Fïnalë Heddy Lester stapte van Mallemolen over in het rad van avontuur 3 Menselijke ênsuline: slechter, biet beter 1 US 1' ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1993 „Rondkijken" heet de one-man-show, waarmee Heddy Lester op 19 au gustus, voortreffelijk gesteund door haar broer en muzikale secondant Frank Affolter, in het Haagse Diligentia Theater begint aan een toernee kris-kras door Nederland. ik kan. Wat er aan talent in mij zit". Heddy Lester is inmiddels 33 en weet ondertussen, dat ze nog steeds aan het begin staat van haar een zaam avontuur in het grote sprook jesbos van de kleinkunst. „Ik ben een groentje", bekent ze stralend, „maar aan de reacties van het pu bliek, dat wél de moeite heeft ge nomen naar mijn one-woman-show te komen, heb ik bliksems goed ge merkt, dat er wel degelijk muziek in zit. Ik heb in elk geval de goede uitstraling. De mensen houden van me en voelen zich betrokken bij al les wat ik op het toneel doe. Na elke voorstelling komen er ook steevast mensen naar me toe, die verbaasd roepen: „Gunst, ik wist echt niet, dat u ook zulke liedjes zingt. Laat ik nou gedacht hebben, dat u nog steeds„Hou maar op, schei maar uit", zeg ik dan. Dat soort opmerkingen frusteert me nou al zes jaar, ofschoon ik me don ders goed realiseer, dat het alle maal goed bedoeld is". „De pest in dit land is namelijk, dat je automatisch in een hokje wordt geduwd, waar je vervolgens van zijn lang zal ze leven niet meer uit komt. Je kunt hoog en laag sprin gen, vechten als een leeuw en met de beste mensen een repertoire op bouwen, waarmee je naar de ster ren reikt, maar toch blijf je voor het gros van de mensen dat kleine meisje van de Mallemolen". Daar komt nog bij, dat Heddy Les ter overduidelijk de tijd tegen heeft. Het kenmerk van de jaren tachtig is immers de verveling, die als een nog steeds uitdijende olie vlek de lage landen heeft vervuild. Het publiek is verzadigd en wenst geen stap meer te verzetten voor zijn ontspanning. Ben je gek, er is toch zeker televisie, die de hapkla re brokken amusement keurig bij je thuis brengt. Waarom zul je dus naar een circus gaan als de leeu wen reeds voortdurend staan te brullen in je huiskamer en de beste trapezewerkers tussen het thee meubel en de geborduurde wand- spreuken hun dodensprong maken? Zo is het toch zeker. En als de bur gerij onverhoopt toch de aanvech ting krijgt om zich buitenshuis te verstrooien zit m'n dasje recht? speelt men bij voorkeur op zeker en worden de kostbare zil verlingen gespendeerd aan een on bekommerd avondje uit met André van Duin of het Theater van de lach. Mogen pa en ma effe? Want zoveel valt er vandaag de dag ook niet meer te lachen in dit land. Onderbroekenlol „Als je dat nou weet", vraagt Hed dy Lester zich van tijd tot tijd be zorgd af, „ga je toch denken: waar doe ik het eigenlijk voor? En het enige antwoord, dat ik kan verzin nen is dan: omdat ik zo nodig moet. Ik wil hoe dan ook nog eens in de grote theaters werken. En dat ook nog uitsluitend op mijn voorwaar den. Ik peins er niet over voor een succesje concessies te doen. Geen onderbroekenlol dus. waar het Ne derlandse volk blijkbaar zo gek op is. Nee, ze moeten me maar pakken zoals ik ben. Een Mokums meissie, dat gein heeft in d'r werk. En Sis ze dat vertikken en niet naar me komen kijken en luisteren, heb ik pech gehad. In elk geval heb ik het dan serieus geprobeerd". Secondant Met haar hevig getalenteerde broer Frank Affolter als vaste muzikale secondant trekt ze nu alweer enige tijd door het land met haar tweede soloprogramma. „Rondkijken", waarin ze telkens weer een avond lang feestelijk uitpakt. „Weet je, wat nou zo jammer is?", zegt ze. „Dat er in Nederland geen vak vrouwen zijn, aan wie ik me kan optrekken. Ik heb uiteraard de nieuwe show van Adèle BLoemen- daal gezien. Schitterend mooi. Maar wat zij op het toneel doet heeft alleen niks met mijn persooft- tje te maken. Ik ben een mens van beweging. Van heisa. Ik houd van glamour en glitter, van big bands en balletten om me heen. En daar moet Adèle allemaal niks van heb ben. Die is vele malen ingetogener dan ik. Als we naast elkaar gaan staan trek ik toch echt een grotere strot open dan zij. Daar durf ik vergif op in te nemen". Met haar sprankelende ego-trip „Rondkijken", waar ze. gesteund door broer Frank, vriend Erwin Kamm, steun en toeverlaat Marino Westra en regisseur Joop Admiraal ruim een half jaar keihard aan ge werkt heeft, komt ze op 19 augustus in het Haagse Diligentia Theater. Daar begint dan een nagelnieuvOe tournee waarin ze een seizoen lang kris-kras door Nederland zal trek ken. „Ik blijf koppig volhouden", waar schuwt ze vast, „en hoop ondertus sen, dat het publiek me nu eens con amore een kans wil geven om te to nen, wat ik waard ben. De kritie ken op het programma waren pri ma de luxe en de mensen, die mijn show ondertussen gezien hebben, zijn vol lof". „Maar dat vind ik niet genoeg. Ik wil meer. Bette Midler achterna. En Shirley MacLain, Judy Gar land". „Ik zal pas echt tevreden zijn als de mensen niet meer om me heen kunnen. Als ze tegen elkaar gaan zeggen: „Als je nou echt eens een avondje uit wil zijn, moet je naar die kleine Lester gaan". „Die maagzweer en de koppijn neem ik graag op de koop toe". LEO THURING Op 18 januari 1923 kreeg de Cana dees Leonard Thomson als eerste in de geschiedenis insuline toege diend. Thomson leed aan suiker ziekte (diabetes) en die injecties redden hem van een zekere dood. Nu jaren later is de behande ling van diabetes nog lang niet vol maakt. Iemand omschreef het als het geven van de verkeerde insuli ne op de verkeerde plaats en dan ook nog op het verkeerde tijdstip. Als de pancreas (alvleesklier) te weinig insuline maakt krijg je dia betes. In de darmen wordt zetmeel (suiker, bananen, zoetigheid) in handzame stukjes gehakt en als glucose in het bloed opgenomen. Glucose is de universele brandstof van het lichaam, al onze cellen „lo pen" erop. Maar dan moet het wel vanuit het bloed de lichaamscellen ingesleept worden. Daar zorgt het insuline voor. Zonder insuline krijgt geen enkele lichaamscel voldoende brandstof en belandt het lichaam in een energie crisis. Het glucose hoopt zich bij di abetes op in de bloedbaan, het te veel wordt met een overmaat aan water uitgeplast. (Diabetes mellitus de officiële naam voor suiker ziekte betekent „zoete stroom"). Ondertussen verhongeren de li chaamscellen en kijken om naar al ternatieve brandstoffen zoals vet ten en eiwitten. Op dat moment ligt de energiehuishouding van het lichaam in de gort. Het lichaam gaat dan steeds meer lijken op ie mand die zijn huis aan het slopen is om de kachel brandend te houden. De klassieke klachten van een on behandelde en ernstige diabetes: veel drinken, maar nog meer plas sen om de overmaat aan glucose kwijt te raken. Daardoor dorst en uitdroging. Veel eten, maar door het voortdurend verlies van gluco se toch vermagering. Moeheid en spierzwakte, jeuk en het voortdu rend optreden van ontstekingen (steenpuisten, witte vloed). Zonder behandeling met insuline is in de meeste gevallen het tij niet meer te keren en overlijdt de patiënt in een diabetisch coma. Insuline kan dit voorkomen. Toch zie het begin van dit stukje komen insuline- injecties bijna altijd op het verkeer de moment. Betere toedieninj De pancreas maakt precies zoveel insuline niet te veel, niet te wei nig als nodig is. Maaltijden laten het glucosepeil van het bloed stij gen, inspanning verlaagt weer de glucosespiegel en de pancreas rea geert daar bliksemsnel op. Insuli- ne-injecties krijgen dat nooit zo mooi voor elkaar. Daarom gaat zelfs bij de best „ingestelde" diabeet het glucosepeil van het bloed sterk op en neer. Men denkt maar ze ker weten doet men niet dat dit nu de oorzaak is van de secundaire (late) verschijnselen van diabetes. Op de duur kunnen de kleine slag aderen worden aangetast, wat weer blindheid, aangetaste nieren en zenuwaandoeningen kan ver oorzaken. Geen wonder dat men al jarenlang aan het zoeken is naar een betere toediening van insuline. Men heeft het gezocht in pancreastransplanta tie (voorlopig met matig resultaat), inbouwen van insuline-produce- rende pancreascellen (nog experi menteel) en insulinepompjes die over de hele dag een afgepaste hoe veelheid insuline in het lichaam spuiten. Ik noem deze mogelijkhe den maar voor de volledigheid, het is een onderwerp apart. Nu dan dat „verkeerde" insuline. Banting spoot Thomson in met een extract van varkenspancreassen. Dat spul lijkt op menselijk insuline op een chemisch detail na. Als je je insuline voorstelt als een kralen snoer van 86 aminozuren dan ver schilt het varkensinsuline één kraaltje met het menselijk insuline. Runderinsuline dat vroeger veel werd gebruikt verschilt zelfs vier kraaltjes. Verkeerd insuline dus. Menselijk insuline Sinds kort kan men menselijk insu line tot en met de 86e kraal precies pamaken. Dat kan bijvoorbeeld door het dresseren van E Coli bac teriën. De E Coli bacterie heeft zoals elke cel een celkern waar in 'n directie zit, en een celfabriek die de opdrachten van de celkern prompt uitvoert. Tegenwoordig kan men met DN A-recombinant technieken de opdrachten in de celkern van de E Coli bacterie ver anderen. Zo'n celkern zegt dan „maak insuline" en de celfabriek gaat Befehl ist Befehl mense lijk insuline maken alsof het nooit anders heeft gedaan. Een paar jaar geleden nog hoopte menig onderzoeker stiekem dat dit menselijk insuline de late ver schijnselen van diabetes kon voor komen. Helaas, dat waren wat al te hoog gespannen verwachtingen. Op dit moment is het spul bij veel mensen en in veel laboratoria uit geprobeerd en men heeft nauwe lijks een verschil met de andere in- sulines kunnen ontdekken. Slechts in enkele gevallen heeft het voor delen, zoals bij de behandeling van mensen die overgevoelig zijn voor varkens- of runderinsuline. een luiten A: eneei ad zu ganis 0 joui ;e be is IOO Ko oor ontelbare Nederlanders is Heddy Lester nog steeds dat d gulleine, spichtige meisje van de „Mallemolen", dat het op het mgfestival van 1977 in Londen niet gemaakt heeft. Zij hebben 1 geen flauwe notie van, wat Heddy op het ogenblik uitvoert. Jet haar broer Frank Affolter trekt ze nu alweer enige tijd oor ons land met haar tweede soloprogramma: „Rondkijken". 19 augustus brengt ze dit programma in het Haagse ligentia. eo Thuring had een gesprek met dit „Mokumse meissie", dat dan ook de top wil bereiken, niet alleen in Nederland, laar het liefst ook over de grens. MSTERDAM Toen de frêle, ijf turven hoge Heddy Lester uit ;p vatimsterdam zes jaar geleden door e jaarfARA-regisseur Nico Knapper in e Sp<e „Mallemolen" van het leven uit^rerd geduwd begon voor haar een verk ilde rondedans, die even abrupt indigde als hij kort daarvoor was e^, fiegonnen. Ofschoon ze toch al ne- dat ien jaar bescheiden maar zéér ;eh ardnekkig aan allerlei zijwegen 'n kad getimmerd en met haar „Rail- ?n)ad Song" zelfs een luid hinniken- jaje hit de vaderlandse wei had inge huurd, kenden op dat moment nog jaar bedroevend weinig Nederlan- ers deze zangeres, die niettemin ins zag tijdens de nationale voor- mde van het Eurovisie Songfesti- ik wjjal jaargang 1977 als volslagen on- ng K ekend talent vedettes als Bonnie t. Clair en Maggie MacNeal met e toeen indrukwekkend puntenver- :hil te verslaan. weg >renhj)at eerste telefoontje van Knapper hij jerinnert ze zich nog haarscherp it de jlsof het pas gisteren gevoerd is. stad, Op zijn vraag of ze wilde deelne- jien aan de voorronde was haar kanjerste spontane reactie: „Dat is niks tgebrjoor mij. Aan zo'n opgeklopt shit- ïlfde irogramma wens ik mijn kostbare emenjijd niet te verdoen". Zijn vaderlijk id zulintwoord op haar afwijzing was: s aanlZeg nou niet meteen nee, maar Spt|verweeg eerst eens, wat je er mee wortou kunnen bereiken. Als jij straks eoel.fcj Londen zingt kijken miljoenen ten. mensen in vrijwel alle Europese landen naar je. Wat dus betekent, '- oorriat je in één klap bekend bent van hij Ie Noordkaap tot ver achter Lissa- „Ion. Als je die kans niet grijpt, lodder je misschien nog twintig lar vruchteloos door en ben je uit- chattiindelijk nog nergens", in \I ng b$ch, dacht ze na zijn heldere uit- Alifov wat kan me ook eigenlijk ge- „dat'euren? Ze zong inderdaad al van- diezlf haar achttiende bij het zwakke proc^hijnsel van druipkaarsen de liedjes en nog steeds was er hond. die er aandacht aan vanlphonk. In feite had ze dus niets te tV ZferÜezen en zou ze zich heus geen 88. vallen, wanneer ze mee deed jn ergens achterin de meute zou zew'jven steken. n die stemming van „Ach, dat doe k even en daarna gaan we weer ^Irolijk over tot de orde van de ^^ag". ging ze in april 1977 naar de lidktjritse hoofdstad, waar ze misselijk toneel op struikelde, haar ver- llichte rit in de „Mallemolen" van YVim Hogenkamp naakte en vervolgens weer pijlsnel i snifging door een zijdeur. Even n, bjechts had ze mogen snuffelen aan ihulcje vette, commerciële kluif. Daar- in-glja moest, ze onverbiddelijk weer ings „af" en opnieuw beginnen, igzaó jeslojSpijt heb ik niet gehad van die naffe zijsprong", zegt ze glimla- „en eerlijk gezegd ben ik jog steeds blij, dat ik daar in Lon- ■■Éen roemloos ten onder ben ge- jaan. Stel je voor, dat ik gewonnen lad. Dan was ik pas echt de klos jeweest. In dat geval zou ik im- ners door allerlei glibberige baasjes !in hot naar haar zijn gesleept om maar dat ene liedje te zingen, ijn hemel, ik moet er niet aan ■nken, dat ik die lijdensweg had |oeten afleggen". Weet je wat nou het vreemde is? iiat er nog steeds hoopjes mensen iljn, die exact weten, wat ik toen in jonden aan had. Griezelig maar Jaar. En als ik ergens kom en ik leb de pech, dat ik herkend word, er altijd wel een grapjas in de Juurt. die vraagt, of ik de „Malie- Jolen" nog eens wil zingen. Maar |e periode heb ik echt al jaren ge- jden voorgoed afgesloten". ^JMleen in bejaardentehuizen wil Kjk' nog wel eens de hand over mijn strijken en het lied zingen, als e er maar lang^ genoeg om blijven turen. Dan durf ik niet meer te Heddy Lester: „Ik wil nou eindelijk eens aan zoveel mogelijk mensen laten zien, wat er aan talent in me zit. En daarvoor neem ik die maagzweer en de koppijn graag op de koop toe". weigeren, omdat ik een zwak heb voor oude mensen". „De rest moet zo sportief zijn me te nemen zoals ik nu ben. En dat is toevallig niet Heddy Lester van de „Mallemolen". Die luchtballon heb ik zes jaar geleden al doorgeprikt en daar wens ik op dit moment niet meer over door te drammen. Te recht zou ik zo zeggen. Want wat stelt zo'n songfestival nou helemaal voor? Niets toch zeker. Het is alle maal humbug, flauwekul, dansen rondom het gouden kalf". Sprankelend „Toch belde er ook dit jaar weer een journalist op, die wilde weten, hoe ik dat songfestival van 1977 be leefd heb. Hij moest een verhaal maken over het festival van 1983 en was op het sprankelende idee gekomen alle Nederlandse deel neemsters en deelnemers van de voorgaande jaargangen te bellen". „Weet je eigenlijk wat ik nu doe?", heb ik hem gevraagd. Daar kreeg ik een hoop gestotter als antwoord op. „Nou ja. Nou nee. Dat is te zeg gen. Ik weet wel, dat „Hou maar op", heb ik geroepen, „het is overduidelijk, dat het je geen donder interesseert, waar ik momenteel mee bezig ben. Daarom „IK WIL PER SE DE TOP BEREIKEN EN ALSHET EFFE KAN NIET ALLEEN IN NEDERLAND" stel ik voor, dat je je eerst daar maar eens grondig in gaat verdie pen. Als je het antwoord weet, mag je nog eens bellen. Dag knul". Gramscha] Heddy Lester schatert overdadig hard, als ze dit stukje onverteerde gramschap geventileerd heeft. Voegt er schouderophalend aan toe: „Toen ik dat verhaal aan Ramses Shaffy vertelde was zijn enige com mentaar: „Daar moet ie niet zo'n punt van maken. Van mij wordt ook nog steeds verwacht, dat ik Sammy zing. Daar kom je nooit meer onderuit". Hallo, dacht ik, Ramses heeft makkelijk praten. Want het is toch wel even een ver schil of je nu Sammy moet zingen of de Mallemolen". Ze zendt haar gast over de lage, glazen tafel een bestraffende blik met voorbedrukt antwoord. „Wees nou eerlijk", gebiedt ze honingzoet, „jij hebt toch ook geen flauwe no tie, wat ik momenteel uitvoer. Voor jou ben ik nog steeds dat klei ne, spichtige meisje, dat het in Lon den niet gemaakt heeft. Ên daar hoef je je niet eens voor te scha men. Want met jou zijn er nog pak weg veertien miljoen Nederlanders, die het al evenmin weten". „Toch wordt er van mij verwacht, dat ik tegen die stroom blijf oproei en. Voortdurend op mijn tenen loop om me waar te maken. En dat gebeurt ook nog. Want ik wil hoe dan ook de top bereiken. En dat niet alleen in Nederland, maar als het effe kan ook over de grens. Dat klinkt verwaand, geef ik toe. Maar die ambitie heb ik nu eenmaal. Mijn moeder heeft in d'r jonge ja ren ook gezongen en stond zelfs op een gegeven moment in een show met Toon Hermans. Maar zij vond kinderen krijgen net even span nender dan carrière maken. En daarom is ze abrupt gestopt met zingen. Wat natuurlijk haar volste recht is. Maar met haar dochter ligt het toevallig even anders. Ik moet zo nodig en ben bereid om tot mijn laatste snik te knokken voor het vak, dat ik op mijn achttiende heb gekozen. Inclusief de onvermijde lijke downperioden". Slow starter „Helaas heb ik gemerkt, dat ik een geboren „slow starter" ben. Bij mij gaat alles traag, stap voor stap. Langzaam maar zéér gestadig, zul len we maar denken. Ik ben geen type voor het snelle succes, de gro te hit en het vele geld. Daar ben ik blijkbaar te nuchter voor. Geld in teresseert me niet eens. Als ik maar kan leven en geen armoe hoef te lijden, ben ik al dik tevreden. Maar daarnaast wil ik in mijn vak zoveel mogelijk presteren. Laten zien, wat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 17