m H&BB ►e „Het verstand zei dat alles moest kunnen, maar het gevoel kon't niet meer bijbenen" Hoe lang kunnen kwaliteit en rijheid van het onderwijs nog samengaan? DR.ITEKE WEEDA OVER HUWELIJK EN SCHEIDING Politiek Partij Parlement Binnenland CeidócSoii^mt ZATERDAG 19 FEBRUARI 1983 PAGINA 7 ndenwrijvend begaven we jongstleden dinsdag naar Tweede Kamer om het de- de begroting Ikshuisvesting, Ruimtelijke aa dening en Milieubeheer aan horen. Vooral de behande- i het onderdeel Volks- ,\\rfsvesting had onze warme angstelling, want dat on- ■werp staat al jarenlang ga lt voor amusante woorden- selingen tussen de woning- iwdeskundigen van PvdA ircel van Dam), CDA (Stef kman) en VVD (Pol de ir). Vooral Marcel van Dam daarbij vaak kleurig ïrwerk af te steken. Het dat Van Dam dit jaar voor laatst in zijn fractie de kshuisvesting onder zijn 'de heeft (hij wil zich nu s anders specia- <ren) was een reden temeer het debat met aandacht te en. Aan onze verwachtin- werd naar bevrediging daan. En al leverden Van Dams oppositionele bijdragen hem uiteindelijk geen enkel politiek succes op (want CDA en VVD steunden minister Winsemius en staatssecretaris Brokx op alle fronten), toch was zijn aandeel in de discus sie de moeite van het horen en zien alleszins waard. De stijgende woonlasten speel den in het debat een belangrij- kq rol. Door onder meer de aanstaande huurverhoging van vijf procent en de verla ging van de huursubsidies ko men veel mensen met een be scheiden inkomen steeds meer in financiële problemen. Van Dam haalde een voorbeeld aan van een vrouw die van de bijr stand leeft en samenwoont met een 18-jarige zoon, die het i-jeugdloon verdient. GEVOLGEN Van Dam: „Ik heb al uitgere kend wat de gevolgen zijn voor dit gezin, na betaling van de woonlasten die nu zijn ver hoogd. Ik kom tot geen andere conclusie dan dat die van het ene op het andere jaar 250 gulden per maand minder aan andere dingen te besteden hebben. Ik wil graag van de regering weten of dat zo is. Ik heb eens nagegaan wat die mensen zouden moeten doen. Die mensen moeten de krant 'eten alle huisdie- wegdoen, moeten de tele visie wegdoen, moeten de tele foon wegdoen, mogen naar geen enkele cursus meer, moe ten bedanken voor het CDA ze zijn overigens gek als ze daarvan lid zijn ze moeten bedanken voor de omroepver eniging en de vakbeweging, ze kunnen hun haar niet meer laten knippen, kunnen hun goed niet meer wassen, moe-, ten alle verzekeringen opzeg gen en moeten tenslotte nog iets van het eten afdoen". Op dat moment boog achter de regeringstafel staa tssecretaris Brokx zich naar zijn micro foon. „Ik krijg bijna de indruk dat het voorbeeld van de heer Van Dam langzamerhand een karikatuur is geworden", zei hij. Vervolgens vroeg Brokx zich af of de vrouw en de zoon uit het voorbeeld van Van Dam werkelijk van alle door hem genoemde uitgaven zou den moeten afzien. „Wacht eens even", reageerde van Dam. „Van die uitgaven hoeft niet te worden afgezien. Ik kan die mensen de krant laten houden, de televisie laten hou den, lid laten blijven van het CDA en dan laten verhonge ren. Dat kan natuurlijk ook. Er kan ook alleen op het eten bezuinigd worden, of op de kleding. Ik heb alleen dingen genoemd die men eventueel nog kwijt zou kunnen Intussen was bij de woord voerders van VVD en CDA een groeiende ergernis te be speuren over de wijze waarop Van Dam zijn kritiek op de toenemende woonlasten de vergaderzaal inslingerde. „Dit is pure demagogie", meende de VVD'er Pol de Beer. Van Dam liet zich daardoor echter niet van zijn stuk brengen. „De heer De Beer mag mijn verhaal best demagogisch noe men", zei hij. „Maar ik noem het a-sociaal om mensen met een inkomen van nog geen 2000 gulden in de maand, waarvan ze met z'n tweeën moeten rondkomen, in één klap met een dergelijk hoog bedrag achteruit te laten gaan. Dat mag de heer De Beer de magogisch noemen, maar die mensen denken er in ieder ge val anders over en ik toevallig ook. De waarheid wordt wel eens vaker voor demagogie aangezien!". BEREKENING De volgende middag, toen het debat werd voortgezet, had staatssecretaris Brokx inmid dels door zijn ambtenaren la ten uitrekenen of het voor beeld van Van Dam klopte. Op een vel papier, waarmee De Beer al gnuivend rondliep, stond een berekening waaruit bleek dat de bijstandsmoeder en haar zoon uit Van Dams verhaal er niet 250 gulden per maand op achteruit zouden gaan, maar 80 gulden. Van Dam maakte zich er echter kwaad over dat hij dat papier nog maar net (via enkele jour nalisten) onder ogen had ge kregen, terwijl de woordvoer ders van de regeringspartijen de berekening van het minis terie kennelijk al veel langer in hun bezit hadden. Daarop ontstond een chaotische woor denwisseling, waarbij kamer voorzitter Dolman verwoede pogingen deed, de discussie in rechte banen te krijgen en de VVD'er De Beer zelfs een keer, heel ongebruikelijk, zijn opponent Van Dam in een vlaag van opwinding tutoyeer de. Op een moment dat de staatssecretaris aan het woord was om uit te leggen hoe de vork naar zijn mening in de steel zat, begaf De Beer zich naar de interruptiemicrofoon. De Beer: „Mag ik hierover iets opmerken?". Brokx: „Nee. Ik spreek nu lie ver even uit. Daarna luister ik natuurlijk ook naar de heer De Beer. De koopkrachtverla ging zou in mijn berekening ongeveer 80 gulden per maand zijn. Dat is ver af van de 250 gulden die de heer Van Dam gisteren noemde Van Dam: „Mag ik de staatsse cretaris Dolman: „Ik zou de leden en de staatssecretaris willen vra gen, op de voorzitter te letten. Het woord is aan de heer De Beer". De Beer tegen Van Dam: „Met betrekking tot dat stuk (de be rekening van het ministerie) zou ik willen zeggen dat ik het nog maar tien minuten in mijn bezit heb en niet van de staats secretaris heb gekregen. Hoe ik eraan ben gekomen, gaat je geen bliksem aan". Van Dam: „Mag ik op dat punt om het commentaar van de staatssecretaris vragen?". Brokx: „Als u nu eens even mij. de Van Dam: „Via de luister ik nooit naar u". Brokx: „Dat blijkt mij ook re gelmatig". Enfin, zo ging het nog een poosje door. De moeder en de zoon bleven in de discussies de hoofdrol spelen, maar het de bat kreeg steeds meer het ka rakter van een welles-nietes- spelletje tussen enerzijds De Beer, Dijkman (CDA) en Brokx en anderzijds Marcel van Dam. En wie ons nu zou vragen, wie er gelijk had, we zouden het werkelijk niet kunnen zeggen. Wat dat be treft was het debat verre van bevredigend. Liet Van Dam soms alleen „de achterkant van het gelijk" zienDe eni gen die het werkelijke ant woord weten, zijn de moeder en de zoon zelf. Die voelen binnenkort in hun portemon nee wat de gevolgen van de stijgende woonlasten zijn. DICK VAN RIETSCHOTEN nstaande huwelijk- irtners bereiden zich uwelijks of zeer onvol- ende voor op het huwe- Er wordt doorgaans gegaan van vage, ro- intische verwachtingen, [ïiiengevat onder het nog afdoende aderde begrip liefde. worden tussen partners uwelijks deugdelijke af- •aken gemaakt over ikverdeling, kinderkeu en kindertal, financiën, -endajje tijdsbesteding en car- replanning. in nog minder mate wordt ;esproken in welke ite de partners elkaar ij laten in tal van emo- •nele en zakelijke aan- "egenheden. /er huT roothèt huwelijk wordt vaak 1 - °en|kozen om negatieve re- *1, 05 -|nen: als vluchtplaats uit ïieuwi' dere" onbevredigende krampsituaties zoals ouder- gezag of arbeidsver- ,el- ichtingen. En al die ichte startpunten doen t.V.jel huwelijken misluk- ~it stelt de Wageningse y 'zinssociologe C.J.Weeda die een on- zoek heeft verricht i7.0Jar de oorzaken van eidingen en in het bij der naar de huwelijks lieven in gevallen die een scheiding uitlie- Inmiddels is het rap- van mevrouw Weeda ir 45,- te koop bij het itraal magazijn van de idbouwhogeschool in igeningen. Daarnaast 'eidt zij een goedkope gepopulariseerde sa- invatting van haar we- ichappelijke rapport steravond was zij te gast het TV-programma i op Vrijdag. WAGENINGEN Men sen zoeken hun geluk vrijwel nooit bij zichzelf, maar bij een ander. En dan hebben ze het over huwelijk, geborgenheid en liefde. Mensen die het op hun eentje doen, die al leen leven dus, worden door de anderen vaak egoïstisch genoemd. Maar de motieven die mensen in eikaars armen drijven en die uiteindelijk kunnen leiden tot een huwelijk, bevatten vaak méér egoïs me dan die van de alleen blijvers. Iteke Weeda (39), gezinssocio loge in Wageningen, is al jaren bezig met 'onderzoek in de re lationele sfeer. Ze onderzocht in de afgelopen jaren een aan tal samenlevingsvormen, waaronder de communevorm en het huwelijk. Ze is ervan overtuigd, dat er op het gebied van de samenlevingsnormen en -vormen wezenlijke veran deringen gaande zijn. Zo komt zij ook tot haar uitspraak dat echtscheiding geen modever schijnsel is. Wat we nu mee maken is een onderdeel van een ontwikkeling, die al heel lang gaande is". Daarbij wijst ze erop dat het gezin, dat veel mensen nu nog steeds als hoeksteen van dé maatschap pij, van land en volk, aanmer ken, niet altijd alleenzaligma kend is geweest". „Voordat het gezin ,,in de mode" kwam was er de fami lie. De tijd ligt zelfs niet zo heel erg ver achter ons, dat fa milies niet alleen een sterke band onderhielden, maar ook soms in één ruimte huisden. Op het platteland is het ver schijnsel nog op veel plaatsen zichtbaar, wanneer kinderen hun ouders bij zich in huis ne men, waardoor kleinkinderen en hun grootouders onder één dak wonen". „We zijn nu op weg naar een samenleving, waarin het indi vidu toonaangevend zal zijn. Dat gaat gepaard met allerlei verschijnselen. Onder meer zal het over vijftig jaar misschien helemaal niet meer vanzelf sprekend zijn dat de vrouw min of meer automatisch een huishoudelijke taak toebedacht is. We zien nu al dat wanneer ze eenmaal werk buitenshuis gekozen hebben, nog maar moeilijk volledig achter schort en fornuis zijn te krijgen". Minder tijd „De ontwikkelingsgang van familie-gezin-individu brengt problemen met zich mee. Wanneer je in een groot gezin of in een nog groter familie verband leeft, heeft elk indivi du in dat verband minder tijd voor zichzelf. In het kleinere verband van het huidige mo dale gezin (vader, moeder en twee kinderen) heeft elk wel meer tijd voor zichzelf". „Bovendien is de mens van nu veel individualistischer inge steld dan de generaties die ons deze eeuw voorgingen. De vermaaksmogelijkheden bui tenshuis zijn veel groter dan in het verleden. De mensen le ven langer en zijn dus ook lan ger bij elkaar als ze tenminste voor het huwelijk als „eeuwig" instituut kiezen. Maar de praktijk is toch dat al deze faktoren tot meer wisselingen van partner leiden". Dr.Weeda laat doorschemeren dat zij geforceerde (revolutio naire zo men wil) ontwikke lingen weinig levenskansen geeft. Iteke Weeda: „In de jaren ze ventig moest opeens alles kun nen. Moderne mensen hadden de sexuele vrijheid hoog in het vaandel. Alles moest kunnen. Je zag het ook in de opvoeding van kinderen: alles mocht; vrijheid boven alles. Het was de tijd van: laat-dat-kind- toch". „In de relationele sfeer werd het buitenechtelijk verkeer tot norm verheven. Verstandelijk dan wel te verstaan, want emotioneel bleek al dat gedoe voor veel mensen niet te ver werken. Door al het vrije ge nieten werden veel echtgeno ten, ex-genoten. Bovendien moeten we niet vergeten dat al dat geëxperimenteer toch slechts plaats had en heeft bin nen een elite. Het is nooit ge meengoed geworden. Trouwen was en is nog voor veel men sen iets van een hogere orde". Dat al te snelle verstandelijke ontwikkelingen die mensen zichzelf opleggen of moeten ondergaan vaak niet door het gevoelsleven kunnen worden gevolgd is in het begin van deze eeuw ook in Rusland ge bleken. „Kort na de Russische revolutie van 1917 werd in dat land omstreeks 1920 gepoogd van bovenaf het instituut van het gezin onderuit te halen. Dat mislukte. Daar is wel nooit erg veel informatie over maar vraag niet met hoeveel moeite, problemen, narigheid en verdriet dat gegaan is. Bo vendien was er de druk van de omstandigheden. Er moest iets gebeuren daar. Maar later gingen de mensen toch weer terug naar de weg van geleide lijke ontwikkeling". „En zo is het ook met zaken zoals andere samenlevingsvor men (communes) en andere samenlevingsnormen (partner ruil). Revolutionaire zaken, waarvan de voorstanders me nen dat ze zich buiten de ge baande paden van de gezins- struktuur begeven, maar in feite in het verlengde van het gezin liggen". Woongroep Een uitzondering maakt Iteke Weeda voor het verschijnsel woongroep: „De woongroep is in tegenstelling tot een com mune geen samenlevingsvorm, Dr. Weeda: „Al die losse atoompjes zie ik niet zo zitten" aar het westen doorgedron- iets soortgelijks geprobeerd, ïn, maar mislukt is het. Ook Daar lukt het wél om van de i de kibboetsim van Israël is gezinsstruktuur af te stappen, nen met een hoge waardering voor de privacy van het indi vidu. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de commune, waarin individuën juist geacht werden zoveel mogelijk priva cy in te leveren. „Alles-sa- men" was het sleutelwoord. En daarmee een ontwikkeling in het verlengde van het ge zin, maar dan nog ingewikkel der, omdat er met meer men sen moest worden samenge leefd". Dr.Weeda maakt onderscheid tussen samenleven en samen wonen. Ze zegt: „Een van de voor het onderzoek geïnter viewden zei in dat kader iets heel treffends: „houden van moet niet uitdrukkelijk sa mengaan met samenwonen verwarren allerlei zakelijke, sociale en economische zaken met gevoelsmatige. Daarom mèt". En dat is waar het vaak om draait. De mensen halen die begrippen voor elkaar. Ze hoop ik ook dat het verschijn sel woongroep een plaats zal krijgen in een maatschappij die zich ontwikkelt in een richting waarin de nadruk op het individu komt te liggen". „Al die losse „atoompjes" met eigen keukentje, eigen wasma- chientje, eigen stofzuiger, ei gen dit en eigen dat, zie ik niet zo zitten. Dat leidt tot vereen zaming op grote schaal. Bo vendien heeft zo'n ontwikke ling mijns inziens onaanvaard bare gevolgen voor het milieu en voor het gebruik van steeds schaarser wordende ruimte en energie. De woongroep biedt in dat opzicht uitkomst met behoud van veel privacy". Ook gescheiden Iteke Weeda woont zelf niet in een woongroep. „Ik zeg ook niet dat ik dat voor mij een ideale woonvorm vind. Ik zeg alleen dat ik hoop dat het ver^ schijnsel zich in een brede be langstelling zal mogen verheu gen wanneer onze maatschap pij zich zo individualistisch blijft ontwikkelen als het nu lijkt. Ik woon met mijn twee kinderen, want ik ben na een huwelijk van ruim tien jaar gescheiden. Voor mij is het eenoudergezin op het ogenblik de meest praktische woon- ÏINISTER DEETMAN EN DE 1IEUWE SCHOOLSTRIJD 1N HAAG „Ik durf ist niet meer thuis te men", zegt VVD-staats- (retaris Nel Ginjaar- 5 bij het napraten over a een persconferentie bresenteerde extra om- Jgingsmaatregelen op onderwijsbegroting 1983. Haar dochter -fjkt een verwoed beoe- haarster van verschil- ide sporten te zijn. Een ji de bezuinigingsmaat- telen behelst het af- haffen van lichamelijke lening als verplicht vak (de hoogste klassen van het voortgezet onderwijs. De telg uit de familie Gin jaar zal dat niet erg appre ciëren, zo vreest zij. De staatssecretaris vertelt het voorgaande met ietwat be duusde blik; blijkbaar laten de ombuigingen, die nog weer eens 8.300 onderwijsgevenden brodeloos zullen maken, haar eigen persoon (zij was ooit le rares maatschappijleer) ook niet onberoerd. Geen wonder: voor deze staatssecretaris is het de eerste grote bezuini gingsexercitie met massale ge volgen voor de werkgelegen heid, waarvoor zij directe mede-verantwoordelijkheid draagt. Een en ander speelde zich af gelopen woensdag af in een der zalen van het departement van Onderwijs, waar CDA-mi- nister Wim Deetman een wei nig benijdenswaardige hoofd rol mocht spelen door de zo veelste onheilstijding over het onderwijs uit te spreken: 225 miljoen extra ombuigingen in het onderwijs. Hoewel ieder een wist dat die tijding er zou komen dat bedrag was im mers al in het regeerakkoord genoemd als extra ombuigings- taak voor Onderwijs waren ook ditmaal de reacties in de trant van „geschokt" en „ver bijsterd". JITENHEER Na de salariskorting van 1,85 procent en de bezuinigingen in het buitengewoon onderwijs, plus een „franje-beperkende" ingreep in het onderwijs (bij voorbeeld stopzetting subsidië ring cursus kantklossen) van totaal 400 miljoen, is deze week de laatste fase van de bezuinigingsoperatie met een elftal weinig plezante maatre gelen afgerond. De meest in grijpende is de verhoging van het leerlingenaantal van 30 naar 32 leerlingen in het basis onderwijs, verantwoordelijk voor bijna de helft van het to tale banenverlies. Verontwaardiging Dat de onderwijsbonden met veel verontwaardiging zouden reageren op de gewijzigde be groting, was te voorzien. Hoe wel de soms emotionele reac ties van die zijde volstrekt le gitiem zijn, is het niet zo dat het bezuinigingspakket geheel onverwacht kwam. Tegen de voorgenomen verhoging van de leerlingenschaal is al maan denlang geprotesteerd door het onderwijsveld. De reacties van met name de regeringsfracties in de Tweede Kamer zijn wat dat betreft verrassender. Het CDA liet nog diezelfde woensdag in een verklaring weten dat men uit stel van de begrotingsbehande ling zou vragen (O W stond aanvankelijk op de agenda voor komende week) om „te kunnen komen tot een afge wogen oordeel". De CDA-frac- tie is inmiddels driftig op zoek naar alternatieven, die mis schien de pijn wat kunnen verzachten. Klaarblijkelijk hebben de werkgelegenheids- gevolgen,, en de reacties daar op uit het onderwijs, de chris ten-democraten toch ook enigszins verrast. De oppositie partijen hebben zich uiteraard aangesloten bij de wens om uitstel van parlementaire be handeling. De VVD reageerde woensdag wellicht ietwat lako- niek door te stellen dat Deet man „op het goede spoor zit", maar uiteindelijk bleek ook de liberale fractie voor uitstel. Een grote meerderheid in de Tweede Kamer en dus ook CDA en VVD blijkt dus weinig ingenomen te zijn met de gang van zaken rond deze begrotingswijziging. Dat ligt niet zozeer aan de eventuele onaanvaarbaarheid van het ombuigingsbedrag, want dat was, zoals gezegd, al bekend. Nee, de reden van het uitstel is dat minister Deetman heeft verzuimd eerst overleg te voe ren met de onderwijscentrales over de invulling van die 225 miljoen. Deetman zelf stelde woensdag dat wat hem betreft de parlementaire behandeling volgende week gewoon door kan gaan. Jlk sta ook daarna nog open voor alternatieven, mits het bedrag van 225 mil joen wordt gehaald", zo liet de bewindsman tveten. De Tweede Kamer heeft uit eindelijk anders beslist. CDA en VVD weten immers drom mels goed dat men alle kritiek die nu op de bewindslieden neerdaalt, naar zichzelf toe- haalt als niet eerst alle pogin gen in het werk worden ge steld om samen met de bonden maatregelen op te sporen, die „minder onaanvaardbaar" zijn dan de huidige voorstellen. Loyaal Bij alle kritiek die op deze mi nister is neergedaald, mogen een paar dingen niet uit het oog worden verloren. In de eerste plaats toont Deetman zich loyaal aan het regeerak koord en probeert niet, door voortdurend met zijn porte feuille te zwaaien (zoals Pais meermalen deed in het kabi net-Van Agt I) te ontkomen aan elke bezuinigingsronde. Voorts is het hem in de storm van de bezuinigingsdrift nog gelukt 150 miljoen voor de uit bouw van het kort middelbaar beroepsonderwijs uit de beurs van de minister van Financiën te snoepen. Dat schooltype is vooral van belang voor scho ling van de jeugdige werklo- „Het had allemaal nog veel slechter kunnen uitvallen", zei Deetman woensdag. Men kan hem geen ongelijk geven, want in het regeerakkoord was Onderwijs voor een groter extra ombuigingsbedrag aan geslagen dan die 225 miljoen. Bovendien besloot het kabinet onlangs het onderwijs uit te zonderen van de „1 procents maatregel" (de jaarlijkse be perking van het overheidsper soneel). Aan de andere kant moet worden gevreesd dat het allemaal toch nog erger wordt. De bewindsman van O W heeft zich verplicht om in deze regeerperiode minimaal 1,2 miljard in te leveren. Nieuwe ombuigingen zijn onvermijde lijk, al wordt het steeds ondui delijker waar dat geld van daan moet komen. De VVD heeft daar wel enke le gedachten over, maar die stroken niet bepaald met de opvattingen binnen het CDA. Zo wordt in liberale kring ern stig getwijfeld aan het nut van de gehel? verzorgingsstructuur in het onderwijs (totale kosten in '83: 210 miljoen) en als het niet anders kan dan moeten alle in gang zijnde onderwijs vernieuwingen ook maar overboord. Het is in dit ver band overigens opvallend hoe weinig de „middenschool" nog door de bewindslieden in de mond wórdt genomen. De christen-democraten zijn voorshands echter niet van plan om alle verworvenheden zomaar op de schroothoop te gooien. De onderwijsbonden hebben al vele malen geroepen, dat een tweede schoolstrijd steeds dichterbij komt. Inderdaad dreigt de vrijheid van onder wijs en daarmee ook de ver zuiling (het bijzonder onder wijs) steeds meer in de discus sie over de bezuinigingen te worden betrokken. Een eerste indicatie daarvoor is dat PvdA en VVD spoed willen zetten achter het door de regering toegezegde rapport over de fi nanciële gevolgen van de ver zuiling in het onderwijs. Zeker lijkt dat bij een verdere afslan king de keuze tussen behoud van hetzij de vrijheid van on derwijs, hetzij de kwaliteit van ons onderwijs steeds nijpender wordt. FRANS WEERTS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 7