Omwegen Trappist „Jantje de reageerde op het leven niet zoveel anders dan broer Godfried Gemeente wil werken met behoud van uitkering gaan bevorderen LEZING UIT BRIEVEN VAN EEN EIGENGEREIDE MONNIK BOMANS a erdenking ugo de Groot )eel van bedrijfswinst voor de gemeente in plaats van grondhuur ^■IDEN/REGIO fieicbeSouAWit VRIJDAG IS APRIL 1983 PAGINA 5 ilir Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag ip deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 - 12-22 44 op toestel 10. door Ton Pielrrs iet Een hele tijd na de be faamde t.v.-uitzending .Bomans in triplo", in het vorig decennium, hebben we weinig of niets meer gehoord van tater Arnold Bomans. a, dat-ie de uitvaart van ^Godfried deed. Meer ook niet. Tot ik gisteren werd opgetrommeld door meneer G.J.Boere het Zoeterwoudse Em- H maushof. Hij zat al een paar jaar met brieven die door de trappist Bomans [eschreven waren. Ar- ïold die naar zijn va der Jean Baptist, ook wel Jantje de Doper ge noemd werd voelde in J zich een Bomans-tick en olle wilde zijn broer God fried navolgen. Schrijven is een lust. Maar dan bin- teiilnen het terrein van de wijngaard des Heren. Nu k maakte het echtpaar Boere in '79 een bede- nrrlvaart naar Lourdes mee, en laat daar broeder Jan tje nu als reisleider zijn niopgetreden. Meneer Boe- /il re kreeg allerlei ge- re!J schriften in handen van d r pater Arnold, alias „Jan- ;h tje op het randje, de ja monnik op zijn kantje". „Pater Bomans", vertel de meneer Boere, „wilde veel kwijt, maar vader abt voelde niets voor pu- blikatie daarvan". Trou we) wens, pater Arnold die zijn eigen laatste rustplaats al kon aanwij zen aan Godfried en de kijkers werd na z'n t.v.-gesprekken voor een jaar door z'n overste als een God(fried) naar Frankrijk gestuurd. Zelf schreef hij ergens in een kreunend rijm: „Ik sprak voor de t.v., viel twee maal van mijn brommer, dat gaf veel opschud ding, onrust en kommer, jmaar toch na een jaar in [Frankrijk, gaf men de hoop niet op, al blijft deze jongen voor het klooster een reuze strop". Dat hadden we destijds ei genlijk niet van pater Arnold gedacht. Een Bomans in zak en as, als een kievit in zwart en wit in een vervuild habijt, want hij ging gewoon op de straatstenen zitten als hij daar aanleiding voor vond. „Nou, /die brieven heb ik van hem gekregen, en nu zei pa ter v.d.Poel, hier uit Zoeter- woude: je moet die brieven toch maar eens aan de man zien te brengen, dat is toch de bedoeling ervan". Maar het was niet de bedoeling van abt „Alfonske". Niette min was en is Jantje de Do per een gewijd, godvrezend man die structuur aan zijn geloofsleven kan geven, in zijn abdij Maria Toevlucht te Zundert, in westelijk Bra bant. En hij heeft de bejaarde Boeres drie jaar geleden al als zijn vrienden uitgenodigd voor zijn gouden professie- feest in 1987. Confidenties Daar zit ik nou, met een sta pel confidenties van reislei der, varkenshoeder „en wat afgedwaalde monnik" Jantje Baptist. Ik heb er toch wat uitgekozen. Een „andere" Bomans, maar hier en daar herkenbaar. Hij schreef z'n stukjes naar deelnemers aan de bedevaart: „Nog dank, lie ve zuster of broeder in Chris tus, voor jullie vriendschap, hartelijkheid en waardering. Zoveel krijg ik er niet in het klooster. Ik hoop, dat jullie de stukjes leuk vinden". Eens ging Arnold Bomans als broeder Jan enkele hectaren vol „kweek" te lijf, in een boomgaard. „Met de zwaarste vlagzeis die hier te lande voorhanden is; ze weegt bijna tien kilo. Twee uren aan een stuk houd ik het al vol. Nog enige dagen en heel dit op pervlak van hoog opschie tend onkruid zal omgetoverd zijn in zwarte gekultiveerde grond. Begrijp je mijn vol doening? Ik zie in dit werk ook een beeld hoe men in zijn eigen zieletuin het on kruid der ondeugden te lijf moet gaan. En daar het in mijn tuin nog dieper gewor teld zit, zal ik vol moeten blijven houden, hopend ook eens dit park van ondeugden de baas te worden, al zal dit pas een uur na de dood wer kelijkheid worden. H.Mi- chael, kom ons te hulp tegen de aanvallen van de vijand en help ons te blijven schof felen, tot we het bijltje en de zeis er bij mogen neerleggen. Heer, geef volharding!" Vakantiehulp nold de trappist in Duitsland op „vakantiehulp" wegens nijpend priestergebrek al daar. Een wild bergri viertje stroomde vlak onder mijn vensters door. Vlak daarachter lag een prachtig bos met fijn aangelegde lanen en een grote Lourdesgrot erin. Nog diezelfde avond ging ik er een wandeling in maken. Ik wist mij geen raad, toen een jonge knappe non mij aanbood mee te gaan... Dat mocht toch niet: alleen met een vrouw het bos in? 30 jaar had ik bijna uit sluitend mijn moeder op be zoek gehad, en was de vrouw altijd gezien als een heel ge vaarlijk wezen, waar men al leen maar distantie van dien de te houden. En nu, onge zien met dit jonge ding de bossen in? Maar zuster Doro thea was zo onbevangen, zo onschuldig was haar voorko men, dat ik zelf ook alle angst liet vallen. Ik merkte hoe zij in mij viel, en zo met haar in de avondschemering door de bossen wandelend, voelde ik mij innerlijk ineens helemaal vrij en volkomen mens (in ons geval„man") worden. Ik dorst mij zelf te zijn, en werd geestig, zoals de Bomansaard is. Nog hoor ik haar heldere schaterlach door het bos schallen. Even kwam weer de angst van het verdrongen man-zijn naar boven, en was het alsof na ie dere bocht Vader Abt of een medebroeder vermanend en hoofdschuddend mij tege moet zou treden. Maar er ge beurde niets van dit alles. Het was alleen maar een on gekende zaligheid. Daar was de grot. Wij hielden stil, en Jan de Doper probeerde zijn eerste Duitse Weesgegroet te stamelen. Hoe bescheiden en lief hielp ze mij. Vlug had ik het te pakken en ging het vanzelf. Nooit zal ik vergeten de zaligheid waarmede ik die enkele tientjes bad. Het was alsof Maria er in levende lij ve stond, zo nabij ontwaarde ik Haar! Men moet altijd bid den". Toen Arnold Bomans dertig jaar kloosterling was, was hij volgens zijn zeggen de eerste gebaarde koormonnik. „De eenwording van de com- Lourdes-bedevaartgangers in 79, met Jantje de Doper (op de grond vóór het hotel van Sinte Catherine liggend) ala reisleider naar een stukje eeuwigheid. muniteiten in onze orde is bezig zich te voltrekken. Ook uiterlijk. De z.g. lekebroeders (in 't bruin gekleed en met baard) trokken het witte ha bijt aan van de paters en mochten de baard scheren. Wij, koorreligieuzen met ton suur (haarkroon om 't hoofd) mochten de baard dragen en een normale haardos. Ik be greep als „Voorloper" (Jan de Doper), dat, nu de broe ders ons habijt hadden aan getrokken, er ook iemand van de witte broeders de baard van de tot dan toe bruine broeders moest „aan trekken". Na enkele maan den durfde ik als eerste deze stap te wagen. Maar ach, wat heb ik er onder moeten lij den! Wat een smaad moest mijn aankomend kingroeisel doorstaan. Wie niet tegen het menselijk opzicht is opgewas sen moet aan zoiets niet be ginnen. Want dan raak je er onder. Niet onder de baard, ofschoon ook dit mogelijk is, zo hij tenminste lang genoeg wordt. Maar wel onder de weinig vleiende benamingen, blikken en schimpscheuten die op je worden afgevuurd. Bosjesmannen Van Josef Labre tot Raspou- tin, van stekelbaars tot pine- gel, van kwast tot prikkel draad, van wilde struik tot stoppelveld, van ijdeltuit tot opschepper, aandachttrekker en volwassen nozem. En in derdaad, de eerste weken (het z.g. Labre- of stekel baarsstadium) ziet men er niet wat men noemt „ver zorgd" uit. Men zou dan het liefst ergens bij de bosjes mannen op vakantie gaan. Daar neemt men zoiets mak kelijker. Maar ach, de baard is dan nog slechts „onder weg". Het ongeluk wilde dat mij juist die dagen de beurt van diaken toeviel. Daar stond het mannetje zeven da gen achtereen te kijk! Vooral als de communicanten zich om het altaar hadden ge schaard voor de communie, kwam een pijnlijk moment. Ik moest de Pax van de cele brant aan drie mensen door geven, d.w.z. hen dus omhel zen („Wang tegen wang", zeggen de reglementen). Met schrik zagen ze me naderen. Wie zou hij aangrijpen, wiens wang zou opengereten wor den door de scherpe pinnen van dat vieze stekelvarken? Zelf voelde ik medelijden met de man die door mijn aanraking beschadigd en ge havend naar zijn plaats zou moeten terugkeren. Ik greep lukraak maar iemand van m'n broeders. Maar o wee! Wat weerden ze zich tot het uiterste. En zelfs wanneer ik ze eindelijk in m'n greep had gekregen, wrongen ze het hoofd nog in de raarste boch ten om de funeste botsing te mijden. En zo moest ik er ie dere dag drie martelen... Eén, aan wie ik de Pax gaf, met de woorden: „De vrede zij met u", antwoordde op deze iro nische en sarcastische uitla ting met: „En de vrede zij ook met uw baard". Eenheid Maar de baard groeide, van stoppelveld tot sprietenveld. Met deze haartooi grepen we terug naar het verleden, bon den we ons aan de eeuwen toen een monnik zonder baard niet denkbaar was. Verder, geloof ik, dreven mij 15 motieven tot de baard dracht. o.a.: het was vrijgege ven, je hoefde je niet meer te scheren, het bevorderde de eenheid in de communiteit, als baas van het pluimvee vroeg dat om een gepluimde verzorger. Tenslotte, een winstpunt voor mij is ook, dat ik als predikant voor de kerkgangers tevens uitwen dig enige gelijkenis vertoon met de boeteprediker Joan nes de Doper. Alleen de haartjes op de borst willen nog niet goed doorkomen. Als gevolg van mijn belofte van maagdelijkheid bezit ik nog een maagdelijke, geheel onbegroeide borstkas. Dit eu vel trachten we nu te onder vangen door iedere avond wat wijwater over deze „on beschreven lei" te sprenke len. En er begint iets door te breken. Eens zullen mijn boetepreken succes hebben: dan hoef ik slechts de zaak van voren los te gooien en dit haar, samen met dat van kin en kop, zal mijn gehoor zo imponeren, dat ik slechts op de borst behoef te bonken om de boetegangers tot berouw en inkeer te brengen. En men zal van Joannes de Do per spreken als van een Stem die roept in de Moeren (men noemt hier het stuk land De Moeren; vroeger werd er in de omtrek turf gestoken)". En Jantje Baptist Bomans, ook Arnold genaamd, kreeg baardige volgelingen: eerst p.Stanislaus (81), dan p.Otto (58), p.Leonard (58), frater Willem (37), p.Pieter (39). p.Clemens (43), p.Bavo (49) en p.Nivard (39). „Pater Pie- ter is op een zwak ogenblik weer afgevallen, men zegt omdat zijn zusjes en schoon zussen hem niet zo wilden kussen". Als vader abt zou ik toch wel wat te stellen heb ben met een Bomans als „broeder Jan" die zich thuis- voelt „bij de varkens en de biggen". Appel „Het is 4 uur in de nacht. De monniken gaan nu naar het koor om te bidden. Mag ik het hier doen, Heer, mijn nachtgebed, samen met de biggen? U overal nabij te blij ven is ons streven, heel het leven, tot in eeuwigheid, waar wij van zeugen, geurtjes en biggen voor altijd zijn be vrijd". Ook een Bomans heeft het nooit gemakkelijk gehad; hoe hij ook als een ap pel naast de boom viel. nagedachtenis van de geer en jurist Hugo de <eutoot hield prof. Dr. J. de 'i^jtiidt, hoogleraar In het iele i Nederlands recht aan een) Leidse universiteit, gis- middag een aktualitei- 5. icollege In het Leids Ju- nd isch Centrum Hugo de i'en 00t- ertoe "a Mjigo de Groot werd op 10 I11583 In Delft geboren. 1. De Smldt onthulde het einde van zijn col een ets van de wljs- t, die een plaats in het llsch centrum zal krij- LEIDEN De gemeente wil het werken als vrij williger, het opzetten van bedrijfjes en het runnen van alternatieve projecten met behoud van uitkering gaan stimuleren. Volgen de week zal de sociale dienst een wervingscam pagne voeren en het is volgens een woordvoerder van de gemeente zelfs de bedoeling om per 2 mei met de eerste bedrijfjes te starten in het Olgacom- plex. Dit bleek gisteren tijdens de vergadering van de raadscommissie maat schappelijke aangelegen heden. Behalve het de nota „werken met behoud van uitkering", waarin een aantal regels, waaraan de werkloze initia tiefnemer zich te houden heeft, komt er binnenkort te vens een nota over gedeelte lijke afschaffing van de solli citatieplicht en een nota over studeren met behoud van uitkering. In de nota „werken met be houd van uitkering" komt onder meer de mogelijkheid ter sprake om als uitkerings trekker gedurende een pe- 30RSTEL RAAD VAN ONROERENDE ZAKEN EN HAAG De ge rente moet geen huur wangen voor grond, die I in erfpacht uitgeeft, •aar een aandeel krijgen de«< de investeringen van betreffende pachter, deze pachter winst 'akt, profiteert de ge ënte daarvan mee. Bij F^/fflies ontvangt de ge- Llia nte ®een verê°eding 1 l|oor de grond. (r is het meest opvallende l°rstel in de nota „Het erf- ichtsbeleid van gemeenten", igebracht door de Raad van Onroerende Zaken, een over koepelend orgaan van een be langrijk aantal organisaties uit de onroerend goedwereld. Le den zijn onder meer de Avies- commissie voor Pensioenen, de Nederlandse Federatie van Makelaars in onroerend goed, de Nederlandse Vereniging van Bouwondernemers en de Nederlandse Vereniging van Hypotheekbanken. De raad vindt overigens dat er dermate grote bezwaren kleven aan het erfpachtsbeleid dat zij de voor keur geeft aan de verkoop van gemeenschapsgrond. Volgens de raad heeft het erfpachtsbe leid in verscheidene gemeen ten een negatieve invloed op de investeringsbereidheid van beleggers. Als gemeenten toch willen vasthouden aan de erf pacht dan moet de grond voor minstens 75 jaar worden uitge geven. De gemeente mag de erfpachtovereenkomst alleen verbreken als de erfpachter zijn verplichtingen niet na komt of als de grond ontei gend moet worden. Bovendien moet het vaststaan dat na af loop van de termijn de grond opnieuw in erfpacht wordt uit gegeven. Als dat niet het geval is dan moet de getfieente ten minste tien jaar voordat de erfpacht afloopt zich uitspre ken voor de bereidheid tot verlenging. In de nota wordt verder gesteld dat de aan- het is het pand dat daarop vangscanon (beginhuur) in be- - -• 1 Sinsel een redelijke vergoe- ing moet zijn van de grond waarde. Als de erpachtsom niet is af te kopen, een bedrag ineens over de periode dat de erfpacht loopt, is het volgens de notasa menstellers moeilijker om een hypthecaire lening te krijgen. Onder meer omdat de finan cier grotere risico's loopt. Tus sentijdse sterke stijgingen van de erfpachtscanon, die te ver wachten zijn, zijn immers na delig voor de waarde van het onderpand. Hoe duurder de grond wordt hoe moeilijker ven, die geld moeten lenen, vervalt vaak het voordeel van de erfpacht: geen financiering van de eigen grond, als de er- pacht duurder is. De concur rentiepositie van deze bedrij ven verzwakt dan. De niet-afkoopbare erfpacht is volgens de nota ook zeer nade lig voor beleggingen in huur woningen. Door tussentijdse stijgingen van de erfpacht houdt de belegger steeds min der over van de huurop brengst, omdat hem niet is toe gestaan de huurprijzen even redig te verhogen. Hierdoor wordt het voor hem steeds on aantrekkelijker om te investe ren. Kan de erfpacht wel worden afgekocht dan moet de ge meente, aldus de nota, als om huurwoningen gaat het af koopbedrag zo laag mogelijk houden. De hoogte van de haalbare huurprijzen bepaalt namelijk het maximale budget van de stichtingskosten (de to tale kosten voor de bouw van een woning). Elke stijging van de grondprijs betekent dan au tomatisch dat erop de bouwuit- gaven moet worden beknib beld. Het gevolg hiervan kan zijn: het niet doorgaan van de bouw of een kwaliteitsvermin dering van de woningen. riode van een half jaar tot anderhalf jaar in een zelfop- gezet bedrijfje werkzaam te zijn. Na die termijn zouden de opbrengsten uit het be drijfje voldoende moeten zijn om in het levensonderhoud te voorzien. Volgens de lan delijke nota zou deze termijn ten hoogste zes maanden be dragen en Leiden neemt met dit initiatief dus het voor touw. Alternatieve projecten waarbij diensten worden verleend of goederen gepro duceerd, die anders zonder aehoud van uitkering niet kostendekkend op de markt gebracht kunnen worden, krijgen nu ook meer kans bij de gemeente Leiden. De nota werd in de vergade ring van de raadscommissie goed ontvangen, maar woordvoerder voor D'66, Hoekema en De la Mar van de PSP meenden dat de nota nog veel te veel regels bevat. Een plan van een werkloze moet bijvoorbeeld eerst door een commissie bekeken wor den, of het wel aan allerlei voorwaarden voldoet De Vries (VVD) hoopte dat daarbij de regel dat die be drijfjes geen concurrentie vervalsing in de hand mogen werken, niet te veel als een zwaard van Damocles gezien zou worden. Ook meenden Hoekema en De la Mar dat de gestelde opzettermijn van ten hoogste anderhalf jaar voor verlenging in aanmer king zou moeten kunnen ko men. Hans de la Mar vond het vooral vreemd dat werk lozen over de nota totaal geen inspraak hebben gehad. Wethouder P.H. Schoute stelde dat de regels niet zo streng gehanteerd behoeven te worden als in de nota lijkt. Ook de sociale dienst zou de regels heel soepel gaan toe passen. Wel moet de dienst op de hoogte zijn van de vrjj- willigersactiviteiten. Bingo-feest voor Muziekcentrum ZOETERWOUDE De evenementencommissie van het Zoe terwoudse muziekcentrum aan de Schenkelweg organiseert morgen een groot bingo-feest. Het spel begint om acht uur. De opbrengst van het bingo-festijn is bestemd voor de exploitatie van het muziekcentrum. Zoals bekend hebben de Sint Jans fan fare en drumband VIOS gezamenlijk de schouders gezet onder de exploitatie van het voormalige parochiehuis. Een zeer grondi ge verbouwing en renovatie vormde de eerste aanzet tot het weer leefbaar maken van het gebouw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 5