lë
£eidóc0outcmt
Stompwijk was zichzelf
„Dorp van saamhorigheid":
eretitel na verkeersramp
zaterdag 26 februari 1983
TOMPWIJK Het toch
1 niet grote kerkhof, met
:'n zerken en tekenen ter
ïerinnering, naast de kerk
- yan St.-Laurentius
a-!t plaatselijk stamhuis des
'eloofs was donderdag
!'s morgens én 's middags
keel en veel te klein voor
lie vele honderden
jiterii ouwende mensen. Rijzig
boven allen uit
burgemeester De Vreeze
en een hoofdje kleiner z'n
blonde echtgenote. Twee
keer op één dag en
woensdagavond bij de
avondmis kwamen ze in
drommen opzetten om
afscheid te nemen. Er was
op Stompwijks laatste
station wel plaats voor de
ontelbare vliegjes die
dansten in de matte gloed
van een winterzon. Een
vleugje wind joeg ze in je
gezicht en tussen je haren.
Maar bijna niemand
merkte dat. Stompwijk
was zichzelf niet meer op
die ogenblikken. Of
misschien juist wél.
Pastoor Ed A. M. Paap,
sinds een half jaar rustend
en wat lastig ter been, zei
met iets dat op een flauwe
glimlach leek: „Nüzie je de
Stompwijkse
gemeenschap pas goed.
Kijk daar maar eens naar.
Dat is zo iets prachtigs.
Daarom wilde ik er ook
voor geen goud vandaan!"
ti
De dragers
kwamen een dag
lang niet uit het
zwarte pak met
de tressen en de
hoge hoed
Dorp
met
bijna
evenveel
verenigingen
als
inwoners
de Stompwijkse Laurentiuskerk zo vaak op één dag geluid.
Nog nooit eerder heelt de klok van
die van Leidschendam aan de an
dere.
Het grasgebied ziet er nu nog erg
flets uit en ligt te wachten op het
frisse groen van de lente, maar
overal gaat de gier er al over. De
Stompwijkse vaart heeft de oude
functie verloren, want er trekken
geen schuiten met riekende „mist"
meer doorheen. De oudfe kwakels,
die omhoog konden of gedraaid,
zijn goeddeels vervangen door vas
te overgangen. Maar op het karak
ter van de Stompwijkers hebben
die veranderingen geen nadelige
invloed gehad.
Vroeger kende het dorp een agrari
sche meerderheid, maar het aantal
boeren is sterk verminderd. Tuin
derijen, ook met? bloementeelt,
kwamen in opkomst. Veel tuinders
uit het Westland trokken naar de
contreien buiten Stompwijk en
richtten er een tuinbouwcentrum
in. Je vindt er ook nogal wat „tele
foonmensen" met het PTT-La-
boratorium in Leidschendam in de
buurt. Opmerkelijk voor zo'n klei
ne gemeenschap is het grote aantal
„kleine" middenstanders, die overi
gens donderdag bijna allemaal de
knip op de deur hadden gedaan om
voor het laatst bij die vier vrienden
en vriendinnen te kunnen zijn.
Van het middagslaapje van pastoor
Ed Paap is niet veel terechtgeko
men, die middag. Er is trouwens
niet zo vast geslapen de laatste paar
nachten in Stompwijk. Men is er
geen rampen gewend. Ed Paap:
„En dit was een echte ramp, heel
erg".
Maar de Stompwijker heeft zichzelf
ook nu weer niet verloochend. De
pastoor weet het maar al te goed:
„In deze gemeenschap loopt elk
ding als een trein; ze organiseren
alles zelf. Je hoeft maar een kik te
geven en het komt voor elkaar. Het
is werkelijk fabelachtig hoe ze hier
met elkaar meeleven; het is alle
maal familie en kennissen van el
kaar in dit dorp met weinig „im
port". Het vorig jaar werden er
veertig huizen bijgebouwd, maar
die gingen bijna stuk voor stuk
naar eigen mensen. Toch is Stomp
wijk geen typisch gesloten gemeen
schap, maar, het blijft het eigen
bloed trekken. Er zijn er verhuisd
naar elders, naar Leidschendam
bijvoorbeeld, maar Stompwijk blijft
het dorp waar men terugkomt,
waar die lui weer op afkomen: eens
een Stompwijker, altijd een Stomp
wijker. Bij de uitvaarten zongen
oud-Stompwijkers in ons koor mee.
Machtig hoor, zo'n stel Haghe
Sanghers erbij".
Gemeenschapszin
Iedere Stompwijker ofschoon
geen kettinglezer leest De
Dorpsketting, een wekelijkse
dorpskroniek die eens door Ed
Paap werd opgezet. Nummer 647
alweer. Het blaadje wordt goed
deels gevuld met verenigings-
nieuws. Maar als je de Dorpsgids
openslaat, wordt de grote, bijna
verpletterende concentratie van ge
meenschapszin pas goed duidelijk.
De verenigingen, op welk terrein
ook, worden er bij vele tientallen
in genoemd. En iedereen is wel lid
van meer dan één vereniging: de
landelijke rijvereniging, de hand-
bal-, tennis- of gymvereniging, de
harddraverijvereniging Nooit Ge
dacht (waar de omgekomen hand
balsupporter Leo van den Bosch
bestuurslid van was), de ijsclub, de
voetballende Stompwijkse Boys, de
fanfare Juliana, sociëteit De Gaan-
ders, de motorcrossclub, de jonge-
'rensociëteit Oase, het toneelgezel
schap, de volksdansgroep en „zich
oriënterende vrouwen". Het dorp
telt drie disco's, voor het eigen
„flashlight" der jeugd en er zijn
knapen bij die zich „outlaws" noe
men. Zo gaat Stompwijk met z'n
tijd mee.
Ach, het is maar een greep, echter
alles is even belangrijk voor de
Stompwijkers, die nauwelijks de
tijd kunnen vinden om 's avonds
ongestoord naar de televisie te kij
ken. Ze zijn liever onder elkaar om
er „iets van te maken". Pastoor
Paap: „Je kunt het zo gek niet
prakkizeren, of het is er, in Stomp
wijk. We hebben pas een nieuw
schoolhoofd gekregen. Die man is
nu eenmaalr wild op schaken. Nou
is er pats-boem ineens een bloeien
de schaakclub op Stompwijk. Ook
dat nog. Nieuw! Wat hebben We
hier niet?"
Middenin de randstad heb je hier
en daar nog van die zeldzame plek
jes met „eigenheimers". Daar is
Stompwijk er één van. Vlakbij
staat een prachtige „driegang" van
molens, die zich blauwgrijs tegen
de einder aftekenen. Holland, pol
derland, en daar heeft ooit Stomp
wijk zich op neergevlijd. Er zijn
langs de sloten nog polderpaden,
die bijkans onbegaanbaar zijn voor
het „snelverkeer". Zit je daar een
maal vast, dan kom je er niet zo
gauw meer uit en kun je beter kij
ken naar een paar tegen een hek
hoofdschurkende „witachtige"
paarden en naar de bewoonde lijn
van Stompwijk met z'n toren, die
de klok van Laurentius laat beie
ren.
In onze tijd ligt het dorp klein
maar dapper tussen de bomvolle
agglomeraties in. Niet voor niets
vinden de jongeren er hun „Oase".
Bij de discussies over gemeentelijke
herindeling voelt Stompwijk zich
opgelaten. Sedert ze „Leidschen-
dammers" zijn, voelen ze zich daar
in bestuurlijke zin bij thuis. Dat
moet maar zo blijven, vinden ze. In
geen geval naar Zoeterwoude, dat
die amper tweeduizend Stompwij
kers er best bij wil hebben om z'n
eigen gemeentelijke hachje te red
den. Die twee verschillende dorps-
karakters liggen elkaar niet zo best.
Hoewel, er zijn banden met Zoeter
woude, zonder meer.
Maar deze week, en nog veel lan
ger, heeft Stompwijk wel iets an
ders om mee bezig te zijn. Een heel
dorp gaf een hele dag aan de nage
dachtenis van vier medebewoners.
De mannen van de begrafenis, de
dragers, kwamen een dag lang niet
uit het zwarte pak met de tressen
en de hoge hoed. Mannen, zelf op
enige leeftijd, die ook in de kerk
collecteerden voor missen die de
pastoor wil opdragen voor de ziele-
rust van Adriana. Carolina, Leo-
nardus en Cornelis. De rieten
mandjes moesten tussentijds ge
leegd worden.
Noodklok
Nog nooit eerder heeft de klok van
de Stompwijkse Laurentiuskerk zo
vaak op één dag geluid. Het was
een noodklok voor doden en leven
den. En buiten, tussen kerk en be
graafplaats. was het niet koud.
Daar stonden zo veel ontgoochel
den opeen, dat het er warm was.
Jongens en meisjes droegen in een
rij de bloemstukken naar de gedol
ven graven. Pastoor Paap, een
ogenblik niet rustend, schatte het
aantal bloemwerken op „ruim hon
derdenvijftig stuks; zeker voor vijf
duizend gulden aan bloemen".
Maandenlang laat de dood zo'n
dorp links liggen en dan. opeens,
wordt hij genadeloos en slaat mas
saal gaten in levens. „We geven
onze dierbaren nu uit handen", zei
pastoor De Jong, kruisheer, en hij
tekende met het donkere proces-
siekruis kruisen op de kisten, ten
teken van het geloof in de opstan
ding op de jongste dag. In Turijn
meer dan zestig doden. In Stomp
wijk waren het er vier.. Maar God,
wat is dat hard aangekomen.
TON PIENTERS
Foto's: CEES VERKERK
dan kun je beter kijken naar een paar tegen een hek hoofdschurkende „witachtige" paarden en naar de bewoonde lijn van Stompwijk met
z'n toren die de klok van Laurentius laat beieren.
let dorp ligt, volgens de regelrechte regelen van een vaarweg, langge-
tkt in een weids land.
een half jaar ter plaatse in de ziel
zorg, maar al een fervent HSV-sup-
porter), die uiterlijk getekend de
uitvaartdiensten leidde, zei tussen
de gewijde teksten door: „Maanden
gaat de dood aan Stompwijk voor
bij en plotseling moeten we in één
klap vier van de onzen missen". En
wat er nog op volgt. Zowat iedere
Stompwijker heeft iets met dit dra
ma te maken.
Bij de viervoudige begrafenis was
ook een deputatie van Amersfoort-
se politiemannen die bij de nasleep
van het ongeluk betrokken waren.
Een wachtmeester „op jaren" zei:
„Ik heb in mijn loopbaan heel wat
narigheid meegemaakt, maar dit
spande wel de ellendigste kroon
van alles. Het had zelfs nog een
grotere ramp geweest kunnen
zijn".
temdDe emeritus-pastoor (oud-kanun-
notéik van het Rotterdams kapittel en
in (téud-deken van Alphen aan den
I. 03( tijn) heeft recht van spreken, want
de veertien jaar die hij op
tompwijk „stond en er tevens de
ïuziek minde, liep hij alle verjaar-
agen van zijn mensen, groot of
:lein, af. Zo heeft hij ze leren ken-
len, die bijna tweeduizend Stomp
wijkers; voor het merendeel katho-
ieke zielen. Ze moeten praktisch
llemaal op de begrafenis van hun
ier omgekomen dorpsgenoten zijn
eweest. De kerk, die zeshonderd
itplaatsen heeft, was bij drie vie-
ingen stampvol. Nog voller dan in
.hongerwinter", voller dan bij
e ouderwetse voor-conciliaire zon-
agsmis van twaalf uur met de
taanders achterin, veel voller nog
an met de Kerstnachtmis of op
i flfasen. Kerks of niet-kerks, men
%j^as er. Tot in de zijpaden en boven
p het koor.
leestal zie je de mensen van
tompwijk allemaal zo bij elkaar
ls ze plezier hebben, als ze met al
un nauwelijks te tellen verenigin-
bezig zijn. Maar nu het leed
lotseling had toegeslagen ontbrak
r ook geen en de stilte sprak van
un grote solidariteit.
Mgelopen zondagmorgen vertrok
>rn half tien een bus met handbal
en supporters van de handbal-
HVS. Op weg naar een
resultaat bij een uit-
in Groningen. „Vlug en
die Groningers. Daar
HVS, betrekkelijk vroeg uit
veren, tegenaan. Vol spanning
ze in die bus, want het degra-
bedreigde HVS. Ze
er tegenaan en volgende
zouden ze wel weer verder
uur later viel onder
zo maar ineens een
wereld in duigen. Vier
waren op slag dood, weg,
werden er gewond, van
één levensgevaarlijk. Donder-
werden de 21-jarige HVS-
Carla van den Bosch, haar
moeder Adriana, de 60-ja-
Leo van den Bosch
50-jarige Kees de Bruin be-
Pastoor H. P. de Jong (pas
Erfheerlijkheid
Het Zuidhollandse dorpje Stomp
wijk maakt deel uit van de
meente Leidschendam; sinds de
eerste decennia van deze eei
toen Stompwijk en Veur samen de
gemeente Leidschendam gingen
vormen. Voordien was Stompwijk
zelfstandig, met een eigen raadhuis,
een eigen burgemeester en een ei
gen gemeentewapen met „het dor
stige hert". Vroeger waren er ook
veel meer cafés dan de stuk of drie
van vandaag. Maar „Het Blesse
Paard" is nog steeds een overgele
verde erfheerlijkheid, waar men
volgens Stompwijkse zeden gelaafd
en gespijzigd kan worden. Een
neergestreken vreemdeling zal zich
daar altijd een ogenblik vreemd
aangekeken voelen. Die hoort er
ook niet helegaar thuis. Een
Stompwijker is niet ongastvrij, be
paald niet, maar hij zit het liefst
„op z'n eigen".
De Stompwijkers zijn en waren al
tijd levenslustig. Zoals de uit het le
ven weggerukten. „Ze hielden van
het leven", zei de pastoor. Niet on
middellijk fijnbesnaard zijn de
Stompwijkers, want ze zeggen net
zo goed waar het op aan komt.
„Doe maar gewoon, dan doe je al
gek genoeg", lijkt hier geboren te
zijn. Het dorp ligt, volgens de regel
rechte regelen van een vaarweg,
langgerekt in een weids land, dat
begrensd wordt door de skyline
van Zoetermeer aan de ene kant en