In Sri Lanka wacht bestolen toerist slechts de bedelstaf Inall £cidóc(Somcnit Ambassade laat het afweten "leeft de mbassade en "olombo "«en eekje eiten allen? ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1983 ver men ook van huis is: het moet toch een geruststellend zijn dat er altijd wel een Nederlandse ambassade in de jurt is. Een stukje eigen grondgebied, waar beschaafd Neder- iids wordt gesproken, waar het geurt naar tulpen en stamp- Een thuishaven, waar diplomatiek personeel altijd pal staat [jr de in problemen geraakte landgenoten, t vakantiereis is per slot toch altijd weer een avontuur, en jvaren liggen op de loer: diefstal, ziekte Voor verslaggever 'ul Koopman kwam de nood aan de man in Sri Lanka, toen geraffineerde dief er met zijn hele hebben en houwen van- [or ging. Op de ambassade in Colombo bleek men niet bereid te helpen. „Als u dit soort risico's niet wilt lopen, dan iet u maar in Nederland blijven". HAAG „Transport- ten stoffelijk overschot: itende prijs", meldt de po- die een negen maanden •ende reis door Azië moet :ekeren. Mooi meegeno- i, denk je. Je weet maar lit wat er kan gebeuren, welvaartsmens is in het e Azië per slot een kwets- kasplantje uit het West- dat niet alleen blootstaat een ongenadige zon, maar zeer vatbaar is voor aller- tropische ziekten. Geluk- zijn er dan nog injecties, je in tropenland het gevoel n een bionisch mens te i: tot de tanden gewapend en inheemse bacteriën en :illen. k tegen diefstal wil je je indek- i. Met een vale rugzak tussen de ouderbladen wekt men in Euro wellicht de indruk van uiterste voud en armoe. „Ach, moet je zien: die jongen reist zo primi- fluisteren de mensen meewa- Maar in Azië betekent een rug- rijkdom. In de canvas buidel rden goederen van de hoogste en \arde vermoed: camera, walk- n, harde dollarsJe bent dan het doelwit van lange vingers, lassen dus maar, op die rugzak, ir de zekerheid wordt een foto- >ie gemaakt van het paspoort, i tweede identiteitsbewijs wordt (T< egenomen. En in het notitie- "'cje worden adressen van am- ades en consulaten in Azië ge- eerd. negen maanden behoedzaam en pfeen door Azië, argwanend soms, aa. t ettend meestal, paranoia af en word ik tenslotte toch het chtoffer van diefstal. Eén week e D< Dr de terugreis. En meteen goed k. ïn na acht uur boemelen het imtreintje van het bergdorpje putale naar Kandy puffend een ing beklimt, grist een Ceylo- lijn rugzak van het bagage- springt uit de rijdende trein, gevj duisternis in en de anonimiteit Lib ;moet. Het is dan negen uur len livonds. Natuurlijk is er geen iupebdrem. Een wilde achtervolging talisor de jungle heeft trouwens toch wehn zin. Ontdaan realiseer ik me de schade is. Buiten een over- erv nd, dat ik aan heb, en een korte e fi >ek bezit ik niet veel meer. Ge- e h( kig heb ik mijn vliegticket in hotel in Colombo, evenals de lie van mijn paspoort. Zo zie je sp ar weer af. blonde juffrouw in blauwe bla- in wie de Nederlandse zuivel- ustrie beslist een goede kandi- t zou zien voor haar exportre- ne, komt vriendelijk glimla- nd op me toelopen. „Wat is er uw dienst?", vraagt ze. Na ne- maanden gebarentaal met de itselijke bevolking, kan het niet ierlandse'r. Op de leestafel een evier en een Volkskrant. In bei- bladen verontrustende berichten r de bezuinigingswoede in het island. diefstalrapport, dat de politie Candy eerst na bij elkaar geteld r dagen en twaalf uur wachten .de overhandigen, wordt over- 1. „CAmeLA Nikon stoolLen", bovenaan de lange lijst ver te artikelen. En: „Pasport, :h, no...". vriendelijke glimlach blijft, n nieuw paspoort kunnen wij L voor u uitschrijven", klinkt niettemin vastberaden. „Daar- r moet u naar het gemeentehuis Jiiw woonplaats. Wat we wel inen doen is een laissez-passer ken. Dat is drie maanden geldig daarmee kunt u toch de grens laissez-passertje „Laat maar ote desillusie bedelen om rupees voor je thee en je rijst gaan"-, betekent dat. Dat moet dan maar, denk ik in dezelfde sfeer. De ambassade heeft er twee dagen voor nodig om het papiertje, met naam, adres en stempel, klaar te maken. „Komt u woensdag maar weer langs. O ja, u hebt toch geen geld nodig, hè?", vraagt de ambas sadejuffrouw bezorgd. Ik geloof van niet. Als ik zuinig leef kan ik het nog tot vrijdag rekken. Dan gaat mijn vlucht. De ambassadejuf frouw zucht opgelucht. „Mooi, Woensdag wordt toch een dag van grote desillusie. Mejuffrouw Berg- shoeff, zo blijkt ze te heten, is „eventjes" uit. Ik wacht twee uur op haar terugkomst. Jawel, het laat-maar-gaan-papiertje is klaar. „Dat is dan vijfendertig gulden", zegt ze, terwijl het formulier onder het kogelvrije vensterglas wordt doorgeschoven. Daarop volgt een verbijsterende dialoog. „Maar wacht eens even: al mijn geld is gestolen. Ik heb geen vijfen dertiggulden meer. Dat kan ik niet betalen „Het spijt me, maar dan kunnen we u dit formulier niet geven". Het laat-maar-gaan-papiertje wordt teruggegrist. Kan ik die vijfendertig gulden niet van de ambassade lenen? Mijn hotelrekening en de luchthavenbe lasting kan ik nog net betalen, maar dan is het echt op. Vrienden betalen nu voor mijn eten. Ik wil wel een leencontractje onderteke nen Ik haal mijn internationale pers kaart uit mijn zak, om mijn kre dietwaardigheid kracht bij te zet ten. Het mag niet baten. „Nee, nee. Daar kunnen we niet aan beginnen", klinkt het zakelijk. Het formuliertje gaat alweer terug in de la. „We kunnen niet weten of u ook werkelijk betaalt als u een maal weer terug bent in Neder land. Wij zijn in het verleden al zo vaak besodemieterd. Ik zeg niet dat het zo is, maar hoe weet ik dat u die hele diefstal niet uit uw duim zuigt?". „Denkt u dat ik voor een papiertje van vijfendertig gulden de boel ga oplichtenHet enige dat ik wil is teruggaan naar Nederland. Ik heb het ticket, vrijdag gaat het vlieg tuig. In Nederland heb ik voldoen de geld op de bank. Dan moet u mij toch helpen?" Mejuffrouw Bergshoeff repliceert koeltjes: „Wij zijn hier op de am bassade geen liefdadige instelling". De wellicht foutieve voor stelling van de ambassade als een veilige thuishaven, de warme boe fand.' Ik heb gisteren nog een jon gen uit Oslo gesproken. Die wacht al twee weken op zijn geld. Zelfs in een moderne stad als Bangkok duurt het overmaken van geld lan ger dan drie dagen De toon aan de andere kant van het vensterglas blijft bedeesd en zem van vadertje staat, breekt voor mijn ogen aan stukken. Het wordt mij zwaar te moede. „Wat stelt u dan voor dat ik doe? Waar haal ik dat geld vandaan?" Wel, zo wordt gesuggereerd, ik zou mijn ouders kunnen telegraferen. Zij kunnen dan vijfendertig gulden op een bankrekening in Sri Lanka storten. Dat geld zou echt wel bin nen drie dagen aankomen. Ik kan het niet helpen, maar ik word boos. U bent hier in Azië, niet in Neder- beheerst. Er is toch echt geen ande re mogelijkheid. Of ik zou geld van een andere toerist moeten lenen, wordt me verteld. „Ik kan u echt geen laissez-passer geven zonder dat u daarvoor betaald hebt". Engelse bedelaar Het weerzien met familie en vrien den, na negen maanden reizen wordt plotseling een uiterst onze kere aangelegenheid. Geen 35 piek geen reispapier, vliegtuig mislopen, nog langer hier moeten blijven zonder een cent op zak, flitst het in telegramstijl door m'n hoofd. Zon der een ambassade die me wil hel pen. Ik herinner me een Engelse jongen, Davey, die ik aan het begin van mijn reis in Bombay ontmoet te. Hij was voor de triomfboog „Gate of India" bestolen. De dag tevoren had hij van zijn ouders vierhonderd Engelse ponden ont vangen. Die was hij nu kwijt. Da vey sliep daarom op straat, tussen de Indiase bedelaars. Hij bedelde om rupees voor zijn thee en rijst, samen met de Indiase bedelaars. Een wel bijzonder harde manier om je met de cultuur van een land vertrouwd te maken. „Maar krijg je dan geen geld van de ambassade?", had ik verbijsterd gevraagd. Daarop had Davey cy nisch gegrinnikt en me aangeke ken alsof ik de naïefste reiziger in India was. Zijn relaas: „Ik ben de laatste tien dagen elke dag bij de ambassade langs geweest. Daar werd me ver teld dat ik mijn paspoort wel ver kwanseld zou hebben. Na vier da gen kreeg ik uiteindelijk tien ru pees (ongeveer drie gulden). Voor die aalmoes moest ik dan nog een schuldbekentenis ondertekenen. Hahaha! Maar nu is het echt op, zeiden ze nog. Als je geen zaken man bent in een driedelig kostuum met een serie credit-cards laten de ambassades je gewoon stikken". Dus u stelt voor dat ik mijn thuis- vlucht annuleer en wacht tot mijn ouders geld sturen. Dat komt er op neer dat ik achthonderd gulden verlies, omdat u mij geen vijfender tig gulden voor wilt schieten Nu wordt de dame achter de balie boos. „Luister eens, als u dat risico niet wilt lopen, dan moet u niet op reis gaan. Dan moet u thuis blijven in Nederland. In Sri Lanka wordt nu eenmaal veel gestolen. Daar moet u rekening mee houden", klinkt het verwijtend. Daarmee is de discussie ten einde. De lade, waarin het uitreispapier was ge stopt, gaat op slot. Klaar uit. Hoe ik uiteindelijk toch thuisgeko men ben? Ik ben in de voetsporen getreden van Davey. Ging noodgedwongen „bedelen", bij andere jongeren, die ook door Azië reisden. Gelukkig was het de eerste keer meteen raak. Een iongen uit Duitsland wil de me vijftig gulden lenen. „Maar natuurlijk", riep hij met grote van zelfsprekendheid, „je moet toch te rug naar huis?" PAUL KOOPMAN >loei DEN HAAG „Je ziet dat maar al te vaak. Mensen ko men naar de ambassade en zeggen: hier ben ik, dit is mijn probleem. Lost u het maar op. Maar dat is niet de bedoeling. Als je een probleem hebt, moet je dat zelf kunnen oplos sen. De ambassade is er alleen voor echte noodgevallen". Met de heren Van de Velde, woordvoerder, en Steenbrink, me dewerker van de afdeling algeme ne zaken van het ministerie van buitenlandse zaken, praten we over ambassadehulp in het buitenland. Heeft de ambassade in Colombo een steekje laten vallen, of krijgen in moeilijkheden geraakte toeristen overal nul op rekest? „Uw geval is een uitzondering", bezweert Van de Velde. „Je hoeft heus geen drie delig pak aan te trekken om vrien delijk bejegend te worden". Steen brink maakt de kanttekening: „Er is ook een andere kant van de me daille. Soms doet de ambassade veel meer voor landgenoten in moeilijkheden dan eigenlijk zou hoeven". Elk vooijaar organiseert Buiten landse Zaken een campagne om reislustige landgenoten te informe ren over wat er zoal fout kan gaan tijdens een reis buiten de veilige grenzen. Daar is reden genoeg voor. Elk jaar raken 20.000 pas poorten zoek. Meer dan 150 Neder landers worden jaarlijks in het bui tenland vermist. In het vakantie seizoen moet het ministerie dage lijks zo'n dertig keer bemiddelen bij het overmaken van geld naar in moeilijkheden geraakte landgeno ten. Zo'n tachtig keer per jaar tast de Nederlandse overheid in „eigen beurs" om de thuisreis te financie ren van toeristen op zwart zaad. Het beleid van het ministerie van buitenlandse zaken is er op gericht deze vormen van hulpverlening zo veel mogelijk te beperken. Vandaar de slogan: „Maak van thuisblijvers geen spoorzoekers". Vandaar ook het advies: „Houdt uw paspoort op een veilige plaats", en de raad om thuis op een bankrekening geld in reserve te houden ingeval de nood aan de man komt. Vandaar wel licht ook de onvriendelijke en wan trouwende bejegening die toeristen ten deel kan vallen op de ambassa des zelf. Steenbrink: „De ambassade is geen bank. Als iemand voor hulp aan klopt, en meestal is dat bij financië le problemen, dan zal de ambassade eerst nagaan: wat kunt u er zélf aan doen? Wellicht kan de betrok kene zelf of zijn familie geld over maken naar een bank in het bui tenland. De banken en verzeke ringsmaatschappijen zijn toch in de eerste plaats de aangewezen instan ties om geldproblemen op te lossen. De overheid springt alleen in de bres als er sprake is van een acuut noodgeval". Van de Velde: „Ik zou zeggen: de welvaartsstaat, waar je altijd maar voor hulp- kunt aan kloppen, strekt zich niet uit tot het buitenland. Maar dat is een per soonlijke mening". Paspoort zoek Veel vertegenwoordigingen in het buitenland hebben de mogelijkhe den paspoorten te verstrekken, maar in de praktijk zal alleen in hoge uitzonderingsgevallen een „normaal" paspoort worden uitge geven, vertelt de heer Van de Vel de. Verliest men in het buitenland zijn paspoort, dan kan de ambassa de een laissez-passer verstrekken, een reispapier dat maximaal drie maanden geldig is en oorspronke lijk bedoeld is voor de thuisreis. „Wilt u langer doorreizen na ver lies van uw paspoort, dan zult u eerst in uw woonplaats een nieuw paspoort aan moeten vragen", aldus de woordvoerder. In de praktijk zal de thuisreis vaak nog eerder onder nomen moeten worden, omdat sommige douanebeambten een lais-' sez-passer niet als een volwaardig paspoort beschouwen. Bovendien kan een laissez-passer problemen opleveren bij het verzilveren van travellers-cheques. Geldleningen Bijzondere geldleningen, zo blijkt uit publikaties van Buitenlandse Zaken, worden alleen verstrekt als de toerist in kwestie op geen enke le manier zelf aan geldmiddelen kan komen. De lening mag dan al leen gebruikt worden voor de thuisreis. Niet om bijvoorbeeld de hotelrekening in het land van ver blijf te betalen. Van de Velde: „Dat is een particuliere vordering, daar hebben wij niets mee te maken. Zo'n schuld zal de toerist met de hoteleigenaar moeten regelen". Hierbij is het te hopen dat de hotel eigenaar voldoende vertrouwen heeft in zijn berooide klant om de schuld zo lang door de vingers te zien. Anders kan een diefstal nog wel eens een paar dagen gevange nis betekenen. De ambassades in het buitenland mogen verder, vertellen de ambte naren, zonder machtiging van Bui tenlandse Zaken „noodleningen" verstrekken tot een bedrag van honderd gulden. Daarvoor moet dan een schuldverklaring worden ondertekend. De lening van hon derd gulden is bedoeld om de tijd te overbruggen tot het' door familie of werkgever in Nederland overge maakte geld is gearriveerd. Dat kan in Europa binnen twee dagen, maar daarbuiten kunnen er met een beetje pech weken verstrijken. In dat geval zit de toerist op een wel zeer mager budget. Bemiddeling „Tenzij", zo stelt Steenbrink, „de ambassade bemiddelt bij het over maken van geld. Er gaat dan een telegram naar de bank van de in nood geraakte Nederlander. Die bank stort dan een bepaald bedrag op een rekening van Buitenlandse Zaken in Nederland. Zodra de am bassade daar een telegrafische be vestiging van krijgt,' kan overge gaan worden tot uitbetaling. Dat gaat meestal binnen 24 uur. Die te- legramkosten moet de toerist overi gens wel zelf betalen". Allemaal mooie regelingen. Veel zal echter afhangen van de bereid willigheid van het ambassadeperso neel om de in moeilijkheden ge raakte toerist te helpen. In Colom bo was die hulpvaardigheid ver te zoeken. Over een noodkrediet van honderd gulden werd helemaal niet gerept. Evenmin kwam de mo gelijkheid van geldbemiddeling ter sprake. Van de Velde en Steenbrink zien het toch niet zo somber in. Volgens hen loopt het wel los met de hulp aan Nederlanders in nood. Beiden hebben in het verleden consulair werk in het buitenland gedaan, ze spreken dus uit eigen ervaring. Vermagerd en berooid Steenbrink herinnert zich: „In Bel grado hadden mijn vrouw en ik soms jonge Nederlanders bij ons thuis te logeren. Die klopten dan na een lange trektocht totaal be rooid en vermagerd bij de ambassa de aan. Ik nam die jongens dan mee naar huis. Daar kregen ze ter eten en een schoon bed. Dat von den we gewoon leuk: die lui had den enorm interessante verhalen te vertellen. En ik kan nog wel een paar collega's-opnoemen die zich op die manier inspanden. Zoals de voormalige consul in Bombay. Hij ging geregeld op bezoek bij Neder landers die in India ziek waren ge worden". Van de Velde: „Het is volgens mij echt niet zo dat zakenmensen op ambassades beter en vriendelijker behandeld worden dan reizigers met een baard van drie dagen en een spijkerbroek. Ik was eerder wantrouwig als een goed geklede zakenman me kwam vertellen dat hij geen geld meer had". Ondanks deze positieve geluiden moet Steenbrink en Van de Velde van het hart: het is het beste als een in moeilijkheden geraakte toe rist de ambassade helemaal niet no dig heeft. Deze denkbeeldige Ne derlander kan dan weliswaar be stolen zijn, maar ziedaar: hij had nog een 100 dollarbiljet in een holle hak gestopt. Zijn tas was wegge grist maar goddank: het paspoort hangt nog in een kwalijk naar li chaamsvocht riekend lederen bui deltje om z'n nek. Het vliegticket is bovendien veilig opgeborgen in een safeloket van het hotel. Steenbrink: „Kijk, dat particuliere initiatief, je problemen zelf oplossen Dat wil het ministerie zoveel mogelijk aan moedigen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 15