finale £eidóe(3ootfi/nt WEL OPTREDEN IN AMERIKA, MAAR LEVEN IN HOLLAND ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1983 In december vliegt Herman van Veen naar New York, waar hij voor de tweede keer gaat proberen Broadway stormrijp te maken voor zijn hersenspin sels, maar ook dan zo heeft hij zichzelf beloofd zal hij geen duimbreed afwijken van zijn overtui ging. Tot die tijd houdt hij zijn theater-ritme op peil met voorstellingen in eigen land. Vandaag, morgen en volgende week vrijdag en zaterdag is hij nog te zien in het Congresgebouw in Den Haag. Vorige week was hij nog in het Noordhollandse, in Hoorn. Daar sprak onze verslaggever Leo Thuring met hem over zijn vorige en komende trip naar Amerika. OVER GRILLIGE PADEN HEMELWAARTS Herman van Veen leven met zijn shows comfortabel door Amerika trekken. Maar dat is zijn ambitie niet. ..Broadway is voor mij geen doel", houdt hij dap per vol, „maar een tussenstation op de terugweg naar Holland. Ik wil óók in Amerika optreden, maar in Holland wil ik leven". Vermoedens Van Veen waarschuwt bij voor baat: ook deze keer zal hij op Broadway geen duimbreed afwij ken van zijn overtuiging. „Dat heb ik de eerste keer niet gedaan en dat is me toen best bevallen. In het verleden is het me overkomen, dat ik in vermoedens bleef steken en verkeerde inzichten had waar ik dan overigens wel voor bleef knok ken. Nu ik wat ouder ben gewor den, realiseer ik me, dat het beter was geweest als ik in die tijd wat meer naar mijn hart had geluisterd en me wat minder had aangetrok ken van de ogenschijnlijk waarde volle opinies van anderen. Ik denk nu: het is toch niet zo slecht ge weest wat ik voelde en dacht". „Ik merkte dat ook weer aan de re acties van het publiek in New York. Dat was elke avond opnieuw een ontroerende ervaring. Tijdens vrijwel alle voorstellingen storm den mensen het toneel op die bie omhelsden en bloemen gaven. En op een avond kwam er een man het podium op, die me eerst uitvoe rig kuste en daarna wijzend op mij tegen de zaal riep: „Bless him". Ook Adat kan je dus overkomen in het keiharde Amerika". Vooruitlopend op de serie voorstel lingen in december is hij kortgele den naar New York gegaan om het gevechtsterrein vast grondig te verkennen. „Als je op Broadway loopt", merkte hij, „heb je de ze kerheid: zo ziet 1983 eruit. Dat ge voel heb ik nou nooit in Alkmaar en Amersfoort. Daar denk ik het ene moment dat het al 1994 is en een dag later is het opeens weer 1927. Op Broadway heb ik dat soort twijfels nooit. Ik heb daar ook to neelstukken gezien, die adembene mend mooi gespeeld werden. Tsjonge, tsjonge, zo'n „Torch song triology" van Harvey Feirstein is een belevenis van de eerste orde. Het gaat over een onbevlekte ont vangenis. Wat toch geen voor de hand liggende publiekstrekker is. Maar toch staan er elke dag op nieuw honderden mensen voor de kassa's". „Denk overigens niet dat je op Broadway geen waardeloos enter tainment vindt. Want ook dat stuk je New York is een dwarsdoorsnee van de Amerikaanse samenleving. De lijkenpikker opereert er dus on gegeneerd naast de goddelijke en tertainer en de dame van de peep show is de buurvrouw van de man die een topmusical in huis heeft. Van de vijftig theaters die er op een kluitje staan, zijn er overigens altijd nog zo'n twaalf waar amuse ment van de hoogste kwaliteit wordt geboden". Tempels Na zijn eerste Amerikaanse blik- semtournee heeft Van Veen samen met de Groningse journalist Jac ques d'Ancona een reisverslag ge publiceerd, waarin zij een onthul lend doorkijkje geven in de tempels van de lichte muze, waar de Ame rikaanse theaterproducenten hun rituele dansen om het gouden kalf uitvoeren. Tot slot bekent hij daar in openhartig: „Te veel stukken blijven steken in mijn borstkas. Alsof ik een hoogspringer ben, die in gedachten een sprong maakt en dan zijn medaille in ontvangst gaat nemen en verbaasd is als de jury zegt: „Maar u hebt helemaal nog niet gesprongen". „Oh, maar het is toch alleen maar dat doen wat je weet dat je kunt", zeg ik dan. En daarvoor hoef je die sprong toch niet te maken?". „Nou, zo functioneert het nog steeds niet, meneer Van Veen. Springt u eerst foaar. Dan zien we wel". „Die sprong maak ik heus nog wel een keer", belooft Van Veen. „Want ik ben nu eenmaal een ras optimist, die ervan uitgaat dat bijna alles lukt wat je serieus aanpakt. Ik ben er ook van overtuigd dat er in deze wereld een schitterend plan is waar wij mensen met zijn allen in passen. Het briljante van dit plan is dat je zelf kunt bepalen of je eraan deel wilt nemen of niet". LEO THURING al jaren hoog heb zitten, zeiden het weer even anders", herinnert hij zich, „die hadden mijn show ergens in Europa gezien en hebben me daarna eensgezind over de drempel getrokken. „Het is onmogelijk", riepen ze, „dus is het mogelijk". En met die wijsheid op zak ben ik toen maar in het vliegtuig gestapt". Waarom hij die gok heeft gewaagd? Dat is een vraag die hij zichzelf ook vele malen vruchteloos heeft ge steld. Is het de ambitie van het Ne derlandse amusement waar hij toch ook een kind van is? Of was het zijn eigen ambitie? „Ik weet in elk geval dat het een uitdaging was, die ik per se wilde aannemen. Het is de consequentie van het vak dat ik heb gekozen. Ik wil blijkbaar een entertainer zijn op het niveau van Broadway. En ook nog met een re pertoire dat niet traditioneel is en duidelijk afwijkt van het gangba re". „Ik zong in december 1982 bijvoor beeld een lied over een man die zelfmoord wil plegen, maar uitein delijk ouder wordt dan wie dan ook. Op dat moment was ik waar schijnlijk de eerste en zeker de eni ge, die het Amerikaanse publiek met zo'n somber onderwerp verras te. En de reacties waren zowaar nog bemoedigend ook. Alleen een vrouw op de derde rij had graag gezien, dat ik er een leuke ver kleedpartij omheen had gebouwd. Want daar had ze uiteindelijk toch ook voor betaald. En een stemmig decor had ze achteraf ook wel op prijs gesteld. Maar helaas was daar door Van Veen en zijn makkers niet in voorzien. In mijn show kwam alleen de pianist Eric van der Wurff op. En dat was het. En één Piggelmee vonden de Ameri kanen toch wel wat aan de magere kant". Zijn eerste aanval op het bastion van Broadway duurde een week. „En daarna", bekent hij „had ik het lef niet meer om voor een tweede week vier ton op de richel te leggen. Dat was namelijk de in vestering die nodig bleek te zijn om de show nog eens zeven dagen te verlengen. In de Amerikaanse showbusiness is geld nu eenmaal de enige zaak die serieus wordt geno men. De rest is een zorg voor later. Je doet er ook op een heel andere manier zaken dan in Europa. In Amerika heb je te maken met ad vocaten en accountants, die uitein delijk beslissen. Als een business man drie uur naar je betoog heeft geluisterd zegt hij dan ook: „Ik vind het uiterst fascinerend wat u doet, meneer Van Veen. Ik zal het voorleggen aan mijn advocaat". Amerika, heeft hij inmiddels ook ontdekt, is een zeer formalistisch land, waar het altijd een groep mensen is die de' besluiten neemt. „Nooit dus een individu dat toeval lig schik in je heeft. Dat vereist dan ook een heel andere discussietech niek. Want je weet nooit wie de fi nancier is achter de man met wie je praat. En die financier beslist uit eindelijk of je een goeie belegging bent. Daarvoor moet je dan wel aan een reeks voorwaarden voldoen waar je spontaan beroerd van wordt. Voordat je het groene licht krijgt, worden eerst de feiten op een rijtje gezet: ziet de artiest er een beetje hebbelijk uit?, heeft-ie voldoende talent?, een goeie uit straling?, is zijn show geschikt voor een groot publiek?, en zo nog ze ven, acht andere saillante punten. Als je aan al die voorwaarden vol doet, doemen er gelijk weer nieuwe problemen op die voorzichtig van de één naar de ander worden ge schoven als stukken op een schaak bord. Want niemand wil een buil aan je vallen". Acht maanden geleden hebben zes duizend Amerikanen zijn program ma bekeken en dat aantal is nu de basis waarop hij in december terug gaat naar New York. De geldschie ters weten nu tenminste voor welk publiek hij interessant is. Dat blij ken grotendeels studenten en jonge intellectuelen te zijn.En met die duidelijke gegevens bij de hand kan nu veilig worden gecalculeerd. „Ik heb eindelijk een verleden in Amerika", roept hij opgelucht. „Ik zit in hun chip". In de tweede ronde zal hij twee weken lang spelen in een van de zalen van het New York City Cen tre, dat schuin tegenover de zaal ligt, waar Ed Sullivan al jaren op treedt. Als hij overigens zou willen, kan hij nu al voor de rest van zijn Herman van Veen in Hoorn. Een Dezorgde troubadour, die met zijn leimwee via onder meer Den Haag ?n Amsterdam op doorreis is naar "Tew York en daarna Vlaanderen, 'arijs, Tokio en Berlijn op zijn pro- imma heeft staan. Het IJssel- ;r vóór het Parktheater, dat als fantoom van geronnen bakste- de dijk domineert, is op deze ieravond een donkere spiegel, irin de maan zich opmaakt voor Ie warme nacht. De stad is uitge storven, vacuüm getrokken door de flevisie, die de burgerij in zijn net- in heeft verstrikt. 'oordat hij zich in de magische to- leelcirkel door de schijnwerpers lat vangen, fourageert Van Veen srst met gepaste haast in een reugdeloze bistro, waar papieren ilacemats fungeren als doekjes fvoor het culinaire bloeden. Het lijkt een ideaal decor voor een be- kvogen grafrede, waarvoor Van I jfVeen graag zijn bronzen bombar- fl#lionstem laat luiden. Hij buigt zich over de koperen pan met zijn kar- Ifaonade „bonne femme" en begint acceaan zijn avondwake. uw °(,Wat sommige Amerikaanse critici verweten hebben is dat ik in dagéjun ogen onduidelijk was. „Wat nou?", vroegen zij zich af. keli]H,Wat is die man eigenlijk? Een een marktkoopman, een weihansonnier, een balletdanser?". Ze ngvitwamen er dus kennelijk niet uit. u eaDp mijn beurt zou ik die critici wil- vragen: „Wat hebben jullie ei- lie zicfeetilijk gezien? En wat is er in feite crantPan hand?". Want daar gaat het julteloch om. Wat wordt er achter de scherm en door de politici bekon- efteld. H°e groot is het onrecht in w) iJdeze wereld en hoe ernstig de oor- e logsdreiging? Een Russisch 'spreek- e mWoord zegt het heel duidelijk: „We U0P Knokken met zijn allen zo hard ®,dlVoor de vrede, dat er uiteindelijk ht z')jgeen steen meer op de andere iekuftaat". We leven in een maatschap- iij, die er op het eerste gezicht pro- er uitziet en wentelen ons behaag lijk in een gewapende welvaart, 'laar wat is de prijs die we voor lat gemak en onze rust betalen? loeveel lijken heeft het al gekost n—zal het nog gaan kosten? De lachtoffers van onze vrede zitten laarginds. Dat zijn de tienduizen- lemkinderen die in de Sahel ster- ren van de honger. Dat zijn de •rouwen die in de Filippijnen moe- en leven onder mensonwaardige imstandigheden". Consequenties ,En wat doen we eraan? Hoege- laamd niets. Het leed licht wel tel lens op in onze televisietoestellen, naar we wensen er geen enkele :onsequentie aan te verbinden. We löen niets met al die beelden en :onsumeren alleen. Want ons ge- reten hebben we allang een rot hop gegeven, zodat we daar ten- linste geen last meer van hebben, 'nze maatschappij heeft zich ge- ipecialiseerd in het voortoveren van vermeende realiteiten, die wij hog net aankunnen. Het is de Ver- ^—o/an-mijn-bedshow die ons verknipt O/bereikt en is voorgeprogrammeerd Idoor de goeroes van deze tijd: de „Ik heb mijn clown handen gegeven en hem aan het werk gezet". psychologen en de handige jongens van de marketing en de reclame". „Toch is er leed waar je niet om heen kunt. Deze wereld zit vol on recht dat schreeuwt om een aan klacht. En daar praat ik over in mijn programma. Ik probeer mijn publiek niet in slaap te sussen met vrijblijvend cynisme, een snuifje humor met zeven smaken en wat sarcasme, want daar wordt nie mand wijzer van of beter door. Ook ik niet". Hij wijst op de placemat vóór hem en zegt: „Laten we even aannemen dat dit de aarde is. Als je nu uit- zoomt zie. je in het midden een plukje mensen dat zich buitenge woon amuseert. Daar wordt ge- surfd. gedanst en getrimd dat het een lieve lust is. En in de discothe ken dreunt dag en nacht de beat. Daar omheen wordt door miljoenen gejammerd. Maar door al het la waai hoor je dat niet". „Wat is nou de taak van een clown? Die moet een stilte creëren, zodat je het gejammer wel kunt ho ren en je oren gaan suizen van de pijn. De clown drukt mensen met de neus op de feiten. Niet om ze met een hoop verdriet naar huis te sturen, maar om ze bewust te ma ken van de ernst van de situatie. Hij houdt al zingend, pratend en dansend een spiegel voor en roept: „Kijk maar goed, dat is er aan de hand. En doe er asjeblieft wat aan. Zet alles wat je ziet en begrijpt om in activiteit. Als je dus in Manilla vrouwen ziet creperen draai ze dan niet je rug toe, terwijl je denkt: daar heb ik geen boodschap aan. Maar probeer serieus om een paar mensen uit het slop te halen". „Daarom heb ik mijn clown han den gegeven en hem aan het werk gezet. Met Harlekijn hebben we de stichting „Colombine" opgericht die gelden inzamelt en het resultaat is dat er nu in Manilla een confec- tiefabriekje staat, waar honderd vijftig vrouwen werken, die met hun kinderen weer een normaal le ven kunnen leiden. Dat geeft de clown meer voldoening dan een staande ovatie of een fraaie kritiek. Er blijkt namelijk uit, dat je ook als kleine man een project van de grond kunt krijgen waarmee je wat OORN De lach, die an zijn lippen valt, is n scherf, die zich niet eer laat lijmen voor elke illusie ook. Voor ijn ogen, die rusteloos lijven zwemmen in zijn armerbleke componis- nhoofd, is het niet ieer dan een onbedui- end incident dat ze hau- in negeren. De vrolijk- id, verpakt in een Pantel der liefde, wordt >ndertussen omzichtig rerder over het publiek litgespreid. Geen bloe nen, gaarne instemmend ipplaus voor wanhoops- ireten, wiegeliedjes en le verplichte drie maten ust voordat de bom valt. Tranen tellen ditmaal ■nee voor het laatste oor- leel, dat even over elven geveld zal worden. Brigade Over zijn plannen voor de nabije toekomst verstrekt hij uiterst con crete mededelingen. In december vliegt hij met zijn Harlekijn-briga de naar New York en gaat hij voor de tweede keer in successie probe ren Broadway stormrijp te maken voor zijn hersenspinsels. De eerste keer, in december 1982, is hij er heen gegaan met het idee: je hebt geen schijn van kans, dus heb je een reële kans van slagen. „Mijn Amerikaanse co-producent Michaël Frazier en Shirley MacLaine die ik voor anderen kunt doen. En dat is een ontdekking waar ik voorlopig niet over uitgepraat ben".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 13