Meesterclown Andrei Nik dindert als tijdloos kind door Carre s magische cirkel £eidóc(3om<cmt Zolang een mens maar beneden blijft, doet het geen pijn als hij lockq 4-0 h OraJ nsch'J im v vrier ?t zat< groep scoor ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1983 [STERDAM Een varkens- ïsje van duurzaam plastic, een ldjevol rode schmink, spaarzaam igebracht op twee bolle wangen een Polletje-Piekhaarpruik als tra scalp over zijn kalende sche- :1 schelden Andrei Nikolajev elke i yg rond grootmoedig zo'n twintig ar van zijn leven kwijt. Het zijn uk voor stuk simpele attributen de feestartikelenwinkel, maar werken razend effectief, de kleedkamer achter het toneel an theater Carré in Amsterdam, de dames Snip en Snap meer an een kwart eeuw kneuterig met t televisie aan en de theepot op et waxinelicht hebben geresi- eerd, zie je deze meesterclown uit oskou zijn 45 jaren wel degelijk in. Maar als hij vier uur later in Sm [n kobaltblauwe slobberpak met 1-0 z< iPassend rood-wit gestreept ge- angenistruitje de magische cirkel innenstruikelt, is hij een tijdloos- ind 'geworden, dat zich met open lond vergaapt aan de fratsen van e uitslovers, die met hem uit Rus- nd naar Nederland zijn gereisd. et lijkt allemaal zo eenvoudig wat j doet. Maar pas op: dat is de roze hijn, die zijn fabelachtig vakman- hap nog eens extra accentueert. Ike beweging, die hij maakt, heeft e precisie van een peperduur wartshorloge, elke onbeholpen re- érence in de richting van het pu- iek met het linkerbeen opge- okken onder zijn lichaam, dat als 'n geknakte bloemstengel voor- ter bungelt is een stukje cho- ïografie, waar eindeloos op gestu- terd is. n Is hij daarna in opperste verruk t 'nS een ballon de zaal in laat zwe- Jn' aarze^ een dreumes op de eer- n ee e rÜ geen seconde en sturen zijn g. j ëfzekere knuistjes het minuscule ;rrjb 'chtschip per kerende post terug 1 zoi ?ar a^zen<^er- Want ook voor n f it kind van drie turven hoog is de ulpeloze figuur in de piste een 6 'akkertje, met wie je fijn kunt telen. i i i va ubtiel lag« Dat is het verschil tussen Popov ?jn mij", veronderstelt hij in een itasie-Duits, waarvoor hij zelf de ithutsende grammatica verzon- en heeft, „Popov is natuurlijk een JÏ5£"Ran de beste'clowns, die wij in Rus V) nthi land hebben. Dat staat voorop. Maar met kinderen weet hij toch nooit goed raad. Die blijven hem met grote staarogen aankijken en snappen niet wat nou zijn bedoe ling is. Popov is een nar, die het publiek heel subtiel een spiegel voorhoudt en dan verwacht, dat je met hem meedenkt en zijn hersen- kronkels op de voet volgt. In de praktijk blijkt dat nou juist een op gave te zijn, waar een doorsnee kind met zijn pet niet bij kan". „Mijn werkwijze is totaal anders. Ik kruip in de huid van een kind en kijk om me heen met naïeve ogen, die maar niet kunnen bevatten, waar de grote mensen mee bezig zijn. En dat blijkt bij iedereen aan te slaan. Want de volwassenen ver teder ik met mijn gestuntel en de kinderen beschouwen me als een vriendje van hun eigen leeftijd". Krent Nikolajev, die zonder zijn onaf scheidelijke rode baret aanzienlijk kleiner blijkt te zijn dan zijn ver schijning in' de piste doet vermoe den, heeft ook vannacht weer met zijn vrouw Valentina en hun peper en zout kleurige hond Jstim (Rus sisch voor krent), op een stretcher in een van de kleedkamers van Carré geslapen. Eigen schuld, dik ke bult. De andere artiesten loge ren al dagen in een ordentelijk ho tel aan de zuidelijke rand van Am sterdam. Maar dat is voor hem voorlopig niet weggelegd. „Proble men menier", jammert hij rolvast en ditmaal ongecensureerd, „kroze problemen". En die moet Andrei stuk voor stuk oplossen, want hij dwaalt niet alleen als clown door het hele programma, maar heeft daarnaast als artistieke leider en regisseur zijn handen vol aan de griezelig perfecte show, waarin 80 Russische topartiesten hun adem benemende acts opvoeren. „Ambitie menier", geeft hij be rouwvol toe, „allemaal ijdelheid. En daar moet ik nu voor boeten". Hij staart naar zijn babyface in de spiegel naast hem en mompelt: „Wo bleibt der tolk nou? Ik kann doch ja kein interview geben ohne tolk". Kom, kom Andrei. Het gaat anders prima. Je mondje Duits is van een hoogwaardige kwaliteit. Hij monstert zijn gast aandachtig en zegt dan bestraffend: „Menier weist besser. Menier hat nichts ver- stehen. Gar nichts". Hij lanceert nu een broze glimlach van zijn onderlip en vraagt wat menier verder nog van hem wil horen. Interesseert het menier wel licht, dat hij maar bij toeval in het clownsvak terecht is gekomen? Als het aan hem had gelegen Zou hij naar de theaterschool in Moskou zijn gegaan, want hij wilde carrière maken als topacteur in de grote schouwburgen van de Sovjet-Unie. Maar helaas, er mankeerde het een en ander aan zijn uitspraak van het Russisch en daarom werd hij afge wezen. De leraar, die dat harde vonnis velde, had er nog lachend toegevoegd: „Probeer het eens als clown. Bij clowns luistert het namelijk niet zo nauw, hoe zij pra ten". En die hardvochtige raad heeft hij toen maar met tegenziiJ opgevolgd. „Wo bleibt der tolk nou? Hij wist doch ja von das interview". Nikolajev springt op, rukt de deur open en kijkt links en rechts in de gang. Nichts zu sehen. Als hij weer op zijn onge makkelijke praatstoel zit deelt hij voldaan mee, dat hij later alsnog een diploma op dezelfde theaterschool heeft gehaald. En sinds 1976 geeft hij er ook les aan jonge men sen, die het regievak willen leren. Nee, aan het grote toneel waagt hij zich niet. Alleen de lichte muze is bij hem in vertrouwde handen: variété, musicals en circus. En als hij niet voor de klas staat, reist hij met zijn rode neusje en met zijn vrouw en enige zoon Andrei junior kris kras door de onmetelij ke Sovjet-Unie om het volk met zijn fragiele grappen een paar uur te amuseren. „Er is een jaar ge weest", herinnert hij zich opeens, „waarin mijn zoon op elf scholen heeft gezeten. Maar toch ging hij toen over. Nee, hij heeft geen enkele ambitie om clown te worden. Dat vind ik ook niet zo erg. Hij probeert een goed i worden. En je kunt nu eenmaal niet aan twee dingen tegelijk wer ken". In zijn prille jeugd heeft ^Nikolajev zacht, „und dass muss so bleiben nichtwahr? Zolang een mens bene den blijft, heeft een leraar op de circus-academie hem eens verteld, doet het niet zo'n pijn als hij valt. Hij hoort het die man nog zeggen: „Misschien word je ooit nog eens een heel grote clown, Andrei. Maar vergeet dan niet, dat roem maar betrekkelijk is. Vandaag word je toegejuicht en morgen krijg je mis schien een steen op je hoofd of word je door de bliksem getrof fen". Nachtmerrie een aantal jaren in Boedapest en Wenen gewoond, waar zijn vader als Sovjet-ambassadeur geaccredi teerd was. Het laat zich raden hoe diens reactie was, toen zoon Andrei hem vertelde, dat hij clown wilde worden. „In zijn auken was ik van dass aukenbliek ab das schwartse schaap", deelt Nicolajev intens ver genoegd mee. Wederom produceert hij een hulpe loze glimlach, die als een scherf uit zijn linkermondhoek valt. „Ich bin ja klein angefangen'V vervolgt hij Met die wijze woorden als baga- te is de kleine Ni- olajev 25 jaar ge leden uiterst om zichtig aan zijn carrière gaan bouwen. Hij werd assistent van de beroemde clown Karand'ach, die hem spelender wijs de fijne kneepjes van het vak leerde. De eerste avond her innert hij zich nog vol afgrijzen. Hij moest met een beker water de piste binnenko men, maar hij trilde zo hevig, dat hij tenslotte met een lege beker aan de overkant arriveerde. In diezelf de voorstelling lag hij te slapen op de pisterand en boog Karand'ach zich over hem heen, terwijl hij riep: „Wat ziet die man er vies en haveloos uit". Hij was nauwelijks uitgesproken toen iemand op de tribune schreeuwde: „Man, waar maak je je nou druk over. Die jon gen is alleen zo vies omdat het zijn vak is". „Bravo, een fraai verhaal", roept de tolk in de deuropening. „Sorry, dat ik zo laat ben. Maar ik werd opgehouden in de stad". „Ich verstehe". meent Nikolajev, „dass kann ja gebeuren in Amster dam". Persoonlijk is hij namelijk mening, dat Amsterdam de mooiste stad van de wereld is. Stukken fraaier zelfs dan zijn geboortestad Moskou, waar hij als bewierookte artiest op 500 meter van het Kremlin een flat heeft, die hij in de loop der jaren heeft volge stouwd met ruim 800 miniatuur clowns van ijzer, brons, wol, hout en lood. Het gesprek wordt voortgezet over drie banden. Elke vraag wordt in het Nederlands naar de tolk geca ramboleerd, die hem op zijn beurt in rap Russisch doorspeelt naar Ni kolajev. Het antwoord komt langs diezelfde omslachtige weg na enige seconden terug. Apropos, waar heeft de tolk zo voortreffelijk Russisch leren spre ken? "Hij legt zijn pijp op de linkerknie en roept schaterend: „Wat dacht U? Gewoon thuis, in Moskou, van mijn vader en moeder. En daarna op school. Ik denk toch, dat u zich vergist. Ik ben namelijk een Rus". Akkoord, maar dan wel een Rus, die vele jaren in Nederland heeft gewoond. Want hoe is hij anders aan die feilloze uitspraak van onze moedertaal gekomen? Hij schudt kordaat het hoofd en antwoordt: „Ook dat is niet waar. Ik ben hier nu voor de tweede keer. Een paar jaar geleden heb ik •op Nijenrode een talenpracticum van drie weken gevolgd. Dat is al les". Vanwaar in vredesnaam zijn voor keur voor de Nederlandse taal? „Waarom zijn de bananen krom?", verweert hij zich. Nu voor de draad ermee. Wie is deze getrimde, modieus geklede Russische reus dan wel? Dat zal hij zeggen. Aangenaam. Wladimir Bjeloosow, 38 jaar, .pro fessor in de Nederlandse taal aan de Universiteit van Moskou, waar hij momenteel 20 leergierige kame raden wegwijs probeert te maken in de doolhof van Aap, Noot en Mies. In zijn vrije tijd vertaalt hij ook graag romans van Nederlandse en Vlaamse schrijvers. „Zodat je kunt zeggen", roept hij glimla chend, „dat ik zowel de zachte als de harde G van zeer nabij ken". Zojuist heeft hij De Aanslag van Harry Mulisch gelezen Prima plot en goed geschreven", is zijn oordeel maar de meeste tijd be steedt hij momenteel aan zijn ver taling van 100 cursiefjes, die hij uit 20 bundels van Simon Carmiggelt heeft geselecteerd als een geestelijk tussendoortje voor de modale Sov jet-burger. „Carmiggelt heeft een heel aparte zinsbouw", heeft hij in middels ontdekt, „hij gebruikt ook met grote regelmaat woorden, die je bij andere schrijvers sporadisch tegenkomt. Zo'n zin als „zij is nu eenmaal zijn vrouw" is typisch Carmiggelt. Ik zal hem dat ook zeg gen als ik overmorgen bij hem thuis kom. Ik neem dan gelijk de tien Kronkels mee, die ik al ver taald heb". Spoedcursus De professor grijnst. In Moskou heeft hij in de afgelopen maanden Nikolajev met een spoedcursus Ne derlands klaargestoomd voor zijn taak als spreekstalmeester in ons land. Mede dank zij de langspeel platen van onder meer Toon Her mans, die de clown honderden ke ren aandachtig heeft beluisterd, ziet hij nu kans om het hooggeëerd publiek in Carré elke avond in ver staanbaar Nederlands welkom te heten en aan het einde toe te zin gen met het lied „Geef mij maar Amsterdam. Dat is mooier dan Pa rijs". „Een geintje", legt de clown uit, „ikke altijd in andere landen men sen welkom heten in eigen taal. Ikke ook gedaan in Japan, Italië, Australië en West-Duitsland". Aan de andere kant van de muur beginnen nu bellen te rinkelen en wordt driftig met deuren geslagen. Het is de hoogste tijd. De voorstel ling gaat beginnen. Andrei pakt zijn neusje van de ta fel en schroeft het kleinood voor zichtig tussen zijn wangzakken. Als hij daarmee klaar is heeft zich we derom de dagelijkse metamorfose voltrokken van gepijnigde regis seur en duvelstoejager tot melan cholieke clown. Nikolajev is gereed voor zijn zwerftocht door een zelf- verzonnen rijk, waarin hij opnieuw betoverend fraaie bellen zal blazen voor alle mensen, die evenals hij zelf, het geluk hebben dat ze kind zijn gebleven. LEO THURING Foto's: CEES VERKERK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 15