Incll EED OSTER kapitein van pretrederij Schuifelen door het Witte Huis '1 ,De tv is voor mij uitgevonden' pgelooflijk wat hij er [die tien seconden". ZATERDAG 2 APRIL 1983 WASHINGTON Ik heb voor u het Amerikaanse Huis ten Bosch bezocht. Ik bedoel het pand Pennsylvania Laan 1600 te Washington DC, beter bekend als het Witte Huis. Op de eerste pagina van de catalogus die je daar bij de bezoekersingang kunt kopen, heet de vrouw des huizes, ene Nancy Reagan, je reeds van harte welkom. „Mijn man en ik zijn verrukt dat u vandaag het Witte Huis aandoet. Wij voelen ons daardoor een beetje als de huurders, die de eigenaren begroeten, want deze woning en haar geschiedenis zijn eigendom van alle Amerikanen", aldus getuigt de first lady van haar ontzag voor huisbazen. Al pleegt zij zich dan schuil te houden op de tweede verdieping gedurende de dagelijkse twee uren dat er honderden wildvreemden langs haar meubels en porseleinkasten banjeren, feit is toch maar dat het Witte Huis ter wereld de enige in gebruik zijnde woning van een staatshoofdelijke familie is, die dag aan dag geopend is voor het publiek. Tussen 10 en 12 uur 's ochtends kan iedere toevallig passerende wereldburger zich aansluiten bij de mensenrij die aan het oostelijke hek naar binnen staat te schuiven. Bij de president zelve. Je moet wel even zoals op het vliegveld door het elektronische anti-handgranatenpoortje lopen en in je tasje laten gluren, maar dan wandel je toch maar door allerlei gangen en kamers van het Witte Huis. Zelf ben ik Ronald er niet tegengekomen, maar ik kende zijn agenda en wist dat ie thuis was en op luttele meters afstand in zijn ovalen kantoortje zat In de vorige eeuw was het trouwens nog gemakkelijker om het Witte Huis en dan tevens de hoofdbewoner te bezoeken. Charles Dickens beschreef hoe hij in 1842 zonder door iemand te zijn aangesproken tot voor het bureau van het Amerikaanse staatshoofd kon geraken en zich daar tussen twintig andere mannen bevond, spuwend op het tapijt en klaar om hun president eens duchtig hun grieven in te peperen. Je kunt vandaag de dag alles bij elkaar slechts een klein deel van het royale, toch ook weer niet overdreven grote huis bekijken. Maar het is toch heel wat om vanuit de serre zo de Jackie- Kennedytuin te mogen aanschouwen, waar de kruiden voor de presidentiële keuken groeien. En je loopt door de East Room, waar John F. Kennedy en zijn verre voorganger Abraham Lincoln opgebaard hebben gelegen. In de Rode Kamer kun je het interieur in „Amerikaanse empire" (wat dat ook moge wezenbewonderen en in de Staatseetkamer de aankleding a la Queen Anne. Alle Amerikaanse presidenten, behalve de eerste, George Washington, hebben tijdens hun ambtstermijn met hun gezin in het Witte Huis gewoond. President John Adams was in 1801 de eerste om in de splinternieuwe woning zijn intrek te nemen. In 1814 staken de Engelsen, die weer eens met een heel leger met kanonnen en paarden naar de nieuwe wereld waren gezeild, in een laatste poging om de opstandige kolonisten te onderwerpen, het Witte Huis in brand. Van de weeromstuit voorzag president James Monroe na de Britse nederlaag de woning van het Amerikaanse staatshoofd van een geheel Frans interieur (de vandaag nog overheersende stijl). Overigens hebben door de decennia heen de ach tereen volgende presidentsvrouwen de indeling van het Witte Huis geregeld „omgegooid". Maar sedert Theodore Roosevelt zijn de privé-vertrekken op de tweede verdieping, zitten de presidentiële medewerkers, dokter, enzovoort, in het souterrain en is de eerste etage voor de officiële ontvangsten. Sinds Herbert Hoover staat het bureau van de president in het Oval Office aan de westkant, thans uitziend op de rozentuin en het helikopterveldje. Oud-roze is de dominerende kleur in Ronald Reagans werkhok. Jimmy Carter hield zich blijkens foto's in een van de vitrines in een lichtblauwe omgeving op en Richard Nixon maakte het met schreeuwend blauw en geel heel erg bont. Waarnaar de bezoekers van het Witte Huis echter het meest nieuwsgierig zijn is: waar staat de rode telefoon, waarmee je rechtstreeks met Youri Andropov in Moskou kunt bellen en waar zit de atoomknop? „Dat hangt ervan af waar de president zich bevindt", luidt het ontwijkende antwoord van een bewaker langs het schuifelpad. „Al gaat hij naar Koeala Loempoer, die twee speelgoedjes gaan altijd met hem mee". MARC DE KONINCK i tend hard aan gewerkt maar de kijkdichtheid lag onder de drie procent. Dan wordt de waardering niet eens meer gemeten. Was een ontzettende dreun". Een dreun die uitbleef toen Oster vernam dat hij met zijn Wie-kent- kwis aan het laatste seizoen bezig is. „Ik zou best een ander program ma willen doen, maar de Wie-kent- kwis heeft de AVRO nooit windei eren gelegd. Ik heb het embryonaal in de armen genomen en het heeft een hele tv-generatie overleefd. Ik zou het er nog niet uitgooien. Een alternatief is er nog niet en je moet ook kijken naar de financiële mo gelijkheden voor het komende sei zoen. Het punt is dat je bij de top moet blijven als AVRO. Misschien dat het Duitse spelprogramma „Wetten dasz" wat is. Ik denk wel dat ik dat ga voorstellen maar het mag dan in Duitsland aanslaan, in Nederland moet je eerst kijken hoe de klant reageert. Maar ik denk wel dat ik het bij de AVRO-bazen zal voorstellen". „In elk geval presenteer ik deze zo mer het programma Blokletters. Elke week op de zaterdagavond. Snel reageren op vragen. De huis kamer kan meedoen. Dat is het leuke aan zo'n kwis. Dat iemand thuis zegt, ik ben sneller met mijn antwoord dan de kandidaat. En ook dit programma is relatief goed koop". Fred Oster, de man van de succes formule. „Ik heb soms wel eens het idee dat de tv voor mij is uitgevon den. Nog steeds het vak van de toe komst. Waar ik op zit te wachten is de commerciële tv. Grote bedrijven die een stuk zendtijd kopen. Dan komen ze ook naar mij en ik zie dat als een uitdaging. Maar je hoort al jaren verhalen over uitbreiding en satelliettelevisie. Ik ben bang dat de wereld van al die mogelijk heden zich openbaart als ik er niet meer ben. Ik ben nu zesenveertig en wil de vijfentwintig jaar tv-er- varing die ik heb graag gebruiken. Als je echter vijftig bent, ben je voor een heleboel mensen een oude man. Je moet er rekening mee houden dat de bazen zeggen, wat moeten we met een man van vijf tig. Laten we iemand van dertig nemen. Dan hebben ze nog gelijk ook". DAVID LEVIE „Na de schildpadden zijn we begonnen met de cavia's. Die doen het beter. Bruidjes en cavia's, een succes formule". ilLVERSUM - Wie kent m niet, de mn van de Wie- ;ent-kwis. O' vakkundige 'ijze loodst hi bruidspaartjes laar een huvelijksboot die ider de last vin talloze prij- n bijna slagz: maakt. Op de >ve-boat van e AVRO is hij onbetwiste kapitein. Aan et eind van it seizoen ziet et er naar ui dat het schip oor de Hilvesumse pretre- erij uit de vart wordt geno- ïen. Na tiei jaar trouwe ienst. Op de woelige baren an het nationle amusement, raar kijk- en vaarderingscij- t ?rs bepalen c het vaartuig verij oploopt, naakt Fred Os- r zich geen z«rgen. „Ik hoor acht jaar dz men met de iwis wil stoppel. Zie wel hoe et afloopt. Diekwis doe ik er ij. Ik hoef er liet van te le- „De deelnemers moeten de vedettes zijn". „Ik kende Knegjens alleen uit het café. De AVRO gaf die man een kans. De cijfers waren desastreus. Ik heb die man in één uitzending dronken zien worden, weer bij zien komen en weer dronken zien wor den. Hij kwam op met een hele sta pel papier. Het sloeg niet aan. Het programma scoorde niet. Knegjens zei ook dat hij er niet geschikt voor was. Hij werd er doodzenuwachtig van". Geesteskind „Een amusementsprogramma moet een zeven halen. Alles wordt bij ons gemeten. Schelfhout was de re gisseur van het programma, ik was de producer. Het was mijn geestes kind. Schelfhout zei, wil jij het niet proberen. Het sloeg direct aan. En dat doet het nu nog. Ik heb nu een maal een bepaalde filosofie. De deelnemers moeten de vedettes zijn. De presentator mag niet de ster zijn. Willem Ruis bekijkt het precies andersom. Mijn kandidaten moeten excelleren. Ik ben als on dergeschikte figuur de rode draad. Poog degelijk vakwerk af te leve ren zonder een al te nadrukkelijke stempel op het programma te druk ken. Maar ik ben wel tachtig pro cent van de tijd aan het woord. Maar het valt niet op. De kijker moet het idee hebben, dat kan ik ook. En de kwis is simpel. Er wor den geen vragen gesteld. De men sen moeten het zelf doen". „Ik maak zo'n kwis ambachtelijk. Probeer in vijf kwartier de mensen zoveel mogelijk te amuseren. Kijk, ik werk hier bij de pretfabriek van de AVRO. Je serveert een hapje en de mensen moeten dat met smaak eten. Hoe hoger de waardering des te meer het programma beant woordt aan het doel. De kwis scoort hoog, ja. We hebben een dik ke vijf miljoen kijkers en dat is meer dan alle andere. Het wordt gewaardeerd tussen de 7,2 en 7,4. Alleen Ted de Braak scoort hoger. Ja, die cijfers zijn heel belangrijk". „Je richt je op de grootste gemene deler. Zo zijn we met schildpadden begonnen maar de cavia's doen het beter. Is spectaculairder. Bruidjes en cavia's, een succesformule. Ge lukkig hebben de heren critici nog nooit positief over me geschreven. Critici Als ze dat deden zou ik onmiddel lijk stoppen. Ze vinden de kwis on benullig, ja. Maar ik vind hun stuk jes nog onbenulliger. Schrijven over tv programma's is toch een overbodige zaak. Je schrijft toch ook niet over de krant. Morgen wordt de vis er in verpakt. Een to neelrecensie is nuttig. Is een kri tiek goed, dan zeg je, ik ga ook kij ken!" „Maar bij tv-programma's is dat heel wat anders. Het typische is, de critici kennen het waarderingscij fer. Ze kunnen precies nagaan wie het best-scoort. Ze weten dat het publiek het programma mooi vindt. Ik scoor ook bij links Nederland. Maar het is net zo als met de Tele graaf, niemand leest hem, maar ie dereen weet wat er in staat. Met Privé hetzelfde. In mijn omgeving ken ik niemand die abonnee is, maar van de inhoud is men op de hoogte". „Zelf haal ik die bladen zelden. Mijn leven is te recht voor het rod delcircuit. Ik bewandel te weinig zijpaden. Story vroeg me laatst. Ik zeg sorry, ik doe alleen mee aan de cover-story. Wil niet op pagina 33 staan tussen Hepie en Hepie. Publi citeit daar heb ik niets tegen. Met een cover-story kom ik aan de bak. Anders wordt het toch maar een klein rotstukkie. Maar ik sta tegen over die bladen net zoals de men sen tegenover de Wie-kent-kwis staan. Als de mensen het nu fijn vinden, heb ik er geen problemen mee. Elsevier heeft me ook ge vraagd. Maar van Elsevier kan ik geen cover-story verwachten. Dat ligt anders". „Publiciteit. Je leert er mee leven. Die kwis heeft mijn leven veran derd. Er wordt op je gelet. De men sen kijken naar je. Als ik vroeger een nieuwe broek nodig had en de paskamer was vol dan trok ik die broek naast de paskamer aan. Dat kan nu niet meer. In een zwembad liggen is er ook niet meer bij. Krijg je meteen een hele zwerm kinde ren om je heen. Maar het heeft ook voordelen. Je wordt voor bepaalde evenementen gevraagd. Winkels openen, feestavonden aan elkaar praten. Daar staat een aardige ver goeding tegenover. Tot nu toe heb ik nooit een reden gehad om iets te weigeren. De STER, dat mag niet van de omroep. Een automatische voorselectie dus. Maar als ik ergens een nieuwe computer moet intro duceren, dan doe ik dat. Ik heb op het toneel gestaan, heb een stuk routine opgedaan bij de tv. Ik mag dan geen verstand van computers hebben maar door die routine red je je er wel uit. Je moet je toch elke keer weer waarmaken. Ook bij de televisie". „Of ik zelf veel tv kijk? Ik kijk naar andere kwissen om te weten wat de concurrentie doet. Het pro gramma van Willem Ruis, Vijf te gen Vijf, scoort niet. Men heeft een verkeerd programma om hem heen gezocht. Ruis wil de ster zijn. Daar voor biedt dat programma hem te weinig ruimte. Een kwestie van een verkeerde cast. Brandsteder scoort ook minder. Ik ben anders dan die mannen: Ben een soort P en C-meneer. Zoals ik al zei, ik ben in de kwis tachtig procent aan het woord, maar dat valt niet op omdat ik niet opval. De kwis is in die tien jaar ook nauwelijks veran derd. Het begin en het eind zijn hetzelfde gebleven. Tussenin kun nen we wat rommelen. Een spelle tje veranderen bijvoorbeeld. Maar zo geleidelijk dat het publiek het niet merkt. Je moet het zo zien: de mariakaakjes van Verkade verko pen goed; daar zet men toch ook niet plotseling een krent op". „En de kwis is goedkoop. We geven niet veel weg al lijkt het wel zo. Theo Eerdmans gaf vijftien jaar ge leden 1000 gulden weg. Wij trek ken per persoon 1500 gulden uit. Dat is dan drie mille voor een kop pel. Bewust voor koppels gekozen. Dan lijkt het meer. Bij de tv is het beter een kilo schuimpjes weg te geven dan één parel. Een kwestie van opkloppen, etaleren, show. Die kwis is nodig voor je geld. Een uur tv mag gemiddeld 30.000 gulden kosten. Daar zitten we tien mille onder. Na tien uitzendingen heb je dan een ton over voor andere pro gramma's. Ik spaar geld voor de AVRO maar geef dat in andere programma's weer uit. Door dit soort programma's hebben we Hol lands Glorie kunnen doen en nu weer Willem van Oranje. We be staan dit jaar zestig jaar en dat kost veel geld". Dreun „Geld dat ook nodig is om de AVRO groot te laten blijven. Ver lies je leden dan moeten er mensen uit. De VARA moet misschien me dewerkers ontslaan. De AVRO is er voor het grote publiek. Maar ook wij maken kunstprogramma's, lite raire en ga zo maar door. Maar niet hier. Dit is de pretfabriek. Wie iets artistieks wil maken kan dat, maar dan wel bij een andere afdeling". „Zo heb ik eens een programma over Slauerhoff gemaakt. Ontzet- ^red Oster verdint zijn brood als ■égisseur-produce. Dat doet hij al nds 1959. „Ik bn nu net zo hoog i net zo laag as toen ik begon, aarvoor was il aan het toneel, i: ee, de toneelschol heb ik niet af- ikt. Ko va: Dijk heeft dat %i>k niet gedaan. ligenlijk alle gro- n niet. Nadat Walter van der amp regisseur Ij de AVRO was ;worden nam ik zijn plaats bij de aagse (komedie in. Als Van der .amp acteurs en ctrices nodig had oor de tv haalde hij ze weg bij de aagse Comedie Ik mocht ook iee doen en op de manier kwam in aanraking met de televisie, et fascineerde ne. Het was voor lij het vak van le toekomst. Heb icht ik gelijk gedegen. Bij het to- sel is het nu konmer en kwel en Hè? tv heeft nog seeds toekomst". »er Lugtenburj heeft me bij de VRO gehaald. lij had een regis- ur nodig. Nu i Lugtenburg een lan die er o* faliekant naast 0jeunt of het hel goed doet. Wat e jdij betreft heeft lij het redelijk ge- anY(en. Ervaring lad ik niet. Kreeg "de^h een eigen »rogramma dat ik d Joest regisseren en met de hulp een paar NTS'ers ben ik er uit .ugekomen. Heb itijd veel vrijheid •kregen van de AVRO. Jarenlang Willem Diys gewerkt. Mu- lek mozaïek en de Vuist. De affai- jt-Van der Moosdijk was een hoog- je Jpunt. De kruidendokter dacht gt $el publiciteit te krijgen. Maar wij ïdden die kruiden l<ten testen en uitgenodigd de de kruiden isten slijten. Een nooie rel", n leuke tijd, die 'Tuist. Er was •n concurrentie, iedereen keek int er was één net en het kon (et dol genoeg. Maar we kregen inje. Ik werd te autoritair volgens iuys. Het zijn de sterren die moe- I n stralen, zei Wllem. Maar dan L lel door het licht dat ik hem gaf. heb hem wel ems te kakken ge- t. Hij kwam vaat te laat. Heb wel a ns met vier ninisters gezeten, jalaar Willem kwam niet opdagen. McPeo Ordeman n;m de regie over". '83peb ook jaren achtereen Televi- terdfr gedaan. Voar Van Meekren larl^ana. En het naandelijkse pro- griamma Flits. Toen de Vuist op- ?ld heb ik eer tijd gewerkt met iu van Burg. Net een stukje land refi hoofdprijs. Fantastisch. Zo on- allands, maai zo ontzettend lags. Een geveldige man Van tenj""g RÜ ha<* de grootste successen ze ikend maar wa: ook door de diep- gif dalen gegaan. Zowel persoonlijk ljcji in zijn werk" Wie-kent-kvis. De KRO had ?rend Boudewin en ik kreeg de "racht een nieuwe kwis in el- r te zetten. Ni kregen de prijs- inaars vaak prijzen die ze niet ;ize7d,g hadden. Na afloop van een nding leek let wel een ruil- s. We moestei het dus anders n. We zochten het in aanstaan- bruidsparen. Dat werkt sympa- fwiJek en het is leiit geven. Zorgden een winkel vaaruit de kandi- n een keus konden maken. En de presentator. De serie Can- had veel sirces. De mensen iden hem eei aardige vader. zoeken in Holland naar ie- nd die daar op lijkt. Siebe van Zee kwam mtt Peter Knegjens. man die in '18 een geweldige rtage verzorgde van de hon- meter van Fannie Blankers. Fred Oster: „Ik maak zo'n kwis ambachtelijk"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 21