na
lë
|ipley Castle
kassief blok
/an been van
Ir Thomas
r zi!
,}nmg
'mdewijn
piet
rijkste
)ig
ZATERDAG 9 APRIL 1983
pnol
inj
de I
[taal
ejf'uEY De 28-jarige Sir Thomas Ingilby geniet
en 'eer twijfelachtige voorrecht, dat hij een telg is
ges^n geslacht van onverschrokken edellieden, die
nog zes eeuwen heer en meester zijn geweest in het
chrre, g°lven<ïe hart van het Engelse graafschap
Gréshire. Het is een uitverkiezing, die Sir Thomas,
d' tierbleek maar vastberaden, torst als een
:waar kruis waaronder hij elk moment kan
ijken.
je op een huilerige lente-
raar1 rondleidt in de grafduiste-
we,lonken van het familiebezit
Spi Castle", dat sinds 1086 met
0(Jj.Jtransen en metersdikke mu-
oe pg boven de nerveus kron-
g0I£ rivier de Nidd het poppen-
ar Jipley domineert, maakt hij
m^t volgaarne deelgenoot van
ochtfen' ^ie ^em s'nc^s de dood
onvf1 vader Sir Joslan William
in 1974 als plaaggeesten blij-
jij^htervolgen.
a vei nog een slungelachtige pu-
rnat/1 ^ij door zijn moeder Lady
genoemd werd tot rentmees-
veral het kasteel, dat zijn verre
t deder Sir Thomas Ingilby door
kaawelijk met Lady Edeline in
aakrw'er^ Sindsdien knokt hij
ils Krve voor dit massieve blok
laar familiebeen.
_er^>ibliotheek, waar nog steeds
[etrapte laarzen staan, die
K» Jell in juli 1644 na een korte
>bar)artij heeft achtergelaten,
lastcJ met vibrerende stem:
^ieb ik het gevoel, dat ik een
r h£ver ben, die zichzelf in een
inutxiuis heeft opgesloten. Als ik
{ens mijn ogen open reali-
me met schrik, dat mij een
j. y/inen taak wacht. Een kast
ej apley Castle" is immers voor
jja^rticulier, die geen miljoenen
achter de hand heeft, een
glijk bezit. Maar toch pla ik
I j^isboek open en begin ik wel-
I te rekenen. In de weten-
BBlus. dat er van alles moet ge
en dat er zo goed als geen
huis is. Je hoopt echter elk
nieuw op meer bezoekers, je
rt ook de rondleidingen zo
ikelijk mogelijk te maken,
ie concurrentie wordt steeds
inder. Want het wemelt in
ire van de kastelen, die be-
worden door schlemielen
heeft hij een record aantal
in „Ripley Castle" mogen
komen: 20.000 nieuwsgierige
ïensen kwamen door de
I er rp samen spekten.ze zijn kas
romti.000 gulden. „Best een leuk
naulf, geeft hij toe, „maar ik
ïgen toch mooi zeventigduizend
■ze r<te kort op mijn begroting,
orgairolg was, dat we de aanleg
eeftjn centrale-verwarmingsin-
'las i dje ons zo'n vijfendertig
ioed^aat kosten, opnieuw voor
;t m^ide tijd hebben uitgesteld,
cht I Vooral voor mijn moeder,
trede enige nog in het kasteel
it! Want reken er op, dat je het
ers in die hoge, kille zalen
3e cih open haardvuur echt niet
I op lijk warm kunt stoken",
lan o»rt het lieve mens overigens
ar wlagen. Die is al blij, dat het
De rnog steeds van de Ingilby's
ermqiaarvoor heeft ze graag wat
Belfrg over. „Thomas", zei ze
t enegen me, „ik trek wel twee
Ducover elkaar aan. Als ik het
an Fg koud heb ga ik wel in het
landtt op de houtblokken zitten".
Me
Bij stukje en beetje wordt het familiebezit verkwanseld om het hoofd
boven water te kunnen houden. Zal dit eens het uitzicht worden voor
bezoekers van de „Jeugdherberg Ripley Castle"?
Nee, wat zij voor de familietrots
over heeft, is bewonderenswaar
dig".
Echte Sir
Omdat ook Sir Thomas van de
roemrijke wapenfeiten zijner voor
vaderen de schoorsteen niet kan la
ten roken, heeft hij overdag een
bescheiden baan in Harrogate,
waarmee hij zijn eigen leeftocht
veilig stelt. „Maar aan trouwen
hoef ik de eerste tien, vijftien jaar
niet te denken", veronderstelt hij
met een berusting, die verdacht is.
Het lijkt waarachtig of hij er ge
noegen in schept als begeerde vrij
gezel door het leven te gaan. „Meis
jes genoeg", verzekert hij, „want
welke Britse vrouw droomt nou
niet van een echte Sir met een ei
gen kasteel uit 1086? Maar als ze
een avond met me uit zijn geweest
en een paar uur mijn gezeur over
financieringsproblemen hebben
aangehoord, zijn ze toch verrassend
gauw genezen van hun verliefd
heid. Ik kan ze niet eens ongelijk
geven, want het valt om de drom
mel niet mee te moeten samenle
ven met een vroegoude tobberd,
die de hele dag wanhopig probeert
de eindjes aan elkaar te knopen".
Inleveren
Hoe hij dat klaarspeelt? Hij zucht
eens ferm en zegt: „Dat is ook voor
de Ingilby's een kwestie van voort
durend inleveren. Als ik aan het
einde van het jaar de inkomsten
van de uitgaven heb afgetrokken
blijft er een gat over van enige
tienduizenden ponden. En die ach
terstand wordt daarna keurig weg
gewerkt met de opbrengst van wat
bezittingen, die we van de hand
doen. De ene keer is dat een Rem
brandt of een beeldhouwwerk en
het jaar erna een lap land of wat
„Er is een tijd geweest, dat de In
gilby's een grondgebied van tien
duizend acres hadden en zeven
tienhonderd mensen in dienst, die
overigens maar acht pond en zes
shilling per jaar verdienden. Plus
de man een paar stevige schoenen
en een half schaap per gezin. Com
plete dorpen waren toen ons fami
liebezit. Óp de plaats bijvoorbeeld,
waar nu het centrum van Harroga
te is, graasden in het begin van de
negentiende eeuw nog onze scha
pen. En dat gebied is pas in 1808
verkocht aan het gemeentebestuur,
dat zo nodig een nieuw stadhuis in
franse stijl wilde hebben. De heren
ambtenaren hadden het geluk, dat
er ook in die dagen een Ingilby
rondliep, die voortdurend krap bij
kas zat en graag het hele zaakje
voor zesenveertig pond per acre
aan de gemeenschap verkocht".
Leeg harnas
Sir Thomas zoekt even steun bij
een leeg harnas in de hoek. slikt
enkele malen en vervolgt: „Helaas
ben ik gedwongen op dezelfde ma
nier te werk te gaan. Ook ik ver
kwansel dus het familiebezit bij
stukje en beetje. Èn daar ga ik
waarschijnlijk mee door totdat er
geen kruimel grond meer van ons
is en het kasteel een jeugdherberg
is geworden. Geen leuk vooruit
zicht, ik geef het toe, maar ik zie zo
gauw geen andere oplossing. We
hebben nu nog tweeduizend acres
over. Maar als er niet voldoende
inkomsten uit andere bronnen ko
men, zijn we die ook binnen de
kortste keren kwijt".
Hoeveel hectaren zijn dat bij bena
dering, Sir Thomas?
Hij bloost spontaan, terwijl hij „sor
ry, sorry" stamelend een pocket
calculator uit zijn rundlederen tasje
opdiept. Na enig rekenwerk op de
handpalm reikt hij het antwoord
aan: „Zevenhonderd vijftig hecta
ren, als ik het wel heb".
Forse appel
Sir Thomas hoopt overigens, dat hij
deze niet onverdienstelijke appel
voor de nadorst voorlopig nog
puntgaaf kan houden. „Ripley
Castle", geeft hij ruiterlijk toe, „is
weliswaar niet zo indrukwekkend
als bijvoorbeeld „Castle Howard",
dat regelmatig in Britse televisiese
ries opduikt, maar toch blijft het
een uniek bouwwerk. In andere
Engelse kastelen heb je vaak het
gevoel, dat je door een museum
loopt. Ze zijn zo dood als een pier.
Maar ons kasteel wordt nog steeds
bewoond. En dat is een onschatbaar
voordeel. De mensen, die wij op be
zoek krijgen, hebben dan ook het
idee, dat ze bij mijn moeder op
theevisite komen. En dat moeten ze
vooral blijven denken. Akkoord,
moeder schenkt de thee niet zelf
in. Waar zou het goeie mens trou
wens de tijd vandaan moeten ha
len. Maar ik wil er alleen maar
mee zeggen, dat je bij elke stap, die
je in -dit kasteel zet merkt: hier
wordt geleefd".'
Loodje leggen
„En passant mag je dan ook nog
door het sleutelgat een blik werpen
in een stuk Engelse geschiedenis,
waar de Ingilby's eeuwen lang
krachtig hun stempel op hebben
gedrukt. Want vechtersbazen wa
ren het. Als er wat te bakkeleien
viel stonden ze vooraan. Ze waren
voor de duvel nog niet bang".
„Dat heeft koning Edward de Der
de ook gemerkt. Die ging in 1355
jagen in de bossen bij Knaresbo-
rough en werd daar aangevallen
door een wild zwijn. Net op het
moment, dat hij het loodje dreigde
te leggen, kwam mijn voorvader
Thomas langs. Dezelfde Thomas,
die door zijn huwelijk met Lady
Edeline de eerste kasteelheer van
„Ripley Castle" werd. Hij ligt nu
alweer aardig wat eeuwen vredig
naast haar in de dorpskerk van Ri
pley. Maar toen ging hij onver
schrokken dat moordende beest te
lijf en daarmee redde hij het leven
van de koning. Als beloning werd
hij tot ridder geslagen en mocht hij
voortaan een zwijnskop in zijn wa
pen voeren. Die staat er trouwens
nog op".
Maling
„En wat zou je denken van oom
Francis? Die gaf zijn drukke advo
catenpraktijk op en werd jezuïet.
En dat alleen, omdat hij vierkant
maling had aan koningin Elisabeth
de Eerste. Ze had een hekel aan de
katholieken, want die hadden het
volgens haar gemunt op de troon.
Daarom wilde ze bijtijds met haar
vermeende vijanden afrekenen. Ze
had Mary, de koningin' der Schot
ten, al laten opsluiten en ook had
ze bevel gegeven om alle jezuïeten
te arresteren en een kopje kleiner
te maken. Een ferme manier, moet
ik zeggen, om aan godsdiensttwis
ten een einde te maken".
„Wat deed oom Francis? Hij trok
zijn conclusies en dook onder in
een geheime nis in de toren van
„Ripley Castle". Daar heeft hij vier
jaar in complete afzondering ge
leefd. Er was niet eens plaats voor
een behoorlijk bed. Daarom sliep
hij zittend".
„Helaas werd hij in 1586 verraden
en naar York gebracht. Daar is hij
na een schijnproces eerst opgehan
gen, daarna verdronken, vervol
gens gevierendeeld en tenslotte in
teer gekookt. Kun je nagaan, hoe
bang de anglicanen waren voor de
jezuïeten".
Trekpleister
De kerker in de toren, waar de on
gelukkige oom Francis zich voor
zijn beulsknechten verborgen
hield, is nu een discreet verlichte
trekpleister, waar de gids je tijdens
de rondgang door „Ripley Castle"
op wijst. Daarna sloft hij op moeilij
ke voeten verder in de richting van
de bibliotheek met 2000 stokoude
folianten en uiteraard de laarzen,
die Cromwell ooit heeft achtergela
ten.. Dan de trap op naar de toren
kamer, waar koning James de Eer
ste op 16 april 1603 een uiltje ge
knapt heeft en waar sindsdien het
huisspook rochelend resideert ach
ter de plavuizen van de schouw.
Vervolgens weer via hardstenen
treden in de richting van de tuin,
waar de thee reeds geurt in het res
taurant.
Kleur geven
Als eind september de laatste be
zoekers door de poort verdwenen
zijn trekt Charles Handy zijn stof
jas weer aan en begint hij in de rid
derzaal met zijn restauratiewerk
zaamheden. waarvan het einde de
eerstkomende tien eeuwen niet in
zicht zal komen. In het seizoen
draait hij mee als gids en in de stil
le maanden is hij de toegewijde
klusjesman, die met zijn voeten
dicht bij een elektrisch kacheltje
barsten lijmt in Chinese siervazen
en verbleekte bloemen in stillevens
met zijn penselen voorzichtig weer
wat kleur geeft.
„Ach, komt u uit Holland", roept
hij verrast, als hij het visitekaartje
van de eenzame gast een wijle te
gen zijn wijd opengesperde rechter
oog heeft gehouden. „Aardige men
sen, die Hollanders. Weet u, wat ik
van de Hollanders vind? Ze zijn zo
geduldig. En volgens mij hebben ze
echt belangstelling voor wat ik zeg.
Als ze dat niet hebben zijn het in
elk geval verrekt goeie toneelspe
lers".
„Amerikanen willen alleen vlug,
vlug foto's nemen. Die kunnen
blijkbaar alleen thuis bij de haard
genieten. „Pictures", roepen ze al
gelijk bij de ingang en dan rennen
ze door het kasteel alsof de duvel
hun op de hielen zit"
„Duitsers zijn wat dat betreft een
stuk beschaafder, moet ik erken
nen. Maar die willen weer te veel
weten. Die vragen je het' hemd van
je lijf en zijn pas tevreden als je het
antwoord schuldig blijft. Nee. geef
mij de Hollanders maar. Ze zullen
je nooit over je water jagen en ze
blijven attent luisteren".
„U zou me daarom echt een plezier
doen als u mijn groeten zoudt wil
len overbrengen aan uw koningin.
Kom, hoe heet ze nou ook weer.
Het is zo'n fris. gezond type Zo
komt ze tenminste via de televisie
op me over. Beatrix, ja precies. Dat"
is ze. Ze toont misschien een beetje
boers, maar ze is wel sympathiek.
Gunst, wat leuk zeg, dat u haar
Jeugdige
kasteel
heer blijft
knokken
voor
negen
eeuwen
oud
familie
bastion
Sir Thomas op
de binnenplaats
van „Ripley
Castle", voor
een particulier
die geen
miljoenen achter
de hand heeft
een ondraaglijk
bezit.
kent. Vergeet u dus niet haar mijn
groeten over te brengen? De groe
ten van Charles Handy, zegt u
maar. Handy van Ripley Castle".
Hij blijft daarna wuiven, totdat de
gast door het trapgat verzwolgen is.
Groen en geel
Beneden staat Sir Thomas inmid
dels alweer geruime tijd hevig te
tobben. Hij heeft een vleugel van
zijn kasteel verhuurd aan de uni
versiteit van Boston, die er dertig
studenten gestald heeft. Dat zet
enige zoden aan de dijk. Maar ge
noeg is het niet. In feite is het een
druppel op de immens gloeiende
plaat.
Daarom heeft hij besloten om voor
het komende seizoen drie winkels
in een zijbeuk te openen, waar be
zoekers na de rondleiding souve
nirs kunnen kopen. Alle beetjes
helpen, nietwaar?
„Dit kasteel", roept hij schor, „in
spireert en frustreert me in gelijke
mate. Ik blijf me groen en geel er
geren aan zaken, die ik moet laten
sloffen. Maar ik kan me er toch
niet van losmaken, want vanaf
mijn geboorte ben ik al een slaaf
van „Ripley Castle". Zo liggen de
kaarten helaas".
Bij het afscheid schreeuwt hij
opeens strijdlustig: „Maar ik ben
toch echt niet van plan om me door
de familietraditie te laten vermoor
den".
Even blijft die zin rondzingen op
de binnenplaats, waar het trillende
gras lijkt te zijn aangetast door de
ziekte van Parkinson. Dan slikt de
torenmuur hem haastig in.
„Ripley Castle" beschouwt zijn
laatste woorden als niet gezegd.
En zo is het goed, want Sir Thomas
had er alweer danig spijt van.
LEO THURING
Foto's: MILAN KONVALINKA
„Soms heb ik
het gevoel dat ik
een doodgraver
ben, die zichzelf
in een
knekelhuis heeft
opgesloten".
BRUSSEL De meeste Belgen
zijn ervan overtuigd dat koning
Boude wijn de rijkste man van het
land is. Ze denken bovendien dat
ministers uit verleden en heden
behoren tot de extreem rijken.
Dat is de uitkomst van een
enquête, die werd gehouden
onder 1750 Walen, Vlamingen en
Brusselaars en die de basis vormt
voor een serie artikelen in het
Franstalige dagblad Le Soir.
De serie, waarvan nog een paar
afleveringen zullen volgen, gaat
over geld en draagt dan ook de
titel „Het geld en de Belgen Met
de top-tien van de rijksten
blijken de Belgen een foutieve
schatting te maken. Ze denken
dat ministers, ambtenaren,
hoogleraren en rechters meer
verdienen dan hun
salarisstrookje aangeeft, maar bij
leraren, verpleegsters,
fabrieksarbeiders en
politie-agenten zitten zij in
doorsnee op het juiste bedrag.
Op de vraag of men met zijn
maandsalaris uitkomt antwoordt
63 procent bevestigend. De rest
zegt het eind van de maand niet
te halen. Opmerkelijk is dat het
salaris in Brussel en Wallonië
eerder op is dan in Vlaanderen.
Academici en mensen in leidende
functies in het bedrijfsleven
blijken vrij zorgeloos cheques uit
te schrijven ook als zij al „rood
staan maar minder geschoolden
bezuinigen als zij aan het eind
van de maand geen geld meer
hebben op extraatjes of lenen bij
familie of bij de bank. Uit de
serie blijkt dat de kloof tussen de
hoogst gesalarieerden en de
laagstbetaalden de laatste jaren
niet kleiner is geworden.
Vorig jaar verdienden 5000
mannen en 17.000 vrouwen
minder dan 550,- per maand;
20.000 mannen en 58.000
vrouwen minder dan f 900,- per
maand. Zieken en gehandicapten
moesten het doen met een
maandelijkse uitkering van
450,-.
Als bestaansminimum werd vorig
jaar in België een bedrag van
1000,- per maand aangemerkt.
Rond de 750.000 mensen moesten
daarvan leven. Het hoogste
inkomen werd verdiend door een
aantal president-directeuren van
grote ondernemingen: twpe ton
per jaar.
Van de Belgen vindt 48 procent
belastingfraude niet
verwerpelijk. Een kwart van de
bevolking weet hoe je kunt
frauderen en wil dat zo nu en
dan wel eens doen. De helft van
de Belgen gaat nooit met
vakantie, maar een gokje wagen
de zuiderburen graag. Per week
wordt er voor 55 miljoen gulden
vergokt. Walen en Brusselaars
doen dit bij voorkeur op paarden,
de Vlamingen denken meer kans
te hebben in de lotto.
De serie over geld is het dagblad
niet door iedereen in dank
afgenomen. Met name artsen en
beoefenaars van vrije beroepen
die in de artikelenreeks doorgaan
voor de best betaalden belden of
schreven de krant om zich te
beklagen.
De koning reageerde uiteraard
niet. Maar Le Soir zette wel
uiteen waarom Boude wijn niet de
rijkste Belg is. Sinds Leopold II
zijn hele bezit aan de staat
schonk, heeft de koning bijna
geen eigendommen meer. Over
het inkomen uit zijn bezittingen
moet hij als iedere burger
belasting betalen. Voorts krijgt
hij een jaarvergoeding van bijna
acht miljoen gulden. Daarvan
wordt 72 procent opgeslokt door
salarissen van een 128 man sterke
hofhouding. Negen procent gaat
op aan stookkosten; het
onderhoud aan de twee paleizen
vergt 4,5 procent van de toelage.
De twaalf dienstauto's kosten
160.000 gulden per jaar ofwel 2
procent Aan reizen en recepties
wordt 3,5 procent, zijnde 280.000
gulden, besteed
AAD JONGBLOED