V er leden Y ork herleeft
met al zijn luchtjes,
geluiden en souvenirs
)RK President Michael
ntague van de Engelse
reniging voor Vreemdelin-
iverkeer heeft de conserva-
s van bijna alle Britse mu-
gevoelig op de tenen ge-
pt. Op een receptie in de
ordengelse stad York sprak
de mening uit, dat zij hun
•titels meestal niet verdie-
ti. „Hoe meer decoraties die
en rondslepen, des te saai
hun stoffige musea zijn",
Montague, toen hij daar
i cheque van 225.000 pond
•rhandigde als bijdrage van
i VVV tot de bouw van een
rkwaardig ondergronds
seum, dat Jorvik Viking
^trum genoemd zal wor-
n k i,
dames en heren, die bij dat
iwe project betrokken zijn, hou-
hun bruisende geestdrift niet
borgen. Zij hebben het doorlo-
d over een uniek „museum van
toekomst", dat in april volgend
|]Ja zijn deuren opent voor het gro-
lubliek. De toegangsprijzen zijn
lekend: twee pond voor volwas-
I en en één pond voor kinderen,
H hgt kennelijk in de bedoeling
1(i en heel moderne instelling van
AS naken, die bij sommigen herin-
aan ingen zal oproepen aan Disney-
f 1. De ontwerpers doen namelijk
beroep op de laatste snufjes
de techniek. York hoopt jaar-
een half miljoen bezoekers
r zijn nieuwe museum te lok-
Die zullen er echter niet kun-
rondlopen, zoals dit in ouder-
se musea gebruikelijk is. Vier-
derd bezoekers per uur moeten
elektronisch geleide wagentjes
ipen, die telkens vier personen
elijk door een „tunnel van het
leden" voeren, waar ze een snel
soriëntatieproces" ondergaan,
die tunnel worden de bezoekers
"^tynelijk met audio-visuele midde-
d%i teruggebracht naar de tiende
r' iw. Dat is het Viking-tijdperk.
!7 k was toen de welvarende
lblJ fdstad van een Scandinavisch
linkrijk. Het werd door de Vi-
IS gs Jorvik genoemd, vandaar de
ai\ im voor het nieuwe museum.
lad( Ira de bezoekers zich volledig ii
Viking-tijdperk wanen, brengt
elektrisch wagentje hen in een
te Scandinavische „gata", een
at vol Vikinghuisjes, -stallen, -
uurtjes en -werkplaatsen. Die
ouwtjes worden opgetrokken
gaaf gebleven balken, afkom-
uit de oorspronkelijke Viking-
611 ierzetting van Jorvik. Dit hout-
-rk werd van mei 1976 tot sep-
iber 1981 opgegraven in Copper-
e, een straat waarvan de naam
»din eleid is van het Noorse „gata".
?ral bewoners ervan maakten hou-
ebr2 drinkbekers. Het was dus de
Rót iat van de drinkbekermakers.
Pins
beip
dini
eemde luchtjes
de Vikingstraat van het nieuwe
seum zullen vreemde, door syn-
tische middelen veroorzaakte
Scliren hangen, die een idee geven
i het luchtje, dat de Scandina-
rs toen omgaf. Wanneer het wa-
schfitje met bezoekers voorbij een
k wmitieve Viking-latrine komt,
>or jgen zij de onmiskenbare stank
licij i een vies privaat in de neusga-
de
k de dagelijkse geluiden, die met
Viking-samenleving gepaard
gen, zullen overal duidelijk
stut irbaar zijn. Het wagentje komt
hij irbij een drukke werf, waar ty-
:he Viking-schepen gelost wor-
i. Vervolgens brengt het zijn
sagiers in een ruimte, waar geo-
echische opgravingen plaatsvinden,
duizend jaar oude balken, af-
nstig uit de bodem van Copper-
zitten daar opnieuw diep in de
nd.
rit door het Viking-tijdperk van
ten rk eindigt in een hal, gevuld
dod t Scandinavische kunstproduk-
wedie in de loop van de jaren ge
in d iden werden in de ondergrond
h i de oude stad York. Hier zullen
k uurlijk ook souvenirs te koop
Het museumbezoek is hiermee
elopen. Nog even iets opnieuw
n bekijken kan niet, tenzij men
h«maals betaalt en weer in zo'
ctronisch wagentje gaat zitten,
moderne ideeën voor het Vi-
g-museum van York komen uit
brein van zogeheten „imagi-
ers". Dat nieuwe woord is sa-
ngesteld uit het Engelse „imagi-
ion" (imaginatie, verbeelding)
„engineer" (ingenieur); het Ne-
landse equivalent zou dus „ima-
eurs" kunnen zijn. Dergelijke
wwerken voor de moderne
)t n sPann*n6sindustrie. Zij kijken
1gszins misprijzend neer op ou-
wetse musea, waarin praktisch
>nst in 6*azen kasten zit.
van ®ens ..in^agiAeurs" van York
ft het helemaal niet tot een bot-
S te komen tussen historische
iwkeurigheid en een ruime
In 1977
werd door de
archeologen
van York dit
kunstig bewerkte
stuk hout uit de
Viking-tijd opgegraven.
Er zitten zilveren spijkers
in. Kenners beweren dat het
de kop van een zadel is.
Zo zal het Viking Centrum in York er in april volgend jaar boven de grond uitzien.
mate van openbare aantrekkings
kracht. „Vandaag de dag ziin de
mensen gewend aan televisie'zegt
Peter Addyman, directeur van de
Archeologische Stichting van de
stad York. „Zij verwachten dan
ook dat de informatie kundig ver
pakt en op boeiende wijze gepre
senteerd wordt".
Hoewel het Viking-museum van
York twee en een half miljoen
pond zal kosten, schijnt het als pro
ject erg aanstekelijk te werken. Er
worden al plannen gemaakt voor
een ondergrondse parkeergarage
van zes miljoen pond en een ultra
modern centrum voor toeristen bij
de beroemde voor-historische ste
nen van Stonehenge. Anderzijds
wordt gedacht aan de oprichting
van een ondergronds nationaal
mijnmuseum, waarin de bezoekers,
net zoals in het Viking Centrum
van York, in elektronisch geleide
wagentjes voorbij tweeduizend jaar
geschiedenis van het mijnwezen
rijden. „Groot-Brittannië telt 399
nationale monumenten, die alle
maal op een modernere manier
geëxploiteerd zouden kunnen wor
den", zegt Addyman. „Vroeger ont
brak het ons aan verbeeldings
kracht. Nu we echter over de nodi
ge technologie beschikken, kunnen
wij het aan".
Misschien krijgt Walt Disney later
nog een standbeeld als baanbreker
van het moderne museumwezen.
„Hij heeft ons geleerd", zegt Peter
Addyman, „dat wij meer mensen
naar Stonehenge kunnen brengen
zonder dat monument, het milieu
en het omliggende te vernietigen.
Wat het Viking-verleden van York
betreft, zijn wij nu de overtuiging
toegedaan dat op ons de plicht rust
die culturele nalatenschap op een
boeiende en bezielende manier aan
de man te brengen, want die nala
tenschap is ieders eigendom en
mag niet alleen overgelaten wor
den aan academici, musea en des
kundigen met kurkdroge gidsen".
Boven het Viking-museum van
York komt een modern winkelcen
trum. De (aantrekkelijke) weten
schap blijft onder de grond. Daar
kunnen de bezoekers leren, dat
York een Scandinavische nederzet
ting was, na en niet vóór de Ro
meinse tijd. York bestond al bijna
800 jaar toen het door Noren en
Denen veroverd werd.
Romeinse basis
Het werd circa 71 gesticht door de
Romeinen, die een geschikte basis
nodig hadden voor hun Negende
Legioen. Zij noemden die basis
Eburacum. De nederzetting had on
geveer tienduizend inwoners. Het
Negende Legioen moest de Romei
nen van Zuid-Engeland bescher
men tegen overvallers uit het afge
legen noorden, dat toen nog in de
Ijzertijd leefde.
Eburacum werd pas rond het jaar
400 door het Romeinse leger ont
ruimd. Daarna volgde een periode
van twee eeuwen, die praktisch
een compleet blanco achterliet in
de geschiedenis van York. Wél is
bekend, dat in 627 koning Edwin
daar gedoopt werd. Hij was de eer
ste christelijke vorst van het An
gelsaksische Northumbria.
Als hoofdstad van dit koninkrijk
was York in de komende jaren de
tweede rijkste en ook de tweede
grootste stad van Engeland. In 793
kreeg dit rijk voor het eerst bezoek
van de gevreesde Vikings. Deze
woeste Noormannen waren even
wel veel minder barbaars dan ze
door latere geschiedschrijvers afge
schilderd werden. Zij droegen geen
horens op hun helmen en leefden
langdurig in vrede. Zij hadden
trouwens een veel hoger ontwik
kelingspeil bereikt dan de bevol
king van de Engelse gewesten.
In 866 veroverden de Noren en De
nen de stad Eburacum die zij
prompt Jorvik herdoopten. Zij
maakten er een echte stad van.
Jorvik werd het welvarende cen
trum van de Scandinavische poli
tieke, industriële en commerciële
belangen in Engeland. Pas in 954
ging Erik Bloedbijl, de laatste Scan
dinavische koning van York, er
vandoor. Daarna werd Jorvik inge
lijfd bij het nieuwe koninkrijk En
geland. In 1066 versloeg de Nor-
mandische vorst Willem de Ver
overaar echter de Engelsen bij Has-
Een
Angelsaksische
helm,eveneens
in Coppergate
gevonden.
tings in Kent. Toen begon de zoge
heten Normandische tijd.
In 1068 en 1069 bouwde Willem de
Veroveraar een kasteel in York,
dat in laatstgenoemd jaar nog aan
gevallen werd door een Engels-
Deens leger. Het Normandische
garnizoen van York stak toen een
deel van de stad in brand. Willem
overwon zijn vijanden, hij her
bouwde het vernielde kasteel en
verwoestte Northumbria.
Vondsten
Voor het moderne herbouwen van
Coppergate in het centrum van
York begon, vonden oudheidkun
digen van deze stad er meer dan
15.000 voorwerpen uit het Viking
tijdperk. Er waren geldstukken,
werktuigen, wapens, juwelen en
kledingstukken bij. De archeologen
groeven ook een kwart miljoen on
derdelen van aardewerk en bijna
vijf ton dierlijke beenderen op. Mo
menteel wordt alles zorgvuldig on
der handen genomen. Daarna
wordt elk onderdeel uitvoerig geca
talogiseerd. De belangrijkste stuk
ken zullen in het Viking-museum
tentoongesteld worden.
Dank zij de gunstige samenstelling
van de grond, waarop York ge
bouwd is en de ongewoon hoge
vochtigheidsgraad die er heerst,
zijn veel Viking-gebouwen duizend
jaar lang praktisch helemaal be
waard gebleven. Het nog verder
bewaren voor het nageslacht levert
evenwel problemen op. De gewen
ste temperatuur is 21 graden, met
een betrekkelijke vochtigheid van
60 procent. Slechts geringe afwij
kingen hiervan zijn toelaatbaar,
want anders wordt het houtwerk
uit de tiende eeuw onherstelbaar
beschadigd. Om die reden krijgt
het Viking-museum onder meer
dubbele airconditioning en speciale
generators, die elektrische stroom
kunnen leveren als de normale
voorziening onderbroken wordt.
De Archeologische Stichting van
York zamelt nog steeds geld in
voor haar Viking-museum. Zij doet
dit hoofdzakelijk in Denemarken,
Noorwegen en Zweden en onder
Scandinaviërs, die naar de Vere
nigde Staten uitgeweken zijn. Het
zal 400.000 pond kosten om een
aantal fraaie voorbeelden van Vi
king-handwerk en -kunst te kun
nen exposeren. De Archeologische
Stichting maakt momenteel ook
een studie van de schoeisel-indus
trie, die blijkbaar door de Vikings
in York op touw werd gezet.
Het Viking-museum wordt voor
deze stad een belangrijke nieuwe
toeristische attractie. Toerisme is
Yorks derde industrie. Ze brengt
jaarlijks 33 miljoen pond op en ver
schaft vast werk aan 7.000 inwo
ners. De belangrijkste nijverheid
van York is de bereiding van cho
colade en suikergoed. Op de tweede
plaats komt de spoorwegindustrie.
York ligt 309 km ten noorden van
Londen en er is een goede spoor
wegverbinding.
ROGER SIMONS
De Vikings van York waren erg bedreven in het maken van kammen. Talrijke voorbeelden, op verschillende
plaatsen gevonden, getuigen ervan.
ZATERDAG 28 MEI 1983
Massa
bevliegingen
WASHINGTON Een van
mijn taken als correspondent
(briefwisselaar in goed
Nederlands) in Washington is
zeker ook dat ik u tijdig verklap
welke nieuwe rages hier door
het land razen en wat er dus bij
u in het altijd volgzame Europa
aan massa-bevliegingen op
komst is.
Zo mocht u zich verwachten
aan om met mijn vroegere
Belgische landgenoten te
spreken de mini-canion, het
kleine vrachtwagentje. Het
wemelt er hier in Amerika van.
De Amerikanen noemen ze piek
ups. Iedereen die erbij wil
horen heeft een piek upje (niet
te verwarren met een
draaitafeltje) voor de deur staan
of schommelt ermee door de
stadscentra, over de highways
en vooral door zijn deftige
villawijkje.
Want het vrachtwagentje is
allereerst een statussymbool.
Het komt het best tot zijn recht
als het slordig in een chique
tuin onder de bloeiende
fruitbomen staat. Alsof het zo
meteen met een flinke lading
hout wordt opgezadeld en naar
de zaagmolen bij de rivier zal
vertrekken. Maar het enige wat
gebeurt is dat mevrouw des
huizes in haar smetteloze
trainingspak in de cabine
springt nadat ze het bosje
bloemen voor de brunchvisite
in het open laadbakje heeft
Het zijn kleine Datsunnetjes of
Fordjes, niet groter dan hun
klassieke sedan-verwanten,
maar dan met een eerlijk
proletarisch goederenvloertje op
de plaats waar de vroegere
achterbank en kofferruimte zijn
uitgesneden. Geen jeep-achtige
terreinwagens of onhandelbare
motorhomes dus, meer voor de
jet-set, maar een pick up als
supersnobtopper.
Wat trouwens ook opvallend
vaak in de laadbak ligt is een
doosje in kadopapier gevouwen
chocolade.
En dat brengt mij op de
volgende rage die de
trendsettende elite door
Amerika doet ranonkelen. Als
tegenwoordig de avant garde in
de VS entre nous is, gebruikt
men geen alcohol, verdovende
middelen of borrelhapjes, maar
houdt men het bij vloeibare en
of in vaste (bij voorkeur
extreem fantasierijke) vorm
gegoten puré of melkchocolade.
Iedereen brengt naar zo'n
chocoladefuifje wat van het
vettige goedje in een
extravagante gedaante mee. De
een heeft een tablet ter grootte
van een zaterdagkrant bij zich,
de ander deelt chocoladeneuzen
aan elastiekjes uit een derde
komt want het moet een
kliederige boel worden met
een ton vol warme gesmolten
cacaoboter aanzetten om het
bad van de gastheer mee vol te
laten lopen.
De woede is begonnen nadat
wetenschappelijk zou zijn
vastgesteld dat buitensporige
consumptie van chocolade en
succes in het leven zeer nauw
verwant zijn.
Zo is naar verslaafde Robert
Redford al een bepaalde
chocoladecake genoemd, at
Yoko Ono na de dood van John
Lennon alleen nog maar
chocolade, verorbert Elizabeth
Taylor een pond per dag, stapt
minister van Defensie Caspar
Weinberger soms 's nachts om
drie uur in de auto'om
wanhopig op zoek te gaan naar
een horeca-bedrijf waar ze nog
een Snicker hebben, gaan de
Amerikaanse ruimtevaarders
nooit zonder chocolade het
luchtledige in, hebben de
geallieerden de Tweede
Wereldoorlog gewonnen omdat
de Amerikaanse
chocoladegigant Herschey
500.000 repen per dag voor de
troepen vervaardigde en is de
microgolfoven uitgevonden
toen een nucleaire ingenieur in
een kritische afdeling van een
Amerikaanse kerncentrale
ontdekte dat de chocolade in
zijn witte overall plotseling was
gesmolten.
Geen wonder dat er nu een
cacao-kleurig weekblad
„Choconews" in Amerika
verschijnt, dat kunstenaars
aanbieden mijn gezicht in
chocolade te beeldhouwen, dat
chocolade-therapeuten de
probleem verbrui kers hulp
verlenen en dat Amerikaanse
geliefden elkaar „I love you
more than chocolate" behoren
toe te fluisteren.
De laatste trend die ik wil
aanroeren en waar ik ook wel
Europese toekomst in zie, ligt in
het videovlak. Erg populair is
het tegenwoordig in de VS om
wat banden, een aquarium en
open haardvuur in huis te
halen. Men plaatst het
beeldscherm in de open haard
en laat de vlammen op de
gewenste geluidsterkte gezellig
knapperen en hun schaduwen
door de schemerige huiskamer
spoken. Een van de vele
voordelen is dat het vuur geen
warmte afgeeft en dus ook op
broeierige zomeravonden
zonder problemen kan worden
afgedraaid.
De tropische vissenbak vraagt
natuurlijk een andere opstelling
van de kijkkast. Maar als men
er dan een busje voer op zet en
er een schepnetje nonchalant
naast legt, dan is het geheel
heus niet afgrijselijker dan een
plastic kerstboom die in
Nederland toch ook al aardig is
ingeburgerd.
M \RC DE KONINCK