finale
Marjolijn
verricht uniek
veldwerk bij
haar „meiden"
Steeds meer kampeerders
naar het boerenerf
ZATERDAG 26 FEBRUARIÏ983
MEERKERK Aan de smal
le en bochtige Broekseweg
tussen Meerkerk en Ameide
biedt een veehouder zijn vol
vette melk te koop aan voor
80 cent per liter. Een bordje
verwijst naar de hoeve, waar
deze voedzame drank voor
handen is, nummer 77. Het
melkvee wordt hier beheerd
door eeh boer, die eens een
naar zijn stiel genoemde partij
vertegenwoordigde in de Pro
vinciale Staten van Zuid-Hol
land. Nu slechts de roep van
een koekoek soms nog herin
neringen wekt aan dit politie
ke verbond, is Willem van
den Berg niet bij de pakken
neer gaan zitten. Met dezelfde
onstuimige voortvarendheid
vervult hij zijn functie als
wethouder van Meerkerk,
waar een plaatselijke groepe
ring (met drie zetels in de
raad) hem aan dit ambt heeft
geholpen. Het leven des ge-
rusten landsmans is maar bij
zaak geworden voor iemand,
die zich dit jaar bovendien de
schutspatroon mocht noemen
van 105.000 kampeerders. Zijn
lokale inzet als bestuurder en
politicus valt in het niet, ver
geleken bij de nationale strijd
om erkenning van de Stich
ting Vrije Recreatie (SVR) die
Van den Berg jarenlang met
grote hardnekkigheid gevoerd
heeft.
De knusheid van dit streven sticht
te verwarring in ons streng gere
glementeerde recreatiewezen; men
vreesde dat alles uit de hand zou
gaan lopen als iedereen zo maar
tentjes kon gaan opslaan op een
boerenerf. Ook aantasting van het
landschap werd verre van denk
beeldig geacht. Kortom, het zou
best een rommeltje kunnen wor
den, als die hoofdige boer uit Meer
kerk zijn zin kreeg, zo vreesden tal
van officiële instanties en bedrij
ven die de grote kampeerterreinen
exploiteren.
Intussen is er een andere wind
gaan waaien. Kleinschaligheid
werd een nieuw modewoord, nos
talgie een ander en nu er boven
dien minder geld uitgegeven kan
worden aan vakanties hebben de
SVR-boeren het pleit gewonnen.
De Stichting beschikt, twaalf jaar
na de oprichting, over ruim 700
adressen van boeren, fruittelers en
andere agrariërs, die een SVR-
kampeerterreintje in beheer heb
ben, de zogenaamde minicampings.
Deze „recreatie verstrekkende" be
drijven houden zich aan de voor
schriften, die moeten voorkomen
dat het echt een rommeltje wordt
en halen hun gasten niet het vel
over de neus. De bedragen voor
een staanplaats variëren ook in
deze sector gelden de wetten van
vraag en aanbod die per regio ver
schillen maar komen gemiddeld
op ongeveer 500 gulden per jaar.
Aanzienlijk lager dus dan op de
meeste campings. Soms zelfs veel
minder dan de helft van wat elders
gevraagd wordt. Vorig jaar heeft
blijkens een steekproef de grote
doorbraak zich ingezet met een to
taal aantal kampeerders van
105.000 tijdens vakanties en week
ends, terwijl er in 1981 nog geen
50.000 geteld werden. Er was dus
sprake van een royale verdubbe
ling. Vooral op de SVR-minicam-
pings in de Randstad bleef de be
zetting wekenlang 100 procent.
Buitenlanders
Opvallend noemt Willem van den
Berg de toegenomen belangstelling
uit het buitenland, vooral Duits
land en België, maar ook uit
Frankrijk en zelfs Scandinavië. Dit
buitenlandse aandeel nam zelfs toe
met 450 procent, zo berekent de
voorzitter in de stacaravan op het
erf, die dienst doet als hoofdkan
toor voor de stichting. Er werden
ook veel meer vakantiekampen bij
de boerderij ingericht door jeugd
groepen, scholen, verenigingen, en
zovoort.
Wat zo klein begon is uitgegroeid
tot een complete organisatie, met
telefoons die niet stilstaan, stapels
post, met 700 kampeeradressen en
10.000 donateurs, van wie als mini
mum-bijdrage tien gulden per jaar
wordt gevraagd. De boer wordt in
het toerisme langzamerhand verhe
ven tot een soort goeroe, die het
evangelie van de romantische pas
torale verkondigt aan allen die ver
moeid en belast zijn geraakt in hun
verstedelijkte omgeving.
Het internationale toerisme wemelt
van de aanmoedigingen, om terug
te keren tot het eenvoudige landle
ven. Vakanties op de boerderij
worden in heel Europa verkocht,
als gold het een therapie tegen
stress en de thans zo gevreesde de
pressies. Ook de SVR laat het niet
alleen bij de inrichting van kam-
peerterreintjes. De heer Van den
Berg beschikt nu al over 100 adres
sen van boeren, die een deel van
hun hoeve, stacaravans, huisjés of
verbouwde stallen aan vakantie
gangers willen verhuren.
Zo wordt de agrariër een sleutelfi
guur in het sociaal toerisme, zeker
nu zoveel minder draagkracht-igen
er toe gedwongen worden hun ten
ten dicht bij huis en zo goedkoop
mogelijk op te slaan. Vooral gezin
nen met kinderen worden aange
tast door deze hooikoorts. Rond
Kerstmis kwamen al volop aanvra
gen binnen voor de zomer" van
1983. Het ziet er naar uit, dat "voor
de vakantiemaanden juli en atigus-
tus alle minicampings in het wes
ten des lands spoedig volgeboekt
zullen zijn.
Kampeerraad
In Groningen, Friesland, Drenthe
en Overijssel is er nog wel een
plaats te vinden. Op Walcheren en
andere plaatsen in Zeeland treft
men nog veel minicampings aan,
die niet geregistreerd staan bij de
SVR en waarvan de eigenaren dus
ook niet verplicht zijn zich te tiou-
den aan de richtlijnen ten aanzien
van de prijzen, sanitair, enzovoort.
Willem van den Berg ziet dit met
lede ogen aan. Hij zou graag willen,
dat de aanduiding „minicampings"
beschermd werd door een wettelij
ke regeling en zal dit stellig onder
de aandacht brengen van zijn voor
naamgenoot Willem Aantjes, voor
zitter van de Kampeerraad. Zeer
tot zijn genoegen is de Meerkerkse
veehouder benoemd tot lid van
deze raad. Ook daar zal hij stellig
zijn verdragende stem verheffen
om voor de SVR pleidooien te voe
ren.
Dat zijn stichting nu erkend wordt
blijkt ook wel uit de oproep, die hij
samen met de Grontmij heeft' ge
richt aan de kampeerboeren om ge
bruik te maken van de bijdragere
geling landschapsverzorging. Dat
kan mooie subsidies opleveren voor
groenvoorzieningen en definitief
een einde maken aan de geruchten,
als zou deze kleinschalige recreatie
het platteland ontsieren.
Romantiek
De toekomst ziet er dus rooskleurig
uit voor de boeren en boerinnen,
die niet meer met boter naar de
markt gaan, maar hun gasten
's morgens hun verse eieren ver
kopen of thee op bed brengen.
Toch handelen ook zij min of meer
in illusies. Op veel boerderijen
moet men de gesuggereerde ro
mantiek met een (stal)lantaarntje
zoeken, nu zuignappen aan de uiers
gekoppeld worden, reusachtige ma
chines in plakken geperst hooi uit
spuwen en aan veel varkens en
kippen een scharrelverbod is opge
legd.
Dit leidt er toe, dat soms al allerlei
toestanden in scène worden gezet
om te laten zien hoe men in groot
moeders tijd boerde. Willem van
den Berg verrast de gasten op zijn
camping aan de Broekseweg soms
met een complete opvoering en zijn
vrouw wil best nog eens in de kaas
tobbe roeren om te laten zien hoe
het vroeger ging. Het feit dat veel
paarden door tractoren zijn ver
vangen, neemt men dan maar voor
lief. Evenals het feit, dat het idea
lisme van een robuuste boer de
aanzet heeft gegeven tot een orga
nisatie die groter en wellicht ook
logger en onpersoonlijker zal wor
den, naarmate méér vakantiegan
gers de voorkeur geven aan de in
tieme kleinschaligheid van het boe
renerf. Het zal niet de eerste keer
zijn, dat een revolutie haar eigen
kinderen verslindt.
L. J. LEEUWIS
Kamperen bij de boer geeft kinderen gelegenheid
om dieren te leren kennen en er mee om te gaan.
AMSTERDAM Er was tot
dusverre erg weinig bekend
lover jongeren die heroïne ge
bruiken en zich daarvoor aan
prostitutie overgeven. In Am
sterdam, waar de heroïnepros-
titutie nog steeds toeneemt,
wordt naast diepgaand onder
zoek van de GG GD ook
uniek veldwerk verricht. De
contacten met de vaak jeugdi
ge heroïneprostituées worden
op straat gelegd en op plaat
sen waar veel gebruikt wordt.
Gebleken is dat prostitutie
door jonge verslaafden tussen
de veertien en vijfendertig
jaar een bijzonder sociaal pro
bleem is, omdat meerdere
verschijnselen .die als zorg
wekkend kunnen worden be
schouwd, hier gelijktijdig op
treden. Het is een probleem
met volkomen eigen kenmer
ken, waar de hulpverlening
haar handen vol aan heeft.
Geconcludeerd mag worden dat het
vaak om jonge mensen gaat die
loor opvoeding en omgeving geen
naatschappelijk perspectief meer
:ien. Via heroïnegebruik, vrijwel
iltijd in combinatie met cocaïne en
illerlei soorten pillen kunnen ze
ïun afkeer van de maatschappij la
ten blijken, terwijl ook hun verlan-
;en naar een „kick" bevredigd
/ordt. Acuut geldgebrek drijft hen
lan meestal in de prostitutie, een
lanier om veel geld te verdienen.
Iet dat geld kunnen ze hun versla
ving langdurig in stand houden en
daardoor komen ze al gauw in een
vicieuze cirkel terecht. Door de
vele negatieve publiciteit voelen ze
zich een uitgestoten groep.
,Ik ben' toch maar een vieze hoer",
:eggen ze vaak tegen veldwerkster
Vlarjolijn, die na twee en een half
aar intensief met hen te hebbeh
jpgetrokken nuchter concludeert
lat het „heel normale, leuke mei-
in" zijn.
De straat op
larjolijn (30) verricht uniek veld-
/erk vanuit de stichting Regen-
)oog, een interkerkelijke instantie
lie zich sinds 1974 in nauwe sa-
lenwerking met de Amsterdamse
1G GD bezighoudt met het ge-
iruik van harddrugs. Een team
'an acht mensen onder leiding van
ljJelle van Veen doet het veldwerk,
d. Iiplarjolijn gaat daarbij als enige de
preptraat'op om de verslaafde prosti-
juées in hun werkterrein en woon
gebied op te zoeken. Als lerares
cinderverzorging werkte zij een
stenf»antal jaren in het kader van de al-
hulpverlening in het
ageipuitenland. Het laatste jaar, in het
der stervenden in Calcutta,
leeft haar voldoende gehard om
huidige werk aan te kunnen,
als^e ziet het heroïnegebruik net
ïerdpls de ellende in India als een
zich Uitvloeisel van de maatschappij-
eren»ructuur. Zonder veel illusies koos
voor een niet-radicale aanpak,
dïAls ik me als doel had gesteld ie-
beijtereen te laten afkicken was ik
een maand gefrustreerd ge-
toejveest", legt ze heel nuchter uit.
oicej-Stoppen kun je niemand aanpra-
ïeefllen- Pas als ze voor de grens staan
rekejum je ze overhalen. Ik probeer
alleen de chaos in hun le-
;n wat te ordenen en daarin wat
ïstpunten te scheppen. Ik ga naar
toe, praat met ze en luister naar
len. Ik probeer alternatieven voor
te zoeken, zodat ze een leefbaar
der bestaan krijgen en zich daar
door veiliger voelen".
>it directe straatwerk is uniek in
hoofdstad en komt in andere
indr^eden bijna niet voor. Midden in
Mfiet tippelgebied is een soort „huis-
gevestigd, waar verslaafde
n Gprostituées de hele nacht kunnen
innenstappen voor een kop koffie
lers^n een praatje. Het contact ver-
de onderlinge solidariteit.
bacPaarnaast kunnen ze ook gebruik
en fcaken van de methadonposten en
pethad on bussen van de GG GD,
Rojerwijl de Regenboog samen met
Streetcornerwork en het Jellinek-
karaNntrum de psycho-sociale begelei-
>r isPing verzorgt. Onder de stichting
gebrpegenboog vallen ook een afkick-
•ntrum in Bussum en een afkick-
lerderij in Noord-Nederland. Het
allefcrcentage meisjes dat daar te-
is echter heel laag.
ertrouwen
depet aantal verslaafden onder de
rostituées in de rosse buurt van
jnenMsterdam wordt geschat op 75
Bri#?cent. De m,eeste heroïneprosti-
lag pes tippelen in de Utrechtsestraat
rhat|n op het Rembrandtsplein, waar
haaM verslaafdenpercentage 95 is.
"Vijf avonden in de week loopt
prjolijn tot drie, vier uur
niP nachts talloze straten, cafés en
af. Om de sfeer te
Tharroeven en het vertrouwen te win-
vaifpn van haar „meiden". „Soms zeg
kanft een jaar lang „hoi" tegen ie-
ijkepnd, zonder dat ze iets'terug zegt.
staafveren worden al gauw nieuws
gierig en dan is het contact gelegd.
SI#6 zien dat ik ook kom als het re-
Al op
veertien
jarige
leeftijd
begint
heroine-
prostitutie
De rosse buurt van Amsterdam, het tippelgebied van de heroïneprostituées.
gent of sneeuwt en dat ik niet met
een scriptie bezig ben. Want ze ha
ten schijn-geïnteresseerdheid en
pottekijkers".
Er is ook een stuk verbondenheid
ontstaan omdat Marjolijn zelf tij
dens haar werk ook een keer of
acht gearresteerd werd wegens
vermeend tippelen. „Ik werd ook
in die wagen gegooid en net als zij
in die wachtruimte gesmeten", zegt
ze heel ernstig. „Het contact is er
dpor gegroeid. Het allerbelangrijk
ste is hun levenswijze te accepte
ren, waardoor ze zichzelf niet lan
ger beschouwen als die allerergste,
uitgekotste groep, waar iedereen ze
voor uitmaakt. Dat ze meer zijn
dan het lichaam dat ze verhuren".
Herhaaldelijk stuit Marjolijn bij
haar veldwerk op onbegrip, zowel
bij de directe omgeving als bij offi
ciële instanties. Ze werd herhaalde
lijk bedreigd door de figuren om
zo'n verslaafde vrouw heen. Vooral
als ze er in slaagt voor iemand uit
een kraakpand of hotelletje een ei
gen woninkje te vinden of een
gastgezin. Marjolijn: „Als ze een ei
gen plek hebben, zie je toch dat ze
weer aandacht voor andere dingen
krijgen. Dat ze ineens weer voor
zichzelf gaan koken of er verzorg
der bij lopen. Trots op hun vaste
adres zoeken ze soms ineens hun
ouders weer op. Ik probeer hen al
tijd zover te krijgen dat ze het aan
de familie vertellen. Want hoe gaat
het vaak: ze lopen weg van huis en
vallen dan al gauw in handen van
figuren die doelbewust op zoek zijn
naar eenzame, kwetsbare en beïn
vloedbare jongeren".
„Na de eerste „liefdevolle" opvang
met de daarbij behorende heroïne-
kick worden ze gewetenloos en
vaak hardhandig de straat, opge
stuurd om de hoer uit te hangen.
Deze meisjes leiden een buitenge
woon opgejaagd en uitputtend le
ven met soms desastreuze gevolgen
voor hun lichaam en geest. De he-
roïnewereld is een mannenwereld,
waarin handelaren, helers, kroeg
bazen, kamerverhuurders en pooi-
•ers de dienst uitmaken. Het is in de
praktijk heel moeilijk de meisjes er
weer uit te halen. Ze zijn gewend
aan veel geld en hebben doorgaans
meer meegemaakt dan andere
vrouwen in een heel leven".
Veertien jaar
Veldwerkster Marjolijn bezoekt ge
regeld zo'n 250 verslaafde meisjes
die zich aan prostitutie hebben
overgegeven, maar ook de figuren
die er omheen hangen. Haar erva
ring is dat meisjes rond de veertien
jaar het moeilijkst te benaderen
zijn. „Ze staan enorm achterdochtig
tegenover elke vorm van hulpver
lening, omdat er al te veel aan hen
gesleuteld is".
Uit de verhalen heeft ze kunnen
opmaken dat de meesten ermee be
ginnen uit nieuwsgierigheid, om
het geld, om de onafhankelijkheid,
om de spanning van het beroep of
simpelweg omdat ze mee willen
doen. Marjolijn ziet een duidelijke
samenhang tussen de verslaving en
een dodelijke verveling. „De men
sen zijn niet meer gewend zich niet
lekker te voelen", verduidelijkt ze.
„Ze voelen zich machteloos omdat
ze niet meer nodig zijn. Er is geen
werk voor ze en ze hebben toch de
drang om te experimenteren. Bo
vendien willen ze iets doen wat
niet mag. Heroïne geeft een snelle
bevrediging". Prostitutie geeft bo
vendien een dagvullirig. „Het is
heel belangrijk dat ze iets te doen
hebben", vult de veldwerkster van
uit haar eigen ervaringen aan.
„Daarom is bijvoorbeeld het ver
strekken van gratis heroïne alléén
volgens mij beslist geen oplossing.
De meeste meisjes zijn niet uitslui
tend verslaafd aan heroïne, maar
ook aan cocaïne, pepmiddelen,
slaapmiddelen, tranquilizers en me
thadon. Wel zou ik willen pleiten
voor een uitkering voor die meisjes,
zodat ze niet zoveel hoeven te tip
pelen. Bovendien geeft datgeld
hun een rustpunt en zekerheden
zoals een verzekering en dergelij
ke".
Overwinteren
's Winters hebben verslaafde pros-
tituées het 't moeilijkst. Ze staan
voortdurend in de kou en hebben
minder klandizie, omdat er minder
toeristen zijn en de vaderlandse
klanten hun geld bewaren voor de
feestdagen. Marjolijn: „Soms zie je
dat ze bij een klant in huis trekken
om daar te overwinteren".
Tijdens haar werk constateerde de
veldwerkster een bepaalde hiërar
chie onder de prostituées. Een ge
wone verslaafde kijkt neer op een
verslaafde prostituée omdat die
geen andere wegen vindt om aan
drugs te komen. Een gewone pros
tituée kijkt ook neer op haar ver
slaafde collega omdat die in haar
ogen het geld weggooit aan een
verslaving in plaats van het te spa
ren voor de toekomst. Bovendien
verpesten verslaafde prostituées de
markt. Het is meerdere malen
.voorgekomen dat zo iemand in de
gracht werd geduwd. Hoewel ze als
de dood zijn voor kiekten hebben
deze verslaafden nogal eens ver
borgen lichamelijke kwalen. De
Amsterdamse GG GD houdt da
gelijks spreekuur, maar vaak drei
gen ze toch lichamelijk in de ver
nieling te raken. Soms sleept Mar
jolijn iemand mee naar het zieken
huis, maar vaak ontsnappen ze na
een paar dagen al omdat ze zich
daar doodvervelen.
Verslaafde prostituées leven van
dag tot dag. Hun interesse is gro
tendeels en soms uitsluitend gericht
op het „scoren". Zo rond de dertig
stoppen de meesten er weer mee of
gaan over op alcohol. Vijfendertig
jaar blijkt een magische leeftijd te
zijn. „Dan zijn ze het leven zat en
gaan er de slechte kanten van in
zien. Ze gaan er natuurlijk ook
minder goed uitzien en moeten dus
meer doen voor minder geld. Ver
geet niet dat het op die leeftijd ook
vaak een keuze tussen leven of
dood wordt. Soms verdwijnen ze
ineens naar elders".
Frappant is ook dat heroïneprosti
tuées vaak kinderen krijgen. Het
Wilhelmina Gasthuis heeft zelfs
een speciale kraamafdeling voor
zwangere verslaafden waar jaar
lijks zo'n dertig tot veertig kinde
ren geboren worden. De baby's ko
men verslaafd ter wereld en moe
ten dus eerst afkicken. Daarom
heeft het WG een intensive-care-
afdeling op de couveusezaal. Het
kind moet nog blijven als de moe
der alweer naar huis is vertrokken.
Een vertrouwensarts houdt in de
gaten hoe de zorg voor het kind is
en neemt eventueel maatregelen.
Marjolijn begrijpt heel goed waar
om verslaafden zo graag kinderen
willen. „Het is een bevestiging dat
alles toch zo erg nog niet is. Het be
tekent dat ze ondanks alles, net als
anderen, nog gewoon vrouw zijn".
CORRY VIS