Filmdroommet groeistuipen van vijf miljoen dollar
fes?
'ARIJS SAINT-GERMAIN-EN-
[ewapen^YE „Een film van vijf miljoen
bez1"êv '°^ar' êeheel gefilmd in een luchtbel"
en schi ia^en publiciteitsmensen van de
enkelepngelse film- en televisiegigant Gold-
rest Films bekend. Hoe gek dat ook
»p het eerste gehoor klinkt, het is
vaar. Want de film waaraan de jonge
u,anse regisseur Arnaud Sélignac (26)
i dit moment werkt, wordt opgeno-
ojnen in twee enorme ballonnen. Om-
loog gepompte luchtkoepels op een
iraakliggend stuk grond, twintig kilo-
neter buiten Parijs. Uit de verte lijken
e verdwaalde futuristische bedenksels
an een progressief architect. Maar als
de koepels binnengaat, vind je com-
ilete filmstudio's, inclusief de binnen
kant van een oude onderzeeër plus een
erlaten baai waar de golven hoog te
en het zandstrand slaan.
luchtbel. Dat zand bleek bovendien
zo vochtig en verzadigd van water
dat het in de verste verte niet meer
op de benodigde strandpartij leek.
Met vrachtladingen zout moest het
zand aangemengd en rul gemaakt
worden.
De tweede ballon heeft slechts één
doorzichtige huid en daar is het
daglicht. Het is de workshop van
de filmtechnici en er staat een
compleet klassiek filmdecor: het in
Jugendstil uitgeruste interieur van
de onderzeeër Nautilus, ooit door
de Fransman Jules Verne bedacht.
Amoureuze chansons
Titel van de film van regisseur Sé
lignac. die ook het verhaal bedacht:
Dream One". Een werktitel, want
de Amerikaanse distributiemaat
schappij Columbia heeft aangezegd
de film te willen kopen op voor
waarde dat de titel zal veranderen.
„Misschien dat hij in Frankrijk
„Nemo" gaat heten", aldus de
sluikharige, licht loensende Sélig
nac die er eerder uitziet als de
schrijver van een aantal amoureuze
Franse chansons dan als de leider
van een gigantische operatie als
deze film.
De manier waarop zijn film van
een late jongensdroom is uitge
groeid tot een volwassen, commer
cieel project van vijf miljoen dollar
is uniek te noemen. Sélignac: „Vier
jaar geleden heb ik met twintig
vrienden deze film eigenlijk al ge
maakt. In Portugal, ergens op het
strand. We filmden elke keer als
we weer wat geld hadden, maar op
een gegeven ogenblik had ik werk,
m'n vrienden ook en de acht milli
meter kopie bleef onaf".
„Ik kwam te werken als persatta
ché op het filmfestival van La Ro-
chelle en daar organiseerden ze een
retrospectief van het werk van
John Boorman. Ik kwam met hem
in contact, we kwamen over mijn
film te praten en ik liet hem een en
ander zien". Resultaat: Boorman
zag er wat in, interesseerde eerst
het Britse televisiekanaal Channel
Four, waar hij zelf een project rea
liseerde, riep de hulp in van de
Franse producer Claude Nedjar en
het beschikbare budget groeide al
gauw tot een miljoen dollar. Daar
na kwam het scenario onder ogen
van de Engelse onafhankelijke pro-
duktiemaatschappij Goldcrest. Daai
zag men mogelijkheden voor inter
nationale verkoop als het verhaal
wat strakker liep en de film ruimei
me nooit ook maar gesuggereerd
dat ik acteur moest worden. Dat
was helemaal mijn keus. Het enige
wat hij zei, was: doe wat je leuk
vindt in je leven en als je daar je
brood mee kunt verdienen, prima,
want waar je enthousiast voor bent,
dat doe je goed. Acteren leek me
echt het leukste dat er was, maar
dat durfde ik eigenlijk niet tegen
m'n vader te zeggen. Ik had geen
idee hoe die erop zou reageren. M'n
stiefmoeder heeft dat toen voor me
gedaan. M'n vader zei alleen: Als je
dat echt wilt, ga dan maar audities
doen bij de toneelscholen en bij de
repertoire-gezelschappen".
„Dat heb ik gedaan en na de to
neelschool heb ik in Schotland bij
het gezelschap van Perth gespeeld
en in Glasgow. Ik vind acteren nog
altijd het meest opwindende in m'n
leven. Van film weet ik niet zoveel.
Ik heb eerder één rolletje gespeeld,
maar dat is zo goed als uit de film
geknipt. Dit is dus eigenlijk m'n
eerste film. Ik had een rol als ma
troos in de nieuwe versie van
„Muiterij op de Bounty" kunnen
krijgen, maar dit leek me leuker".
„Journalisten hameren almaar op
die naam Connery, maar in m'n
dagelijkse leven heb ik daar geen
enkele hinder van. Als ik me voor
stel als Jason Connery is er echt
niemand die zegt: oh, ben je de
zoon van, enzovoort. Ik had mijn
naam natuurlijk kunnen verande
ren. Dat had ik dan meteen moeten
doen, daar is het nu te laat voor.
Maar aan de andere kant, had ik
me achter een andere acteursnaam
verscholen, dan was men evengoed
te weten gekomen dat ik de zoon
van Sean Connery ben. En wat is
dan uiteindelijk het verschil? Ik ge
loof niet dat die naam enige garan
tie voor wat dan ook is. Jawel, het
is natuurlijk een introductie, pro
ducers willen eerder met je kennis
maken. Maar daarna moet ik het
toch zelf doen. En gelukkig lijk ik
op m'n moeder, niet op mijn vader.
Dat laatste zou verschrikkelijk ge
weest zijn. Dan had ik waarschijn
lijk hetzelfde soort rollen als hij ge
kregen. En ik geloof niet dat ik ooit
die harde jongens zou kunnen spe
len".
„Samen met mijn vader in één
film? Nee, nu zeker niet. Misschien
later, als hij het goed zou vinden.
Voorlopig leer ik nog van film, van
regisseursaanwijzingen, van naar
acteurs kijken, van belichters. Naar
de opnamen van de nieuwe Bond
film, „Never say never again", ben
ik niet wezen kijken. Mijn vader
hier trouwens ook niet. Ik denk dat
we beiden hetzelfde denken. Dat je,
beter het eindresultaat kunt zien.
En natuurlijk hoop ik dat die nieu
we Bond beter is dan de film met
Roger Moore".
Gilletjes
Jason Connery wordt abrupt van
de Franse filmlunch in de open
lucht (Producer Nedjar: „Eén ver
schil tussen Frankrijk en andere
landen: als het eten hier niet per
fect is, wil niemand meer met je
werken") afgehouden door een pit
tige blonde jongedame die hem
„Jason, hou nou die mond maar 'ns
dicht" toevoegt. Het is de dochter
van producer John Boorman, Ka
trine Boorman, eveneens goed voor
een rol in de film.
„Ik ken Jason al uit de tijd dat zijn
vader met mijn vader de film Zar-
doz maakte in Ierland", veront
schuldigt ze zich. „Van mijn moe
der hoorde ik dan vol enthousias
me elk weekeinde: Katrine, Jason
komt weer op bezoek. Nou, je weet
hoe dat gaat als je jong bent. Te
veel enthousiasme is nooit goed.
Dan ga je iemand haten. Later zijn
we pas vrienden geworden. Toen
we in dezelfde buurt in Londen
een kamer kregen, op dezelfde to
neelschool terechtkwamen en op
dezelfde momenten werkloos wa
ren".
„Ik ben in deze film terechtgeko
men omdat ik eerder met Arnaud
Sélignac in Portugal een korte film
had gemaakt. „Word War Two Boo
Boo Bi Doo". Een erg gekke film,
gesponsord door een rijke Portuge
se scheepsbouwer die ooit zelf fil
mer had willen worden. Hij heeft
het resultaat niet eens gezien. Wei
nig mensen trouwens. Maar de film
is wel aangekocht door het Franse
Filmmuseum. Voor als Arnaud nog
ooit beroemd wordt, denk ik".
„Ik heb wel meer met mijn vader
gewerkt. Hij liet ons als kinderen
al opdraven voor allerlei klusjes in
zijn films. Bij de nasynchronisatie
mochten wij de gilletjes en andere
geluiden produceren. Als hij wat
voorbijgangers nodig had, kwamen
wij op de proppen. Gewoon goed
kope arbeidskrachten, begrijp je".
De halve familie Boorman is trou
wens bij „Dream One" betrokken.
Broer Charlie Boorman speelt een
rol en zus Telscha Boorman heeft
aan het scenario meegeschreven.
Katrine Boorman: „Op zichzelf is
het natuurlijk op een bepaalde leef
tijd niet leuk meer om onder je va
der te werken. Hier is hij de man
op de achtergrond, dus dat valt
mee. Maar als je vader regisseur is,
moet je op twee manieren je best
doen. Niet alleen als actrice, maar
ook nog als dochter. En dat is extra
vermoeiend. En mijn vader is niet
het type dat je rustig terzijde neemt
en je toefluistert: „Schatje, je moet
echt beter gemotiveerd zijn". Nee,
hij loopt rood aan en schreeuwt:
Hoe kun je nou zo ezelachtig stom
doen!" Katrine Boorman speelde
inmiddels bijrollen op de Ierse
planken (waar de familie Boorman
woonde), voor de Franse en Engel
se televisie.
Onvergelijkbaar
De Britse maatschappij Goldcrest
steekt niet onder stoelen of banken
internationaal veel in de film te
zien. Een woordvoerder van Gold
crest: „Het zal verschrikkelijk
moeilijk zijn de mensen te vertel
len wat voor film het nu precies is.
Vandaar ook onze titelproblemen.
Maar dat het onvergelijkbaar en
uniek wordt, staat voor ons vast".
Regisseur Arnaud Sélignac: „Ik ge
loof niet dat je mijn film, hoe die
ook mag gaan heten, moet vergelij
ken met de pure „fantasy-film".
Die heeft vaak helemaal niets meer
te maken met de werkelijkheid. En
mijn droomwereld heeft daar juist
heel véél mee te maken. Ik houd
dan ook van surrealisme, ik houd
van Meliès en zijn geschilderde
achtergronden, ik houd van Bu-
nuel, van Cocteau, van Boris Vian.
Als ik er de kans voor krijg, wordt
mijn volgende film een sciencefic
tionfilm die in de vijftiende eeuw
speelt. Toen de mensen voor het
eerst afbeeldingen van olifanten
zagen. Dat was toen pure science
fiction. En wat het eind van
„Dream One" betreft: nee, niet zo
als je denkt. Mijn held Nemo komt
niet terug uit de droomwereld. Hij
blijft er.
Wat dat betreft lijkt Arnaud Sélig
nac zelf verdacht veel op die kleine
Nemo. Hij blijft voorlopig door
groeien in zijn jongensdroom om de
grote Muze die film heet uiteinde
lijk recht in de ogen te kunnen kij
ken.
Hij denkt er niet over op te stappen
uit zijn droomwereld, want welke
Muze beloont een jongensliefde-
met-groeistuipen tenslotte met vijf
miljoen dollar?
BERT JANSMA
ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1983
vn^'mer John Boorman (maker van
"nder meer „Excalibur" en „Zar-
ioz") heeft als producer ditmaal
iijn beschermende hand boven het
hoofd van de jonge Sélignac uitge-
token en wil een internationaal
;ezelschap journalisten wel het fij-
ïe van de zaak vertellen. „In feite
'ijn deze ballonnen „high tech"-
s" Zulke grote filmstu-
K «lio's vind je nergens. De ene is
Irieduizend vierkante meter, de
weede duizend. De Franse over-
leid heeft hier elektriciteit naar
oe geleid, drainage aangelegd. Het
s een compleet dorp. Eigenlijk zijn
Ie oude filmstudio's niet meer ge
schikt voor de eisen van de moder
ne film. Vandaar dat je deze ma-
lier van filmen een vernieuwing
tunt noemen. Ikzelf ga hier vol-
»end jaar scènes opnemen voor een
inverscC,'euwe sPeelfilm. Regisseur Costa-
^*5avras is al komen kijken en giste-
en was Jean-Luc Godard hier en
lie stelde zelfs voor dit ballonsys-
;eem toe te passen bij alle buitenop-
lamen. Je moet bijvoorbeeld een
scène in een stadje filmen en je wilt
liet meer van het weer afhankelijk
zijn. Dan overkoepel je de huizen
ba met zo n enorme ballon en weg zijn
1200 v e problemen".
v<
j
en
p me
e toch
ent mi
heb
t over
tegei
ig dwi
daarb
1 te ra
in het
mijn
zit
wringt11
de b
in die
ik verh
zaken,
Klimmend vliegtuig
Regisseur Arnaud Sélignac let Seth
doen.
werd opgezet en aldus groeide het
budget naar vijf miljoen dollar.
De droom van Arnaud Sélignac
kreeg groeistuipen. Sélignac zeil
heeft er vooralsnog geen last van.
Hij weet de vaderlijke hand van
Boorman boven zich en wat zijn ei
gen autoriteit als filmer betreft,
met toch niet geringe sterren als de
Amerikaan Harvey Keitel en de
Franse komiek Michel Blanc onder
zijn hoede: „Ik geloof dat ik ze al-
Kibel (Little Nemo) uit wat hij in het
ieen door ze een beetje te charme-
ren in het gareel kan houden. Ik
kan toch moeilijk tegenover zulke
mensen de Grote Baas gaan uithan
gen".
Stripfiguur Nemo
De namen Nemo, Nautilus en Jules
Verne zijn inmiddels gevallen. De
film suggereert meer bekenden:
Een Zorro-achtige zwarte ruiter
(Harvey Keitel), een levensgrote
albino-aap en een klein jongetje dat
zijn dromen waar ziet worden. Je
denkt onmiddellijk aan populaire
fenomenen uit filmland als de fan
tasy-film, E.T. en cartoonfiguren.
„Dat laatste was mijn beginpunt"
zegt Sélignac. „Mijn eerste ideeën
voor het verhaal baseerde ik op de
strip „Little Nemo". In Engeland is
die volkomen onbekend, vandaar
dat die titel de Engelsen niets zei
en we „Dream One" vonden. Van
daaruit ben ik verder gegaan. Kijk,
ik ben zesentwintig en dan ben je
op een punt gekomen dat je over je
eigen jeugd gaat nadenken. Al de
invloeden van mijn jeugd heb ik in
mijn scenario verwerkt. Net zoals
dat jongetje Nemo deed".
In Nederland heeft Little Nemo al
leen bij doorgewinterde striplief
hebbers naam. Het is een van de
weinige, zo niet de enige strip in
Jugendstil-stijl, een schepping van
de Amerikaan Winsor McCay uit
1905. Hij publiceerde hem zeven
jaar lang, tot 1912, daarna herleefde
de strip nog eens tussen 1924 en
1927. Hoofdpersoon is het realis
tisch getekende jongetje Nemo dat
zijn dromen werkelijkheid ziet
interieur van de Nautilus zal moeten
worden en de bizarste dingen be
leeft in een gebied tussen werke
lijkheid en fantasie in.
Sélignac: „Er zitten in mijn film re
miniscenties aan strips, aan jeugd
boeken die ik gelezen heb. Aan
Alice in Wonderland, aan Jules
Verne. Alles is mogelijk. Mijn
hoofdpersoon heet Nemo. Hij
woont in New York in een wolken
krabber en gaat met een lift dwars
door de aarde heen en komt in een
vreemd maanachtig landschap te
recht, waar hij de gestrande Nauti
lus van Jules Verne's kapitein
Nemo vindt, waar allerlei figuren
uit de werkelijkheid, zijn ouders,
de butler, een rol spelen en waar
hij verliefd wordt op de „Prinses
van Anderland". En alleen om van
haar te kunnen houden wil hij ou
der worden".
Beroemde pa
De kleine Nemo wordt gespeeld
door een Newyorks jongetje van
acht jaar, Seth Kibel, dat verba
zend wijs met blauwe ogen de we
reld inkijkt en tijdens het festival
van Cannes diverse journalisten al
perplex liet staan, maar dat voor de
film wel een prothese moest dragen
om het gat van zijn verdwenen
melktandjes te verdoezelen. De
grotere Nemo krijgt gestalte via Ja
son Connery, de twintigjarige zoon
van Sean Connery en diens eerste
echtgenote Diane Cilento.
Je bent geneigd te denken: ah, het
zoontje van een beroemde pa, nou
dat zal wel niets zijn. De blonde Ja
son Connery aan het woord doet
anders geloven. „Mijn vader heeft
Twintig
kilometer
buiten Parijs
liggen de twee
gigantische
„luchtbellen",
waarbinnen
een complete
filmstudio
inclusief een
baai met
golfslag voor
de opnamen
van „Dream
One".
anlitüettemo
de fantastische
erhelijkheiA
van nieu\vhoroe
XmaudSélignac
Franse
fantasie
wereld
in
een
luchtbel
EERSTE
HOOFDROL
VOOR
JASON
CONNERY
JUNIOR
Zo-V-a
"anseKalrtnè
■sss-5
'efe,cav^r.
t" eoot<nan'
Figuren uit
se»**
van de van
Jules Verne
geleende
onderzeeer
Nautilus- In
^'connerv
ais Nemo en
MatWIde May
als Wie®-
;ld, de ••'ucktl3ellen" van „Dream One"
Kot' m betreed je via luchtsluizen, je oren
;«go°.
De re !U,zen °P dezelfde manier als in
oor d«een kammend vliegtuig en wan-
ieer ie binnen bent hoor je het ge-
uis van pompen die voortdurend
n werking staan om de gevaartes
>p de juiste spanning te houden,
"oorman zelf bekent: „In het begin
/aren we elke dag bang dat we
leze ballonnen de volgende dag
eeggelopen en plat op de grond
zouden vinden". Een kleine hint
lat het allemaal minder makkelijk
was dan hij het doet voorkomen.
(Het opzetten van de enorme koe
pels (zesduizend kilo) moet een hei
dens karwei geweest zijn. De groot-
sie ballon heeft drie huiden, twee
witte met een ondoorzichtige zwar-
e als in een sandwich ertussen. De
linnenkant van de ballon is blauw
sta je ?esch'lderd en fungeert meteen als
n niede luchtpartij in de opnamen. Maar
ha's oen de film van start ging, regende
de salet voortdurend en er kwam con-
lensdamp bovenin de ballonnen te
langen. Dus elke keer als de lucht
weer een blauwe kleur gekregen
lad, vond men de volgende dag het
yaj"jpzuur op de zandbodem van de