nomische Verkenning een lichte verbetering van de bruto-investeringen gemeld; zij zullen in 1983 3,5 procent stijgen ten opzichte van het vorig jaar. Het is echter nog de vraag, of deze voorspel ling zal uitkomen. En dan nog zijn de bedrijfsinveste ringen erg laag. In de investeringsbeslissin gen komt de kijk van de on dernemers op de toekomstige economische ontwikkeling tot uitdrukking. GegeVen het lage investeringsniveau rijst nu de vraag op grond waar van ondernemers de toekom stige economische gang van zaken zo somber beoordelen. Het gaat hierbij voor een goed deel om de reactie op de politieke besluitvorming met betrekking tot de ombuiging van de collectieve sector, of tewel om de vraag of naar de opvatting van de onderne mers de regering wel zal sla gen in het ombuigingsbeleid. Gelet op de gang van zaken sedert het midden van de zestiger jaren is er op dit punt veel wantrouwen; mis schien zelfs een diepgewor telde achterdocht. Dat kan worden afgeleid van het ver loop van de stagnatie tot nu toe. Als er een algemene vermin dering van de vraag optreedt, kunnen ondernemers daar op drieërlei wijze op reageren. Ten eerste is produktie op voorraad mogelijk, ten twee de kan worden besloten tot arbeidstijdverkorting en overwerkbeperking, terwijl ten derde als slot werkne mers kunnen worden ontsla gen, met impliciet buiten werking stellen, resp. vernie tigen van kapitaalgoederen. De concrete reactie hangt er vanaf, of de ondernemer bin nen een niet al te lange tijd een verbetering van de situa tie verwacht. Als hij ver moedt dat zo'n verbetering in het verschiet ligt, zal hij kie zen voor voorraadproduktie en-of arbeidstijdverkorting en overwerkbeperking. In de afgelopen jaren hebben de Nederlandse ondernemers overwegend niét op deze wij ze gereageerd. Zij zijn meest al overgegaan, dikwijls als enige mogelijkheid, tot be drijfssluiting en ontslag. Het aantal werklozen beloopt in tussen immers reeds 810.000 en zal in 1984 stijgen tot 900.000. Bijgevolg hebben we te ma ken met een structurele pes simistische ondernemersblik op het vermogen van de re gering om een deugdelijk ombuigingsbeleid te bewerk stelligen. Hiermee wordt de ombuiging een bestuurlijk tijdsprobleem. Gedurende een vrij lange tijd zal een daadkrachtig ombuigingsbe leid nodig zijn om de collec tieve lasten, alsmede het fi nancieringstekort, substan tieel te beperken én om het ombuigingsbeleid voor de private sector geloofwaardig te maken. warmer DE BILT De dag zal i gen droog, zonnig en tam -1 warm beginnen, maar ii d loop van de middag komt id". E uit het zuidwesten be wol s to> opzetten, waarna er later' regen zal gaan vallen. Dezi s gen hangt samen met de n >cht r zal trekken. I >laatst Donderdag zet een nieuw n eis< gedrukgebied een weersvi arde i tering in, met geleidelijk h »p is wordende temperaturen, nuwer zich waarschijnlijk tot inn, de weekeinde zal voortzetten v' id. V Woor Max lafMin U! ^ben Amsterdam De Bilt Eindhoven Den Helder Lh. R'dam Vlissingen Z.-Limburg Barcelona Berlijn Bordeaux Brussel Frankfort Genève Helsinki onbew. 32 14 itsing de t I ge Ir-.-' 12 K Brieven graag kort duidelijk geschreven C redactie behoudt zie het recht voor ingezo den stukken te bekorte Brieven (2) Ik sluit mij j kritiek op de regelmaat w mee twee briefschrijvers bruik maken van deze briek. Er kan geen - al of i: belangrijke - gebeur! elnem plaatsvinden of deze ton den schrijvers grijpen naar de tlnem Als de redactie hun menin cirke veelvuldig meent te mo its aai plaatsen, geef ze dan een s' n hall re vaste plaats of rubriek i n ech krant. C. Neijzen, DEN HAAG. eld ds leids!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 2