Talentvolle atleet
Han Kulker zonder
forceren naar de top
Tart van de jubilerende
IJsvereniging bevriest nooit
COMBINATIE LANDIJSBAAN /CAMPING HOUDT
CLUBBESTUURDERS HELE JAAR DOOR BEZIG
.ooo,- kF
woon]
eer go<
iral du
L-vorm
Onder redactie van Gert Jan. Önvlee
ORT LEIDEN £eidóa.<2owumt ZATERDAG 19 FEBRUARI 1983 PAGINA 13
Han Kulker en Bram Wassenaar: lange-termijn-denkers.
TRAINER/COACH BRAM WASSENAAR:
„DIE GOEIE TIJD KOMT TOCH WEL"
LEIDEN Pas twee en
een half jaar doet Han
Kulker aan atletiek. Toch
vierde de 22-jarige Bata
ven loper al menig triomf.
„Een kwestie van goede
begeleiding", meent Bram
Wassenaar de man die
daarmee belast is en ook
Kulker zelf is die mening
toegedaan. „Niets force
ren, rustig, maar gestaag
opbouwen." Echte doelen
heeft het tweetal dan ook
nog niet voor ogen. Hoe
wel, in het achterhoofd
van Wassenaar de Olym
pische Spelen van 1988 in
Seoel wel degelijk mee
spelen. „Die zie ik wel zit
ten voor Han, tenminste
als hij het rustig aan blijft
doen".
Maar, dat alles is pas over
vier jaar. Over naar de
orde van de dag. Vandaag
immers komt Han Kulker
aan de start in Zuidlaren,
waar het Nederlands in
doorkampioenschap wordt
afgewerkt. Afgaande op
de prestaties van de afge
lopen weken moet Kulker
in staat worden geacht
daar een rol van beteke
nis te kunnen spelen.
Tijdens onlangs gehouden
wedstrijden in Dortmund im
mers, liep hij de 400 meter in
48.9 seconden en vorige week
in Rotterdam, tijdens de Ahoy
Athletics, toonde hij goede
vorm door de 800 meter in de
respectabele tijd van 1 minuut
en 53 seconden af te leggen.
Alle reden dus om aan te ne
men, dat er vandaag in Zuidla
ren op die laatste afstand een
finaleplaats inzit. Bram Wasse
naar: „Ach, het kan eigenlijk
alleen maar meevallen van
daag. Als Han zijn dag heeft
en de serie-indeling een beetje
gunstig is, dan zit er inderdaad
een finaleplaats in. Daarna
zien we wel weer. In principe
is iedere plaats dichter bij de
eerste dan bij de laatste stek
mooi meegenomen".
Dat Kulker na nog maar zo
kort met atletiek bezig te zijn,
al resultaten boekt, is zoals ge
zegd voor hem en zijn begelei
der Wassenaar geen verras
sing. „Voor de buitenwereld is
het dat wellicht wel, maar zo
als ik al zei, als je de wijze
waarop wij werken een beetje
doorziet, blijft er weinig mys
terie over", verklaart Wasse
naar. „Toen ik twee en een
half jaar geleden bij De Bata
ven kwam, werd ik direct
goed opgenomen", vult Kulker
aan. „ik kwam in een fijne
groep lopers en trainde daar
door graag en veel". „Maar
wel met mate", roept Wasse
naar direct. „Het is niet de be
doeling om iemand kapot te
maken, maar sneller. De wijze
waarvoor wij gekozen hebben,
betekent alleen dat je geduld
móet hebben".
Om het toch wat vage doel, de
Olympische Spelen van '88, te
bereiken, traint Han Kulker
momenteel zo'n 8 tot 10 uur
per week en dat dan verdeeld
over 4 of 5 dagen. Naast dat lo
pen is Kulker een fanatieke
duiksporter. Echt leven voor
die sporten doet Kulker niet.
Rekening houdt hij er wei
mee: „Je moet natuurlijk niet
tot diep in de nacht feesten en
ook het aantal genuttigde con
sumpties niet uit het oog ver
liezen, maar dat wil nog niet
zeggen, dat ik nooit ga „stap
pen". Dat doe ik zeker wel,
ook weieens voor een wed
strijd". Bram Wassenaar heeft
daar weinig moeite mee „Zo
iets kan ontspannend werken,
door een avondje uit kan je de
zenuwen voör een wedstrijd
een beetje aan de kant zetten.
Zolang het binnen de perken
blijft heeft dat mijns inziens
een positieve uitwerking".
Ten aanzien van de begelei
ding tijdens wedstrijden: „De
meeste atleten zijn oud en wijs
genoeg om zelf te lopen. Het
heeft geen zin om vlak voor
de wedstdrijd nog tactische
tips te geven, het lopen moet
een automatisme zijn, iets
waar je op de trainingen aan
werkt, niet vlak voor een
wedstrijd". Han Kulker deelt
die mening: „Het enige dat ik
voor de wedstrijd van Bram
meekrijg is een opmerking in
de trant van „kom op". Ik
vind dat prima". Zoals de hele
aanpak van het duo al aan
geeft, ervaren de Bataven-at
leten het absoluut niet als
rampzalig als de prestaties, bij
voorbeeld vandaag in Zuidla
ren, tegenvallen. Ze zullen be
slist geen extra trainingen
gaan inlassen. „Welnee waar
om, we gaan dan gewoon ver
der, want zoals ik al eerder
zei, die goeie tijd komt nog
wel. Als je maar geduld hebt"
pasta, de P van pennen, u
weet nog wel) heette, was
daar die hardnekkige rug-
kwetsuur, die Kip aan de re
servebank kluisterde en later
toen de tandpasta-boys het
overnamen was Kip eigenlijk
gewoon overbodig. Mocht hij
zelfs niet meer op de bank zit
ten. Want wat moet je met
een dertiger als je jongens als
Miller en Washington hebt.
Afschrijven? Nee, dat kon
niet, Kip bezat nog een papier
waarop stond, dat hij nog een
jaar mocht blijven. Weggepro-
moveren, luidde de oplossing.
Teammanager. Zo iemand
was er al, maar ach, vooruit
Op die beslissing moest even
wel al spoedig worden terug
gekomen.
Kip(2)
Washington, Williams, Miller
ze verdwenen als sneeuw
voor de zon en dus kwam die
goeie ouwe Kip nog aardig
van pas. De manager werd
weer speler en dat gaf weer
recht op een plaats op de
voorste bank, daar waar de
wisselspelers zitten. Lang
duurde dat niet. Washington
kwam weerom, Wiley kwam
Miller vervangen en dus was
Harry weer „overbodig".
Toch mocht hij eerste rang
blijven zitten. Rechts van het
trainersduo Kinsbergen-
/Kropf. Daar waar een team
manager hoort te zitten. Maar
het werd de laatste weken
wat stil aan Kip's linkerzijde.
Coach Theo Kinsbergen ver
trok voor zaken naar de nieu
we wereld en dus schoven
Harry en assistent Eric Kropf
één stoel op. Later werd het
nog rustiger naast Kip, want
ook Kropf verdween na een
Ron Groen: minstens een jaar.
dikke onvoldoende voor z'n
vervangende werk te hebben
gekregen. Harry kon zaterdag
derhalve lekker breeduit naar
de wedstrijd tegen Hatrans
kijken. Hoewel, hij had die
drie stoelen natuurlijk wel al
lemaal nodig: één voor speler
Kip, één voor teammanager
Kip en één voor coach Kip...
Hoezo overbodig
Veilig
Volleybal wordt over het al
gemeen als een „veilig" spel
letje beschouwd. De spelers
worden keurig gescheiden
door een net, geen lichamelijk
contact dus en weinig blessu
res na weer een grove tackle.
Onder het kopje strafzaken
in het Nevobo-orgaan „Vol
leybal" lezen we dan door
gaans ook niets anders dan
over spelers, die één al dan
niet voorwaardelijke wed
strijd schorsing aan de broek
hebben gekregen. wegens
schelden op- of beledigen van
de scheidsrechter. Niet leuk,
maar ach: dat komt nu een
maal in de beste kringen voor
en waarom dan niet in de vol-
leybalsport?
Onveilig
Agressief gedrag komen we
zelden tegen bij de volleybal
lers. vandaar ook dat deze ru
briek twee weken geleden als
opmerkelijk gegeven melding
maakte van een Leython-
speelster, die een schoppende
beweging naar een opponente
gemaakt zou hebben.
Kinderwerk blijkt nu, want
er loopt in het Leidse rayon
een nog veel grotere gemene
rik rond. Wat lezen wij van
Hutspo(r)t immers in Volley
bal" over dat lid van Blok '77:
is voor zes maanden ge
schorst wegens het tegen de
grond slaan van een tegen
stander".
De volleyballers in de regio
kunnen echter opgelucht
ademhalen. Betreffende spe
ler schijnt niet meer van plan
te zijn nog op de volley bal vel
den terug te keren.
Volley onveilig (2)
Twee volleyballers ech ter.
zouden zonder morren direct
hebben getekend voor de nu
door VCL'Speler Ton Tim
mermans geïncasseerde klap
die nauwelijks enige schade
achterliet, als de eigen proble
men daarmee uit de wereld
zouden zijn geholpen. Ron
Groen en Jiernard van der
Pols dus.
Ron Groen, speler van Donar,
is voorlopig gedoemd in de
positie door het leven te gaan
als op bijstaande foto. Hij ver
draaide zijn knie. er scheur
den een paar kniebanden en
tweemaal moest een meniscus
verwijderd worden.
Gemini-speler Bernard van
der Pols raakte dan wel geen
meniscus kwijt, bij hem
scheurden twee kruisbanden.
Voor beide spelers geldt het
zelfde: minstens een jaar uit
de roulatie.
Trieste, incidenten die duide
lijk maken dat de gemiddelde
knie tijdens het volleybalspel
ook zonder boze opzet zeer re
gelmatig al te forse klappen
moet opvangen.
K(I)apstuh
Kees: „Leiden? Een Kip zon
der Kropf".
arrie Kip: overbodig?
JR AAR Een merk-
)adkanMrdige club is het wel,
dit seizoen vijfenze-
itig jaar bestaande Ter
se IJsvereniging. Waar
M^dere, in clubs verzamel-
itöifcnj fanate en iets minder
chousiaste schaatslief-
bers zich in de regel
echt druk maken als
weer daar naar is (lek-
vriezend, zeg maar),
ir is de Ter Aarse club
hele jaar door, zomer
winter in de weer. Of,
s Willem Vermeulen,
rzitter van het negen
leden - „en die heb-
we nodig ook" - tel-
Tnpanlde bestuur, dat zegt:
leekosijns hart is altijd ont-
aardenpid, of het nu vriest of
•Mo.-kjt". De oorzaak: de lan-
^^febaan waarover de Ter
I^BP|rse IJsclub sinds 1962
beschikken. Een
^^ook grond van 80 bij
meter die de vereni-
g in eigendom heeft en
er buiten het schaats-
zoen voor zorgt dat er
pi dan het nodige werk
de clubwinkel is. De
de zomer „naast de
s" draaiende camping
bijvoorbeeld, wordt ook
door de ijsclub gerund en
dat is toch een activiteit
die niet door elke vereni
ging van gladde ijzers
wordt „beoefend".
Dat de vereniging nu zo'n ze
ventien jaar geleden besloot
tot het creëren van die zomer
se camping, noemt Vermeulen
nu nog een „heel goéd idee".
„In het begin, toen we de lan-
dijsbaan nog maar net hadden,
is geprobeerd het terrein ren
dabel te maken door het orga
niseren van sportwedstrijden.
Motorcrosses en zo. Maar echt
geslaagd was dat toch niet.
Wat dat betreft bleek het rea
liseren van een camping in
derdaad de oplossing De ac
commodatie van de ijsbaan be
stond reeds en kon ook 's zo
mers worden benut, plek om
de caravans neer te zetten was
er vanzelfsprekend ook al. Het
enige was wel dat het de
werkzaamheden van de vere
niging, van het bestuur eigen
lijk, sterk werden uitgebreid.
Maar in de praktijk heeft dat
ook nauwelijks moeilijkheden
opgeleverd. Om bestuurslid te
kunnen zijn van een ijsvereni-
ging moet je al een hart van ijs
hebben. En als je dan eenmaal
gegrepen bent door deze hob
by, blijkt het runnen van een
camping er ook nog wel bij te
kunnen."
Het feit dat Vermeulen zijn re
gelmatig door mede-bestuurs
leden Gerrit van der Hoorn en
Piet Keijzer aangevulde ver
haal kan doen in het „toe
gangshuisje" van de Ter Aarse
IJsvereniging, doet de eerste
man van de bijna achthonderd
leden tellende ijsvereniging
zichtbaar goed. Waar andere
ijsbanen in dezelfde regio deze
woensdagmiddag „nee" heb
ben moeten verkopen aan po
pelende schaatsliefhebbers,
daar hebben de „mannen van
Ter Aar" zelfs zojuist besloten
„ook vanavond" maar open te
gaan, omdat het ijs zich „heel
best" houdt. Waarmee het ge
sprek dan ook direct op ijs
hebben en ijs houden is geko
men.
„Nee", stelt het drietal, op hun
beurt weer aangevuld door ge
zellig luidruchtig „incasseren
de" Lau Sassen, „Nee, we ken
nen geen ijsmakers binnen de
club. Als het vriest, komt dat
vanzelf wel. Maar, dat is ook
het enige dat vanzelf komt.
Voor de rest kan je tijdens de
vorstperiode zelf bepalen hoe
lang je over goed berijdbaar ijs
kan beschikken. In de voorbe
reiding, door bijvoorbeeld te
zorgen dat het gras onder de
watervlakte heel kort is, daar
na, door de baan goed te on
derhouden. Wij hebben bij
voorbeeld aan het begin van
deze week met schuivers zo
goed en zo kwaad als het ging
de sneeuw van het ijs gehaald.
Daarom kunnen wij hier nu
nog schaatsen, terwijl andere
banen na een avond eigenlijk
al niet meer te gebruiken wa-
Alma Ata
Positieve woorden die echter
nog niet betekenen dat de
vierhonderd meterbaan al op.
het ijs kan worden uitgezet.
„Daar is het ijs aan de achter
kant", zo klinkt het die „lek
ker koude" woensdagmiddag
uiterst professioneel, „nog te
zwak voor. Misschien dat we
binnenkort de clubkampioen
schappen kunnen laten verrij
den. maar met het huidige
weersbeeld valt daar eigenlijk
niets zinnigs van te zeggen.
Deze week bijvoorbeeld, dach
ten we dat de baan er hele
maal was, het ijs lag er 's-och-
tends bij zoals je dat uitslui
tend in Alma Ata tegenkomt.
Maar diezelfde middag zakten
er al weer mensen door, ter
wijl het weerbericht toch wees
op doorzettende vorst, ook
overdag."
Het feit dat er deze week wat
schaatsers door het ijs van de
Ter Aarse landijsbaan gingen,
leverde in het veertig centime
ter ondiepe water vanzelfspre
kend geen gevaarlijke situaties
wastaf Keijzer, Willem Vermeulen en Gerrit van der Hoorn voor de eigen landijsbaan/camping.
op. Iets dat vroeger wel iets
anders lag. „Toen was de plas
onze ijsbaan en daar wil het
water een metertje of drie die
per zijn", zo stelt Vermeulen.
„Daarom konden we die oude
baan zelfs in redelijke goede
winters ook maar weinig voor
wedstrijden benutten. De
schaatsers op zich, kon het ijs
natuurlijk al heel snel hebben,
alleen het gewicht van de toe
schouwers wilde nog wel eens
teveel worden. Ook uit dat
oogpunt bezien was het creë
ren van de landijsbaan een
uitkomst voor ons. Daarop
kunnen we immers al snel
wedstrijden organiseren."
Draaiboeken voor wedstrijden
in dit schaatsseizoen liggen
dan ook al klaar bij de daar
voor verantwoordelijke Ter
Aarse bestuurderen, bestuur-
deren die het echter, zoals het
er nu naar uitziet, voorlopig
nog even met de herinnerin
gen zullen moeten doen. Her
inneringen die waar het de
landijsbaan betreft, teruggaan
tot in 1963 (de revanchewed
strijd van de Elfstedentocht,
Reinier Paping was erbij) en
iets minder ver „want ook
Kees Verkerk heeft hier zijn
rondjes gedraaid".
Leidse ijsbaan
Hoewel echt grote wedstrijden
met de komst van de kunstijs
banen niet meer voor de Ter
Aarse landijsbaan zijn wegge
legd, treuren Vermeulen en de
zijnen daar niet echt om.
„Door de kunstijsbanen is de
schaatssport in Nederland echt
gaan leven, in een enorme
stroomversnelling geraakt. Als
je voor zo'n ontwikkeling wat
aardige dingen moet inleveren
is dat niet erg. Zeker niet als je
daarnaast zelf ook nog leuke
wedstrijden en marathons
kunt organiseren. Daarbij pro
fiteren natuurlijk ook de ijs-
clubs van al die kunstijsbanen.
Neem nu de trainingsgroepen
die toch echt veel uren maken
op kunstijs. Of die 250 jeug-
drijdertjes uit het District Aar
en Amstel die achttien maal
per seizoen naar Leiden trek
ken om daar op de ijsbaan hun
rondjes te draaien. Door die
kunstijsbaan krijgen kinderen
van zes jaar toch maar mooi de
kans schaatsen te leren, zon
der afhankelijk te zijn van
strenge winters. Daarbij ge
beurt het ook nog eens indoor,
zodat die kinderen niet van
het ijs kunnen afwaaien."
Het wordt overigens stil, daar
in Ter Aar, op het moment dat
die Menken-baan („Oh nee, de
Leidse ijsbaan") ter sprake
komt. Want, weet Vermeulen:
„Het zou toch wel heel erg
zonde zijn als die baan zou
moeten verdwijnen. Er mag
dan wel worden gesteld dat
Leiden een sporthal nodig
heeft, en dat zal best wel zo
zijn, dat de regio Leiden be
hoefte heeft aart' een kunstijs
baan, is minstens zo'n duidelij-
GERT-JAN ONVLEE
MAARTEN NOOTER
lip (1)
ped beschouwd maakt
TBC's Harry Kip een wel
zeer merkwaardig seizoen
door. Als basketballer was de
lange tukker al geruime tijd
op zijn retour. Een verdien
stelijke loopbaan achter de
rug, dat wel, maar toch; op
zijn retour. Eerst, toen LTBC
nog LPBC (de T van Tand-
Flat op
Indeli
>ad, w
dige t