ondanks alles op weg naar betere tijden Op vakantie gaan naar Suriname. Zich baserend op de kranteberichten, vinden de meeste Nederlanders dat maar een hachelijke onderneming. De reacties variëren van „Zou je dat nou wel doen tot „Neem gelijk een bom mee voor Bouterse". In de ogen van velen is Suriname vol militairen met uzi's, een bevolking die angstig fluisterend door de straten gaat en Nederlanders die schuw in huis blijven om aan eventuele hetzes te ontkomen. Zeker, er is wat gaande in Suriname. Een proces, dat voor- en tegenstanders kent én twijfelaars. Met machthebbers die er methodes op na houden die lang niet ieders goedkeuring kunnen wegdragen. Maar wie in het vliegtuig stapt met achterlating van zijn „Nederlandse bril", kan tot verrassende ontdekkingen komen. Zonder perskaart en nadrukkelijk als toerist reisde Marianne Oostendorp eind april voor ruim vijf weken naar Suriname. Ze kwam terug met een verhaal over een kennismaking met het Suriname van alledag anno 1983. Een verslag zonder interviews met militairen, ministers, Cubanen of Brazilianen. Het is een samenvatting van aantekeningen, gemaakt in een gewoon huis, in een gewone straat, ergens in Paramaribo. In een land waarover iemand zegt „dat het op dit moment niet gebaat is met oppositie die de vooruitgang alleen maar kan vertragen". De republiek Suriname in Zuid-Amerika is qua oppervlakte vier keer zo groot als Nederland en telt ongeveer 350.000 inwo ners. Zo'n 80 procent van het land bestaat uit tropisch regenwoud. In de hoofdstad Paramaribo woont het grootste deel van de bevolking. Suriname was achtereenvolgens Spaans, Engels en Nederlands (sinds 1667) bezit. De oorspronkelijke bewoners zijn India nen. Dankzij uit Afrika afkomstige ne gerslaven was Suriname rond 1770 één der rijkste kolonies in de wereld. Na de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863 kwamen in 1873 de eerste Hin- doestaanse contractarbeiders uit Brits-In- dië (India) aan. In 1890 de eerste Javaan se contractarbeiders uit Nederlands-Indië (Indonesië). Die gang van zaken ver klaart de aanwezigheid van de drie groot ste bevolkingsgroepen in Suriname. Op 25 november 1975 werd Suriname een zelfstandige republiek. Op 25 februari 1980 werd een staatsgreep gepleegd door een groep militairen onder leiding van Desi Bouterse. Op 11 maart vorig jaar werd een mis lukte tegencoup gepleegd door militai ren, waarbij doden vielen. Op 8 december vorig jaar werden 15 Suri- namers doodgeschoten, omdat zij als te genstanders van het bewind werden be schouwd en nieuwe coupplannen be raamd zouden hebben. Op dit moment is er een regering onder premierschap van Alibux (Progressieve Arbeiders en Landbouwers Unie, PALU). Als legerleider en leider van de revolutie geldt nog steeds Desi Bouterse. gelijk, een b i Duii >grafij ;r geei in verw Dord. t, kaï rijn. B tit gesi hele; MARIBO De Surinaamse rerschilt in veel opzichten 5nkerl(n Nederlandse broeder. In linkeriplbng tot het beschaafde ge- verh5at de Nederlander nauwe- i de npkker roept, produceert hij stig dde rauwe, schorre kreten. En ig oveP11 bet ook niet zo nauw met van d(B°ze tongen beweren dat de lan beflmse baan sinds de revolutie ig is. Feit is, dat hij om één pachts begint en dat het con- nstreeks vijf uur wordt her- "^^alf zes komt er leven in de heeflprnse brouwerij. Vroeg op dat At vroeg naar bed. Wat dat de li levert de avondklok (van oëzie iiuur 's nachts tot vier uur ;ren egens) door de week nauwe- meencfoblemen op. Het huis waar grote f vijf weken mijn intrek heb fen, is vrijwel het enige in de bruariwaar na tien uur 's avonds i van jht brandt. ;kte o(b gedroomd dat Bouterse in ten. Dinkeltje kwam en daar van Van >d vrouwtje een heel grote al purfeeg voor één kwartje", zegt in heéastvrouw. Haar moeder ziet nd vdroomde loyale gebaar als een oog v*ken. Tidat e, houdt ze me voor, „een Sn hij (an ook niet direct op z'n be- 'uinkeaan en lopen. Zo is het ook en, dl land. Met vallen en opstaan t voor we vooruit komen. Deze re- j deel heeft het goed met ons Forti t hum later de geluiden van de Su- 'oorw#se nacht over me heen laat ieuwifnoet ik denken aan een jon- hersie in het vliegtuig zat. Een krijg (letterlijk: boer; de naam die ij diesn wordt aan (nakomelingen reemtfederlanders die naar Surina- dieryamen om er landbouw uit te een ün). Hij woont al weer een lijke aar in Nederland en gaat re- nietstig met vakantie naar Surina- ït Zefet als vorig jaar wil hij probe- naar erk te krijgen. invtg jaar kon ik bij een architect erde fe slag. Dan zou ik 800 (Suri- teressie) gulden verdienen. Dat menik veel te weinig. Want een i vastlloperwten bijvoorbeeld kost :inlooidan twee gulden (ruim drie ïeid tndse guldens). Als ik nu wat van lak aan Bouta (de Surinaamse n dieping voor Bouterse), dan blijf ïgaan/oor 100 Nederlandse guldens ,t de Surinaamse bank onge- ___J7 Surinaamse guldens. In dit al worden verder Surinaamse ^^^;en genoemd). land i asheic- daa^^ teleid Iraagttalaris van 800 gulden is in Su- onsne een behoorlijk bedrag, rijder wie er (geïmporteerde) dop- laafsén in blik voor wil kopen, kan jdens beter in Nederland blijven. Duiiëven in Suriname is duur. In een Ipermarkt tref je tal van pro- roor (n aan die uit het buitenland arhodn en allesbehalve goedkoop g zo^ooral Nederland is sterk ver- alles woordigd. waarlname sinds 1980 is Suriname :ijn, r bezig om zoveel mogelijk in t mis' land te produceren. Om zo j te galt toe te roepen aan de af- 'elijkelijk makende en geldverslin- i gel# import. Sappen van Inter- ïlang Witboy-zeepprodukten, toma- wel (tchup, augurken, tandpasta, eloorft. stroop (is siroop), koffie, Su- de le-maandverband en Tropica t ee#-jam zijn voorbeelden van isme inlandse goederen die steeds it. aftrek vinden. >eeld$urinamers zijn zo gewend aan waftlandse spullen, dat ze twijfe- zouan de kwaliteit van de eigen isikten. De Surinaamse koffie is k Nédaad nog niet zo lekker. Daar- aariijven de meeste mensen Nes- r te kopen. Maar die is ontzettend lit ne". zegt mijn gastvrouw, terwijl n wede winkel bewust speurt naar begele in Suriname", intinikip kost het respectabele be- n gruvan zeven gulden en is niet ïog galtijd verkrijgbaar. Ook ande- ïiteitodukten zijn soms tijdelijk niet als sdop. Maar over het algemeen Suriname genoeg voor het ve nlijkse leven. i, on leerling-verpleegster in verbnds Hospitaal verdient' mijn abenfrouw 375 gulden, waarvan 310 aaartn netto overblijft. De kinder een Ig is 8 gulden. Bedragen die de :onstlrlander niet zou accepteren, d, v' waarvan men in Suriname oortli zien rond te komen. Veel ijn njwoningen zijn nog goedkoop, als bedragen van 300 tot 700 gul- meitijn geen uitzondering meer. ;lf rrierven misschien geen mensen an ide honger, maar ondervoeding zoa&moede bestaan wel degelijk in kerWiame. Naast tekenen van wel- bdheid heeft het land ook veel een berken van een Derde-We- zwiand. De grote Amerikaanse [d. dn. de boetieks met kleding vol- as, 1 de laatste mode en de etalages erle^vasmachines, bankstellen, ra- ran i en kleuren-tv's wekken een ..Vdeerde indruk. »els: 1 is moeilijk te zeggen wat de Ben hier verdienen. Want de uchttten hosselen", zegt een verko- ?rdriHosselen is bijverdienen op al- fi mogelijke manieren. Door n letten te verkopen, ijs, fruit, door en te maken of gebouwen on te poetsen. riet, ramaribo e r ne dt dioofstad Paramaribo telt beslist t w e buizen, statige, uit het kolo- (iet tijdperk daterende regerings- eheruwen- keurige stadswijken en hept11'1 de 8rond verrezen nieuw- ^vwoningen. JNlf wie verder kijkt dan zijn neus lang is, ontdekt de erfwonin- gen, veelal verscholen achter beter ogende huizen. Krakkemikkige hutjes, opgetrokken uit verveloos geworden hout. Waar vrouwen ge laten uit het raam leunen, mannen doelloos bij de deur zitten en kin deren in het zand spelen. Ook dat is Suriname. Desondanks is Paramaribo een vro lijke stad. Het is ook een schone stad en zeer levendig. Op elke hoek staat wel iemand „soft" (frisdrank), ijs of andere lekkernijen te verko pen. Het linksrijdende verkeer maakt er af en toe een chaos van en als voetganger ben je je leven niet altijd zeker. Aan de muren hangen pamfletten met teksten als „No meki doro sé mangkong troeboe wi Sranang" (Laat mensen van buitenaf ons land niet komen vertroebelen). Ook ontmoet je regelmatig de ge zichten van Haakmat en Chin A Sen op het lijf van een aasgier met de dreigende tekst „Hands off Suri name". Zo hier en daar zie je militairen twee aan twee door de stad wande len. Niet zelden maken ze een praatje met kennissen die ze tegen komen. Als er op een avond meer militai ren in de stad zijn dan normaal, heeft dat een reden. Kapitein Graanoogst van het Nationaal Le ger heeft aangekondigd dat er ex tra gepatrouilleerd zal worden om de mensen te laten zien „dat Suri name alert is op wat er mogelijk van buitenaf ondernomen wordt' „Nou, dit gebeurt wel vaker", zegt een voorbijganger. „Voor mij is het heel gewoon". De enige activiteit die de militairen ontwikkelen, is lopen. Sneeuwwitje Op straat noemen opgeschoten jon gens me „Sneeuwwitje" of „Bleek gezichtje". Maar dat duurt niet lang, dankzij de Surinaamse zon die er in een uur tijd voor zorgt dat ze me „Roodhuid" kunnen noemen. Eén keer roept een jongen me na dat „het hier niet Nederland is, maar Suriname". Of ik dat als on aardig moet beschouwen, laat ik maar in het midden. Feit is, dat het een waarheid als een koe is. Want in de loop der tijd wordt het me overduidelijk waarom lang niet iedere Surinamer zich thuisvoelt in Nederland. Zich verloren voelt, eenzaam en een vreemdeling. Want al spreekt de Surinamer Ne derlands, het maakt hem nog geen Nederlander. En al kent zijn Tand gebruiken, waarden en normen uit Nederland, ook die maken hem geen Nederlander. En al had Suri name tot 1980 naar Nederlands voorbeeld het systeem van ver kiezingen en parlementaire demo cratie, het heeft de Surinamer niet die welvaart gebracht die Neder land kent. De opeenvolgende rege ringen hebben althans geen kans gezien om met de miljoenen Neder landse ontwikkelingshulp het Suri naamse volk een redelijk bestaan te geven. „Mevrouw, Bouta mag dan niet ge leerd zijn, maar hij heeft voor ons meer gedaan dan al die geleerde mannen vóór hem. En nu zullen de mensen moeten doen wat hij zegt. zolang hij het hier voor het zeggen heeft'zegt een oude vrouw (72) uit de straat waar ik tijdelijk woon. Ze wordt „oma Lilygenoemd en woont in een klein huisje. Voor haar betekenen de afgelopen drie jaren waarin de militairen de dienst uitmaken, ondermeer een flinke duit erbij in de eerst zo ma ger gevulde portemonnee. Want de achterstand in de uitbetaling van de Algemene Ouderdoms Voorzie ning (AOV) werd opgeheven en de uitkering zelf werd verhoogd. Een uit Nederland geremigreerde iongen, die nu als broeder in s Lands Hospitaal werkt, noemt zijn loon „niet zo hoog als je in Ne derland zou krijgen". Hij heeft er een leuke tijd gehad, maar is blij dat hij nu weer in Suriname woont. „Hier heb ik miin vrijheid, 's A- vonds na het werk in shorts achter de koeien aan. In Nederland zat je maar in een blokkendoos. De mili tairen hoeven voor mij niet, maar ik heb geen last van ze". Iedereen kent iedereen De „anonimiteit" die Nederland kenmerkt, is in Suriname ver te zoeken. Het grootste deel van de bevolking woont in de hoofdstad Paramaribo en iedereen kent ie dereen. „Als je de lijn ver doortrekt, is ie dereen hier familie van elkaar", merkt een kennis op. En zo mag ie het wel bekijken. Het heeft zn voor- en nadelen. Geruchten, waar ze ook vandaan komen, doen pijl snel de ronde en binnen de kortste keren zijn de meeste mensen op de hoogte van de nieuwste ontwikke lingen. En niet zelden staat de re gering daarin centraal. Wie in moeilijkheden zit, vindt al tijd wel iemand die kan helpen. En dat helpen kan op verschillende manieren. Een vakbondsman zegt: „Tot voor drie jaar terug was Suriname erg „vrij'Het land leefde eigenlijk aan de rand van „losbandigheid". Ie dereen had wel ergens een vriendje zitten, die iets voor hem kon rege len. Zo zijn er veel baantjes gere geld. Als je een bon kreeg van een ijverige agent, wisten de meesten het wel zo te plooien, dat je de bon niet hoefde te betalen. Jarenlang is er op vele fronten maar wat aange- rotzooid. En dat wordt nu terugge drongen. Ik moet toegeven dat dat lang niet iedereen even makkelijk valt". Naast het „gerotzooi", dat voor een deel uit noodzaak is geboren, is er in Suriname veel vriendelijkheid, gastvrijheid en behulpzaamheid. Wandel je 's avonds door de buurt, dan klinkt overal een vriendelijk „goedenavond". In de buurtwinkel helpen mensen me de Chinese ei genaar duidelijk te maken wat ik wil hebben. Ik kom er al snel ach ter dat beschaafd op je beurt wach ten daar niet aan de orde van de dag is. Want dan kun je wachten tot je een ons weegt. Komt de win kelbediende in je buurt, dan roep je gewoon om een fles „soft", onge acht het aantal mensen in de win kel. En dat regelt zich vanzelf en heel gemoedelijk. Kenmerkend is ook de vraag of ik erover denk in Suriname te blij ven, nadat ik het: „Hoe vind je ons land positief beantwoord heb. Ironisch genoeg doet zich in Neder land precies het omgekeerde voor. Daar vragen wij de Surinamer „Hoelang ben je hier al onmid dellijk gevolgd door „Wanneer, ga je weer terug Een net van zijn Zuidamerikaanse post teruggekeerde ambassadeur zegt te verwachten dat vooral jon geren naar Suriname zullen terug keren. „Ze zien in, dat ze hier nodig zijn en dat het bovendien in Nederland geen koek en ei meer is". Volgens hem kunnen de Surina- mers het niet verkroppen dat de Surinamers in Nederland tegen hun eigen land en volk worden op gezet. En evenmin, dat Nederland wat Suriname betreft met „twee maten meet". Hij doelt daarmee op het stopzetten van de ontwikke lingshulp na de gebeurtenissen op 8 december, toen in Suriname vijf- tien mensen werden doodgescho ten. „Van een aantal mensen is het on begrijpelijk dat ze doodgeschoten zijn, maar voor het merendeel wa ren het schurken. En dat „op de vlucht neergeschoten" hadden ze niet mogen zeggen. Maar we kun nen het ons niet permitteren nog langer bij 8 december te blijven stil staan. We moeten verder", zegt een medewerker van de in de regering vertegenwoordigde Revolutionaire Volks Partij (RVP). In en buiten Suriname bestaat de indruk dat de aanhang van Desi Bouterse groeit. Op 1 mei, Dag van de Arbeid, ga ik naar het Bellevue- theater, waar de legerleider en an deren spreken. Het theater, waar een paar honderd mensen in kun nen, is propvol. Buiten, in de regen, worden de toespraken gevolgd via luidsprekers. De straat is bezaaid met leeggedronken kokosnoten, die gratis uitgedeeld werden door land bouwers. Bouterse spreekt in het Sranang Tongo (Surinaams), wat ik maar gedeeltelijk kan volgen. Zijn betoog klinkt vlammend; het publiek rea geert tenminste enthousiast. Later is er een optocht naar het Vrij heidsmonument (opgericht na 25 februari 1980). Ik blijk pal voor de neus van de (inmiddels afgetreden) minister Si- tal van Volksmobilisatie te staan, die de menigte toespreekt. Ik be grijp uit zijn woorden dat hij het heeft over een plan van Nederland om de 5.000 Nederlanders uit Suri name te evacueren. „Suriname zal dat nooit toestaan", roept hij uit. Het publiek applaudis seert. Er is niemand die enige noti tie neemt van de Bakra (Nederlan der) die tussen hen in meeluistert. Later loop ik in de stromende re gen naar de plaats waar de „don- niebussen" (particuliere „dubbel tjes-bussen", ook wel „wilde bus sen" genoemd) staan. Ik ben er nog steeds niet aan gewend dat ik me goed moet bukken om in het 10- persoons busje te stappen, dus stoot ik weer mijn hoofd. j)e bus telt al tien mensen, maar dat betekent niet dat hij vol is. Met nog twee an dere passagiers stap ik in en laat me met één bil op een stoel zakken waarvan de helft bereidwillig is vrijgemaakt. Voor inmiddels een kwartje word ik naar huis ge reden. Het regent nog steeds. Wat dat betreft mag het voor mijn kla gende landgenoten een troostende gedachte zijn dat het in Suriname sinds tientallen jaren niet zo veel geregend heeft als in de afgelopen regenperiode. De onverwacht hevige regenval heeft veel buurten onder water ge zet. Soms staat het water tot in de ZATERDAG 23 JULI 1983 huizen en winkels. De enige nog verschijnende krant in Suriname, „De Ware Tijd", maakt dagelijks melding van de (nood)maatregelen die genomen zijn of worden om de wateroverlast terug te dringen. Zo zijn er overal gemalen in aanbouw, ondermeer in de Sluiskreek en de Sommelsdijckkreek. Verder is er een werkgroep Ontwatering Noord-West Paramaribo geïnstal leerd. Bewoners helpen mee door gezamenlijk een pomp te huren. Ontwikkelingswerk Ook op andere terreinen is er actie in Suriname, hoewel het ontwikke lingsgeld uit Nederland sinds eind vorig jaar „tot nader order" uit blijft. Zo werden eind april het Medisch Centrum Groot Henar en een basis polikliniek met dienstwoningen in Wonoredjo Moengo opgeleverd, waarvan de bouw in oktober 1982 was gestart. Eerder werden in de districten drie poliklinieken geo pend. Er zijn contracten gesloten voor de bouw van elf laagbouwscholen in Paramaribo en enkele districten. Ze moeten in oktober klaar zijn. Streven van de regering is om on derwijs en gezondheidszorg naar de mensen toe te brengen, zodat af standen geen belemmering meer vormen. „De Ware Tijd" maakt melding van vier financieringsovereenkom sten met Duitsland voor kleinscha lige projecten. Per project goed voor 13.000 gulden. Met het geld kunnen vier koeien, twee tractoren en twee rolstoelen gekocht worden. „Mijn god, wat moet ons land nou met een paar koeien en rolstoelen. Déar komen we toch niet mee vooruit", roept een man die het be richt leest. Voor een land met 14 miljoen in woners is het niets. Voor Suriname met nog geen half miljoen mensen heeft het veel betekenis. Stel, dat een Westeuropese fabrikant twee afwasmachines beschikbaar zou stellen voor 's Lands Hospitaal. Het voltallige personeel zou een knie val maken. Afwassen gebeurt in dit oudste, volledig uit hout opgetrok ken ziekenhuis nog met de hand en in koud water. Sinaasappels wor den stuk voor stuk met de hand uitgeperst. Kortom, in Suriname helpen alle beetjes. Maar bovenal hecht men biina evenveel waarde aan de politieke betekenis van het Duitse gebaar. Dat Duitse gebaar krijgt in „De Ware Tijd" uiteraard de nodige aandacht. Voor de rest komen Eu ropese landen nauwelijks aan bod. Evenmin wordt geschreven over de Verenigde Staten. De krant richt zich behalve op Suriname zelf, nadrukkelijk op nieuws uit de regio: de beide Guyana's, Brazilië, Venezuela, El Salvador, Nicaragua, het Caraïbische gebied, enzovoort. Hetzelfde geldt voor het enige Su rinaamse televisiestation. Tegen standers van de regering komen niet aan het woord. „Wij hebben op dit moment geen behoefte aan oppositie, die de gang van zaken alleen maar kan vertra gen", zegt een pas uit Nederland geremigreerde ingenieur, die op het ministerie van Landbouw werkt. „De tijd van parlementsverkiezin gen met daarop volgend scènes van bekvechtende politici die elkaar in de haren zitten, terwijl er ondertus sen niks gebeurde in het land, is voorbij. Er zijn best keuzes in dit land mogelijk. Maar niet de keuze om terug te keren naar de situatie van vóór 1980", zo meent hij. Toerisme De koers die het land vaart sinds 1980 heeft het toerisme sterk doen teruglopen. Vooral de Amerikanen laten het afweten. Verschillende hotels hebben daar duidelijk onder te lijden. Gezien de berichten over huurlin gen en andere acties om de huidige machthebbers uit het zadel te wip pen, is het begrijpelijk dat de Suri naamse grenzen niet meer gastvrij openstaan voor iedereen. Maar als toerist heb ik toch onge hinderd kennis kunnen nemen van de overweldigend mooie natuur van het land. Een pracht die al be gint in Paramaribo, waar de avond ingeluid wordt door vogels, kik kers, krekels en andere dieren. Ge luiden die sterker worden naarma te de avond vordert. Maar tot 12 uur 's nachts worden ze nog gro tendeels overstemd door de leven digheid in de stad zelf, veroorzaakt door huisfeesties, de muziek die uit bars en discotheken klinkt, het ru moer van het stadsverkeer of door een kermis. •Zo'n Surinaamse buurtkermis be staat voor het merendeel uit een verzameling kraampjes waar men kan gokken met kaartspelen of dobbelen. Een andere attractie is een marmot, die in een cirkel van prijzen zijn best doet om klanten tevreden te stellen door het goeie hokje in te lopen. De Nederlandse quizmaster Fred Oster moet vast nier op het idee gekomen zijn om de marmot ook in Nederland der gelijke kunstjes te laten verrichten. Er is ook een houten reuzenrad, dat op mankracht draait. Af en toe klimt er een man op. die met een hamer ergens op begint te slaan. Het ding staat vervaarlijk schuin. Ik besluit om met beide benen op de grond te blijven staan. MARIANNE OOSTENDORP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 15