Plaats bij eerste acht is haalbaar" -DIOK is weer een team, een collectief" „Go spelen is samen iets moois opbouwen..." ffg (dól Qounaiit ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1983 PAGINA 13 \HC-COACH ROELAND OLTMANS ZIET MOGELIJKHEDEN IN DE HOOFDKLASSE: JAAP BLOM, VOORZITTER VAN DE LEIDSE GO CLUB: N: Blom (rechts), voorzitter van de Leidse Go Club: het nieuwe onderkomen. LEIDEN Met haar veertig leden behoort de in 1968 opgerichte Leidse Go Club zonder enige twijfel tot de categorie zeer kleine sportvereni gingen in de Sleutelstad. Desondanks mag Jaap Blom spreken van een ge zonde club met toekomst. Immers: landelijk gezien weet de in 1969 in Leiden belande praeses zijn vere niging, qua grootte, in de top vier. Duidelijk achter Amsterdam, maar vrijwel gelijk met de clubs uit Groningen en Nijmegen. Daarbij neemt eerste dan Blom ook aan dat veertig niet het eindtotaal zal zijn. De op één september van dit jaar gerealiseerde ver huizing van het Leids Vrijetijds Centrum naar het onderkomen van het International House aan het Rapenburg, zal, zo meent ae 32-jarige voor zitter, ongetwijfeld een groei van het ledental met zich gaan meebrengen. „Begrijp me niet verkeerd", vervolgt Jaap Blom onmiddel lijk, „deze toekomstvisie bete kent beslist niet dat we in het Vrijetijds Centrum een slechte periode hebben doorgemaakt, maar ideaal was het daar ondanks alle medewerking toch niet. De combinatie van go met de andere activiteiten die in onze speelruimte wer den georganiseerd, was ge woon niet zo best. Kijk, dat er bijvoorbeeld schildercursussen werden gehouden op avonden dat wij er niet waren, is op zich niet zo erg. Maar het re sultaat was wel dat wij op ge schilderde stoelen onze sport moesten beoefenen. En ons wekelijks weer moesten afvra gen of de verf op de stoel „vers" of „oud" was, hetgeen vanzelfsprekend niet ideaal was". Ook niet voor die sterke Japanse go-delegatie die Lei den jaren terug eens aandeed. Voordat de oosterse heren het driedelig aan de stoelen waag den, werd eerst een zakdoek over de zittingen uitgespreid. „Als gastheer voel je je dan wel knap opgelaten..." Problemen die Blom en de zij nen nu niet meer hebben. Het honk in het International House zal buiten de go-uren voornamelijk voor vergaderin gen worden gebruikt, waar mee een passende ontvangst voor wie dan ook is gewaar borgd. „Voor ons prettig, voor oud-leden en belangstellenden blijkbaar ook", vertelt Blom, die in de korte periode Rapen burg, onder het motto „oude liefde roest niet", regelmatig de nodige tot voor kort minder actieve leden heeft kunnen begroeten. „Nieuw" Wat Jaap Blom betreft is go overigens nu al een tien jaar durende „nieuwe liefde". Na dat de Rotterdammer van huis uit op de middelbare school al eens een „valse go-start" had gemaakt en hij daarna in Lei den eveneens slechts even met de go-stenen was omgegaan, sloeg het virus in 1973 op nieuw toe. Met schaken maak te Blom geen vorderingen meer en ook omdat de sfeer rondom het bord met de 64 velden Blom in die periode steeds minder beviel, werd de overstap een feit. Blom werd nu wel definitief gegrepen door het go-spel. „Waarom? Ik geloof voornamelijk door het dualistische, het tegenstrijdige -van deze sport. Je bent aan een kant bezig met een krachtmeting met je tegen stander en aan de andere kant ben je ook bezig samen iets moois op te bouwen". Blom doceert enthousiast verder: „Go spelen betekent heel een voudig gezegd, vlakverdelen. Je begint met een leeg bord en gaat vervolgens aan het werk om dat bord tussen zwart en wit te verdelen. Bij dat verde len, moet je niet teveel willen. Het streven moet altijd zijn de helft van het bord voor je op te eisen. Natuurlijk, aan het einde van de partij is het pret tig als je meer punten hebt verzameld en dus wint, maar in principe mag je niet teveel willen, omdat een dergelijke instelling door een tegenstan der kan worden afgestraft. De nadruk ligt en blijft altijd lig gen op het evenwicht". Schoonheid Juist dat streven naar even wicht zorgt volgens Blom voor de schoonheid van het spel. „Als er twee spelers aan el kaar gewaagd zijn, ie dus een vrijwel gelijke vlakverdeling de Als voetbal- had hij altijd blessures. Schou- de kom, verrekte een gebro- pols, van alles. Na zoveelste beschadi- had Gidion van der er dan ook schoon van. Maar wie n W(ikt dat hij zich om in( risico's te vermijden, ;ukei meldde bij een dam- ier e chaakclub komt meer bedrogen uit. Van Born toog naar het nog in de Kikker- gelegen DIOK- en was binnen de keren „weg" van met het ova- heeft Leidenaar, direct deel van DIOK 1 jaar later al opwachting maakte S I iet Nederlands team welijks meer gekend: igby is geen keiharde, lene sport zoals zo k ten onrechte ge- ht wordt". '.Gli, di nelle entree in het keur- van DIOK was een :ie van mazzel verklaart der Born: „Toen ik vijf geleden kwam, was het n net afgelppen en ;n er wat vriëndschap- ontmoetingen met ilse ploegen op het pro- ma. Er was een vacatu- het eerste en hoewel ik allen verstand had van lelletje werd ik opge- omdat ik snel en brutaal 'ie kans heb ik met bei- landen aangepakt. Wat iet meest opviel was de leid waarmee ik werd epteerd. Bij DIOK :t het niet uit in welk je speelt. Contact heb je Dat was ik in de voet- ij heel anders gewend, onpersoonlijker. Ik was keeper van de regionale van Lugdunum en stapte naar het bestuur om overschrijving naar mijn oude club Leidse Boys aan te vragen. Geen probleem, dat kon. Later kwam de jeugd trainer er achter dat ze me zo maar hadden laten gaan. Ra zend was-ie, ik had de opvol ger van de toen net naar Tel star overgestapte Eradus moeten worden, maar ja, wist dat bestuur wie Gidion van der Born was". Maar niet al leen de herkenning trok Van der Born. „Het hele sfeertje is veel lekkerder. Er is meer onderling respect. Na afloop een biertje drinken met de tegenstanders en dan kan het ook nog gebeuren dat één van die gasten naar je toe komt om je te complimente ren met die keiharde tackle die je tijdens de wedstrijd op hem uitgevoerd hebt. Zoiets is toch ondenkbaar in de voetballerij". Afgedankt Het moge duidelijk zijn, "dat Gidion van der Born geen spijt heeft van zijn overstap. Ook sportief ging het hem voor de wind. Begonnen als. wingspeler („nieuwkomers worden meestal op een bui tenplaats gezet, daar kunnen ze het minst kwaad"), maak te hij binnen anderhalf jaar zijn opwachting in Neder lands team als fullback („een soort opkomende voorstopper uit het voetbal"). Van der Born speelde zeventien offi ciële interlands, die hem on der meer in Polen, Tunesië en Zweden brachten. Deze zomer kreeg de inmiddels tot fly-half (spelbepaler) omge doopte 92 kilo wegende Lei denaar een brief van de bond. Daarin werd hij vrien delijk bedankt voor de bewe zen diensten en tevens ver teld dat keuzeheer Dennis Power voorlopig geen beroep meer op hem zal doen. Peter Smak, zijn maatje Fred Du- quesnoy en LSRG's Diederik Renandel kregen eenzelfde schrijven van de bond. Het waarom daarvan is Van der Gidion van der Born in actie voor het Nederlands rugbyteam in een interland tegen Japan. De Leidenaar Is voorlopig uit oranje verdwenen, maar ziet dat niet alseen probleem. „Eerst met DIOK een goed seizoen maken". Born nog immer niet duide lijk. „In die brief stond al thans niets. Later heb ik via via vernomen dat er bezui nigd gaat worden en dat men minder reserves bij het team wil hebben. Maar dan nog begrijp ik er niets van. Ik heb toch bepaald niet slecht gespeeld. Dit seizoen zal ik Power's ongelijk bewijzen", stelt Gidion van der Bom vastberaden, om vervolgens te roepen dat het nationale team voor hem voorlopig niet meer hoeft. Hij wil zich lie ver concentreren op een goed DIOK-seizoen. Daarmee werd vorig week reeds een aanvang genomen. NFC werd mede dankzij uit stekend spelende gelegen heidscaptain Van der Born op een 14-6 nederlaag getrac- teerd. „De wijze waarop die overwinning tot stand kwam, is tekenend voor de huidige sfeer binnen de ploeg. We kwamen tegen wind. op 0-6 achter, maar bleven rustig. Vorig jaar zou zo'n achter stand nog paniek teweeg hebben gebracht. Nu konden we niet stuk. Tijdens de war- ming-up voelde je al dat de juiste stemming er was. We zijn nu weer een team, een collectief. Dat is mijns inziens de verdienste van de nieuwe coach Ton van der Loos. Vo rig jaar is het gewoon misge lopen. Peter de Bruin (de toenmalige trainer, die DIOK eerder landskampioen had gemaakt) wilde verjongen. Op zich een goed plan, maar hij pakte het te rigoureus aan. Dat bracht irritaties met zich mee. DIOK was geen team meer, de trainingen werden slecht bezocht, het hing als los zand aan elkaar". Het resultaat was een tegen vallende vijfde plaats. Van 4er Born rekent dit seizoen op een stek bij de eerste drie, al zal dat niet zonder slag of stoot gaan. HRC acht hij mo menteel de sterkste ploeg van Nederland, maar ook te gen de „mindere goden" zal het opppassen geblazen zijn. „Morgen tegen LSRG moe ten we zeer zeker op ons qui- vi've zijn. Niet alleen omdat het derby is, maar vooral om dat Peter de Bruin daar trai ner is. Hij kent ons van ha ver tot gort. Zijn opdracht zal zeker zijn: afwachtend spe len, DIOK laten komen en alles in de driekwart gooien. Allemaal prima hoor, wij spelen hoe dan ook ons eigen spelletje. En op basis van de eerder bewezen kracht daar van verwacht ik winst", al dus Gidion van der Born, die ondanks een overigens niet bij het rugbyen, maar bij het timmeren van een kip penhok voor zijn zoon, opge lopen blessure zeker van de partij zal zijn. MAARTEN NOOTER tussen zwarte en witte stenen krijgt, er „slangen" door el kaar heen kronkelen, dan is go een qua schoonheid niet te overtreffen spel. Een spel waarin jë, door het plaatsen van de stenen, in wezen ook gedachten uitwisselt met je te genstander. In Japan is een van de bijnamen van het go spel ook „de taal van de hand", een heel juiste om schrijving. Natuurlijk is dat fa cet, die wisselwerking ook bij andere denksporten aanwezig, maar bij go treedt dat nadruk kelijker op de voorgrond". Hoewel go bekend staat als een moeilijke denksport, slechts geschikt voor wiskun dige, universitair geschoolde bollebozen, stelt de zelf overi gens wel in wis- en scheikun de gespecialiseerde Blom dat het go-spel door iedereen kan worden geleerd. „De regels zijn heel eenvoudig, het spel kan snel worden geleerd. Je kan zelfs zonder al teveel theoretisch werk op een rede lijk sterk niveau uitkomen. Dat de top moeilijker haalbaar is, is logisch. Maar dat is bij alle sporten het geval. De laat ste jaren zie je ook steeds meer niet-studenten het go-spel be oefenen, ook buiten de univer siteitssteden worden clubs op gericht. Een hele goede ont wikkeling, go is geen elitaire sport, hoeft dat in ieder geval niet te zijn". Moeilijk Dat go desondanks als een moeilijke sport bekend staat, lijkt z'n oorsprong te vinden in al die „plaatjes", waarop speel borden met uiterst ingewik kelde, onoverzichtelijk ogende stellingen zijn uitgebeeld. „Maarweet Blom, „als je zo'n stelling ziet, moet je je wel bedenken dat de spelers er uren over hebben gedaan om een dergelijke compositie op het bord te brengen. En dan valt de moeilijkheidsfactor opeens weer hard mee". Het feit dat er in de go-sport met „voorgiften" wordt ge werkt, maakt het spel voor be ginners al direct interessant Blom: „Normaal gesproken opent de zwartspeler de partij met het plaatsen van één steen. Indien die speler even wel zwakker wordt geacht dan zijn tegenstander, mag hii bij die opening al naar gelang de grootte van het krachtsver schil meerdere stenen tege lijkertijd inzetten. Daardoor is het verschil in speelsterkte in principe genivelleerd en zal de betere speler alle zeilen moe ten bijzetten om toch nog een evenwichtige stelling op het bord te krijgen". In Nederland kent de, buiten de schoolclubs, nu achthon derd bondsleden tellende go- wereld, drie wedstrijdvormen. Er is het clubgebeuren en de landelijke, individuele compe titie, er zijn weekendtoernooi en en er is een jaarlijkse cyclus die uiteindelijk de Nederland se kampioen oplevert.. Interna tionaal gezien is er het jaarlijk se congres dat hoewel de naam anders doet vermoeden in wezen een Europees kampioenschap inhoudt. Aan dat congres, volgend jaar in het Zwitserse Porrentruy, hoe ven beginners nog niet direct te denken. Waar het Jaap Blom betreft, mag dat voor be langstellenden overigens geen reden zijn om niet aan de be ginnerscursus deel te nemen die vanaf donderdag 15 sep tember in het clubhuis in het International House wordt op gestart. Docent Blom: „Go is op elk niveau het spelen waard. Voor de Japanse prof, maar ook voor de Leidse be ginneling...." GERT-JAN ONVLEE )d Oltmans: „We gaan dit jaar zo aanvallend mo- spelen". LEIDEN - Met de thuis wedstrijd tegen Geel Zwart begint voor de he ren van LMHC morgen om 14.45 uur de hoofd klasse competitie, de hoogste nationale klasse die de hockeyers van Lei den vijf jaar geleden als degradant verlieten. Aan deze competitiestart is een uitgebreide voorbereiding en selectie voorafgegaan. Leiden wenst immers niet, zoals de meeste nieuwkomers in de hoofd klasse, na een seizoen weer terug te vallen. Dus stonden dinsdag 2 augus tus reeds achttien geselecteer de spelers te wachten voor een eerste training. De groep kwam vanaf dat moment vier maal in de week samen en was samengesteld uit de veertien overblijvenden uit de selectie van vorig jaar, Graddus Pott Hofstede en Bouwe Ledeboer zwaaiden beiden af-, en vier nieuwe spelers. Van Hilver sum kwam Harm Jansen Schoonhoven, van Rotterdam Johannes Boele van Hens broek, van de oude club van Oltmans, Pinoke^ Martin Ben nis en tenslotte waaide van HGC Onno te Reyt over. Een selectiegroep die behalve de noodzakelijke trainingen ook de nodige oefenwedstrij den kreeg voorgeschoteld. Zo speelde Leiden in het eerste weekeinde reeds twee wed strijden: van Wageningen werd met 6-3 gewonnen en te gen Laren gelijkgespeeld met 2-2. Het daaropvolgende weekeinde (13/14 augustus) zal de Leidenaars nog lang heu gen. Op het trainingscentrum Papendal kregen zij zes trai ningen voor de kiezen en een (uiteraard) verloren wedstrijd tegen SCHC met 5-3. Intensief Het weekeirjde daarop werd in Groningen doorgebracht. Er werden twee wedstrijden ge speeld tegen de club van die naam (2-2 en 3-1 winst) en één tegen Hattem, een partij die een forse 6-2 nederlaag ople verde. Twee uiterst intensieve weekeinden, die naast condi tievormend voor het team, voor trainer Coach Roeland Oltmans natuurlijk van belang waren om te kijken of de nieuwkomers als aanwinsten konden worden betiteld. „De meeste nieuwe spelers kende ik al, maar je moet afwachten of zij in het team passen en welke oude spelers je er even tueel voor moet laten vallen", aldus Oltmans, die dit seizoen met achttien man wil blijven trainen, maar slechts met der tien spelers de competitie in zal gaan. Een uiteindelijke selectie die inmiddels ook door Oltmans is gemaakt. Na de laatste oefen wedstrijden (winst op Rapidity en Union, gelijkspel tegen Bre da) kwam Oltmans met zijn rijtje namen, waaruit bleek dat voor alle vier de nieuwkomers een plaats in de hoofdmacht was gereserveerd. Spelers als Herman Hartevelt, Hein Dun- gelman, Edwin Dekker en de jeugdige Bob Jan Dietrich moesten daardoor naar het tweede terug. De strijd tussen de keepers Rinus Henstra en Ton van de Meer werd voorlo pig in het voordeel van de oudste beslist. Aanvallend Na deze selectiestap moest het tactisch concept van Oltmans erin geslepen worden. „We gaan gewoon aanvallend spe len dit jaar. Op de nul spelen kan niet op kunstgras, je moet daarop ook zelf scoren". Dit betekent dat er met een drie- mansaanval gestart gaat wor-» den, waarin spitsen niet terug hoeven te storen. Oltmans: „Tenminste, in principe niet, tenzij er duidelijk een overtal situatie dreigt te ontstaan, dus er moet goed meegedacht wor den". De verdediging is voor lopig echter het zorgenkind, in de oefencampagne vielen veel te veel tegentreffers, zelfs te gen overgangsklassen. In de hoofdklasse zal LMHC ook een uitgebalanceerde corner tegenover zich vinden, zeker in handen van mannen als Kruize, Bouwman of Litiens. „Ik denk het aantal strafcor- ners te beperken door de linies dichter op elkaar te laten spe len, waardoor er op het mid denveld een klein speelveld ontstaat, waarin bovendien ook de middenvelders strak kere mandekking moeten gaan geven. Alleen Paul van de Meer moet als laatste man iets meer naar achter om ge vaarlijke wapens als scoop of chip onschadelijk te maken". Afweer Dat, als de strafcorners toch komen, Leiden over een goede afweer beschikt bewees zij af gelopen zondag in de met 2-1 verloren partij tegen Laren, van de veertien Larense hoekslagen trof er niet één doel. „Rinus Henstra komt zo ver mogelijk uit zijn doel om de hoek zo klein mogelijk te maken, daarbij vergezeld van de vaste uitloper van vorig jaar Hans Willem Croll, die dan echter wel wat moet in houden. Bij een variant blijft Henstra staan en gaat Croll op volle snelheid". Blijft het pro bleem van de 14 corners. „Er werden nog teveel onnodige overtredingen begaan, verde digers kunnen hun man dan beter aan Paul van de Meer over laten en dan zelf weer rugdekking verzorgen". De aanvallende strafcorner bleek in orde, Harm Jansen van Schoonhoven verzilverde een van de twee corners, de aanval zelf bleek echter nog niet at tent genoeg. Oltmans is overi gens tevreden over de progres sie, hetgeen uiteraard dwin gend leidt tot een seizoen sprognose. „Als er duidelijk volgens opdrachten gespeeld wordt dit jaar, zie ik ons op de achtste plaats eindigen, mis schien zelfs zevende. Maar eerst moeten we in de laatste thuiswedstrijd op ons natuur- gras maar eens bewijzen dat we sterker zijn dan onze me depromovendus, Geel Zwart". MARCO KOCKEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 13