„Mijn zwijnsoren horen alles" Zwart schaap valium „Uit angst om ze aardig te gaan vinden wil ik geen politici ontmoeten" PETER VAN STRAATEN lage- om ™;jjwiSK „De kracht van en Zoon" ligt mis- Defchien wel in mijn ziekelijke vannieuwsgierigheid. Zodra ik mii t dat|mgeven weet door mensen, ~pp een caféterras of zo, begin- 'ien die grote zwijnsoren te ïisteren. M'n vrouw ergert ^ich er rot aan. Tikt me her- ïaaldelijk op de vingers, maar kan het nu eenmaal niet la- i. Ik moet en zal weten Jrtear die mensen, volslagen (reemden dus, het over heb rest en. Het is m'n tweede natuur [eworden, dat afluisteren van indermans gesprekken. Noem iet m'n voedingsbron voor die lagelijkse strip in Het Pa- ool". veel 'eter van Straaten (47), dit jaar 'oor zijn gehele oeuvre met de na- Iruk op zijn strips „Vader en loon", „Bij ons in het dorp" en „De iruistocht van Dries de Betonne" inderscheiden met de jaarlijkse itripschapprijs, werkt al sinds 1960 xclusief uitgezonderd een we- ;elijks uitstapje naar Vrij Neder- and voor dat typisch Amster- amse dagblad. Hij begon er als il- istrator van Klaas Peerebooms feerverhalen „Wat heb ik ont- ettend met die man kunnen la- hen tekende daarna het actu- •le grapje op de pagina Extra dat enslotte uitgroeide tot wekelijkse lolitieke prenten en heeft er in- niddels alweer dertien jaar „Vader ;n Zoon" opzitten. ,Het begon allemaal met één keer >er week, maar al spoedig werd de :aak uitgebreid tot drie afleverin- jen. Daar werd zowel de krant als k gek van. Op welke dag had er ïu wel een tekening ingestaan, op velke dag niet? Niemand wist het Toen heb ik gevraagd om het n godsnaam dan maar elke dag te nogen doen. De maandag is altijd n'n monnikendag. Dan maak ik :wee politieke prenten en een stuk if drie Vader en Zoons. Donderdag 'olgt dan de rest plus weer een po- itieke prent. Ik heb nooit van me ielf gedacht dat ik zo'n geregeld le ven zou kunnen lijden, maar het ilijkt een zegen. Vroeger ging ik vrijwel dagelijks naar de krant. Even iets wegbrengen. Ik sneuvel- le prompt. Café, drank, waar blijft ie tijd? Nu ik in Twisk woon gaat n'n vrouw altijd mee. Sneuvel ik ian, dan sneuvel ik tenminste niet illeen. En dat is, zo heeft de prak- ijk me geleerd, heel wat gezelliger. Misschien komt het ook omdat ik rnder ben geworden. In Twisk ben ik recht tegenover een cafeetje gaan wonen. De beste remedie om thuis te blijven en daar je borrel te drinken. Ik heb een ontzettende hekel aan feesten gekregen. Blijf altijd aan de pan hangen bij de ver keerde mensen. De laatste keer Peter van Straatens „vader". nog, op het BoekenbalVer schrikkelijk. Wat ik nog wel gezel lig vind is met een man of zes zo maar een paar uurtjes uit je nek te zitten kletsen. Voor de rest heb ik genoeg aan mezelf. Jonge mensen moeten fietsen, joggen, naar de dis co, naar de kroeg. Ik niet meer. Ik ben zelfs niet eens naar Carré ge weest, naar die avond van Freek en Kees en Wim voor Amnesty In ternational. Als je hoorde wie daar allemaal zaten Hele rechtse ver zamelingen, die nog nooit iets van die jongens hadden gezien, voor honderd piek op de eerste rij. Het was een must, weet je wel. Een trend. Om daar geweest te zijn. Op de tv heb ik het lekker ontspannen gevolgd. Genoten. Nee, geen gewe tenswroeging, want ik had met m'n collega's Yrray, Müller, Opland en Len Munnik al belangeloos een cartoonboekje voor Amnesty ge maakt en daar zijn er inmiddels al zo'n twintigduizend van verkocht. Dus Langlopend weerspiegelt zich ook duidelijk in je dagelijkse Parool-strip. De vader wordt steeds morsiger, de zoon steeds minder alternatief, minder progressief ook. „Ach, het is een langlopende actua liteit. In die dertien jaar is die zoon eigenlijk ook al een oude man ge worden en zo min ikzelf naar de kraakacties ben gaan kijken, zo min kan ik ook die zoon er nog aan laten deelnemen. Ik ben veran derd, ouder, dus ook die vader en die zoon. De „Sturm und Drang" is er een beetje uit. Weet je, ik was zelf altijd te oud om mee te doen. Te laat voor het Maagdenhuis, te laat voor Provo. Hoewel ik uit een puur VVD-nest kom, ben ik wel linkser geworden, maar echt ver woestend links ben ik nooit ge weest. Sympathie en antipathie gaan bij mij dwars door alle partij en heen. Daarom weiger ik ook om politici persoonlijk te leren kennen. Ik teken ze zoals ik ze zie. Leer ik ze kennen, dan ga ik ze misschien aardig vinden Je hebt in Amsterdam het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs, de huidige Rietveld Academie, doorlo pen. Waarom niet een soortgelijke opleiding gevolgd in Arnhem, je oorspronkelijke woon- en geboorte stad? „Amsterdam was toen het mekka voor een provinciaaltje als ik. Was ik in Arnhem naar de academie ge gaan, dan was ik dat provinciaaltje gebleven. Misschien had ik dan ook wel een leuk leven gehad, maar al les loopt nu eenmaal zoals het lo pen moet. Hoewel m'n vier broers allemaal nog wel een beetje rechts zijn, was het thuis in mijn jeugd heel erg behoudend. Oud hing voor de verkiezingen bij ons aan de ra men. In Amsterdam waren de nor men aanzienlijk ruimer. Daar ben ik rood gaan kleuren. Maar niet verwoestend, zoals gezegd". Ontevreden Je tekent nooit in kader, je politie ke cartoons zijn niet erg scherp maar raken de kern meestal wel, alles gaat er direct met de pen in „Het wordt je eigen stijltje, maar ik geloof inderdaad dat zoiets groeit. Niet spontaan misschien, maar wel langzamerhand. Toch blijf je. zelf ontevreden met wat je doet. Je blijft voorttobben. Dat houdt je gaande, denk ik. Die uitdaging. Dat zoeken naar perfectionisme, dat je overigens, en dat is maar goed ook, nooit zult bereiken. Kijk, ik kan niet naar de werkelijkheid teke nen. Ook niet naar foto's. Aan de éne kant is dat een handicap. Ik te Zes maanden geleden deed het Radboudzie- kenhuis in Nijmegen rustgever „Valium" in de ban, samen met broertjes „Librium" en „Mogadon". Onmiddellijk daarna-brak de va- liumoorlog uit. Wekenlang wasten voor- en tegenstanders elkaar in het openbaar met be leefd venijn de oren. Fabrikant Hoffmann- -La Roche hield zich wijselijk buiten het strijdgewoel, want wie geschoren wordt moet stilzitten. Zo leek het tenminste. Dat Roche twee maanden geleden aan alle Radboud-art- sen een Witboek stuurde, bleef tot nu toe bui ten de publiciteit. Het kostbaar uitgevoerde werkje ligt naast me en laat zich smakelijk lezen. Roche is niet verdrietig, Roche is razend. Niet om het besluit zelf, daar kan de firma zich bezwaarlijk in mengen, maar om de manier waarop. Al in juli 1981 wist Roche (hoe? „bij toeval", zegt Roche) binnen een week de hand te leggen op een intern schrijven van het Radboudziekenhuis waarin het fa meuze besluit werd aangekondigd. Er volgde een gesprek, het schrij ven zou slechts een discussiestuk zijn en de partijen zouden elkaar op de hoogte houden. Edoch. „Via de Paalman nieuwsmedia hebben we kennisge nomen van uw besluit", zo begint een in het Witboek opgenomen brief van 23 februari 1983. „We oordelen dat onze produkten door de publiciteit, die u aan uw besluit hebt gegeven, ernstig en gewild in discrediet zijn gebracht". Roche claimt een „aangepaste schadever goeding" en acht zich niet meer ge bonden „aan de gebruikelijke re gels van discretie". Roche produceerde dus een indis creet Witboek. Daarin staat alle correspondentie tussen beide kemphanen plus een commentaar waaruit moet blijken dat Valium, Librium en Mogadon zo slecht nog niet zijn. Het Radboudziekenhuis is er niet van onder de indruk. Op de bewuste brandbrief reageerde het met een laconiek briefje: „We heb ben uw schrijven in goede orde ontvangen", en dat was dat. Het Witboek zelf is zo zegt een woordvoerder „lauw ontvan gen". „Een journalist belde ons met de vraag of we die geneesmiddelen uit het Formularium (geneesmidde lenboekje) zouden halen. We beves tigden dat en daarna kwam de pu- bliciteitsmachine buiten ons om op gang. Een schadevergoeding? Ze hebben geen poot om op te staan. Roche's voorstelling van de gang van zaken klopt niet, we hebben wei degelijk met hen contact on derhouden. Overigens hebben we van die schadevergoeding nooit meer iets vernomen"." Elk jaar een nieuwe Waar ging het om? In het begin van de jaren zestig kwamen Libri um, Valium en Mogadon alle van Roche op de markt. Alle drie zijn van de stof benzodiazepine afgeleid en werken spierverslap pend en rustgevend. Daarna ging er geen jaar voorbij of er kwam een nieuw benzodiazepine op de markt. Andere firma's knutselden hier en daar een paar atoompjes aan het benzodizëpine-molecule et voila: Loramet, Noctamid, Nobrium, Una- kalm, Albego, Dalmadorm, Rohyp nol, Reapam, Levanxol, Seresta en Temesta begonnen de markt te overstromen. Alle benzodiazepines werken op- dezelfde manier op de zenuwen in, toch kregen in het Radboudzieken huis Valium, Librium en Mogadon de zak. Ze mogen alleen voorge schreven worden als de arts er uit drukkelijk om vraagt. Waarom? Ze werken te lang, vindt het Radboud ziekenhuis. Vooral bij mensen die deze spullen minder snel afbreken, stapelen ze zich op in het bloed. Bo vendien worden Valium en Libri um afgebroken in een aantal bij- produkten die ook een „valiumach- tige" werking hebben en nog lan- in het bloed blijven zitten.- Daarom koos het Radboudzieken huis voor Seresta en Levanxol die èn kort werken èn geen bijproduk- ten hebben. Niet eensgezind In medische kringen bestaat er geen eensgezinde mening over deze kwestie. Een kleine bloemlezing. Professor A. F. Nelemans, schrijver van een befaamd leerboek over medicijnen: „Je moet van heel goe de huize komen om geneesmidde len die zo ingeburgerd zijn zonder meer opzij te zetten". Hij vindt dat wetenschappelijke argumenten ont breken. Dr. A. van der Kuij, lid van de landelijke Geneesmiddelen Commissie: „Het Radboudziekenuis maakt een belangrijke fout. Men sen met problemen moet je geen kortwerkende middelen geven, want dan komen ze dagelijks het moment van terugslag tegen als het middel is uitgewerkt". De lange "werking van Roche's produkten vindt hij juist een voordeel. Kort en goed. Over de voor's en te gen's van de trits Valium, Librium en Mogadon is het laatste woord nog niet gesproken. Ondertussen houdt Hoffmann-La Roche zijn hart vast. En terecht. De Radboud- -maatregel heeft een belangrijke uitstraling. In dat universitaire zie kenhuis worden de artsen van morgen opgeleid en menig arts in de omgeving van Nijmegen ge bruikt het geneesmiddelenboekje van het Radboudziekenhuis. Het initiatief zou wel eens navolging kunnen krijgen. Er zijn twintig benzodiazepines op de markt, een overdaad. Andere ziekenhuizen zouden ook op het idee kunnen ko men eens flink te snoeien in die overdaad. „Dat Witboek is een rare bokkesprong van een firma die zijn omzet bedreigd ziet", aldus een woordvoerder van het Radboudzie kenhuis. Daar zit wat in. De tijden waarin Roche goud verdiende aan zijn gouden drietal lijken voorbij. Ach ja, die schadevergoeding. „Komt er nog wat van?", vroeg ik voorlichter Schoenmakers van de firma Hoffmann-La Roche. „Nou, die schadevergoeding kan theore tisch natuurlijk wel. Maar we vroe gen ons af of het wel zin heeft". Marcus Bakker „Ik ben opgevoed met een ware communistenvrees en die ben ik nooit helemaal kwijt geraakt. Afge zien van z'n denkbeelden vind ik hem heel leuk praten". Dolman „Aan die man moet ik nog steeds wennen. Een stijve, aardige hark. Erg formeel". Wiegel „Verrukkelijk. Erg ordinair. Kon nog net door de beugel. Volgens mij kun je ontzettend met die man la chen. En alert hè? Toen hij nog mi nister was en geconfronteerd werd met de kreet dat het traangas dat hij tegen de krakers wilde gebrui ken in de oorlog tot de verboden middelen behoorde, zei-ie laconiek: „Maar beste mensen, het is nu toch geen oorlog!" Prachtig. Net zoals Geertsema, die onder de kreet „Durft u dat op te drinken" een glaasje koelwater van een kerncen trale kreeg aangeboden, het glas pakte en het in één teug leegdronk. Schitterend vind ik zoiets". Lubbers „Heel leuk. Moet wel om hem la chen. Maar het blijft een slecht Den Uyl „Verrukkelijke man om te tekenen al zal hij met mijn tekeningen niet zo blij zijn. Gebogen, vermoeid, maar toch een krachtige figuur. Hij mag blij zijn dat ie niet in die rege ringscoalitie zit. Er zou weinig ver anderen. En hij zou harder aange pakt worden door z'n eigen achter ban dan nu. Nee, Den Uyl mag God op z'n blote knieën danken dat hij in de oppositie zit". Tenslotte Nijpels „Kan ik niet tegen. Zo'n disco-ape- kop. Surfer. Trendmeeloper. Maar och, het sorteert slechts tijdelijk ef fect. Dat kun je nu al merken". De politiek in het algemeen? „Wordt kleurloos. Zakelijk. No nonsense. Er is haast geen keuze meer te maken. Markante, echt markante figuren verdwijnen en er komen nauwelijks nieuwe. Dat stemt me wel eens moedeloos ten aanzien van de toekomst van poli tieke prenten. Maar we tobben voort". De Stripschapprijs? „Het is de enige prijs die er op ons gebied is en hoewel ik me geen echte striptekenaar kan vinden, ben ik er. toch reuze blij mee". KEES JAGERS ken 't beeld van mezelf, zoals ik het van binnen zie. Daarom ging Van der Stee misschien ook wel steeds meer op Romme lijken „Ik ben eens in Parijs gaan kijken bij Uderzo, die tekenaar van Aste- rix en Obelix. Woonde in een dure buurt, schitterend huis. Beroemd over de hele wereld en dus rijk. Maar de man zat wel van 's mor gens vroeg tot 's avonds laat opge sloten in een kamertje te zwoegen om aan de steeds groeiende vraag naar die boeken te kunnen vol doen. Collega Frits Müller heeft dat ooit de tekenmijnen genoemd. Sla venarbeid in dienst van je eigen ta lent. Ik zou het niet kunnen. Ik ben meer dan tevreden met mijn werk voor Het Parool en Vrij Ne derland. Dat laat me voldoende ruimte om te leven en dat vind ik belangrijker dan roem en rijkdom". „Ik ben in die drieëntwintig jaar van Het Parool gaan houden. Het is mijn krant. Ik heb de glorietijd meegemaakt met Knap, Carmig- gelt, Jeanne Roos, Evert Werkman, Peereboom, Bal, noem maar op. Nu, die krant is nog goed, maar zit in het verdomhoekje. Amsterdam loopt leeg, de abonnees verdwijnen. Hadden we tien jaar de tijd, dan kwamen we er gegarandeerd weer bovenop, maar in minder dan drie jaar En die arme Wouter Gort zak kan op z'n hoofd gaan staan, het helpt allemaal niets". „De accenten zijn ontzettend ver schoven naar de regionale pers. Het Parool heeft in Amsterdam de strijd van Het Nieuws van de Dag gewonnen, maar blijft door die waanzinnige leegloop van de stad voorlopig toch de grote verliezer. En wat ik daarbij erg mis zijn jour nalisten, die zich doodvechten voor hun krant. In de cao is alles zo goed geregeld, dat de sterken er niet meer bovenuit komen. Het zijn de zwakkeren, die regeren. Ze ver gaderen zich ziek. Tussen die men sen en de directie van de krant zit hoofdredacteur Gortzak zo'n beetje als buffer. Zijn er al abonnees bij gekomen? Arme Gortzak". Tropenjaar Een fiks aantal jaren geleden, toen je nog met je maten Herman Pieter de Boer, Rijk de Gooijer en Eelke de Jong in Giethoorn woonde, heb je met die beide laatsten onder de titel „Brieven van de Beste Jon gensin de Haagse Post geschre ven. Iets totaal anders dan het ma ken van teksten bij „Vader en Zoon" of bij je politieke prenten. „Giethoorn is een belevenis ge weest. Ik geloof voor ons allemaal. Herman, Pieter, Rijk, Eelke en ik. Oorspronkelijk hadden we onze vaste avond, de vrijdagavond. Nou, je begrijpt het wel. Dat is ontzet tend uit de hand gelopen. Tropen jaren waren het. Kijk, Rijk, die off stage een van de plezierigste vrien den is die je je kunt voorstellen, heeft de naam een groot drinker te zijn. Dat klopt ook wel, maar bij hem gaat altijd op het juiste mo ment een rood lampje branden. Zet-ie z'n glas neer en zegt: „Zo, dit was de laatste". Ik kan dat niet. Ik ben een doordrinker, een begin nende alcoholist. Gelukkig was er in Giethoorn dat schrijven. Brieven aan elkaar. Eelke ging daarbij erg gebukt onder de overweldigende humor van Rijk, die een begena digd schrijver is. Wilde met hem concurreren. Ik niet. Was toch bij voorbaat een verloren zaak. Als je die brieven terugleest kun je maar tot één conclusie komen. Rijk liegt, Eelke fantaseert en ik overdrijf. Dat schrijven was toen voor mij he lemaal nieuw en ik heb er dan ook eigenlijk veel te veel tijd aan be steed. Misschien is het m'n redding geweest, want als we met z'n allen bij elkaar rond de tafel zaten De fles er op en wij er onder. Slo pend was het. Overigens maken Eelke en Rijk nu in de HP die serie „Van onze speciale verslaggever Koos Tak". Ik vermaak me er uit stekend mee". Politici Keren we terug naar de politiek. Je zegt: mijn sympathie en antipathie voor politici gaat dwars door alle partijen heen. Desondanks een paar namen. Je reactie graag. Van Agt „Ik heb misschien heel wat aan Van Agt te danken en hij aan mij. maar het bleef voor mij iemand van een andere planeet. Ik kon niet tegen die man. Dat taalge bruik. Lui. Eigenwijs". Van der Stee „Die man had dat gezellige van een echte drinker, maar was voor mij een echte boef. Ik kon 'm slecht te kenen. Zoals gezegd, hij ging steeds meer op Romme lijken Peter van Straatens „zoon".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 19