sport Sassenheim
terwegen
SpORTH U/s
-Vf>-
SPORTHUIS
SUNNYCAMP
„Spelen in
Leiden is me
best bevallen"
WAAR MODE
NOG ALLURE HEEFT
JOBIS Mj
ficidöcSouoont
li;:;.
u
BKIKII
in
„ledereen
wil dat
zweet-
bandje
winnen"
nMntic^actnwt
V
de Kempenaerstraat 1d
Oegstgeest tel. 071-155872
jiAATiW
Official
dealer van:
Fischer
Snauwaert
Bancroft
Prince
Rucanor
Dunlop
Donnay
Slazenger
Cloud
Kennex
Yonex
Garcia
JsscC
s4-c*k
ycorabduy mooelle
v x\sonlmarmc]tin
HUCKE C«r)
brue/tic
basler.
Match is jarig, wordt 5 jaar,
5 jaar wintersportspullen om
warm van te worden.
5 jaar toprackets, schoenen en
prachtige tenniskleding.
5 jaar lopen joggers fluitend in en uit,
dat gaan we dus vieren!!
Let daarom om de speciale „5 jaar sportief"
aanbiedingen: jaar sportief tot in de puntjes.
Indoortennis en badminton op comfortabele sporttapijtvloer en onder-
indirekte verlichting op: 5 tennis en 7 badmintonbanen.
Bij ons huurt u al op seizoenbasis een tennisbaan vanaf 16.80 per
uur, en een badmintonbaan vanaf 7.85 per uur. (1 uur per week ge
durende 30 weken).
Volledige tarieven periode 3-10-1983
t/m 29-4-1984 (30 weken 1 uur per week).
Maandag t/m vrijdag Tennis Badminton
09.00 tot 12.00 ƒ520 - 260.-
12.00 tot 14.00 ƒ420.- 235.-
14.00 tot 18.00 ƒ520.- 260.-
18.00 tot 23.00 ƒ680.- 340.-
23.00 tot 24.00 500.- 250.-
Zaterdag en zondag 680.- 340.-
Toeslag voor een seizoen van 39 weken in plaats van 30 weken (al
leen mogelijk 170.-, 100.-, maandag t/m vrijdag vanaf 19.00 uur
voor resp. tennis en badm.).
Losse baanhuur 25.-, 10.-
Badmintonpasjes: 75.- per persoon voor onbeperkt spelen gedu
rende de periode 3-10-1983 t/m 29-4-1984, tussen 09.00 en 19.00,
(jeugd t/m 16 jaar 50.-).
NIEUW: INDOOR ZOMERTENNIS EN BADMINTON
Inlichtingen omtrent speeluren en tarieven; de heer C. v.d. Voort.
Tevens bestaat de mogelijkheid tot privé tennislessen. Voor boekin
gen en inlichtingen:
TERWE0EN SPORT, JAQTLUSTKADE 12, SASSENHEIM.
Telefoon 02522-19122, de heer C. v.d. Voort.
MARCO WINTER, EEN „VREEMDE
EEND" IN DE BIJT:
HAARLEM Het Leidse
„avontuur" kende een
toevallige start. Nadat
Marco Winter zich in 1981 in
Noordwijk onder meer met
een halve finaleplaats in de
singles al heel redelijk had
gemanifesteerd en hij
vervolgens ook nog eens op
Roomburg het Open Leidse
B-kampioenschap op zijn
naam had geschreven, viel
zijn blik op een papiertje,
waarop de ranglijst van het
Match/Mastersklassement
werd bijgehouden. Een
snelle berekening leerde de
Haarlemse tennisser, dat hij
zich best wel eens voor het
finaleweekeinde zou kunnen
klasseren. Via de toernooien
van Nieuw Vennep en de
Leidse Hout kwalificeerde
de dat jaar net, door het
bereiken van de
achttienjarige leeftijd uit de
fase-training „ontslagen"
Winter zich inderdaad voor
dat afsluitende gebeuren.
Een evenement dat hem
vervolgens, na een
overtuigend gespeeld
toernooi, de titel Leids
Master 1981 opleverde.
De op zijn achtste bij het
Haarlemse HLTC met
tennissen begonnen Marco
Winter, die in 1980 zijn
jeugdperiode afsloot met
een kwartfinaleplaats op de
Nederlandse titelstrijd tot
achttien jaar, trok ook vorig
seizoen regelmatig naar de
Leidse parken. „Niet alleen
omdat ik dat jaar ervoor
Master was geworden, maar
ook omdat spelen in Leiden
me best was bevallen.
Natuurlijk, ik bleef een
vreemde eend in de bijt, een
„gassie" uit Haarlem dat
een seizoen eerder de
Leidse top van de baan had
geslagen, maar weggekeken
werd ik beslist niet".
Tegenstand
Dat tweede Leidse jaar
verliep overigens minder
succesvol voor de om
studierenen van Popeye
Goldstar naar Metselaars
overgestapte Haarlemmer.
Na een wel heel eenvoudige
toernooizege in Sassenheim
(„Ik verloor in vier
wedstrijden zeven games"),
ondervond de komend
seizoen met Jos Koemans in
Metselaars èén spelende
Winter steeds meer
tegenstand. Zo klopte Hans
Tönjann hem in de
Noordwijkse eindstrijd,
terwijl Frans Grimbergen er
op Roomburg in slaagde de
Haarlemmer van een
finaleplaats af te houden.
Door een toernooizege op
Zee en Duin stelde Marco
Winter zijn plek in de
Masterseindstrijd van '82
uiteindelijk nog wel ruim
veilig, maar een tweede titel
kon toch niet worden
begroet. In de halve finales
bleek Herman van der
Capellen een niet te kloppen
tegenstander. Winter, mede
door zijn vorig seizoen in
het Haagse circuit geleverde
prestaties, toch meer dan
tevreden over het tennisjaar
'82, over die finale:
„Herman was die dag heel
erg sterk, verdiende het
gewoon. Als je hem niet
onder druk kan houden,
tovert-ie je weg. Dat zag je
later ook in zijn finale tegen
Jos Koemans. Al speelde bij
Jos ook mee dat hij een
tweede partij op dezelfde
dag, door zijn energie
vretende spelletje, 'altijd
minder speelt".
Winter denkt overigens de
Mastersstrijd vorig jaar
eerder verloren te hebben
dan juist tijdens dat
beslissende weekeinde. „Ik
heb vorig jaar veel
gespeeld, werd op een
gegeven moment duidelijk
tennismoe en ben toen ook
tussendoor op vakantie
gegaan. Nooit een ideale
voorbereiding. Daarbij heb
ik nogal wat last gehad van
blessures. Maar de
belangrijkste oorzaak zou
best wel eens geweest
kunnen zijn, dat de spelers
in Leiden doorkregen dat ik
ook te verslaan was. In
Noordwijk, toen ik erg
verkrampt speelde en tegen
Tönjann de winst uit handen
gaf en vooral op Roomburg,
toen ik van Frans
Grimbergen verloor". In
Tönjann ziet Marco Winter
wel de speler waardoor het
Leidse district meer aanzien
heeft gekregen. ,,lk mocht
dan in Noordwijk verkrampt
spelen, de finale op
Roomburg mocht dan
ronduit zwak zijn, feit is
natuurlijk wel dat Hans die
twee toernooien won. En
daardoor toonaangevend
mag worden genoemd in het
district Leiden".
Of Marco Winter komend
seizoen een even
regelmatige gast in
datzelfde Leidse district zal
zijn als vorig jaar, is
overigens nog de
vraag. Na een mislukt
studie-avontuur in Delft („Ik
heb me daardoor trouwens
wel uitstekend kunnen
voorbereiden op het vorige
tennisseizoen") is Winter
begonnen aan een studie
HEAO. „En ik ben bang dat
ik daardoor dit jaar minder
aan toernooitennis zal
toekomen. Als het een
beetje tegenzit, moet ik half
juni nog een aantal
tentamens doen, waardoor
ik de eerste toernooien
direct al zal mislopen. Om
dan, net zoals vorig seizoen,
de circuits van Den Haag en
Leiden alle twee nog af te
werken, zie ik eerlijk gezegd
niet zitten.
Als ik dan moet gaan
kiezen, weet ik nog niet of ik
dat voor Leiden zal doen.
Hoewel die mogelijkheid
nog wel aanwezig is. Zeker
in het geval dat de leuke
Leidse toernooien beter in
mijn planning passen dan
de Haagse evenementen,
mag je van me aannemen
dat ik ook dit jaar weer
regelmatig in de Leidse
regio te vinden zal zijn".
En dan weer aarzelend:
„Maar misschien werk ik dit
seizoen wel helemaal geen
regionaal circuit af. Ga ik
een beetje door het land
reizen om A/B-toernooien te
spelen. Al heb ik, door aan
mijn studie een hogere
prioriteit te geven én door
de opsplitsing van de B-
categorie (die een hogere A-
drempel inhoudt) voorlopig
wel de hoop opgegeven om
snel op de A-lijst te komen.
Een doel dat ik me tot nu
toe nog altijd wel had
gesteld".
Marco Winter: „De Leidse
spelers kregen op een
gegeven moment door dat
ik ook te kloppen was, ik
ook verkrampt kon
spelen...
Jan van Duyn: „Het sociale gebeuren is een belangrijk
aspect van het toernooitennis".
LEIDEN Jan van Duyn
gold een aantal jaren
geleden als één van de
meest talentvolle voetballers
van Leiden. De
middenvelder van het toen
nog aanzienlijke UVS
maakte zelfs een jaar een
uitstapje naar het betaalde
voetbal bij het toen
eveneens nog hoog in
aanzien staande ADO. Een
knieblessure noodzaakte de
Leidenaar, na nog actief te
zijn geweest voor RCL, het
prestatieve voetbal vaarwel
te zeggen. Van Duyn
verlegde daarop zijn
aandacht op de tennissport.
Wat aanvankelijk als
„aardigheidje" begon,
ontwikkelde zich tot een
meer serieuze bezigheid. De
ex-voetballer klom via D-lljst
razendsnel op naar het C-
toernooigebeuren. De
gezelligheid van het
toernooitennis blijft voor
hem echter voorop staan.
Vandaar ook dat hij pleit
voor een betere indeling In
sterkte en leeftijd.
Van Duyn: „Wanneer je
tegen een klein jongetje
speelt, is het verdomd
vervelend, wanneer je met
6-2, 6-2 verliest. Daar sta je
dan als grote vent, je geeft
zo'n jongetje een waterijsje
en die huppelt naar z'n
vriendjes. Het is vaak ook
geen oplossing om in de
veteranen te gaan spelen.
Dat is dan één rondje tegen
elkaar en vervolgens tegen
Jan de Groot of Ton
Grimbergen. Er moet niet in
de B-categorie gesplitst
worden, in D daar liggen de
problemen. Waarom daar
geen splitsing in een
prestatieve en recreatieve
categorie? Ik wil daarbij wel
benadrukken, dat iedereen
of het nou B, C of D is, net
zo fanatiek staat te spelen,
ledereen probeert dat
zweethandje te winnen.
Alleen in D is winst of verlies
wat minder belangrijk".
„Wat het gedrag van de
jeugd betreft, ik vind dat het
over het algemeen wel
meevalt. Het is tenslotte een
sport en ze spelen vaak
onder druk. Wanneer ze in
regio-,fase- of hoe dat ook
heten mag- training zitten,
moeten ze presteren. Dan
heb je er bij, die halen bij
een misser hun schouder
op, je hebt er ook
gifkikkertjes tussen".
Kletsen
„Het organiseren van meer
30+ toernooien is een
oplossing, je omzeilt de
sociale problemen. Het
sociale gebeuren is een
belangrijk aspect van het
toernooitennis, dat kan de
jeugd best bijgebracht
worden. Na een partij een
beetje kletsen met de
tegenstander, dat is
gezellig. Ik heb het idee, dat
het ook in C hóe langer hoe
meer om dat ene potje
tennis gaat. Op Unicum heb
ik vorig jaar twee-en-half
uur gedubbeld tegen twee
jonge ventjes. Ze winnen in
de derde set met 7-5. Vraag
ik na afloop aan één van de
ouders, „waar zijn de
mannen", ja, die zijn aan
het uitlopen. Prima ventjes
overigens hoor, maar dat
bedoel Ik nou. Ze zullen er
wel geen behoefte aan
hebben. Typerend toernooi
is dat van de Merenwijk. Het
heeft niet zo'n sterk
deelnemersveld, hoewel er
een paar goeie tussen
zitten, en het is erg gezellig.
De talentvolle jeugd speelt
die week op De Munnik".
„Toen ik vanwege m'n knie
niet meer kon voetballen,
ben ik een keertje met m'n
vrouw naar de tennisbaan
gegaan, rustig aan, gewoon
voor de gezelligheid. Er
blijkt wat meer in te zitten,
je bent toch fanatiek, je
probeert iedere bal terug te
slaan en dan ga je toch
aardig vooruit. Als je altijd
gevoetbald hebt, kijk je toch
gek tegen het tennissen
aan. Bij het voetbal trainde
je zes weken en dan begint
de competitie. Met tennis is
het net andersom. Daar
duurt de competitie zes
weken en dan ben je vooraf
vanaf september tot en met
maart aan het trainen".
„Ik was een voetballer, die
het van techniek moest
hebben. Had ik over
diezelfde instelling, die ik nu
met tennis heb, bij het
voetballen beschikt, dan
had er meer ingezeten. Dat
uit zich nu in andere
sporten. Ik heb er dus wel
van geleerd. Op dat
moment zat het echte
werkvoetbal er niet in, ik
had die mentaliteit toen
niet. Spijt heb ik daar
overigens nu niet van".