Isaac Asimov
'inoll fields
IHet fenomeen
Tussen feit
en fictie
op weg naar
driehonderdste
boek
ZATERDAG 28 MEI 1983
eeft
■in), i
k.k.
EW YORK De mensen krijgen
un gebreken soms met een bijna
alse knipoog van het lot toebe-
eeld. Erasmus moest de jicht ver-
Iijten toen hij bezig was aan zijn
Lof der zotheid", de dichter Pier-
t de Ronsard was doof en kon de
lalmuziek van zijn sonnetten niet
oren. En wat over de man die 274
oeken schreef waarvan de meeste
ch dwars door tijd en ruimte be-
;ven en waarin hij zijn kennis
in het universum tot op het aller-
einste deel van een millimeter
acht te bemeten? Isaac Asimov,
artsvader van de science fiction,
leeft hoogtevrees. En vliegangst.
Maar wie hem temidden van zijn
oeken op een veilige plek dicht op
huid van moeder aarde ver
acht heeft het mis. Isaac Asimovs
eus voor zijn woonstee moet hem
jn ingegeven via een gevoel dat
erfrgens tussen zelfkwelling en sym
vanoliek in ligt: hij bewoont de bo-
das enste verdieping van een van de
Diiddelgrote „wolkenkrabbers" van
lanhattan. Het heeft iets van: als
dan zelf die ruimte niet in kan,
n maar zo hoog mogelijk op de
arde. Maar in zijn werkkamer
jkt Asimov van alles gedaan te
,menjebben om die torenhoge werke-
jkheid buiten te sluiten. De jaloe-
minjieën zijn potdicht en het matte
*icht doet je eerder aan een comfor-
abel souterrain denken dan aan
ets anders. Asimov: „Ik kan hier
even want ik kijk nooit uit het
lam naar beneden. Maar ik voel
ie meer op mijn gemak als er he
imaal geen ramen zijn. Dus zijn de
linden hier constant naar beneden
n doe ik alsof ik in de kelder zit.
lijn vrouw moet eens in de zoveel
ave* jd de kamer luchten en dan ver-
(tel, wijn ik onmiddellijk. Ik krijg
'Qen eir,tje als ze klaar is, maar dan
uurt het zeker vijftien minuten
oor de kamer weer donker genoeg
oor me is". De opgeruimdheid
aarmee hij het vertelt, logenstraft
Ike gedachte dat hier een gekwel'd
lens aan het woord zou zijn. De
nige kwelling die hij hardop en
ondig toegeeft, is het feit dat hij
:n interview moet geven. Als ik
Qlit de lift kom, staat Asimov bijna
2i reigend in zijn deuropening. Er
el. 0 an geen vriendelijk welkonst-
voord, laat staan een lachje af en
"^ils een bestraffende bovenmeester
liv v'Jst bij naar binnen: „Gaat u daar
naar zitten". Dat wordt een moei-
ijk gesprek denk je.
I2.0öï)at het dat uiteindelijk niet wordt,
ank ik voor een deel aan de Ne-
irlandse schrijver Janwillem van
Wetering. Eerder in de week bij
lem thuis in Maine laat hij weten
in „fan" te zijn van mevrouw Asi-
Onder haar eigen naam J. O.
leppson heeft zij een tweetal
uence-tictionboeken op haar
lam. Van de Wetering heeft haar
lijn eerste uitgaande fanmail doen
11 oekomen en toen bleek dat me-
'rouw Asimov nota bene op haar
)eurt Van de Wetering bewonder-
le. Vandaar hun contact en van
laar ook dat de Nederlandse schrij-
'er me een gebruiksaanwijzing
oor Asimov mee kan geven. Een
ran de onderdelen: het echtpaar
d bl! ^simov baat rokers en volgens
1 fan de Wetering kan mevrouw
Asimov ze zelfs zónder sigaret van
■(iet-rokers onderscheiden. Geen
Kookgerei, maar een zak vol kauw-
'um dus. En inderdaad, als zijn uit-
ever Asimov belt met de vraag of
1U en Nederlandse journalist welkom
J s, luidt de eerste korzelige vraag:
iRookt-iè?". De leugen om bestwil
•lus het noemen van de naam van
fan de Wetering doen wonderen
>p de hoogste verdieping in Man-
Kiattan. Asimov die me eerst nog op
Ken ongemakkelijk bankje neer-
>oot, zelf in de comfortabele
fflehommelstoel er tegenover gaat
III itten en bijna met gesloten ogen
an z'n antwoorden begint, breekt
•pen van enthousiasme. Zijn vrouw
vordt er bijgeroepen en het ijs is
[ebroken. Asimov: „Ik probeer alle
ifleiding uit mijn leven te bannen,
lik ben nu drieënzestig, mijn vader
(verleed toen hij tweeënzeventig
vas. Dus als ik geluk heb, heb ik
iog een jaar of negen te leven. En
k heb nog zo ontzettend veel te
loen. Maar de ambitie van de hele
vereld lijkt me almaar van mijn
verk te willen houden".
Schrijfgraag
Dat „doen" is
|g lertigste werd z
schrijven. Op zijn
zijn eerste boek uit-
[egeven, inmiddels nadert het aan-
al boeken van zijn hand de drie
honderd schrikbarend dicht. In zijn
„Opus 100", een pocket met een
bloemlezing uit zijn werk afgewis
seld met persoonlijk commentaar
citeert hij zijn eerste echtgenote:
„Isaac, als je tijd straks op is en je
kijkt terug, dan zul je spijt krijgen
dat je je hele leven achter de
schrijfmachine hebt gezeten". Wel
nee, antwoordt Asimov, ik vind het
héérlijk om als het kan tien uur per
dag op dat ding te zitten hameren.
Hij noemt zichzelf „the greediest of
writers", de schrijfgraagste aller
schrijvers en bekent even vrolijk,
dat hij zijn eigen werk altijd weer
met groot plezier terugleest. Dat
werk heeft zich een leven lang tus
sen science fiction en wetenschap
bewogen. In 1923 als drie jaar oud
zoontje van een joods-Russisch emi-
grantenpaar naar Amerika geko
men, opgegroeid in Brooklyn
nog altijd een Brooklyn-accent
en aan het schrijven begonnen „om
aan de armoede te ontkomen". Op
zijn achttiende verkocht hij zijn
eerste verhaal voor 64 dollar (dat
was exact één dollarcent per
woord), in 1948 behaalde hij een
graad in de chemie, twee jaar later
verscheen zijn eerste boek, hij ging
lesgeven in biochemie aan de uni
versiteit, maar zijn eigenlijke ambi
tie bleef schrijven. Hij begon met
science fiction in een tijd dat dat
genre nog veroordeeld was tot wat
duistere blaadjes voor een handvol
liefhebbers, werd een van de Ame
rikanen die die literatuursoort po
pulair maakten, en je mag hem dan
ook zonder overdrijving de aarts
vader van de s-f noemen. Maar
Asimov ging verder, hield zich in
zijn werk steeds mëer met pure we
tenschap be^ig, die hij „verklaarde"
voor een breed publiek en als je in
middels zijn lijst van publikaties
doorkijkt, kom je de meest onver
wachte zaken tegen: een tweedelige
Asimov-verklaring van de bijbel,
een Asimov-commentaar op Shake
speare, een Asimov-toelichting op
Miltons „Paradise Lost", een paar
deeltjes ondeugende limericks (hij
levert een verse ter plekke af)
naast werken als „Het Romeinse
Rijk", „Saturnus en verder", en een
serie „Hoe ontdekten we...?",
respectievelijk de kometen, de vita
minen, getallen, de ruimte. Asimov
levert bovendien met de regelmaat
van een Zwitsers precisie-uurwerk
zijn kolommen voor diverse Ame
rikaanse bladen. Het laatste boek
dat van hem in Nederland ver
scheen heet „Morgen, 71 toekomst
beelden van wetenschap, techniek
en maatschappij". Een verkenning
van denkbare mogelijkheden geba
seerd op wetenschappelijke feiten.
Een paar van zijn filosofietjes en
speculaties: „Reparatie" van li
chaamsonderdelen gebaseerd op
het „klonen", het isoleren en blok
keren van bepaalde cellen die orga
nen vormen en die organen als re
serve-onderdelen weer in de mens
passen. Het gebrek aan zoet water
in een aantal delen van de wereld
goedkoop oplossen via de „klonten"
zoet water die ijsbergen heten. Ze
in de vorm van boten slijpen en ze
naar pak-weg Afrika af la
ter) drijven en daar opslaan. Geld
uitschakelen door een computer die
reageert op een vingerafdruk en al
dus je kredietwaardigheid bepaalt
en transacties afsluit. Een kosmisch
net van een soort metro-tunnels dat
eeuwig energie oplevert via de
„zwarte gaten" in de ruimte. Enzo
voort. Want Asimov gaat door.
Straks verschijnt in Nederland de
vertaling van „Exploring the earth
and the cosmos". Asimov blijft uit
leggen tussen feit en fictie in.
Eerste bestseller
Asimov: „Wat ik het liefste schrijf,
zijn die kleine essays. In het blad
voor Fantasy^ and Science Fiction
schrijf ik maandelijks een verhaal
over wetenschap. Over welk on
derwerp ik maar wil. Ze verande
ren er geen woord in. Ik heb net
mijn 301e column geschreven. Een
25-jarig jubileum. Ik heb geen
maand overgeslagen. Ik heb nog
drie maandelijkse columns voor an
dere bladen. Een paar jaar geleden
zag het er naar uit dat ik helemaal
geen fictie, geen science-fictionro-
mans meer zou schrijven. Maar
mijn uitgever bleef vragen om een
roman, en omdat ik altijd zo goed
behandeld ben, heb ik „Founda
tion's Edge" geschreven. Een ver
volg op de Foundation-trilogie'van
jaren geleden. En wat gebeurt er
tot mijn verbazing, maar niet tot
die van de uitgever? Het boek
h
komt op de bestsellerlijst en blijft
daar 25 weken staan. Het best ver
kopende boek van die uitgever in
een heel jaar. Dus ik kreeg onmid
dellijk een contract voor weer een
roman. Die heb ik inmiddels inge
leverd. Ze vinden hem zelfs beter
en ze hebben me beloofd dat ik bij
elke roman die ik binnen kom
brengen een contract krijg voor
een nieuwe roman. Tot in de eeu
wigheid". Er komt een lichtelijk
gepijnigde uitdrukking op Asimovs
gezicht: „Science-fictionboeken zijn
moeilijker te schrijven dan wat ter
wereld ook. Je zult verbaasd zijn
hoeveel denkwerk er in zo'n boek
als „Foundation's Edge" zit. Ik heb
er negen maanden over gedaan om
dat boek te schrijven". Hij kijkt
moeilijk bij een spanne tijds waar
voor heel wat schrijvers zich trots
op de borst zouden kloppen. „Het
tweede ging weliswaar wat sneller,
maar zes maanden doe ik er wel
over. Ook al omdat ik tussendoor
over wetenschap wil blijven schrij
ven. Anders word ik gek".
Mysterieus universum
Dat het moeilijker zou zijn om nu
science fiction te schrijven in een
tijd dat de wetenschap zelf al aan
de meest onvoorstelbare zaken toe
is, gaat er bij Asimov niet in. „Het
vooruitgaan van de wetenschap zal
de science fiction nooit in de weg
zitten. Je moet de wetenschap zien
als een hoog gebouw. Er komt
steeds weer een etage op. Maar de
taak van de science-fictionschrijver
is op de hoogste verdieping te gaan
staan en te proberen een stukje om
hoog te springen. In feite biedt het
heden een schrijver veel meer mo
gelijkheden dan het verleden. Hoe
meer we weten, des te mysterieu
zer wordt ons universum. We heb
ben nu zwarte gaten, neutronen
sterren, recombinant DNA, we
hebben allerlei nieuwe bommen,
lasers. Stof te over om je fantasie
mee aan de haal te laten gaan. Wat
de vooruitgang een science-fiction
schrijver ontneemt, is maar een
fractie van wat hij er door bij
krijgt. Mijn enige moeilijkheid is
het feit dat ik opeens een bestseller
geschreven heb. Want een feit is,
dat me dat eerder nooit gelukt is.
Ik verkocht gemiddeld 20.000
exemplaren van de eerste uitgave
van een boek, en later van de poc
ket-uitgave nog eens 100.000. En ik
was blij. Maar van „Foundations
Edge" zijn er al 230.000 verkocht
en het gaat maar door. En als ik zie
wat ze me betaald hebben voor de
rechten voor een paperback-uitga
ve, dan moeten daar straks wel
miljoenen van verkocht worden. Ik
heb het gevoel dat als dat volgende
boek de bestsellerlijst niet haalt,
dat het dan een mislukking is. En
dat is een erg vervelend gevoel.
Niet dat ik iets voor dat succes ge
daan heb. Integendeel. Ik heb zou
je kunnen zeggen alles gedaan om
het géén succes te maken. Er zit
geen sex in, geen geweld, het is een
heel cerebraal boek".
Geen Nederland
Asimov over techniek en de wereld
waarin we leven: „Ik ben een tech-
nofiel. Ik bewonder de technologi
sche vooruitgang'. En ik zie er met
verlangen naar uit dat we onze
huidige moeilijkheden te boven
zijn. Naar een beschaafde, rationele
wereld. Ik geloof niet in naties, in
een nationale staatsvorm. Ik denk
dat dat een negentiende eeuws fe
nomeen is dat we kwijt moeten. Ik
wil geen Verenigde Staten zien,
geen Nederland, geen Rusland,
geen Indonesië. Ik wil een aarde
zien met verschillende mensen die
hun eigen manieren hebben, hun
eigen taal en cultuur. Maar ik wei
ger te geloven dat enig volk be
langrijker zou zijn dan een ander
en het zijn wil op wil leggen". Hij
praat opeens veel zachter: „Niets op
de wereld is de vernietiging van
een ander volk waard. Maar het is
moeilijk om dat de mensen aan hun
verstand te brengen. In de praktijk
gaat het precies de tegengestelde
richting uit. Iedereen denkt aan
zich zelf. In Belgie hebben de Vla
mingen en de Walen ruzie, in
Noord-Ierland vechten de katholie
ken en de protestanten met elkaar.
Laat iedereen zichzelf zijn, naast
elkaar bestaan in kleine groepen.
Zo lang ze maar deel van een we
reld-regering uitmaken. We moe
ten een nieuw soort patriottisme
aanleren. Dat van die grote wereld.
Maar we praten zo graag over De
Mens in het algemeen en dan heb
ben we het meestal over onszelf.
Veranderen is niet makkelijk. In
de praktijk blijkt alleen de pure
nood mensen samen te brengen. De
wereld kon pas de handen ineen
slaan in de Tweede Wereldoorlog
nadat Hitler z'n gang was gegaan.
Nadat duidelijk werd dat we er al
lemaal aan zouden gaan. Pas als het
regent, ga je het dak repareren. Dat
is een trieste zaak".
Grote keel
„Daarom blijf ik als schrijver een
grote keel opzetten. Voor geboorte
beperking. Tegen „localisme". In al
mijn boeken vind je daar elemen
ten van terug. Hele hoofdstukken
in „Foundation's Edge" zijn bijna
een ode aan de ecologie, aan een
gezond standpunt tegenover de we
reld waarin we leven. Ik neem niet
aan dat u onze locale politiek hier
volgt. Maar toen meneer Reagan
president werd met een heleboel
mensen aan zijn zijde, heeft hij pre
cies gezegd wat hij wildé doen. Hij
wilde de bestuurslasten van het
land van de ruggen van de Ameri
kanen halen. In het bijzonder van
de rijke Amerikanen. Ik ben geen
Reagan-fan zeg ik u. Een van de
dingen die hij wilde was al de zorg
en de regels voor het milieu over
boord gooien. Dat kostte te veel
geld. Dat was slecht voor de busi
ness, slecht voor de economie. En
dan blijkt opeens dat half Amerika
vol ligt met giftig afval. Dat is het
grootste schandaal van deze rege
ring. Een voorbeeld van wat er ge
beurt als mensen te luchthartig om
springen met leven en dood. Ze
moeten beseffen dat het hun leven
en hun dood is. Dit zijn onze be
langrijkste problemen: bevolkings
aanwas, nucleaire oorlog, verspil
ling van onze energiebronnen.
Daar moeten we het over hebben".
Isaac Asimov: „Science-fictionboeken zijn moeilijker te schrijven
dan wat ook. Je zult verbaasd zijn hoeveel denkwerk erin zit".
r77^afrnir
WC2S3
Asimov schreeuwt zijn zinnen nu
bijna uit: „Kennis kan misschien
gevaarijk zijn. Maar onwetendheid
is nog gevaarlijker. Kennis zal ons
misschien niet redden, maar onwe
tendheid vernietigt ons in elk ge
val".
Aardige robot
Asimovs science fiction is vooral
redelijk. Zijn toekomst is heel wat
zachtaardiger dan die van de in
middels vele honderden collega's in
de s-f. Asimov was dan ook de man
die voor het eerst de robot als een
niet bedreigend instrument ge
bruikte in zijn verhalen. Dat was
1939 en de science fiction was vol
van het Frankenstein-effect. De ro
bot die zijn meester boven het
hoofd groeide en hem aanviel. Asi
mov: „Ik werd moe van al die ver
halen en ik ontwikkelde de drie
wetten van de robot, de robotica.
De robot als instrument, niet als
morele les. Die wetten (ze staan
nog eens in zijn laatste boek „Mor
gen". BJ) zijn inmiddels door alle
science-fictionschrijvers overgeno
men". Over de verandering in ac
ceptatie van de science fiction: „Ik
heb het allemaal meegemaakt.
Toen ik begon werd er om je ge
gniffeld als je zei dat je toekomst
verhalen pleegde, tegenwoordig
wordt er naar je geluisterd alsof je
een profeet bent. Ik word overal
uitgenodigd om te spreken, er is
geen tijdschrift dat me niet ge
vraagd heeft voor een bijdrage. Het
is zelfs zo erg dat de mensen den
ken dat ik alles wéét. Kijk, ik weet
niet hoe lang het nog duurt, maar
ik heb een geweldig geheugen. Ik
onthoud alles wat ik gelezen heb.
Maar ik zit hier wel in twee ka-,
mers met naslagwerken en die ge
bruik ik voor mijn wetenschappe
lijke kolommen en boeken. Het is
puur geluk dat ik een manier van
schrijven heb, waardoor het lijkt of
ik alles moeiteloos laat opborrelen.
En af en toe kan ik zo'n telefoontje
ook wel uit het hoofd beantwoor
den. Maar daardoor breng je de
mensen helemaal in die waan".
Over de veranderingen in science
fiction van een pure mannenwe
reld tot een nieuw domein voor
vrouwelijke auteurs: „Ik geloof dat
een tv-programma als „Star Trek"
daar erg aan heeft bijgedragen. Dat
was populair bij jonge mensen, in
het bijzonder bij vrouwen. Die wer
den aangetrokken door Dokter
Spock. Ik wil niet zeggen dat iede
re vrouw die s-f schrijft dat doet
door dokter Spock of dat iedere
dokter-Spockfan ook maar meteen
s-f is gaan schrijven, maar er is een
verband".
Een van zijn boeken draagt Asimov
op aan „De Tijd" die hem „gunstig
gezind geweest is". Asimov: „Ik
ben gezond, heb een lichte hartaan
val probleemloos overleefd. Mijn
ouders zijn oud geworden, mijn
eerste huwelijk is in een scheiding
geëindigd, maar ik heb twee kinde
ren, ik hou erg van mijn dochter,
en ik ben nu gelukkig getrouwd. Ik
schrijf wat ik wil, het wordt alle
maal gepubliceerd en nog gekocht
ook. Ik ben een gewild „after din-
ner"-spreker, mensen betalen me
voor een praatje aan tafel de hoog
ste bedragen met een glimlach en
ik heb voor zover ik weet geen vij
anden. Wat kan ik meer wensen?"
Asimov schrijft ergens dat het le
ven voor zijn vrouw moeilijk is
hij is fysiek aanwezig, maar psy
chisch absent: „Hiernaast in de
huiskamer zit ik vaak met lege
ogen" en dat dat een van de
oorzaken is van de mislukking van
zijn eerste huwelijk. Zijn tweede
vrouw is weliswaar psychiater,
maar schrijft ook s-f. Science fic
tion, Asimov is er mee getrouwd.
Zeg hem dan ook niet dat het een
vorm van „escape-literatuur" is,
een vlucht uit de werkelijkheid:
„In 1933 las ik een sciencefiction
verhaal van Lawrence Manning
„The Man Who Will Walk" waarin
hij het heeft over de uitputting van
energiebronnen. In 1973 ontdekt
Amerika een tekort aan olie op de
wereld. Wat voor „escape" is dat
die me veertig jaar geleden al aan
het denken zette over een energie
crisis?".
Asimov lacht. Bijna tevreden.
BERT JANSMA
„Kennis zal ons niet redden,
maar onwetendheid brengt
ons naar de ondergang"