Veiling met kansen tussen
Parijs en een avondje
bij de pastor thuis
Omwegen
Ik doe nikswaarvan
nik het nut niet zie
DEEL 5
WERKLOZE MICHEL (17):
„SAMENKERK ZIJN" BELOOFT WEER RECORDS IN SASSENHEIM
ng
Als ze in Sassenheim met
de nodige overtuiging
„Samen kerk zijn!" roe
pen, betekent dit ook dat
in Sassem in de lente de
traditionele en befaamde
orgel kerkveiling wordt inge-
prod luid. Ook wel kerkevei-
ereri Jing genoemd, want er
J is wordt geen kerk geveild
maar alleen bloembollen
en spulletjes voor de ker-
,i kelijke gemeenschap van
re St. Pancratius. Bij deze
I) om| gelegenheid gaat Sassen-
heim zichzelf bijna te
te led bu*ten aan ^et fourneren
sociètvan stromen gelds „voor
endej het goede doel". En nie-
proc« mand wordt er in de vei-
cal w jjng genomen, immers
inkei men draagt elkander een
ironk warm kloppend hart toe
heten in goedgevigheid
het h worden alle omliggende
iik nl plaatsen, met kerken die
knoFj iets dergelijks onderne-
moei men, ruimschoots afge-
'ns 3 troefd. De Sassenheimse
jevaJj kerkveiling is al bijna 35
aarg( jaar een succesnummer
1 zin van de eerste orde; elk
vooj jaar worden er meer
J beurzen gekraakt en
1 wordt de omzet groter,
voor Wederom te verwerkelij-
regel ken op het podium bij
„Cees Ineke" in de
'frk Hoofdstraat,
ilig
e Het comité maakt zich weer
aSe' druk, voor volgende week
ndaf maandag en dinsdag, 25 en 26
april. Ook Niek Dofferhof zit
niet bij de pakken neer. Al
hou< meer dan 30 jaar maakt deze
rfes| werker van het eerste uur
deel uit van dat bezige comi
té. „Ik weet nog goed, dat we
eenvoudig begonnen als
bloembollenveiling. De be
schikbaar gestelde bollen
werden opgeplant op de zo
genaamde „kerk-akker", dat
was waar nu de Parklaan be
gint. Mooi veilen was het.
Maar ombarrrihartig; dat wel.
De gekochte bollen moesten
namelijk in de zomer door de
kopers zelf worden gerooid.
Ze kregen die dingen niet in
de schoot geworpen".
Extra gul
Nu zou je je kunnen voorstel
len, dat veten toen zeiden:
laat die bollen maar in de
grond zitten; ik ga me daar
een beetje lam staan rooien.
Maar nee, niets van dat de
faitisme. Integendeel. Men
ging er de volgende jaren nog
eens extra gul tegenaan. Dof
ferhof: „Al gauw werd zelfs
uitgebreid en na de eerste ja
ren werd het een veiling zo
als thans, met voor ieder iets
naar zijn of haar gading. De
leukste en aantrekkelijkste
zaken, maar ook nog steeds
bloembollen".
Luisteren we vervolgens
naar Piet Vreeburg: 27 jaar
secretaris en sinds enige tijd
voorzitter van het comité. Hij
was ook nog ruim drie de
cennia actief als bloemenver-
sierder van de kerk en col
lectant, waarvoor hij zes jaar
terug „Pro Ecclesia" kreeg.
Voorts is hij plaatselijk VVV-
bestuurder, tot vorig jaar
voorzitter. En het goud van
Oranje-Nassau ontving hij
vorig jaar, toen hij afscheid
nam van de Planteziektekun-
dige Dienst waar hij 40 jaar
in dienst was geweest. Enfin,
zo'n man weet waar hij het
over heeft, zeker ook als
kerkveilingdeskundige.
Piet Vreeburg dan is blij te
kunnen zeggen, dat de reeds
binnengekomen artikelen en
toezeggingen voor nog meer,
weer groter zijn dan in de
voorgaande periode: „Waar
mee tot uitdrukking komt,
dat zeer veten met onze paro
chie verguld zijn. Zeker als je
nagaat, dat van de zijde van
het bedrijfsleven niet minder
dan 182 namen in de catalo
gus worden vermeld. Niet
slechts uit Sassenheim trou
wens, maar ook uit Lisse,
Katwijk, Voorhout en zelfs
Leiden. Ik vind het ook zon
der meer reusachtig, dat on
der het grote aantal gevers
ook veel niet-katholieken
zijn. Van de „donateurs"
noem ik vooral ook de Kath.
Technische School in Voor
hout en de Christ. Techni
sche School van Katwijk".
Loterij
De catalogus is weer een uit
voerige uitgave geworden,
met voor elke van de twee
avonden 350 nummers die al
lemaal kunnen bijdragen tot
een gigantische uitslag. Ja, en
dan heb je natuurlijk, vooraf
gaande aan de veiling, de
grote loterij. Daarvoor kan
iedereen zaterdagavond en
zondag bij het massaal ter
kerke gaan loten kopen bij
de kerkingang. Op beide vei
lingavonden vinden de trek
kingen plaats. Ik ga toch eens
wat van die prijzen noemen,
ofschoon het een ondoenlijke
zaak is. Hoofdprijzen: een
weekendje Parijs voor twee.
Okay; reuze fijn. Maar er is
nog veel meer aan prijzen.
Dan een greep uit veel fraais
Op mijn omwegen door stad en land
kom ik graag mensen tegen. U kunt
mij telefonisch of schriftelijk vertellen
wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071
- 12 .22 44 op toestel 10.
«S
door Ton Pieters
en attractiefs in de catalogus:
natuurlijk „de normale arti
kelen" als daar zijn smakelij
ke vlees- en visprodukten
ai: gerookte paling met
krentenkaters, tassen vol le
vensmiddelen, fruitmanden,
hammetjes, rookworsten,
pudding, dieetmargarine;
dikmakers en afslankers. Va
zen en schilderijen, kamer
planten en puzzels, een auto
ped of een wandkleed. Kan
niet bommen; het is al eeu
wenlang „voor elck wat
wils".
Soiree
Maar er zijn ook „uitsprin
gers" onder. Ik noem enkele:
zilveren riksen en tientjes,
flessen wijn van redelijke tot
goede jaren, oude en jonge
klare voor de neutliefheb
bers, kistjes sigaren sorry,
eenieder onderzoeke alles
doch behoude het goede voor
de gezondheid een mandje
gesorteerde kaas, zakken met
hout voor de talloze open
haarden (een primeur op de
veiling), een gereedschappen
kist, een mandje gesorteerde
kaas (zie ik opeens weer), en
ga zo maar door.
Ik ga niet zo maar door, maar
sta verbouwereerd stil bij een
voor mij ongedachte aanbie
ding die ter veiling in uw
schoot kan vallen. Onder het
„teveel om op te noemen"
stuit ik ineens op een verras
sende offerte, die in de derti
ger en veertiger, ja tot in de
vijftiger jaren nog slechts aan
zeer weinigen en dan nog
gefortuneerde of bijzonder
religieuze of geestige paro
chianen voorbehouden zou
zijn geweest. Ik noem hier als
catalogusprijs nr. zoveel:
„Een avond in de pastorie te
gast bij pastor Ammerlaan".
•Het klinkt bijna als: een soi-
rée in de salons van mon
sieur l'abbé, met een ont
kurkte voortreffelijke Veuve,
een „Weduwe" op sterkte,
appellation controlée. Wat
moet dat nou gaan worden,
ergens midden 1983? Wat
moet die man in godsnaam
allemaal niet gaan doen, of
wel gaan doen! Praten over
de zorgelijkheden van een
hedendaagse parochie? Of
een pop-potpourri draaien
voor een punk-winnaar van
de prijs? Ik ken herder Am
merlaan niet. Misschien zegt-
ie wel: „Man, stel je niet an;
we maken er gewoon een ge
zellige avond van!" Maar een
bijzondere prijs is het wel.
Surprise
De Sassemse kerkveiling
heeft overigens nog meer in
petto. Je mag wel zeggen, dat
het ritselt van de verrassin
gen: iedereen die het dui
zendtal (waarschijnlijk in
guldens) volmaakt krijgt een
surprise. En dan staan er
wekkers opgesteld „die de ta
felgenoten bij het aflopen een
aardigheidje moeten bezor
gen". Dan staat men erop, dat
ik vermeld dat onder de eer
ste vijftig kopers (van beide
avonden) een levensmidde-
lenmand wordt verloot, en
dat onder het tezamenklin-
kend motto „Samen kerk
zijn" een stuk of twaalf prij
zen gekocht kunnen worden,
waarvan door notaris Noord-
raven (die algeheel en alert
toezicht houdt, vanwege de
wettelijke bepalingen inzake
het kansspel) van tevoren be
kend wordt gemaakt welke
dit zijn. Dat ik dit niet geheel
en al begrijp is mijn fout,
maar het heet, dat „dit laatste
evenement ook al jaren
plaatsvindt en in zeer goede
aarde valt".
Afslagers, evenals vorige ja
ren: Piet van Dijk en Pim
Hulsbergen, onder leiding
van veilingmeesters Jan Ba
der en Jan Kuiper. Teamlei
der is uiteraard notaris
Noordraven die alleen maar
officieel hoeft te doen. Maan
dag-, en dinsdagavond bij
„Cees Ineke" van 5 tot 6
uur bezichtiging van al dat
heerlijks (behalve pastor
Ammerlaan). En dan sluit ik
af met het vertrouwen van
het veilingcomité uit te spre
ken. En dat is een goed ver
trouwen in de afloop. Piet
Vreeburg: „De laatste jaren is
de opkomst steeds groeiende.
Over de opbrengst, die al ja
ren tussen de 80 en 90 mille
bruto schommelde, zijn we
erg optimistisch. Wie weet
wordt het nog wel een ton!"
In de serie over werkloosheid komen nu werklo
zen zelf aan het woord. In dit vijfde deel van de
serie een interview met Michel. Een jonge werk
loze zonder opleiding, die geen verwachtingen
beeft van de toekomst. Steeds minder perspec
tief beeft hem zijn verwachting voor de toe
komst doen verliezen. Met het verliezen van die
verwachting is ook de interesse in die toekomst
verdwenen. Het gevoel invloed te kunnen uitoe
fenen op de omgeving, is er niet meer. Het enige
dat nog rest is afreageren. In het zesde deel
komt de volgende werkloze aan het woord. Dat
is dan Jan, een werkloze die wel een opleiding
heeft gehad en weigert bij de pakken neer te
gaan zitten. Zijn visie op de toekomst is positief,
maar hij is niet meer geschikt voor elk soort
werk. Hij heeft bepaalde verwachtingen van
werk. Geld is niet in eerste instantie belangrijk.
Hij wil zich in het werk kunnen ontplooien; met
elke andere baan waarbij dat niet zou kunnen,
zou hij zichzelf geweld aan doen. Maar nu eerst
Michel.
.EIDEN/REGIOQeidóaQowuvnt woensdag 20 april 1933 pagina5
IU
LEIDEN Michel is 17
jaar en voor velen het
prototype van een werk
loze jongere in een zoge
naamde achterstandsitua
tie. Allerlei instanties ko
men bij hem terecht als
zij zo'n type jongere „no
dig" hebben voor onder
zoek. Zijn achternaam
hoeft er niet bij, zegt hij.
„Mij kan het geen moer
schelen, maar mijn moe
der vindt het vast rottig".
Hij is nu twee jaar werk
loos. Michel is voor velen
geen lievertje. Hij heeft
auto's gestolen, wel eens
iemand met een mes be
werkt en haalt ook hier
en daar wel eens iets
weg, waar dat dus niet
mag. Michel is daarente
gen ook een intelligente
jongen, die door veel
mensen heel aardig
wordt gevonden. Ver
wachtingen van de toe
komst heeft hij niet. Hij is
zo'n jongen waarop de cy
nische woorden van Doe
Maar „carrière maken,
voordat de bom valt" van
toepassing is. Illusies over
een betere wereld heeft
hij niet en er zich druk
om maken, doet hij even
min. „Allemaal verspilde
energie. Als je toch steeds
weer ziet, dat ontzettend
veel mensen demonstre
ren voor één of ander
doel en het nooit resulta
ten oplevert, dan denk ik:
waar zijn die mensen mee
bezig. Het helpt toch
'niet".
Michel is een geboren en ge
togen Leidenaar, maar woont
sinds kort in Voorburg op ka
mers. Hij krijgt een WWV-
uitkering, die 166 gulden in
de week bedraagt. Zijn kamer
kost 50 gulden in de week. Hij
volgde een opleiding tot stra
tenmaker aan de Bedrijfs
Technische School. Van die
school werd hij zogezegd „af
getrapt". Waarom dat precies
was, weet hij niet meer. „Het
was een domme school. Het
leek een beetje op een kinder
bewaarplaats. Er werd heel
kinderachtig gedaan en ik
werd niet serieus genomen. Je
kreeg bijvoorbeeld nooit huis
werk mee. Waarom ik van
die school ben afgetrapt, weet
ik echt niet meer. Het zal wel
iets onbenulligs geweest zijn".
Na die school kon Michel
werk krijgen bij een bouwbe
drijf. Hier moest hij twee da
gen in de week nog naar
school, maar die opleiding zou
hij weer moeten volgen aan
de BTS, waar hij weg was ge
stuurd. De directeur wilde
hem niet terug, dus naar
school ging hij niet meer. Na
een jaar werd hij ontslagen.
Er was geen werk meer. Uit
verveling en door geldgebrek
nam hij soms uit warenhuizen
en andere winkels verschil
lende spulten mee. Iets dat
trouwens door veel werkloze
of schoolloze jongeren bij wij
ze van tijdvulling wordt ge
daan.
Vader
Na die periode liep Michel
van huis- Hij komt uit een ge
zin met 14 kinderen. „Ik ken
mijn vader niet. En heb twee
andere „vaders" meegemaakt.
Ik ben zo'n beetje het middel
ste kind. Ik ben van huis
weggelopen omdat ik alles
wat ik verdiende aan mijn
moeder moest geven. Nou dat
verdomde ik".
Michel vult zijn tijd een beetje
met bezoekjes brengen aan
het buurthuis Groenoord in
Leiden en een opvangcen
trum in Den Haag. 's Och
tends solliciteert hij meestal.
„Ik wil wel graag werken. Ik
kan niet zo goed stilzitten. Als"
ik werk zou hebben, dan ben
ik tenminste voor 40 uur per
week onderdak". Als je met
Michel praat, krijg je het ge
voel dat niks hem meer inte
resseert. Af en toe flikkeren
zijn ogen een beetje op en
slechts zelden staat hij zich
zelf een glimlach toe. Hij ziet
zijn werkloze situatie als on
ontkoombaar. Hij geeft ook
niet echt iets of iemand de
schuld van zijn situatie. Als je
•vraagt of hij niet kwaad is op
de regering dan i? het ant
woord gelaten. „Ach, ik heb
me nooit zo voor politiek ge
ïnteresseerd. Of je je er nu
wel of niet voor interesseert,
het maakt toch niks uit. Je
wordt er alleen kwaad van.
Aan de ene kant ontslaan ze
allemaal mensen omdat het te
duur zou zijn en aan de ande
re kant moeten ze die lui
weer een uitkering geven.
Oude mensen hoor je niet kla
gen, die hebben geld gespaard
en ergere tijden meegemaakt.
Alleen de jeugd klaagt. En het
wordt allemaal nog rotter. Je
hoort veel oude mensen zeg
gen, dat er weer oorlog komt.
Zij kennen de voorverschijn
selen. Nou, als het zover is
dan zien we wel weer en dan
vecht ik gewoon mee. Alleen
als ik het nut er niet van in
zie, doe ik niet mee. Ik doe
nooit iets waar ik het nut niet
van inzie", aldus Michel.
Actievoeren
Voor zijn rechten opkomen,
als die worden aangetast of
worden bedreigd, door middel
van akties is niks voor hem.
„Als ik die De Koning eens
tegen kom, dan krijgt hij wel
een doodschop, maar ik zoek
hem er niet voor op". Michel
vermaakt zich vooral in het
buurthuis en opvangcentrum.
Hij rommelt wat met brom
mers en gaat af en toe eens
naar de disco. Veel naar de
kroeg gaat hij niet. Daar ziet
hij het nut niet van in. Om de
verveling wat tegen te gaan,
worden wel dingen onderno
men die volgens de wet niet
mogen. Maar ook worden wel
onwettige dingen gedaan om
dat het zo uitkomt. „Je zoekt
wel eens een beetje afleiding
een beetje spanning. Maar
sommige dingen worden ook
een steur. Ik heb een tijdje ge
had dat ik steeds 's avonds
een auto jatte, om er mee naar
huis te kunnen rijden. Dan
was de laatste trein weg en
was het te vies weer om op
het station te slapen. Maar de
politie kreeg het door. Ze heb
ben me toen na een achter
volging door de stad op het
Rapenburg met 16 auto's
klemgereden. Ja, ik had nog
wel weg kunnen komen,
maar dan had ik zo'n politie
auto moeten rammen. Nou en
dan worden ze natuurlijk he
lemaal goed link".
Mes
Michel heeft toen enige tijd
op het politiebureau vast ge
zeten. In een kroeg in Den
Haag betrapte hij iemand erop
dat deze pillen in zijn bier
deed. „Ik wist wel dat die din
gen gebeuren, maar zoiets
moeten ze niet bij mij doen.
Toen ik dat van die pillen zag,
heb ik die vent gelijk over
hoop gestoken. In zijn arm."
Het mes heeft hij niet meer.
Maar vroeger had hij een nog
veel mooier mes; hij toont met
de handen op een afstand van
dertig centimeter van elkaar
de afmetingen. Op de vraag,
waarom hij dat bij zich droeg,
zegt hij: „Dat had ik een tijd
lang bij me om die politie
agent, die mij, terwijl ik ge
boeid was, nog even in elkaar
sloeg, een keer te grazen te
nemen. Maar dat mes hebben
ze in de trein afgepakt".
Laatst kon hij van iemand
een „hokkie met een vrouw
erin overnemen voor duizend
gulden". Maar dat deed hij
niet. Want als je daar mee be
gint"Ach het lijkt me wel
een mooi beroep hoor, pooier.
Een beetje patsen met die au
to's, maar verder lijkt het me
niks. Geef mij maar een ge
wone baan, waar je een beetje
mee verdient, dan vind ik het
best".
SYLVIA VAN LEEUWEN