pNederlanders in Portugese en Vlaamse spiegel Buskes iprak roor Gods ekening" Indrukwekkend gedicht van Hugo Claus in prachtige nieuwe uitgave .driaan van der Veen over voetangels van een huwelijk CcidócSoutcmt I CANTTEKENINGEN BIJ ENKELE VERTROUWDE GEMEENPLAATSEN MET TEKEN VAN DE HAMSTER 'f 1 IWIJGEN OF SPREKEN" NA VIJFTIG JAAR HEEFT M'N TROUWE SPIJKER HETDAN EINDELIJK OPGEGEVEN. MORGEN MAAR 'NS IN DEKRANT KIJKEN. iOERBN VRIJDAG 15 APRIL 1983 PAGINA 9 tegenstelling tot de ons om- igende grotere landen zijn niet zo rijk gezegend met ichrijvingen van buitenlan- is over ons land en bewo- is. Er komen wel veel be okers op Nederland af en er nen permanent een half Joen vreemdelingen in ons den, maar het komt maar rekkelijk zelden voor dat ze moeite nemen om wat ze n Nederland hebben gezien vooral wat ze van ons vin- op te schrijven. Er is dan volop reden als dat wel •urt, daar aandacht aan te iteden. Portugese schrijver J. Ren de Carvalho, die al meer twintig jaar in Nederland ont, kwam onlangs met een mieuwde uitgave van zijn iduit briljante boek „Waar andere God woont". De Vlaamse journaliste Myriam Ceriez nam het verschijnsel Hollander onder de loep voor een Vlaams weekblad en bun delde die artikelen in het boekje „Gebelgd in Amster dam". Het boekje van Ceriez is be duidend korter dan dat van. Rentes de Carvalho. Zoals de titel al suggereert, is het vooral een spiegel voor de Amster dammers, want het gaat vooral om haar ervaringen in Am sterdam. Het leest bovendien niet altijd prettig wegens de hollende telegramstijl, die de lezer bij tijd en wijle buiten adem brengt. Maar er staan- een aantal treffende opmer kingen in die bijdragen aan het inzicht in Nederlandse hoedanigheden. In nog sterke re mate geldt dat voor het boek van Rentes de Carvalho, waar een waarneming van twintig jaar aan ten grondslag ligt. Wie de twee achtereen volgende edities van zijn boek bekijkt, moet overigens wel tot de conclusie komen dat de Portugees in de loop der jaren somberder, negatiever is ge worden. In de eerste uitgave wist hij zijn haat en liefde voor de Nederlanders aardig in 'evenwicht te houden, in de tweede editie dreigt evenwel de gramschap de boventoon te voeren. Misschien is het een kwestie van (te) lang onder ons geleefd te hebben en heeft hij het kankeren dat Neder landers zo kenmerkt, overge nomen. Maar dat neemt niet weg dat ook zo'n geluid een heel ander is dan we gewend zijn. Wat het lezen van beide boe ken zo lezenswaardig maakt is het feit dat de auteurs interes sante kanttekeningen plaatsen bij welluidende Nederlandse gemeenplaatsen. Natuurlijk zijn Nederlanders tolerant, maar, zo meent Ceriez, ze zijn vooral tolerant vanuit een ver zuilde maatschappij. Verzui ling moet men volgens haar niet meer in de gebruikelijke betekenis opvatten van een aantal gescheiden groeperin gen. Er zijn door de Nederlan ders, wie de hokjesgeest in het bloed zit, nieuwe scheidslijnen aangebracht. Als je niet in een vakje past, raakt men in ver warring. Toen Ceriez haar licht wilde opsteken bij de Amsterdamse feministen kreeg ze nul op het rekest. Haar blad, het weekblad Knack, was niet zuiver op de graat en ze kon het interview wel vergeten. Rentes de Carvalho wijst erop dat tolerantie jegens ander mans opvattingen en de vrij heid om te zeggen wat men denkt in Nederland in niet on aanzienlijke mate ingeperkt wordt door de zo sterk over heersende rol van de openbare mening. Men ziet daar dan ook de gevolgen van om zich heem Wie zoals onlangs Gerard' Reve, afwijkende meningen verkondigt, krijgt van de ge vestigde opinion-leaders de volle laag. Persoonlijke opvat tingen worden in sterke mate gemodelleerd door wat in de publieke opinie als welvoeglijk wordt beschouwd. Deze stand van zaken vloeit natuurlijk in de eerste plaats voort uit het feit dat wij een burgerlijk, sterk moralistisch ingesteld volk zijn. Wij ken nen onze plichten en, de laat ste tijd vooral ook, onze rech ten. Die moralistische instel ling verklaart veel hypocrisie: er gaapt een flinke kloof tus sen wat men overal verkon digt en wat men feitelijk doet. Zowel Ceriez als Rentes de Carvalho laat niet na daarop te wijzen. In meer autoritaire landen als België, Portugal en Spanje, waar de burgerplicht duidelijk minder hoog staat aangeschre ven, is er navenant minder hypocrisie. Het gevolg is ook dat men in het uitdragen van allerlei opvattingen in de per soonlijke levenssfeer veel ver der gaat. Dit is dan weer strij dig met het beeld dat veel Ne derlanders van die landen hebben. Maar het is dan ook verkeerd de inwoners te ver eenzelvigen met het (autoritai re) staatsbestel. Er omheen is er in die landen als het ware een explosie van vrijheid, die het leven vaak een stuk be haaglijker maakt. Karikatuur Door ons een spiegel voor te houden, toont zowel Rentes de Carvalho als Ceriez natuurlijk ook eigen nationale eigenaar digheden en voorkeuren. Bij de eerstgenoemde valt dit het sterkst op en verwonderlijk is dit niet, want de Portugese cultuur is hemelsbreed ver schillend van de Nederlandse. De Carvalho's kijk op ons we reldje heeft dan voor ons ge voel soms veel weg van een karikatuur. Toch moet men zich ervoor hoeden te snel zo'n oordeel uit te spreken. Wat voor de Portugees of de Belg een waarheid als een koe is. komt voor ons gevoel neer op een vertekening van de wer kelijkheid zoals wij die ken nen. Het bevestigt slechts dat de waarneming van eigen en andermans realiteit altijd be trekkelijk is. Wanneer men meent „in de beste aller werel den te leven", zoals wij Neder landers over ons land vaak denken, is de lezing van beide boeken zeer leerzaam. PAUL VAN VELTHOVEN Rentes de Carvalho: Waar die andere God woont. Uit gave de Arbeiderspers. Prijs f 32,50. Myriam Ceriez: Gebelgd in Amsterdam. Uitgave Else vier. Prijs 17.50. OOFDLUNEN UIT HET WERK AN EEN RUSTELOZE DOMINEE Dr. J J.Buskes iïSTERDAM Ga op Dam staan, spreek de orbijkomende Amster- mmers aan en noem de am van een willekeuri- hedendaagse hoofdste- tuinilijke predikant. Tien te- n een dat hij of zij 1/2pouderophalend zegt: ooit van gehoord". Stel iten rvolgens de vraag of zij i-in- hij wel eens van domi- aar-fe Buskes gehoord heeft, igetwijfeld zullen dan nzienlijk meer Amster- mmers een teken van rkenning geven.' „Ja, minee Buskes, die naam n ik wel". int hoewel het alweer meer drie jaar geleden is dat J. J. Buskes overleed, is herinnering aan deze in- ikwekkende persoonlijk- ei nog zeer levend. Vooral Amsterdam, waar hij in to- l ongeveer 35 jaar als predi- ït doorbracht, eerst als urganger van de Gerefor- erde Kerk in Hersteld Ver- id, later als predikant van Hervormde Gemeente, erbekend als „de rode do- nee", maar ook als „begena- 'jd prediker" en als „zorg- im pastor". Iskes, die leefde van 1899 tot 80, heeft ook veel geschre- i: artikelen, brochures en ;ken. Teveel om hier op te lemen. Daarom is het een lede zaak dat dezer dagen bij imer Keuning in Ede het ek „Spreken voor Gods re- ing" is verschenen, een mlezing uit het werk van J.Buskes, samengesteld NCRV's Wim Ramaker, ïr meer eindredakteur van iteraire radiorubriêk Lite- U Het boek (256 pagina's) ir 29,90 verkrijgbaar in ekhandel. van wat in deze bundel is inomen is nooit eerder ge- iceerd of in druk vereche- Daarom fragmenten uit :es intredepreek uit 1924 in Oosterend op Texel, de her denkingspreek bij zijn 50-jarig predikantsjubileum in zijn ge liefde Amsterdamse Wester- kerk, maar ook een preek, ge houden tijdens zijn verblijf in het gijzelaarskamp in Sint Mi chielsgestel in 1944. „Dwarsligger" De kern van Buskes handelen en spreken was: „Jezus Chris tus, het Woord van God". Vanuit zijn geloofsovertuiging vocht hij tegen het nationaal- socialisme, was hij anti-milita rist, keerde hii zich tegen de Nederlandse koloniale poli tiek, veroordeelde hij de apart-, heidspolitiek, -was hij socialisi en liep hij mee in demonstra ties. Ddarom kwam hij, aldus Ramaker, op voor de armen en verdrukten, daarom keerde hij zich zo vaak tegen de ge vestigde orde. Door zo te leven verdiende hij zijn erenamen: dwarsligger, rooie dominee, lastpost, profeet. Buskes had groot gezag en wist dat hij zijn gezag niet aan zichzelf hoefde te ontlenen. Hij sprak voor Gods rekening, zoals hij ook geleefd heeft en gestorven is voor rekening van zijn Heer. Buskes' persoonlijkheid komt in dit boek duidelijk naar vo ren. Op zichzelf is dat al iets waarvoor men Wim Ramaker (door Buskes bij zijn leven als biograaf gekozen) erg dank baar kan zijn. Want ga er maar eens aan staan, deze bij uitstek boeiende en veelzijdige persoonlijkheid te schetsen en dan nog wel met zijn eigen woorden. Concreet Al als klein kind hoorde ik thuis veel over Buskes vertel len: hoe deze dominee op kwam voor de slachtoffers van de grote economische crisis in de jaren dertig en over zijn vroegtijdige herkenning van. het demonische in het natio- naal-socialisme. Later ging ik veelvuldig naar kerkdiensten die hij leidde en waarin hij mij als jonge Amsterdammer al trof door zijn rusteloos bezig- zijn met de concretisering van de Boodschap van zijn Heer. Dankbaar herinner ik me de vele door hem geleide „Woord en Wereld"-diensten in de aula van het Koninklijk Insti- tut voor de Tropen. In disucs- sies stond hij tegenstanders niet hoogmoedig te woord, hij luisterde scherp en probeerde een antwoord te vinden dat zijn gesprekspartner zou tref fen. Aan gemeenplaatsen had hij een grote hekel. Buskes, de „linkse dominee" bleef op en top een calvinist. Hij heeft de kerkscheuring van 1926 (toen het Hersteld Verband onstond) nooit goed kunnen verwerken en het was een heel grote dag voor hem toe hij als emeritus een dienst kon leiden in de gereformeer de Raphaëlpleinkerk. Minder bekend was zijn trou we pastoraat in een van de wijkgemeenten rond de Oran jekerk in De Pijp en later in de Amsterdamse ziekenhuizen. En als emeritus bezocht hij frequent zijn gemeenteleden in het bejaardencentrum Eben Haëzer aan het Surinameplein. Het door Ramaker samenge stelde boek is Buskes ten voe ten uit. Een pastor die tot het eind van zijn leven in heilige onrust zijn Heer diende: in de kerk, op bijeenkomsten, op straat en aan het ziekbed. Tot de Heer hem wegnam bleef hij, ook op hoge leeftijd, een eigentijds mens. Omdat hij er van overtuigd was dat de Heer hem daartoe riep. Een belangrijk boek waarvan ik hoop dat het door veel ou deren èn jongere gelezen wordt. Juist omdat zij zich in hem en de door hem doorgege ven Boodschap zullen herken nen. EVERT MATHIES „Spreken voor Gods reke ning" een bloemlezing uit het werk van dr. J. J. Bus kes, samengesteld door Wim Ramaker, uitgegeven door Zomer Keuning in Ede. Prijs 29,90. 9? „Ik zal dit schrijven: een reis van Gent naar Brugge en weerom. Omdat ik geschreven word". Zo luidt de aanvang van een zeer autobiografisch gedicht van Hugo Claus, „Het teken van de hamster", nu opnieuw uitgege ven door Manteau, in een editie, die de tekst alle recht doet we dervaren door een prachtige bladspiegel en schitterende typo grafie en waaraan de Antwerpse kunstenaar Jan Vanriet een groot aantal aquarellen en tekeningen heeft toegevoegd, die de tekst een geheel nieuwe dimensie verschaffen. Deze uitgave van „Het teken van de hamster" is een paar maan den ouder dan die van de uitvoerige autobiografische roman van Claus, „Het verdriet van België", waarover onlangs in deze ko lommen is bericht. Dit gedicht sluit bij deze roman aan, in veel opzichten. Geboorte en opvoeding, de relatie met zijn ouders, het geloof en de nonnen, de haat-liefde-verhouding met Vlaande ren, het klerikale, het achterlijke, het onvrije maar soms ook het levende, het heimelijk zo krachtige, het onverwachte van het volk dat daar leeft. Steeds vaster geschroefd in overgave en on derhan deling heb ik mijn opstel weer geschreven, ik ben bezig. Van vroegere kloosterdagen: soms een gladbehaarde vlinder nog eens langs mijn wang en lang nog in mijn kamer". En verder: Keer terug. Vrouwen liggen aan het strand te rotten alhoewel drachtig en balorig". Regels van grote kracht, retorisch en vol beeldkracht, waarin steeds gepoogd wordt onuitsprekelijke gevoelens te vangen. „Het teken van de hamster" werd voor het eerst gepubliceerd in een literair tijdschrift in boekvorm, dat in de eerste helft van de jaren zestig bij De Bezige Bij verscheen: „Randstad". In het vijf de nummer van dat tijdschrift, uit 1963, verscheen Claus' tekst voor het eerst, bij mijn weten daarna niet meer herdrukt. In de aankondiging van de redactie over deze publicatie staan een paar aardige zinnen, die jammer genoeg in deze eerste boekuit gave niet voorkomen, terwijl ze toch verheldering geven over de basis van de tekst en de werkwijze van Claus. Dit gedicht, zegt de redactie van Randstad, „is niet fragmentarish; het bevat plagiaat van Dante, Victor Hugo, Ovidius e.a.". Nu zal het wel i. „De nonnen ruisten langs het gordijn/en sisten, wekten schulc tekening van Jan Vanriest bij Claus' „Het teken van de ham ster". een leuke taak worden van literatuurvorsers om alle plagiaat en verdere literaire verwijzingen thuis te brengen, het feit dat Claus zijn levensverhaal, zijn emoties met betrekking tot achter grond en geboorteland, diepgang geeft en een groter kader ver schaft door veel thema's daaraan te koppelen, is intussen heel duidelijk. De verwijzingen zijn vele: Memlinck, de legende van Ursula en haar maagden, Frank Sinatra, Agamemnon, om maar wat te noemen. Ook de oudste literaire tekst, die we in onze taal hebben („hebben olla vogala nestas bigunnan, hinase hic anda thu") vind je bij Claus terug, maar dan wel op zijn manier, in zijn teleurstelling en koppigheid over: „Als ik zeventig ben straks zijn er zes miljard mensen op aarde en alle vogels hebben hun nest behalve jij en ik". De grootsheid van het verleden gaat teloor, er is nu „gemekker in Mykene" en alles heeft met alles te maken: „Het teken van de hamster" is vol mystiek. Claus heeft er twin tig jaar later weinig aan veranderd, al is vergelijking van de twee teksten hier en daar bepaald onthullend. Maar dat zijn kleine details in deze rethorische (in de beste zin!) woorden stroom vol duistere afgronden, gedachten van hel en hemel, van middeleeuwen en oude schilders: „Nu de konijnen in het westen zijn gestorven eten de vossen reuzenhamstersaan de uiers van de schapen en aan hun buiken 's nachts. De zon wil haar schaduw". Alle raadselachtigheid, die de grote kwaliteit van deze tekst is, die je immers zo meesleept dat de taalkracht de raadsels onge daan maakt, zonder ze te verdoezelen, is in de prachtige illustra ties van Jan Vanriet op dezelfde manier hevig aanwezig. Daar over mag best wat opgemerkt worden, omdat dit in feite ook nauwelijks illustraties zijn. Vanriet heeft prachtige beelden ge maakt, die door de tekst zijn geïnspireerd. Je herkent het uiter lijk van Claus heel vaak in de persoon die soms is uitgebeeld, maar in de heel knap gemaakte aquarellen en tekeningen heerst een enorme kracht. Bovendien gaan ze op een heel eigen manier mee in de wisselingen van sfeer, ritme en thematiek die de lezer van Claus' tekst ondergaat. „Het teken van de hamster" is een prachtige uitgave van dit ge dicht van Claus, dat als een waterval over je spoelt. JAN VERSTAPPEN Hugo Claus: „Het teken van de hamster", met aquarellen en tekeningen van Jan Vanriet. Uitg. Manteau. 'dpersonen in de iwe roman van Adri- van der Veen, „Zwij- of spreken", zijn Eric ^Saskia; een echtpaar, C kinderloos is en dat relatie op een moder- volwassen manier in id houdt. We maken mee op een vakantie ïn huurhuisje in Men- j waar de door beiden vermoede crisis hevig lat Voor ze het zelf gaten hebben zijn ze inver van elkaar ver- lerd geraakt en het il biedt aan het slot ook niet meer dan de [estie dat er weer iets m deze man en deze rouw mogelijk zal wor- Tijdens de vakantiedagen is er als bij onderlinge af spraak al een soort verwij dering tussen Saskia en Eric. Zij gaat overdag naar het strand, hij blijft op het terras van de vakantiewoning wer ken aan zijn proefschrift. De avonden en nachten besteden beiden intensief aan elkaar, vooral omdat zij zich weer be wust willen opladen in hun wederzijdse gevoelens en lief de. Er is weer aandacht voor wat Eric (met een wat potsier lijke betweterigheid ten op zichte van erotiek en sexuali- teit) „lovemaking" noemt. Desondanks loopt er op dat punt een en ander fout. Zowel Saskia als Eric komen in kon- takt met een ander. De eerste affaire beleeft Sas kia. Zij stort zich in een avon tuur met een knecht van de stel dat er geen krant was strandtent, waar zij overdag ligt te zonnen. Zij heeft eigen lijk pas laat de ware aard van haar gevoelens ten opzichte van deze Marc in de gaten, Eric heeft al veel eerder ge constateerd dat er iets aan de hand is. Op het ogenblik dat Saskia dat onder ogen ziet en moet beslissen of zij zich daar aan moet overgeven, neemt het verhaal een wending, waardoor zij geen consequen ties hoeft te trekken: de auteur laat Mare spoorslags met zijn vrouw en kind afreizen naar Toulouse. Het lijkt erop of deze gebeur tenissen in het verhaal een op stapje zijn alsof de auteur zich daarmee de mogelijkhe den verschaft om aan te geven hoe het echtpaar met elkaar omgaat (een moderne, volwas sen relatie). Ze bespreken met elkaar in alle eerlijkheid ook deze gevoelens, ontrouw, ja- louzie, het vertrouwen in el kaar dat door deze deuken on geschonden moet blijven. Dan volgt de crisis, Saskia breekt haar pols, waarna ze voor een onbegrijpelijke behandeling in het plaatselijk ziekenhuis wordt opgenomen. Het ver haal wordt daar bepaald onge loofwaardig: de hevige twijfels van Eric en Saskia aan de be handelende arts, zijn methode, het ziekenhuis leiden er niet toe dat ze overwegen hun bul len te pakken en af te reizen naar huis, zoals je verwacht dat weldenkende mensen doen. De ellende in het ziekenhuis (waar Saskia intense gesprek ken voert met de dochter van haar stervende kamergenote) betekent voor Eric de kennis making met een jonge vakan tiegangster. Er vloeit een kor te, gelukkige verhouding uit voort, juist op het moment dat Saskia zich heel erg dicht bij haar man voelt. Hij kan daar om niet praten over wat hem overkomt. Het gevolg is na tuurlijk duidelijk en Adriaan van der Veen laat het zich ge heel voltrekken volgens de standaardprocedure: Saskia besluit om weg te lopen uit het ziekenhuis (de wat nadenken de lezer heeft daar al tiental len pagina's op zitten wachten) en komt dus onverwacht het vakantiehuisje binnen, waar Eric juist het bed verlaat met zijn vriendin, omdat zij van plan is terug te keren tot haar vorige vriend. Tableau! Had Eric maar gesproken, in plaats van te zwijgen. Ligt die simpele conclusie voor de hand? Van der Veen doet er weinig aan om tot meer subti liteit te komen. Ondanks alles, de perspectiefwisselingen, de vlotheid van vertellen, de aar dige personen die een rol spe len daarmee zijn ook de bij figuren bedoeld de trefze kerheid waarmee de sfeer in zo'n vakantiestadje en zo'n te leurstellend vakantiehuisje ge tekend wordt. Met veel oog voor details vertelt Van der Veen, maar hij mist daarin veel. De personages diept hij nauwelijks uit, hun ontwikke ling wordt onvoldoende zicht baar, de aard van hun gevoe lens blijft te oppervlakkig. Dat komt natuurlijk vooral door het feit dat het verhaal in heel veel opzichten een konstruktie is, die je helemaal als zodanig ervaart, in de kwaliteit van het bedenksel. Dat is teleur stellend. JAN VERSTAPPEN Adriaan van der Veen: „Zwijgen of spreken" - ro man. Uitg. Manteau. Prijs 22,50. Beatrix Regina In het derde jaar van haar re gering heeft koningin Beatrix duidelijk bewezen dat de func tie van staatshoofd in een mo narchie ook in deze tijd meer kan inhouden dan het besten digen van een goede, diep ge wortelde traditie. Het was het jaar waarin vooral de buiten landse betrekkingen op de voorgrond hebben gestaan tij dens de staatsbezoeken die de koningin samen met prins Claus bracht aan de Duitse Bondsrepubliek, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië.. Het derde regeringsjaar is nog_ eens in woord en beeld kort samengevat in het thans bij uitgeverij Hollandia versche nen derde jaarboek Beatrix Regina 1983, wederom samen gesteld door Fred J. Lammers. Veel foto's en uittreksels uit de toespraken van de koningin in het buitenland. Duidelijk wordt weer eens, dat die be zoeken allesbehalve formali teiten zijn geweest en dat de koningin het standpunt hul digt, dat niemand gebaat is bij kritiekloze bewondering. Ui-4 teraard ook een terugblik op vaderlandse hoogtepunten en wat foto's van prinses Juliana en prins Bernhard. De moei lijkheden in het persoonlijke vlak. de ziekte van prins Claus die zich eind 1982 openbaarde, blijven evenmin onvermeld. Ook dat is Beatrix Regina. Beatrix Regina 1983. Auteur Fred J. Lammers. Uitg. Hol landia te Baarn. Prijs 19,75. Plan tengidsen „Heesters", „Vaste planten" en „Zomerplanten" zijn de titels van drie vernieuwde en geac- A tualiseerde plantengidsen in de serie „Groenboekerij". In het boek over heesters geeft de onlangs overleden auteur Jaap Hage in alfabetische volgorde een overzicht van vrijwel overal verkrijgbare heesters. Direct naast iedere foto staat informatie over de gewenste grondsoort, stand plaats, winterbeschutting, snoei, voortkweekmethoden, toepassing, en ziekten. Een bloeitijdenkalender geeft aan wanneer bloemen te verwach ten zijn. In „Vaste planten" zijn circa 200 planten afgebeeld en be^ schreven. Wim Oudshoorn biedt informatie over her-, komst, toepassing, voorkomen de rassen, mogelijke combina ties en speciale verzorging. Ook in dit boek zijn bloeitijd tabellen opgenomen. In „Zomerbloemen" is een groot aantal een- en tweejarige- tuinplanten opgenomen. In dit boek is alles te vinden over de beste standplaats, perken, bal- konbakken en de snijbloemen- hoek in de tuin. In tabellen wordt weergegeven hoe en wanneer kan worden gezaaid. Heesters, Ja: planten en Wim Oudshoorn. Uitgeverij Zomer en Keuning. Prijs per boek ƒ19,90.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 9