ma
lë
Voor je plezier
weer leren lopen
1l2jïooikoorts-
sen patiënten
zijn ziek
van mooie
'Jmerdagen
it Nationaal Bureau voor
(NBT) heeft een
^slaagd experiment achter de
wfirdiv Nodigt men meestal
ïtenlandse journalisten uit
i zich te komen oriënteren
3 er het toerisme in ons land,
Imaal voerde men groepjes
trnalisten van eigen
finten en tijdschriften naar
rerse gewesten.
-1 kregen de mogelijkheid
l te kiezen uit velerlei
rangementen. Onze
®r j °tslaggever Leo Leeuwis zag
jl iets in een „Weekje
lsionjndelen in Twente", de
weekeek die in zomerse dagen zo
«n k.jqUent door
idstadbewoners wordt
>cht. Het mag qua opzet en
dhuisianisatie gezien worden als
ff02«ï representatief voorbeeld
-I; n door de VVV's
organiseerde
,Ta*]ndeltochten. De „Lekker
in eigen land"-actie
ivat een ruim aanbod.
imige arrangementen
'dt het vervoer van de
;age tussen het ene hotel en
andere geregeld, andere
irzien in het verstrekken
een rugzak. De „Lekker
!g in eigen land"-brochure
jjortief 83" bevat zeven van
te aanbiedingen, routes in
-77—ente (Hondsrug), Overijssel
^JGSjvente), Gelderland (Rijk
pnamn Nijmegen) en Noord-
"ïï^bant (Oisterwijk-
e 116mpenland). De prijzen zijn
iddeld met vijf procent
.tegen,
gn le van deze zeven
•angementen vindt men in
Ksn brochure „Nederland-
uturwkantieland", waaronder de
00 ^deling door Twente, die
Leeuwis volbracht.
aantal boekingen is nog
'OOrd^ekkelijk gering. Per
(alkerPngement was dit vorig
f 54 tegen 94 in 1981. De
ana.Middelde wandelduur was
en ia drie en een halve dag.
i«w. tnwas dus sprake van een
achteruitgang wat
^^jnenlandse
iouds*idelvakanties betreft. Men
wrmet dit aan de geringe
1 ^endheid met deze
^Angementen. Blijkens een
lakerijente enquête is slechts vijf
m Qg jcent van de bevolking
H| an op de hoogte.
zifoemde brochures zijn
7 uurkrijgbaar bij de grote
Wie, zoals
verslaggever, in Twente
wandelen kan zich
tot de Provinciale
^■V, de Werf 1, 7607 HH
lelo, telefoon 05490-18765.
lAG^dagafstanden variëren van
it 19 kilometer.
ou«
239.
5041/
14643
rland
Zwoel windje, strakblauwe hemel,
stralende zon, tierelierende leeuweri
ken, bijtjes, bloemetjes, enzovoort, en
zovoort, wat wil je nog meer na een
lente kleumen. Het is bijna niet voor
te stellen, maar hooikoortspatiënten
hebben de pest aan strakblauwe zo
merdagen. Juist dan hebben ze het
meest last van hun kwaal.
Koorts krijgen ze niet en hooi is niet
de oorzaak. De naam hooikoorts slaat
nergens op: stuifmeel van gras is de
boosdoener. In juni en juli maakt gras
enorme hoeveelheden stuifmeel, met
tonnen gaat het de lucht in. Een enkel
korreltje bereikt een aanpalend gras
sprietje. De rest gaat met de muziek
mee en kwelt ogen en neuzen van
overgevoelige hooikoortspatiënten.
Wanneer een vreemde stof ons li
chaam binnendringt dan maakt het
lichaam antistoffen. Dat is maar
goed ook, want anders vloert de al
leronschuldigste ziektekiem ons in
een mum van tijd. Maar het af-
weerapparaat van iemand met
hooikoorts maakt van een mug een
olifant. Dat ene stuifmeelkorreltje
wordt bestreden als ware het een
levensbedreigende ziektekiem.
Terwijl het afweerapparaat zeer al
lergisch met een kanon op dat kor
reltje aan het schieten is, wordt de
patiënt behoorlijk beroerd van al
dat geweld.
Gevolg: brandende jeuk aan de
ogen, loop- dan wel verstopte
„neus", gezwollen bindvliezen van
de ogen die wel eens het zicht on
mogelijk maken. Sommige mensen
krijgen een tik astma mee en wor
den benauwd. Daarbij komen
schier onbedwingbare niesbuien, zo
hevig soms dat (aldus een folder
van het Nederlands Astma Fonds)
„intelligente gedachten nauwelijks
mogelijk zijn". Volgens diezelfde
folder kan „die aandoening iemand
zelfs ernstig in zijn carrière scha
den". Al ga ie er niet dood aan, een
chagrijnige kwaal is het wel.
Wat er aan te doen? Eigenlijk niet
meer dan pappen, poederen en nat
houden. Met een verstandige be
handeling is de kwaal er redelijk
onder te houden.
Gevoeliger
Nummer één op de lijst van pappen
en poeders zijn (afgezien van neus
druppels) de anti-histaminica. Als
antistoffen met stuifmeelkorrels in
de slag gaan komt histamine vrij.
Dat spul is verantwoordelijk voor
de meeste klachten. Anti-histami
nica (de naam zegt het al) werken
histamine tegen. Helaas veroorza
ken ze ook slaperigheid, autorijden
kan dan niet en alcohol is taboe. De
ene patiënt is daar gevoeliger voor
dan de ander en elk anti-histamini-
cum heeft een verschillende wer
king op verschillende personen.
Dan is er de desensibilisatiekuur.
Met herhaaldelijke injecties stuif-
meelextract wordt de overmaat an
tistof weggevangen. Slaagt de kuur
dan wordt een binnendringende
stuifmeelkorrel niet meer opge
wacht door een overmaat aan an
tistoffen en blijft de hooikoorts uit.
Jammer genoeg slaagt de kuur niet
altijd en is het middel al gauw er
ger dan de kwaal.
Het bijnierschorshormoon is het
laatste redmiddel. Dit hormoon on
derdrukt de afweer van het li
chaam, ook een overdreven al
lergische afweer. Wel heeft dit
middel- tegen-bijna-alle-kwalen
niet misse bijwerkingen zodat ze bij
hooikoortspatiënten in uiterst mi
nieme hoeveelheden worden toege
diend.
Voorkomen is beter dan genezen.
De beste manier om een hooikoort
saanval te vermijden is het uit de
weg gaan van stuifmeel. Dat valt
niet mee. Op een zomerse dag zwe
ven twee- tot driehonderd gras-
stuifmeelkorrels in elke kuup Hol
landse lucht. Domweg het land uit
gaan is de beste (en duurste) oplos
sing. Zeelucht is gunstiger want
armer aan stuifmeel dan de
lucht in het binnenland. Kunt u
niet van huis dan zit er niets an
ders op dan dat u zich tegen stuif
meel verschanst.
Op warme droge nachten kan een
hor bedekt met vochtig gaasdoek
stuifmeel buiten houden. Sluiten
van ramen en deuren helpt ook.
Bloemen moeten zo min mogelijk
in huis worden gehaald, die houden
wel van mensen maar niet als ze
hooikoorts hebben.
Prognoses
stuifseizoen hooikoortsberichtep
uit De Leidse aerobioloog (lucht-
bioloog dus) dr. F. Th. M. Spieksma
meet elke dag de stuif meelconcen-
tratie van de lucht Dat gegeven
combineert hij met de ervaringen
van patiënten. Bovendien belt hij
elke dag 003 of zonodig de weerka
mer van het KNMI. Het resultaat is
een prognose voor de volgende dag,
die kan „gunstig", „niet zo gunstig"
of „ongunstig" zijn. Wat heb je daar
als patiënt aan?
Spieksma: „Bij een ongunstige
voorspelling kun je maatregelen
nemen. Op zo'n dag is het beter om
de stad niet uit te gaan, want op het
platteland loop je eerder tegen een
stuifmeelkorrel aan. Bij een gunsti
ge prognose is het mogelijk om te
minderen met die versuffende me
dicijnen". De hooikoortsberichten
zijn elke dag om 17.55 uur te be
luisteren in de rubriek Mededelin
gen van Hilversum
Tot slot een schrale troost Hooi
koorts krijg je meestal zo rond het
begin van de tienerjaren, maar ver
dwijnt vaak rond het veertigste le
vensjaar. De oude dag heeft ook
zijn aardige kanten.
erven
in
Twente
TWENTE Wandelen tot je er
echt moe van wordt, dagenlang
soms, met een knapzak op de heup
en de routebeschrijving in de hand,
het is een nieuw, adembenemend
avontuur voor vele landgenoten.
Uit de stortvloed van aanprijzingen
om in hun vrije tijd een zekere
prestatie te leveren, kiezen zij de
voettocht. Iedereen wordt nu een
maal in staat geacht om het* ene
been voor het andere te zetten.
Twente behoort tot de vele gewes
ten, waar men kan boeken voor
zo'n arrangement. Na volbrachte
dagtaak is het goed baden, eten en
slapen in dorpshotels, waar de kof
fer dank zij een nabreng-service al
eerder is aangekomen, zodat men
terstond aan de slag kan gaan met
voetpoeder, balsems en pleisters.
Deze handelingen versterken de
indruk, dat men op de goede weg
is. Voorzien van een lunchpakket
waarin zelden de Overijsselse kren-
tewegge ontbreekt, gaat men elke
ochtend weer een nieuwe uitdaging
tegemoet. Onervarenen hebben op
zo n dagmaré het gevoel, dat zij
zich aan een ijzeren tucht onder
werpen en daarmee eindelijk een
halt toeroepen aan hun slappe bur-
germansbestaan.
De paden op, de lanen in. Knabbe
lend op een Denekamper mop, iets
kruidiger dan de Ootmarsumse va
riatie op dit koekje, waag ikmij
aan de eerste tien kilometer van
deze vuurproef. Het lopen moet
weer geleerd worden. Ónze wel
vaart heeft weinig bijgedragen aan
de versoepeling van spier en ge
wricht.
Natuur en landschap
Terzijde van met gier besproeide
akkers en weiden waarop roodbont
vee graast, volgt al gauw de ont
dekking dat deze civilisatie ons niet
alleen in de benen is gaan zitten.
Met een schok onderga ik de merk
waardige vertragingsfactor, waar
een wandelaar mee te maken
krijgt. Beelden die voorbij flitsten
aan het raam van trein en auto ne
men er de tijd voor zich in het ge
heugen te nestelen. Het kijken
moet de wandelaar leren beoefenen
op een geheel andere manier dan
weggebruikers in en op een voer
tuig, met uitzondering wellicht van
de passagiers die een voortsukke
lende huifkar bevolken.
Natuur en landschap vragen meer
aandacht, dan ik op kan brengen.
Tussen Oldenzaal en De Lutte, een
grensdorp met uitgestrekte zand
verstuivingen, voert het traject
vaak over karrepaden, akkers en
erven. Soms waggelt een toom gan
zen op de indringers af, met veel
geblaas en keelgeluiden als van een
hese tenor.
Meer ontsteltenis wekken de hon
den. Niet zelden stormt zo'n dienst
doende bewaker onverhoeds uit de
„niendeur" van een Saksische
boerderij, met een gebas dat door
merg en been gaat. Wie onvoorbe
reid het spoor terug volgt krijgt het
gevoel, dat er sprake is van een sa
menzwering. De landelijke verzets
groep bestaat niet alleen uit ganzen
en honden. IJsvogeltjes, die zich
nog op zouden houden aan de boor
den van de Dinkel maken op slink-
Over
karre
paden,
akkers
den grafheuvels opwierpen boven
hun doden. Sagen en legenden zijn
er dermate talrijk, dat menige
dorpsherberg op een bijsluitertje in
de folder verhaalt, hoe bijvoorbeeld
de witte wieven er gedanst hebben
rondom de kule.
Het toerisme wakkert dit vuurtje
aan met demonstraties klaot-
scheet'n, met eiergadder'n en
vreemde sprongen van de Möln-
daansers, maar al wandelend wordt
me duidelijk, dat, de Twentenaren
hun folklore nog redelijk serieus
nemen. Denekamp is trots op de
begaafde ipidwinterhoornsnijder,
F. Scholte Lubberink. De Saasveld-
se blazers op deze toeter, die gelui
den maakt als van een dier in
doodsnood, worden met ere ge
noemd. Zij ervaren het als een
soort heiligschennis, om hun sonore
roep van noeve tot hoeve te laten
horen, als de adventstijd nog niet is
aangebroken. Na Kerstmis doen zij
er spoedig weer het zwijgen toe.
Bitse opdrachten
Langzaam, stap voor stap leert men
als wandelaar zo'n gewest wat be
ter kennen. De routebeschrijvingen
met hun bitse opdrachten van l.a.
en r.a. Y's (wegwijzers) en P's (pad
destoelen) veroorloven zich soms
een geschiedkundige zijsprong. Zij
verwijzen naar de opmerkelijke
bouwstijl van Saksische boerderijen
met hun magische symbolen op het
dak. Men krijt summiere colleges
over de houtwallen en beken als
perceelscheidingen, over kastelen
en landgoederen.
En allicht treft men ergens op zijn
snijmaisveld of bosperceel een boer
aan, die met passende bedacht
zaamheid Twente's kaart voor va
kantie en vrije tijd (schaal 1
50.000, prijs 5,95; onmisbaar voor
de waarlijk geïnteresseerde wande
laar) van illustraties voorziet.
Hij schetst de omtrekken van reus
achtige landgoederen, eertijds lus-
thoven voor de adel, later afge
paald door de Ten Cate's, Van
Heeks, Jannings, Blijdensteins en
andere textielbaronnen. Twente
heeft nog altijd iets feodaals, hoe
zeer ook hier de vooruitgang zich
manifesteert. Bruggetje op, brugge
tje af, kruis ik herhaaldeljk het een
eeuw geleden zo bejubelde kanaal
Almelo-Nordhorn. Het is dood,
maar trekt een grandioos spoor
door Twente voor de minnaars van
rust en stilte, voor fietsers, wande
laars, vissers en kanoërs.
In Ootmarsum staat nog zo'n los
hoes, waar de boeren tezamen met
hun gedierte leefden. Aan menige
beek hoor ik <^e houten raderen
kreunen als zij door houten kam
wielen tot spoed worden aange
maand. Er wordt nog echt koren
gemalen en hout gezaagd door on-
Gesel van Twente
Men leert afzien op dagen dat er
zo'n twintig kilometer moet wor
den gelopen en kijkt intussen ver
baasd naar die alles-is-anders-show
van dit fascinerende gewest. Als de
hemel blauw is gieren straaljagers
laag over het glooiende landschap:
de gesel van Twente, zoals ze op
drukke oefendagen wel genoemd
worden. Onder hun gaspluimen
volg ik het spoor terug. Na het in
wijdingsritueel van de eerste mars
ben ik blij te mogen behoren tot de
ontdekkingsreizigers, die in Twen
te via deze wandel- en fietsarran-
gementen 20.000 overnachtingen op
hun naam brengen.
Het is een koud kunstje op den
duur om de gemiddelde dag
mars binnen drie uur te volbren
gen. Maar hoe vredig is het, om
veel te rusten in het groene gras of
onder de zeldzame jeneverbes, die
de sluimeraar onder zijn gebladerte
van alle kwalen bevrijdt. Een takje
van deze struik op de hoed beves
tigd, weert bovendien alle ver
moeidheid, zo wordt van de magi
sche juniperus verteld.
Vermoeidheid, het doel waar veel
„nieuwe" wandelaars naar streven.
Het lichaam moet hun duidelijk
maken, dat zij weer flink hun best
hebben gedaan. Paarden, die de ha
ver verdienen! De overnachtings
plaatsen De Lutte, Denekamp. het
romantische Vasse (met de wijd en
zijd bekende watermolens ..Bels"
en „Frans"), Tubbergen en Zende
ren bieden extra-mogelijkheden
om in namiddag en avond de ge
heimen van Twente nog beter te
leren kennen.
Het afscheid op de zesde dag aan de
finish in Almelo ervaar ik als het
einde vari een geslaagde cursus:
„Hoe leer ik Twente kennen in zes
dagen?" Er volgt geen blarenbal,
zoals na veel prestigieuze lange-af-
standsmarsen. De voeten zijn rede
lijk gaaf gebleven, mijn schouders
missen de vertrouwde last van de
kleine rugzak.
In het station van Almelo staat de
trein klaar om binnen een uur de
afstand te gaan overbruggen, waar
ik zes dagen over gedaan heb. De
laatste, beduimelde routebeschrij
ving is afgewerkt, compleet met de
stereotiëpe waarschuwing: „U
wordt verzocht vóór 18.00 uur in
uw overnachtingshotel aanwezig te
zijn in verband met het diner".
LEO J.LEEUWIS
se wijze mijn speurzin wakker, zo
dat een tak de kans krijgt het voor
hoofd te ontvellen.
Oplettendheid is een eerste vereiste
voor hen, die zich aan zo'n eerste
voettocht wagen. Een misstap op de
kluiten kan de enkel doen zwik
ken. Valkuilen houden zich ver
scholen onder het gras en als de
zeldzame ijsvogel eindelijk zijn glo
rieuze vlucht maakt, wringt een
braamstengèl zich om mijn scheen
been. Een struikeling is het gevolg.
Spitsroeden
Tienduizend meter slechts moet ik
op die eerste dag spitsroeden lopen,
maar de afstand is toereikend om
verwarring te stichten in lichaam
en ziel. Uit hoge hemel dalen zij
neer aan hun zelfgesponnen dra
den, myriaden zeer kleine rupsjes.
Zij houden zich bezig met het kaal
vreten van eiken en hangen daar
na voldaan aan hun frêle trapezes,
op weg naar lagere regionen.
Het is een natuurverschijnsel, dat
ik nooit eerder heb waargenomen.
De kleine schepsels en hun webben
jagen me onophoudelijk schrik aan,
door onverhoeds het gelaat te be
roeren en zich in mijn haar te nes
telen. Een klein ongerief vergele
ken bij de schade die deze plaag in
Twente aanricht. De eikebladrol
lers zijn dit jaar zo talrijk, dat veel
bomen ontbladerd zijn als na een
novemberstorm.
De wandelaar ontdekt beschaamd,
hoe hij vervreemd is van het land
leven en hoe droevig het is gesteld
met zijn kennis van dit stuk Neder
land. Twente, een zesdaagse met
vijf overnachtingen, vol pensiqn,
men betaalt er slechts 345,- voor
om hier boete te mogen doen voor
deze onkunde.
Een onvergetelijke ervaring.*
Sprietjes en beestjes, gewassen en
bomen, men leert ze weer kennen
als de marskramer die in vroeger
eeuwen van dorp tot dorp zwierf.
Ruilverkavelingen ten spijt is
Twente dat oeroude, melancholi
sche land gebleven waar Saksen
wonen als nazaten van de volke
ren, die hier al twaalf eeuwen gele
Aan menige
beek kreunen
de houten
raderen nog
als zij door de
houten
kamwielen tot
spoed worden
aangemaand.
derslagmolens als die van kasteel
Singrave. De wandelaar mag daar
getuige van zijn en soms ook deel
nemen aan een rondleiding door
die kastelen of havezaten, waar de
erfenis van edellieden en nieuwe
rijken de vergankelijkheid trotseert
dank zij overheidssubsidies.