finale Guido Pieters steekt Piet Bakker; Ciske de Rat" in nieuw filmjasje L ZATERDAG 20 AUGUSTUS AMSTERDAM Zelfs een zonnige dag veran dert niets aan de verre gaande triestheid van de binnenplaats. De hoog optorenende verdiepin gen van de voormalige kweekschool voor de zeevaart in Amsterdam- Oost doen een onmisken bare dreiging uitgaan naar degene die zich daar op de hobbelige klinkers waagt. Ritmisch gestamp van tientallen rubberzo len wekt herinneringen aan exercitieterreinen, strenge kostscholen en andere plekken des on- heils waar het voor de gevoelige ziel niet goed toeven is. Het gestamp komt van een lange rij in het blauw geklede jongens, die onder het toeziend oog van twee ci- fiiers naar oude snit, links-reehts, inks-rechts hun rondjes draaien. Tussen de opgeschoten knapen dribbelt een joch van een paar tur ven hoog; hij heeft grote moeite de lange passen van zijn „medege straften" bij te houden. De binnen plaats van handeling vormt die dag het decor van de nieuwe verfil ming van Ciske de Rat van Piet Bakker. Het dribbelende joch is Danny de Munk (13), door regis seur Guido Pieters uit zo'n negen honderd kandidaten verkozen voor de hoofdrol. Het triest ogende gebouw aan de Conradstraat is deze zestiende au gustus „verbouwd" tot de tucht school, waar Ciske volgens rechter lijk bevel zes lange maanden moet doorbrengen nadat hij bij een uit de hand gelopen ruzie zijn allesbehal ve liefhebbende moeder met een broodmes heeft gedood. Voordat er rondjes kunnen worden gedraaid heeft kapper/grimeur Ulli Ulrich zich met schaar en tondeuse gelijkschakelend uitgeleefd op de kapsels van Ciskes mede(tucht)- scholieren. Punk, coupe-soleil en andere eigentijdse knipsels verwor den onder zijn vaardige handen tot het in de jaren dertig gangbare bloempotmodel la de kapper om de hoek. Ulli: „De jonge jongens vinden het prachtig, de oudere wil len wel eens een beetje tegensput teren, maar er is er nog niet ééntje weggelopen". Ulli geeft toe dat hij niet heleméól de coupe-1930 kan hanteren „dat kun je ze niet aan doen". Maar toch ligt een grote hoop harige getuigen van zijn knip- arbeid naast de kapstoel Booróeknoojïj^^^^^^ Cas Baas (tuchtschooldirecteur Reinders) stapt binnen. Hij heeft enige moeite om de losse boord op een filmisch verantwoorde wijze om de hals te krijgen. Hetgeen niet zo verbazingwekkend is indien men bedenkt dat de laatste boor- deknoop inmiddels is bijgezet in het Rijksmuseum voor Oudheden te Leiden. Tenslotte lukt het en is Baas klaar voor zijn korte optreden op de binnenplaats, waar hij een einde moet maken aan de ontmoe ting van Ciske met diens onderwij zer Bruis (Herman van Veen). Maar zo ver is het op dit. moment nog lang niet. Aan de langs de voormalige kweekschool voor de zeevaart stro mende Oostenburgervaart ligt een aantal jongens, figuranten die rond Pasen (anoniem) te zien zul len zijn in de nieuwe Ciske de Rat. Een van hen is, hoewel Hóllands welvaren schijnend, getooid met de fraaie Italiaanse naam Claudio Mancinelli. Claudio zit op het athe neum, werkt een paar avonden per week in een disco en vindt het kar weitje dat hij nu opknapt „erg leuk „Kijk, voor het geld hoef je het niet te doen. We krijgen als fi gurant veertig gulden per dag plus de kost en de consumpties. Maar daarvoor moet je wél als alles niet zo loopt als het lopen moet twaalf uur per dag op je benen Aan mede-figurant Marcel te Nij- enhuis de vraag: Vind je het met erg, zo'n kortgeknipt koppie? Ant woord: „Ik hik er niet tegenaan en het groeit óók weer aan". Zegt ver der dat hij het werk dat hij nu in zijn vakantie doet erg prettig vindt, weer heel wat anders dan in een winkel werken of zo. Heeft voorts een hoge pet op van Herman van Veen. „Je leert van hem; afkraken is er niet bij, hij ziet je als z'n gelij ke". Vijftien maal Turks Fruit Om de niet-speeltijd van de figu ranten te doden en dat is een aanzienlijk karwei heeft de or ganisatie een video-recorder laten aanrukken, met daarbij diverse op peppende cassettes. Claudio: „Je houdt hier tijd over. Ik doe liever wat anders, vissen of zo". (De Oos tenburgervaart blijkt wel degelijk vis te herbergen.) „Maar als je, net uit je bed, hier aankomt, vliegt ge lijk de video aan. Ik geloof dat ze al vijftien keer „Turks Fruit" ge draaid hebben. Nou, na één keer hou ik het dan maar voor gezien". In het overblijflokaal, de kantine, het bedrijfsrestaurant of in figuran ten-termen „De Kroeg", waar een orkaan lijkt te hebben huisgehou den, zitten de ouders van Danny tussen de resten van een zeer ge zonde lunch (tomaten, croissants, karnemelk) die de heren medewer kenden hebben genoten. Volgens Ria en Joop de Munk heeft zoon Danny „het" niet van een vreem de. „Mijn ouders", zegt vader Joop in „séér onverfalst Mokums" (hoe wel hij nu in de Purmer woont) „hebben in de Jordaan steeds met Johnny Jordaan en Tante Leen ge zongen. Maar ja, op wedstrijden was het dan altijd zó: Eén Johnny, twee Tante Leen en drie het Duo De Munk. Tegen die keien konden ze niet opboksen". Zoon Danny blijkt (dus) artiesten- bloed te hebben. Op zijn achtste jaar, vertelt vader Joop, gebruikte hij een closetrol als microfoon als hij te kwelen aanving. Tot hij op een verjaardag van een tante een echt microfoontje kreeg. „Zonder geluidsinstallatie natuurlijk". Hoe kijken ze nu tegen hun zoontje aan, tegen hun Danny die straks natio nale en/of internationale bekend heid gaat verwerven als de nieuwe Ciske „Heel gewoon", zegt moe der Ria, „hij heeft die rol altijd ge wild en heeft steeds gezegd: Ik voel 't in m'n hart dat ik 't word. Maar hij is gelukkig geen cent veran derd. Bij ons in de Purmer weet niemand dat hij in de film zit en zelf zegt hij er ook niets over. En journalisten stuur ik weg; ons huis is ons heilig, daar kan geen film iets aan veranderen". „Tja" zegt Danny's vader „hij speelt en zingt graag en wij hobbe len er achteraan. Zo ligt dat". Op de binnenplaats staat het ge spreksonderwerp even later in het middelpunt van de filmische be langstelling. Dat zal alle opnameda- gen zo blijven, want anders dan Wolfgang Staudte in 1955 laat nu regisseur Guido Pieters de gebeur tenissen zien door de ogen van Cis ke zelf. Staudte deed dat afstande lijker, hij maakte onderwijzer Bruins de observerende figuur. De man met de klapper „Attentie, we gaan draaien. Stilte nu graag", klinkt het door de me gafoon. De man met de klapper slate 186, take 1 duikt voor de camera weg. „Stop, ik hoor de vi deo nog". Herhaling dus. Achteraf blijkt dat zelfs een ingehouden zucht die zich aan het geprangde gemoed ontwringt, het omslaan van een blaadje op een notitieblok dan wel het ophalen van de neus feilloos door de microfoon worden opgevangen en geregistreerd. Tja, en wat moet je met het geluid van een opgehaalde neus in een scène waarin geen neuzen worden opge haald Regisseur Guido Pieters blijkt niet snel tevreden te zijn. Onvermoei baar en rustig blijft hij aanwijzin gen geven om de scène waarin on derwijzer Bruins op de binnen plaats van de tuchtschool Ciske ge dag zegt. Móet zeggen, want direc teur Reinders (Cas Baas met hoge boord) kondigt afgemeten aan: „Wilt u nu afscheid nemen van uw Ciske de Rat vliegt in de armen van zijn onderwijzer Bruins, als die hem in de tuchtschool komt opzoeken. „JONGENS, ALS WE NOG EVEN WACHTEN BEGINNEN DE HEIPALEN WEER" Herman van Veen in gabardine regenjas als onderwijzer Bruins met naast hem regisseur Guido Pieters. pupil. De tijd is om". Ciske draalt nog even en verdwijnt dan in een deur die door een bewaarder achter hem onverbiddelijk wordt dichtge daan. En als deze kernscène Bruins is zowat de enige op wie Ciske nog kan rekenen teke nend is voor het gehalte van de film, gooit Guido Pieters hoge ogen met zijn regie. Want de toeschou wer voelt het, ook nog na een paar herhalingen wegens verkeerde lichtval of iets dergelijks, even prikken in de ooghoeken De heipalen beginnen Wie de filmopnamen als een opeenstapeling van zenuwachtige toestanden, heen-en-weer-gerèn of zo zou willen zien, komt bedrogen uit. Onder de flegmatieke leiding van Guido Pieters doet iedereen rustig zijn werk, zelfs als een shot voor de zesde of zevende maal overgedaan moet worden omdat een langsrijdende auto een claxon- concert ten beste geeft of aanpalen de bouwwerken te veel gerucht veroorzaken. „Jongens, opschieten, als we nog even wachten beginnen de heipa len weer". Het blijkt dat de pro- duktieleiding met de aannemer heeft afgesproken dat het heiblok slechts op bepaalde tijden zijn klap pen zal uitdelen. Waar men al niet rekening mee moet houden Met de buurt bijvoorbeeld. De pro- duktie heeft zoals zulks heet „een schrijven doen uitgaan" naar de be woners van de Czaar Peterbuurt waar Ciske de Rat wordt verfilmd. In het Nederlands, Turks en Ara bisch wordt meegedeeld dat de mo gelijkheid erin zit „dat antennes van de daken moeten worden ver wijderd (tijdelijk)". En ook zal dan .de lichtbak van bijvoorbeeld een friteszaak een poosje naar binnen moeten verhuizen. Immers, in 1934 was Nederland nog onbekend met het patatwezen. En het automobiel dat in de jaren tachtig van de band is gerold past niet in een filmbeeld waarin slechts Fordjes behoren rond te rijden. Dus moet af en toe een straat autovrij gemaakt worden. En ook dat moetje als pro- duktieleiding netjes aan de bewo ners vragen Hoofdrolspeler Danny de Munk maakt van een kleine pauze ge bruik om een kistje als bongo te ge bruiken om zich daarna weer ge willig te schikken naar regisseur Guido Pieters die nog niet tevreden blijkt over de afscheidsscène met Herman van Veen en Cas Baas. Dus gaat het hele zaakje voor de zoveelste keer over. „Vrijmoeth, je tijd is om", zegt Baas weer eens. Maar van enige geïrriteerdheid bij crew en spelers is geen sprake; de hang naar perfectie voert duidelijk de boventoon. En nu verschijnt even een „straatveger" in beeld. Er wordt namelijk door de crew nogal stevig gerookt en een sigarettepeuk past al helemaal niet in beelden van een tuchtschool anno 1934, waar het slechts de directie was Danny de Munk als Ciske de Rat moet wasknijpers maken. toegestaan zich te verlustigen in de nicotinedampen van een bolknak. Je moet ook overal rekening mee houden. Goed team Voor Herman van Veen zit het er voor vandaag op. Tenminste, wat de opnamen betreft. Voor 's a- vonds staat nog een optreden in Kerkrade op het programma. Don kerbruin gestemde Van Veen: „Het is heerlijk, maar wel slopend. Het fijne van het werken met en onder Guido Pieters is dat de man een perfectionist is. Trouwens, we heb ben helemaal een goed team". The aterman Herman van Veen in een film en direct in een forse rol. Hoe is het zo gekomen „Ik had na tuurlijk zo mijn twijfels. Je neemt het levensgrote risico dat je weer eens op je bek valt. Maar toen ik Danny leerde kennen, dacht ik: dat moet ik gewoon doen. Die jongen hééft het. En daar blijf ik bij". Danny de Munk is onwetend over de lof die hem door een theaterrot als Van Veen wordt toegezwaaid. En het spelen van een hoofdrol schijnt zijn dertienjarige kinderziel nauwelijks te beroeren. Onder de blauwe tuchtschoolmuts en in het ruim bemeten „gevangenispak" dat zijn frêle figuurtje een nóg nietiger aanblik geeft, schuilt een doodge woon Amsterdams joch dat het spe len in een film beziet als een ver bazingwekkende en welkome stap uit de tredmolen des dagelijksen le vens. En de mavo moet dan maar even wachten Danny, op een stoel met de armen om de knietjes geslagen: „Geinig, joh, om met Her man van Veen te spelen. En met Peter Faber die m'n vader in de film is ook. D'r zijn maar weinig jongens die dat kunnen zeggen". De nieuwe Ciske heeft de boeken van Piet Bakker niet gelezen, wel heeft hij „die ouwe film" gezien. „Maar die is heel anders dan die wij nou aan het maken zijn". Dan ny zegt gedecideerd altijd al gewe ten te hebben dat hij de hoofrol zou krijgen. Hoe „Dat weet ik niet. Ik wist het gewoon. Nou, en als je dan op een gegeven moment wordt ge kozen, is dat gewoon fijn". Drukwerk is beter Als Danny niet speelt, zingt hij. Hij deed op de lagere school mee in een musical en belandde via een ta lentenjacht bij een optreden met „Drukwerk", overduidelijk zijn fa voriete groep. „Ik ken de zanger Harry Slinger. En wat Drukwerk doet is véél beter dan Doe Maar. Die heb ik 'ns een keer in de zaal gehoord en dat was verschrikke lijk. In de studio zitten ze met knoppen te rommelen en dan klinkt het op de plaat erg mooi. Maar als je ze zó hoort Dat de mavo voorlopig in het ge drang komt, deert Danny weinig. „Dat beetje haal ik wel weer in, want ik wil de i ker weten. Want met dat dipl kan ik naar de toneelschool kleinkunstacademie. En dat beurt". Danny af voor de zoveelste op Elders in het oude zeekweekschi complex vindt producent Matt van Heijningen een kamertje z t der telefoons om even ongesto kunnen praten. Ongestoord e minuut wordt er op de deur klopt door medewerkers of mei--, spelenden die iets te vragen of zeggen hebben. „We hebben all( zegt Van Heijningen, „maar j bordje „Niet Storen" moet ik |SC laten makenIFr< Dat de film Ciske de Rat gedraaid kan worden, is aan Mh0( thijs Van Heijningen te danken. I v heeft het geld erin gestoken zijn films Een Vlucht Regenvr10! pen, Van de Koele Meren |op Doods en niet te vergeten De IJter hebben opgeleverd. Hijzelf dmc daar niet moeilijk over: „We ben De Lift geprobeerd en hel, ons gelukt. Zo simpel ligt dat. Ir menteel wordt De Lift nages)3111 chroniseerd voor buitenlands jnoj bruik, een karweitje dat zo'n vme honderd- tot zevenhonderdduiz<do< gulden kost". jus Compleet nieuwe film ;Hei Van Heijningen benadrukt dat ke de Rat geen „remake" van ma werk van Staudte is. „Het is compleet nieuwe film. We heWjwa! de locatie hier in de Czaar Pelte buurt uitgekozen omdat het £en van de laatste buurten is, die (?ie als volksbuurt herkenbaar is. He(Jn er niet typisch Haags, typisch B"oc terdams of typisch Amsterdams??161 buurt heeft iets universeels". Vee: gens de producent wordt CiskePin Rat „een emotionele film, op|®Pe rand van het melodrama". "e „In sommige kringen heeft dat rare bijklank, maar daar hebp'c geen last van. En tenslotte le^ de jaren tachtig mogen en kunnen bepaalde dinj^e Van Heijningen heeft de fre* „exact teruggeplaatst in de jaij>eci dertig". Zegt daarover: „Ik geef dat zoiets een vervreemdend efrpe heeft, maar we willen de film t^or z'n herkenning laten behouddt'a£ Hij blijkt daar alle vertrouwen iiP1'5 hebben. eeiJ Op de binnenplaats klinkt het dCleA de megafoon: „We doen het ÖB een keertje, jongens!" F stappen de blauwgejaste er gebroekte tuchtscholieren i. Voor de buitenstaander l£re, een perfecte opname, r regie-assistente Vivian Pie#.. I: „Een van de jongens k^lu r ons". De bewaarder fluit), vlak daarop komt de rij v buiten, nu perfect in de maat het goede leerlingen van e

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 12