pNederlanders in Portugese en Vlaamse spiegel
Buskes
iprak
roor Gods
ekening"
Indrukwekkend gedicht
van Hugo Claus in
prachtige nieuwe uitgave
.driaan van der Veen over voetangels van een huwelijk
CcidócSoutcmt
I CANTTEKENINGEN BIJ ENKELE VERTROUWDE GEMEENPLAATSEN
MET TEKEN VAN DE HAMSTER
'f 1
IWIJGEN OF SPREKEN"
NA
VIJFTIG
JAAR
HEEFT M'N
TROUWE
SPIJKER
HETDAN
EINDELIJK
OPGEGEVEN.
MORGEN
MAAR
'NS IN
DEKRANT
KIJKEN.
iOERBN
VRIJDAG 15 APRIL 1983 PAGINA 9
tegenstelling tot de ons om-
igende grotere landen zijn
niet zo rijk gezegend met
ichrijvingen van buitenlan-
is over ons land en bewo-
is. Er komen wel veel be
okers op Nederland af en er
nen permanent een half
Joen vreemdelingen in ons
den, maar het komt maar
rekkelijk zelden voor dat ze
moeite nemen om wat ze
n Nederland hebben gezien
vooral wat ze van ons vin-
op te schrijven. Er is dan
volop reden als dat wel
•urt, daar aandacht aan te
iteden.
Portugese schrijver J. Ren
de Carvalho, die al meer
twintig jaar in Nederland
ont, kwam onlangs met een
mieuwde uitgave van zijn
iduit briljante boek „Waar
andere God woont". De
Vlaamse journaliste Myriam
Ceriez nam het verschijnsel
Hollander onder de loep voor
een Vlaams weekblad en bun
delde die artikelen in het
boekje „Gebelgd in Amster
dam".
Het boekje van Ceriez is be
duidend korter dan dat van.
Rentes de Carvalho. Zoals de
titel al suggereert, is het vooral
een spiegel voor de Amster
dammers, want het gaat vooral
om haar ervaringen in Am
sterdam. Het leest bovendien
niet altijd prettig wegens de
hollende telegramstijl, die de
lezer bij tijd en wijle buiten
adem brengt. Maar er staan-
een aantal treffende opmer
kingen in die bijdragen aan
het inzicht in Nederlandse
hoedanigheden. In nog sterke
re mate geldt dat voor het
boek van Rentes de Carvalho,
waar een waarneming van
twintig jaar aan ten grondslag
ligt. Wie de twee achtereen
volgende edities van zijn boek
bekijkt, moet overigens wel tot
de conclusie komen dat de
Portugees in de loop der jaren
somberder, negatiever is ge
worden. In de eerste uitgave
wist hij zijn haat en liefde voor
de Nederlanders aardig in
'evenwicht te houden, in de
tweede editie dreigt evenwel
de gramschap de boventoon te
voeren. Misschien is het een
kwestie van (te) lang onder
ons geleefd te hebben en heeft
hij het kankeren dat Neder
landers zo kenmerkt, overge
nomen. Maar dat neemt niet
weg dat ook zo'n geluid een
heel ander is dan we gewend
zijn.
Wat het lezen van beide boe
ken zo lezenswaardig maakt is
het feit dat de auteurs interes
sante kanttekeningen plaatsen
bij welluidende Nederlandse
gemeenplaatsen. Natuurlijk
zijn Nederlanders tolerant,
maar, zo meent Ceriez, ze zijn
vooral tolerant vanuit een ver
zuilde maatschappij. Verzui
ling moet men volgens haar
niet meer in de gebruikelijke
betekenis opvatten van een
aantal gescheiden groeperin
gen. Er zijn door de Nederlan
ders, wie de hokjesgeest in het
bloed zit, nieuwe scheidslijnen
aangebracht. Als je niet in een
vakje past, raakt men in ver
warring. Toen Ceriez haar
licht wilde opsteken bij de
Amsterdamse feministen
kreeg ze nul op het rekest.
Haar blad, het weekblad
Knack, was niet zuiver op de
graat en ze kon het interview
wel vergeten.
Rentes de Carvalho wijst erop
dat tolerantie jegens ander
mans opvattingen en de vrij
heid om te zeggen wat men
denkt in Nederland in niet on
aanzienlijke mate ingeperkt
wordt door de zo sterk over
heersende rol van de openbare
mening. Men ziet daar dan ook
de gevolgen van om zich heem
Wie zoals onlangs Gerard'
Reve, afwijkende meningen
verkondigt, krijgt van de ge
vestigde opinion-leaders de
volle laag. Persoonlijke opvat
tingen worden in sterke mate
gemodelleerd door wat in de
publieke opinie als welvoeglijk
wordt beschouwd.
Deze stand van zaken vloeit
natuurlijk in de eerste plaats
voort uit het feit dat wij een
burgerlijk, sterk moralistisch
ingesteld volk zijn. Wij ken
nen onze plichten en, de laat
ste tijd vooral ook, onze rech
ten. Die moralistische instel
ling verklaart veel hypocrisie:
er gaapt een flinke kloof tus
sen wat men overal verkon
digt en wat men feitelijk doet.
Zowel Ceriez als Rentes de
Carvalho laat niet na daarop
te wijzen.
In meer autoritaire landen als
België, Portugal en Spanje,
waar de burgerplicht duidelijk
minder hoog staat aangeschre
ven, is er navenant minder
hypocrisie. Het gevolg is ook
dat men in het uitdragen van
allerlei opvattingen in de per
soonlijke levenssfeer veel ver
der gaat. Dit is dan weer strij
dig met het beeld dat veel Ne
derlanders van die landen
hebben. Maar het is dan ook
verkeerd de inwoners te ver
eenzelvigen met het (autoritai
re) staatsbestel. Er omheen is
er in die landen als het ware
een explosie van vrijheid, die
het leven vaak een stuk be
haaglijker maakt.
Karikatuur
Door ons een spiegel voor te
houden, toont zowel Rentes de
Carvalho als Ceriez natuurlijk
ook eigen nationale eigenaar
digheden en voorkeuren. Bij
de eerstgenoemde valt dit het
sterkst op en verwonderlijk is
dit niet, want de Portugese
cultuur is hemelsbreed ver
schillend van de Nederlandse.
De Carvalho's kijk op ons we
reldje heeft dan voor ons ge
voel soms veel weg van een
karikatuur. Toch moet men
zich ervoor hoeden te snel zo'n
oordeel uit te spreken. Wat
voor de Portugees of de Belg
een waarheid als een koe is.
komt voor ons gevoel neer op
een vertekening van de wer
kelijkheid zoals wij die ken
nen. Het bevestigt slechts dat
de waarneming van eigen en
andermans realiteit altijd be
trekkelijk is. Wanneer men
meent „in de beste aller werel
den te leven", zoals wij Neder
landers over ons land vaak
denken, is de lezing van beide
boeken zeer leerzaam.
PAUL VAN VELTHOVEN
Rentes de Carvalho: Waar
die andere God woont. Uit
gave de Arbeiderspers. Prijs
f 32,50.
Myriam Ceriez: Gebelgd in
Amsterdam. Uitgave Else
vier. Prijs 17.50.
OOFDLUNEN UIT HET WERK
AN EEN RUSTELOZE DOMINEE
Dr. J J.Buskes
iïSTERDAM Ga op
Dam staan, spreek de
orbijkomende Amster-
mmers aan en noem de
am van een willekeuri-
hedendaagse hoofdste-
tuinilijke predikant. Tien te-
n een dat hij of zij
1/2pouderophalend zegt:
ooit van gehoord". Stel
iten rvolgens de vraag of zij
i-in- hij wel eens van domi-
aar-fe Buskes gehoord heeft,
igetwijfeld zullen dan
nzienlijk meer Amster-
mmers een teken van
rkenning geven.' „Ja,
minee Buskes, die naam
n ik wel".
int hoewel het alweer meer
drie jaar geleden is dat
J. J. Buskes overleed, is
herinnering aan deze in-
ikwekkende persoonlijk-
ei nog zeer levend. Vooral
Amsterdam, waar hij in to-
l ongeveer 35 jaar als predi-
ït doorbracht, eerst als
urganger van de Gerefor-
erde Kerk in Hersteld Ver-
id, later als predikant van
Hervormde Gemeente,
erbekend als „de rode do-
nee", maar ook als „begena-
'jd prediker" en als „zorg-
im pastor".
Iskes, die leefde van 1899 tot
80, heeft ook veel geschre-
i: artikelen, brochures en
;ken. Teveel om hier op te
lemen. Daarom is het een
lede zaak dat dezer dagen bij
imer Keuning in Ede het
ek „Spreken voor Gods re-
ing" is verschenen, een
mlezing uit het werk van
J.Buskes, samengesteld
NCRV's Wim Ramaker,
ïr meer eindredakteur van
iteraire radiorubriêk Lite-
U Het boek (256 pagina's)
ir 29,90 verkrijgbaar in
ekhandel.
van wat in deze bundel is
inomen is nooit eerder ge-
iceerd of in druk vereche-
Daarom fragmenten uit
:es intredepreek uit 1924
in Oosterend op Texel, de her
denkingspreek bij zijn 50-jarig
predikantsjubileum in zijn ge
liefde Amsterdamse Wester-
kerk, maar ook een preek, ge
houden tijdens zijn verblijf in
het gijzelaarskamp in Sint Mi
chielsgestel in 1944.
„Dwarsligger"
De kern van Buskes handelen
en spreken was: „Jezus Chris
tus, het Woord van God".
Vanuit zijn geloofsovertuiging
vocht hij tegen het nationaal-
socialisme, was hij anti-milita
rist, keerde hii zich tegen de
Nederlandse koloniale poli
tiek, veroordeelde hij de apart-,
heidspolitiek, -was hij socialisi
en liep hij mee in demonstra
ties. Ddarom kwam hij, aldus
Ramaker, op voor de armen
en verdrukten, daarom keerde
hij zich zo vaak tegen de ge
vestigde orde. Door zo te leven
verdiende hij zijn erenamen:
dwarsligger, rooie dominee,
lastpost, profeet. Buskes had
groot gezag en wist dat hij zijn
gezag niet aan zichzelf hoefde
te ontlenen. Hij sprak voor
Gods rekening, zoals hij ook
geleefd heeft en gestorven is
voor rekening van zijn Heer.
Buskes' persoonlijkheid komt
in dit boek duidelijk naar vo
ren. Op zichzelf is dat al iets
waarvoor men Wim Ramaker
(door Buskes bij zijn leven als
biograaf gekozen) erg dank
baar kan zijn. Want ga er
maar eens aan staan, deze bij
uitstek boeiende en veelzijdige
persoonlijkheid te schetsen en
dan nog wel met zijn eigen
woorden.
Concreet
Al als klein kind hoorde ik
thuis veel over Buskes vertel
len: hoe deze dominee op
kwam voor de slachtoffers van
de grote economische crisis in
de jaren dertig en over zijn
vroegtijdige herkenning van.
het demonische in het natio-
naal-socialisme. Later ging ik
veelvuldig naar kerkdiensten
die hij leidde en waarin hij mij
als jonge Amsterdammer al
trof door zijn rusteloos bezig-
zijn met de concretisering van
de Boodschap van zijn Heer.
Dankbaar herinner ik me de
vele door hem geleide „Woord
en Wereld"-diensten in de
aula van het Koninklijk Insti-
tut voor de Tropen. In disucs-
sies stond hij tegenstanders
niet hoogmoedig te woord, hij
luisterde scherp en probeerde
een antwoord te vinden dat
zijn gesprekspartner zou tref
fen. Aan gemeenplaatsen had
hij een grote hekel.
Buskes, de „linkse dominee"
bleef op en top een calvinist.
Hij heeft de kerkscheuring
van 1926 (toen het Hersteld
Verband onstond) nooit goed
kunnen verwerken en het was
een heel grote dag voor hem
toe hij als emeritus een dienst
kon leiden in de gereformeer
de Raphaëlpleinkerk.
Minder bekend was zijn trou
we pastoraat in een van de
wijkgemeenten rond de Oran
jekerk in De Pijp en later in
de Amsterdamse ziekenhuizen.
En als emeritus bezocht hij
frequent zijn gemeenteleden
in het bejaardencentrum Eben
Haëzer aan het Surinameplein.
Het door Ramaker samenge
stelde boek is Buskes ten voe
ten uit. Een pastor die tot het
eind van zijn leven in heilige
onrust zijn Heer diende: in de
kerk, op bijeenkomsten, op
straat en aan het ziekbed. Tot
de Heer hem wegnam bleef
hij, ook op hoge leeftijd, een
eigentijds mens. Omdat hij er
van overtuigd was dat de Heer
hem daartoe riep.
Een belangrijk boek waarvan
ik hoop dat het door veel ou
deren èn jongere gelezen
wordt. Juist omdat zij zich in
hem en de door hem doorgege
ven Boodschap zullen herken
nen.
EVERT MATHIES
„Spreken voor Gods reke
ning" een bloemlezing uit
het werk van dr. J. J. Bus
kes, samengesteld door Wim
Ramaker, uitgegeven door
Zomer Keuning in Ede.
Prijs 29,90.
9?
„Ik zal dit schrijven:
een reis van Gent naar Brugge en weerom.
Omdat ik geschreven word".
Zo luidt de aanvang van een zeer autobiografisch gedicht van
Hugo Claus, „Het teken van de hamster", nu opnieuw uitgege
ven door Manteau, in een editie, die de tekst alle recht doet we
dervaren door een prachtige bladspiegel en schitterende typo
grafie en waaraan de Antwerpse kunstenaar Jan Vanriet een
groot aantal aquarellen en tekeningen heeft toegevoegd, die de
tekst een geheel nieuwe dimensie verschaffen.
Deze uitgave van „Het teken van de hamster" is een paar maan
den ouder dan die van de uitvoerige autobiografische roman van
Claus, „Het verdriet van België", waarover onlangs in deze ko
lommen is bericht. Dit gedicht sluit bij deze roman aan, in veel
opzichten. Geboorte en opvoeding, de relatie met zijn ouders, het
geloof en de nonnen, de haat-liefde-verhouding met Vlaande
ren, het klerikale, het achterlijke, het onvrije maar soms ook het
levende, het heimelijk zo krachtige, het onverwachte van het
volk dat daar leeft.
Steeds vaster geschroefd in overgave en
on derhan deling
heb ik mijn opstel weer geschreven, ik ben bezig.
Van vroegere kloosterdagen: soms
een gladbehaarde vlinder nog eens langs mijn wang
en lang nog in mijn kamer".
En verder:
Keer terug.
Vrouwen liggen aan het strand te rotten
alhoewel drachtig
en balorig".
Regels van grote kracht, retorisch en vol beeldkracht, waarin
steeds gepoogd wordt onuitsprekelijke gevoelens te vangen.
„Het teken van de hamster" werd voor het eerst gepubliceerd in
een literair tijdschrift in boekvorm, dat in de eerste helft van de
jaren zestig bij De Bezige Bij verscheen: „Randstad". In het vijf
de nummer van dat tijdschrift, uit 1963, verscheen Claus' tekst
voor het eerst, bij mijn weten daarna niet meer herdrukt. In de
aankondiging van de redactie over deze publicatie staan een
paar aardige zinnen, die jammer genoeg in deze eerste boekuit
gave niet voorkomen, terwijl ze toch verheldering geven over
de basis van de tekst en de werkwijze van Claus. Dit gedicht,
zegt de redactie van Randstad, „is niet fragmentarish; het bevat
plagiaat van Dante, Victor Hugo, Ovidius e.a.". Nu zal het wel
i.
„De nonnen ruisten langs het gordijn/en sisten, wekten schulc
tekening van Jan Vanriest bij Claus' „Het teken van de ham
ster".
een leuke taak worden van literatuurvorsers om alle plagiaat en
verdere literaire verwijzingen thuis te brengen, het feit dat
Claus zijn levensverhaal, zijn emoties met betrekking tot achter
grond en geboorteland, diepgang geeft en een groter kader ver
schaft door veel thema's daaraan te koppelen, is intussen heel
duidelijk. De verwijzingen zijn vele: Memlinck, de legende van
Ursula en haar maagden, Frank Sinatra, Agamemnon, om maar
wat te noemen. Ook de oudste literaire tekst, die we in onze taal
hebben („hebben olla vogala nestas bigunnan, hinase hic anda
thu") vind je bij Claus terug, maar dan wel op zijn manier, in
zijn teleurstelling en koppigheid over:
„Als ik zeventig ben straks
zijn er zes miljard mensen op aarde
en alle vogels hebben hun nest
behalve jij en ik".
De grootsheid van het verleden gaat teloor, er is nu „gemekker
in Mykene" en alles heeft met alles te maken:
„Het teken van de hamster" is vol mystiek. Claus heeft er twin
tig jaar later weinig aan veranderd, al is vergelijking van de
twee teksten hier en daar bepaald onthullend. Maar dat zijn
kleine details in deze rethorische (in de beste zin!) woorden
stroom vol duistere afgronden, gedachten van hel en hemel, van
middeleeuwen en oude schilders:
„Nu de konijnen in het westen zijn gestorven
eten de vossen reuzenhamstersaan de uiers van de schapen
en aan hun buiken 's nachts.
De zon wil haar schaduw".
Alle raadselachtigheid, die de grote kwaliteit van deze tekst is,
die je immers zo meesleept dat de taalkracht de raadsels onge
daan maakt, zonder ze te verdoezelen, is in de prachtige illustra
ties van Jan Vanriet op dezelfde manier hevig aanwezig. Daar
over mag best wat opgemerkt worden, omdat dit in feite ook
nauwelijks illustraties zijn. Vanriet heeft prachtige beelden ge
maakt, die door de tekst zijn geïnspireerd. Je herkent het uiter
lijk van Claus heel vaak in de persoon die soms is uitgebeeld,
maar in de heel knap gemaakte aquarellen en tekeningen heerst
een enorme kracht. Bovendien gaan ze op een heel eigen manier
mee in de wisselingen van sfeer, ritme en thematiek die de lezer
van Claus' tekst ondergaat.
„Het teken van de hamster" is een prachtige uitgave van dit ge
dicht van Claus, dat als een waterval over je spoelt.
JAN VERSTAPPEN
Hugo Claus: „Het teken van de hamster", met aquarellen en
tekeningen van Jan Vanriet. Uitg. Manteau.
'dpersonen in de
iwe roman van Adri-
van der Veen, „Zwij-
of spreken", zijn Eric
^Saskia; een echtpaar,
C kinderloos is en dat
relatie op een moder-
volwassen manier in
id houdt. We maken
mee op een vakantie
ïn huurhuisje in Men-
j waar de door beiden
vermoede crisis hevig
lat Voor ze het zelf
gaten hebben zijn ze
inver van elkaar ver-
lerd geraakt en het
il biedt aan het slot
ook niet meer dan de
[estie dat er weer iets
m deze man en deze
rouw mogelijk zal wor-
Tijdens de vakantiedagen is er
als bij onderlinge af
spraak al een soort verwij
dering tussen Saskia en Eric.
Zij gaat overdag naar het
strand, hij blijft op het terras
van de vakantiewoning wer
ken aan zijn proefschrift. De
avonden en nachten besteden
beiden intensief aan elkaar,
vooral omdat zij zich weer be
wust willen opladen in hun
wederzijdse gevoelens en lief
de. Er is weer aandacht voor
wat Eric (met een wat potsier
lijke betweterigheid ten op
zichte van erotiek en sexuali-
teit) „lovemaking" noemt.
Desondanks loopt er op dat
punt een en ander fout. Zowel
Saskia als Eric komen in kon-
takt met een ander.
De eerste affaire beleeft Sas
kia. Zij stort zich in een avon
tuur met een knecht van de
stel dat er geen krant was
strandtent, waar zij overdag
ligt te zonnen. Zij heeft eigen
lijk pas laat de ware aard van
haar gevoelens ten opzichte
van deze Marc in de gaten,
Eric heeft al veel eerder ge
constateerd dat er iets aan de
hand is. Op het ogenblik dat
Saskia dat onder ogen ziet en
moet beslissen of zij zich daar
aan moet overgeven, neemt
het verhaal een wending,
waardoor zij geen consequen
ties hoeft te trekken: de auteur
laat Mare spoorslags met zijn
vrouw en kind afreizen naar
Toulouse.
Het lijkt erop of deze gebeur
tenissen in het verhaal een op
stapje zijn alsof de auteur
zich daarmee de mogelijkhe
den verschaft om aan te geven
hoe het echtpaar met elkaar
omgaat (een moderne, volwas
sen relatie). Ze bespreken met
elkaar in alle eerlijkheid ook
deze gevoelens, ontrouw, ja-
louzie, het vertrouwen in el
kaar dat door deze deuken on
geschonden moet blijven. Dan
volgt de crisis, Saskia breekt
haar pols, waarna ze voor een
onbegrijpelijke behandeling in
het plaatselijk ziekenhuis
wordt opgenomen. Het ver
haal wordt daar bepaald onge
loofwaardig: de hevige twijfels
van Eric en Saskia aan de be
handelende arts, zijn methode,
het ziekenhuis leiden er niet
toe dat ze overwegen hun bul
len te pakken en af te reizen
naar huis, zoals je verwacht
dat weldenkende mensen
doen.
De ellende in het ziekenhuis
(waar Saskia intense gesprek
ken voert met de dochter van
haar stervende kamergenote)
betekent voor Eric de kennis
making met een jonge vakan
tiegangster. Er vloeit een kor
te, gelukkige verhouding uit
voort, juist op het moment dat
Saskia zich heel erg dicht bij
haar man voelt. Hij kan daar
om niet praten over wat hem
overkomt. Het gevolg is na
tuurlijk duidelijk en Adriaan
van der Veen laat het zich ge
heel voltrekken volgens de
standaardprocedure: Saskia
besluit om weg te lopen uit het
ziekenhuis (de wat nadenken
de lezer heeft daar al tiental
len pagina's op zitten wachten)
en komt dus onverwacht het
vakantiehuisje binnen, waar
Eric juist het bed verlaat met
zijn vriendin, omdat zij van
plan is terug te keren tot haar
vorige vriend. Tableau!
Had Eric maar gesproken, in
plaats van te zwijgen. Ligt die
simpele conclusie voor de
hand? Van der Veen doet er
weinig aan om tot meer subti
liteit te komen. Ondanks alles,
de perspectiefwisselingen, de
vlotheid van vertellen, de aar
dige personen die een rol spe
len daarmee zijn ook de bij
figuren bedoeld de trefze
kerheid waarmee de sfeer in
zo'n vakantiestadje en zo'n te
leurstellend vakantiehuisje ge
tekend wordt. Met veel oog
voor details vertelt Van der
Veen, maar hij mist daarin
veel. De personages diept hij
nauwelijks uit, hun ontwikke
ling wordt onvoldoende zicht
baar, de aard van hun gevoe
lens blijft te oppervlakkig. Dat
komt natuurlijk vooral door
het feit dat het verhaal in heel
veel opzichten een konstruktie
is, die je helemaal als zodanig
ervaart, in de kwaliteit van
het bedenksel. Dat is teleur
stellend.
JAN VERSTAPPEN
Adriaan van der Veen:
„Zwijgen of spreken" - ro
man. Uitg. Manteau. Prijs
22,50.
Beatrix
Regina
In het derde jaar van haar re
gering heeft koningin Beatrix
duidelijk bewezen dat de func
tie van staatshoofd in een mo
narchie ook in deze tijd meer
kan inhouden dan het besten
digen van een goede, diep ge
wortelde traditie. Het was het
jaar waarin vooral de buiten
landse betrekkingen op de
voorgrond hebben gestaan tij
dens de staatsbezoeken die de
koningin samen met prins
Claus bracht aan de Duitse
Bondsrepubliek, de Verenigde
Staten en Groot-Brittannië..
Het derde regeringsjaar is nog_
eens in woord en beeld kort
samengevat in het thans bij
uitgeverij Hollandia versche
nen derde jaarboek Beatrix
Regina 1983, wederom samen
gesteld door Fred J. Lammers.
Veel foto's en uittreksels uit de
toespraken van de koningin in
het buitenland. Duidelijk
wordt weer eens, dat die be
zoeken allesbehalve formali
teiten zijn geweest en dat de
koningin het standpunt hul
digt, dat niemand gebaat is bij
kritiekloze bewondering. Ui-4
teraard ook een terugblik op
vaderlandse hoogtepunten en
wat foto's van prinses Juliana
en prins Bernhard. De moei
lijkheden in het persoonlijke
vlak. de ziekte van prins Claus
die zich eind 1982 openbaarde,
blijven evenmin onvermeld.
Ook dat is Beatrix Regina.
Beatrix Regina 1983. Auteur
Fred J. Lammers. Uitg. Hol
landia te Baarn. Prijs
19,75.
Plan tengidsen
„Heesters", „Vaste planten" en
„Zomerplanten" zijn de titels
van drie vernieuwde en geac- A
tualiseerde plantengidsen in
de serie „Groenboekerij".
In het boek over heesters geeft
de onlangs overleden auteur
Jaap Hage in alfabetische
volgorde een overzicht van
vrijwel overal verkrijgbare
heesters. Direct naast iedere
foto staat informatie over de
gewenste grondsoort, stand
plaats, winterbeschutting,
snoei, voortkweekmethoden,
toepassing, en ziekten. Een
bloeitijdenkalender geeft aan
wanneer bloemen te verwach
ten zijn.
In „Vaste planten" zijn circa
200 planten afgebeeld en be^
schreven. Wim Oudshoorn
biedt informatie over her-,
komst, toepassing, voorkomen
de rassen, mogelijke combina
ties en speciale verzorging.
Ook in dit boek zijn bloeitijd
tabellen opgenomen.
In „Zomerbloemen" is een
groot aantal een- en tweejarige-
tuinplanten opgenomen. In dit
boek is alles te vinden over de
beste standplaats, perken, bal-
konbakken en de snijbloemen-
hoek in de tuin. In tabellen
wordt weergegeven hoe en
wanneer kan worden gezaaid.
Heesters, Ja:
planten en
Wim Oudshoorn. Uitgeverij
Zomer en Keuning. Prijs per
boek ƒ19,90.