De nieuwe Corsa. Het zonnetje in de showroom het voorjaar in de inruilprijzen.* „Vorig seizoen zat ik overal net naast" „Tennis? Ik zou er een boek over kunnen schrijven..." Het Motorhuis is en blijft uniek! OPEL NUMMER ÉÉN. OMDAT U VOOR ZEKERHEID KIEST. QeidteQowuvnt Het maakt niet uit of u uw nieuwe Opel '83 nü of pas in mei nodig hebt. Wél of u 'm nu of pas in mei bestelt. *Nü bestellen is profiteren van de buitengewone Voorjaars- inruilprijzen! Natuurlijk weer alléén bij Het Motorhuis. Alle modellen zijn er. Zoals u ze zag op de RAI: de statige Senator, de snelle Monza, de extra sportieve Ascona Flair en natuurlijk ook de Kadett Flair (magnesiumvelgen, brede banden, stripings), de zuinige Kadett Econoom (inclusief extra's zoals radio voor 15.999,- nergens anders dan bij Het Motorhuis!) en de spiksplinternieuwe corsa en Kadett Flash. Ruil nu élk Top Tien merk in en u merkt hoe sterk die voorjaarskolder van Het Motorhuis werkt in uw voordeel! Kadett CM Ekonoom 15.500,-* Motorhuis Ekonoom 15.990,-* incl. radio, uitsluitend leverbaar bij Het Motorhuis. Kadett Flash af fabriek van 18.315- voorl7.315,-* Ascona Flair 2-deurs 1300S van 22.226,- voor 20.999,-* 4-deurs 1600S van 24.140,- voor 22.699,-* Corsa 3-deurs 1000S 13.990,-* 3-deursl2S 14.553,-* 13S 5-versnellingen 15.753,-* Corsa met kofferbak 1000S 14.536,-* 12S 15.098,-* 13S 5 versnellingen 16.298,-* Onderhoud slechts om de 15.000 km. *af fabriek. Diverse demonstratie auto's waaronder: Manta GTE combi coupé '83 Rekord 4-deurs 200051983 Rekord Berlina 4-deurs 1982 Ascona automatic 1982 Rekord combi 1982 Ascona diesel 1982 km standen ca. 10.000 Met z'n exclusieve modellen, z'n gratis extra's, z'n service, z'n hoge inruil, z'n behulpzame verkoopstaf, z'n akties en z'n mogelijkheden PPn Het MOtOrhlliS vandaag of morgen aan een vondeiiaan so, Leiden. Katwijk .rei 01718-29203 nieuwe auto toe bent... Tei. 071-769313. voorschoten mam? 2559 Mevrouw Tine Kasten: „Het vult een belangrijk gedeelte van m'n leven". TOESCHOUWSTER MEVROUW TINE KASTEN: 'Hit LEIDEN Bij elk competitieduel, op ieder tennistoernooi, kortom bij elk tennisgebeuren, aanwezig, is mevrouw Tine Kasten. Een ieder die haar kent - en welke wedstrijdtennisser kent deze meest trouwe toeschouwster niet - weet, dat een gesprek met haar uitdraait op een lange monoloog. Een monoloog, waarbij ze ook nog (,,de mensen zijn zo stijf" en „ik ben zo oud als ik me voel") een demonstratie van haar eigen fitheid geeft door met gestrekt been de tenen op hoofdhoogte te brengen en de vele foto's van haar tennisverleden vertoont. De pagina's lange aantekeningen van de verslaggever bekijkend, zegt ze tenslotte: „Je vat het maar samen". Bij deze dan. Een uitreksel van het tennisdeel van een gesprek, dat ook ging over de oorlog, haar familie, de vakanties in Werfenweng en Ehrwald, de uitwisseling met Oxford, haar werk als laborante op de meelfabriek en haar neef Richard Kasten, die nog voor het Nederlands Daviscup-team speelde. „Ik heb altijd veel aan sport gedaan, schaatsen, gymnastieken, zwemmen en paardrijden. Toen ik zeventien was ben ik met tennis begonnen. Jeugdtraining was er toen nog niet. M'n vader zei altijd tegen me: „Blijf tennissen", het is nu m'n grootste hobby. Ik heb ook vaak aan de competitie meegedaan. Tweede- en derde klasse gespeeld. Er hangt zo'n lijstje op De Munnik met clubkampioenen, daar sta ik ook op. Ik kon het nooit winnen van Diny Boot, die ken je ook wel, maar toen ze eens geblesseerd was, ben ik kampioen geworden". Prijzen weest, enige tijd gehad. Ik deed ook veel aan toernooi en mee. Vooral in Katwijk heb ik veel prijzen gewon nen. Als ik er daar een jaar niet was, vroegen ze meteen of er iets aan de hand was. Het laatste jaar heb ik niet meer getennist. Kon niet meer vanwege m'n schou der. Ik ben een paar jaar geleden van m'n fiets geval len, ik nam een bocht in de Breestraat te krap". „Ik zit al weer naar het be gin van de competitie uit te kijken. Het vult een belang rijk gedeelte van m'n leven. Soms zit ik op de tennis baan om me heen te kijken en denk, ik zou hier een boek over kunnen schrijven. Ik moet ook zeggen, dat ik een aardige kijk op tennis hèb. Ik zie wel wat voor fou ten ze maken. Vroeger ging ik vaak bij m'n neef kijken, naar die A-spelers. Kon je toch wel zien, dat er kwali- PAGINA 17 VRIJDAG 15 APRIL 1983 Tassie „Die Hans Tönjann, daar ben ik echt een fan van, vind ik een leuke jongen. Hij kan ook erg goed skieën, dat draaien naar de bergkant, dat zit er bij hem op de tennisbaan helemaal Twee jaar geleden kwam ik op Unicum, stond hij te spelen met Frans Grimbergen. Die noem ik altijd Grimpie, dan staat ie i altijd zo gek aan te kijken. Begonnen ze tijdens te partij te zingen van Annie, hou me tassie effe vast. Daar heb ik zo verschrikkelijk om gelachen". „Jacqueline van Wijk zie ik ook graag spelen, Marijke Guyt trouwens ook. En dat meisje uit Lisse, Ingelise Driehuis. Die heeft zo'n leuk broertje. Har Meyer en Van der Kwast, daar kijk ik ook ag naar, die staan te geinen op de baan, hopen dat er veel publiek komt kijken". „Ik vind het jammer, dat die Brooshooft zo veel op de korrel genomen wordt, dat is nou een echte heer op de baan. Die jongen pikt alles ar, die heb ik nou nog nooit van zich af zien bijten. Die John Visbeen is trouwens ook zo'n aardige jongen. Herman windt zich vaak zo vreselijk op. Dan worden de zenuwen hem de baas. Dan denk ik, eigenlijk moest Jaap Noordman achter het hek staan, om hem wat te kalmeren. Richard was nooit aan het zaniken. Verliezen was bij hem verliezen. De mentaliteit was vroeger wel beter. Dat schelden op elkaar, dat zag je niet. Daarom wil èr tegenwoordig ook geen umpire meer op de stoel zitten. Voor de aardigheid doe je dat toch niet meer"? IVAR DE JONG OP ZOEK NAAR „LEIDSE" B-TOP ALPHEN AAN DEN RIJN Hij zit er niet echt mee, Ivar de Jong. De aan zijn derde seizoen bij Unicum begonnen Alphenaar, voelt de door anderen aan hem toegewezen titel „de meest talentvolle tennisser van het Leidse district" te zijn, duidelijk niet als een belasting. De nu zestienjarige oud- competitiespeler van TEAN geeft weliswaar toe dat hij als enige van de huidige Leidse B-spelers deel heeft uitgemaakt van nationale jeugdploegen, maar merkt daarbij direct op dat tennis- insiders bij het schenken van een dergelijke eretitel wel heel gemakkelijk om de gemoedsgesteldheid, de ontwikkeling van de persoon zelf heengaan. „Tot je veertiende gaat het allemaal lekker. Je traint veel, hebt weinig problemen aan je hoofd, dus de resultaten zijn ook goed. Maar dan komt het. Je gaat groeien, de school, de studie wordt belangrijker, het inpassen van training en wedstrijdtennis wordt dan een probleem op zich". „Je komt kortom in een heel andere situatie terecht en dan moet je maar afwachten hoe je spel zich verder ontwikkelt. Pas als je die periode, zeg maar tot je zeventiende, achttiende jaar achter de rucj hebt, kan je zeggen waar het uiteindelijke doel ongeveer zal liggen, welk niveau je eventueel zal kunnen bereiken". Doorbraak Een realistische instelling die Ivar de Jong er echter niet van weerhoudt te stellen dat hij zich dit tennisseizoen nadrukkelijk in de „Leidse" B-top wil presenteren. Een doel dat hij ook vorig jaar voor ogen had. Toen evenwel, bleef de doorbraak uit. „Ik had toen een jaartje in B meegedraaid, had kunnen wennen aan het sfeertje en ik dacht dat de mogelijkheden er waren om echt mee te gaan doen. Dat viel dus zwaar tegen, al denk ik dat er meer in had gezeten. Maar, ik draaide gewoon niet. Kreeg ook geen kans in mijn spel te komen, omdat ik er tijdens toernooien steeds net iets te snel uitgetikt werd. Ik zat dus overal net naast, al heb ik wel degelijk mogelijkheden gehad. Bij de districtskampioenschappen bijvoorbeeld, stond ik in de kwartfinales op winst tegen Hans Tönjann. Ik verloor die partij toch nog, terwijl Hans dat toernooi juist won. Die wedstrijd was in feite beeldbepalend voor het grootste gedeelte van mijn Ivar de Jong: „Ik storm tegenwoordig wat meer naar het net, dat bevalt me best." seizoen". Een seizoen dat overigens toch nog hoopvol werd afgesloten met een plaats bij de laatste acht tijdens de Nederlandse kampioenschappen tot en met zestien jaar, een sterke afsluiting die voor Ivar de Jong eigenlijk het „nieuwe begin" inluidde. „Want vanaf dat moment gaat het gewoon goed. Ik ben de winter lekker door gekomen en heb me tijdens het Jarino Wintercircuit in de top tien van Nederland tot en met achttien jaar gespeeld. Alle reden dus om het komende tennisseizoen optimistisch tegemoet te zien". Een jaargang die, als de voortekenen niet bedriegen, overigens een anders spelende Ivar de Jong te zien zal geven. Het (ook nog eens kleine) jochie van twaalf jaar dat zich in de „grote wereld" slechts op de been kon houden met zijn vertrouwde, gedegen baseline-spelletje heeft zich ontwikkeld tot een meer aanvallend ingestelde speler. „Een ontwikkeling die al langer aan de gang was, maar zich deze winter versneld heeft doorgezet. Ik merkte binnen dat je partijen eenvoudiger wint als je offensiever speelt. Dus storm ik tegenwqordig wat meer naar het net en dat bevalt me best". Waar dat speltype Ivar de Jong uiteindelijk over enige seizoenen nog zal brengen, weet de „tevreden" tweede teamspeler van Unicum (,tJe speelt op hetzelfde niveau als het eerste, mij maakt daf eentje of tweetje dan niets uit") nog niet. „Nadat ik in de leeftijdsgroep tot en met veertien jaar tweede van Nederland was geworden, ■dacht ik aan het doortrekken van die lijn. Tweede in tot en met zestien, tot en met achttien en dan zo door naar de seniorenfinale, om vervolgens met tennissen je brood te gaan verdienen. Nu, die toekomstvisie heb ik losgelaten, dat moest ook wel toen het landelijk gezien minder ging. Natuurlijk, ook nu wil ik, binnen mijn mogelijkheden, zo goed mogelijk presteren. En als ik daarbij gewoon lol blijf houden in het spelletje, zal ik nog wel eens wat winnen ook".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 25