TlEl'tJ Consument moet eelt op zijn ziel hebben W -»!: 1983 JAAR VAN DE COMMUNICATIE ,iVy,j'AlANÜ//" ■rfMHh "•u «I///..S&IlM"- Ill avond aan avond voltrekt zich het proces van de „commerciële communicatie". als het produkt maar geaccepteerd wordt en de consument bevrediging schenkt, is iedereen tevreden. een god zouden kunnen voelen i het diepst van hun gedachten. Doorkijkspiegel Een hartenkenner en nierenproe ver, zoals die vol eerbied is bezon gen door de psalmist. Ogenschijn lijk zeer profane kreten als „Dat moeten wij toch ook weer eens in huis halen, Jan", zijn er het gevolg van. Maar Greet roept dat pas, als zij langdurig in analyse is geweest. Reclamemakers hunkeren er naar intens mee te voelen en te denken met het type man of vrouw, aan wie zij iets té slijten hebben. Het behoort tot het vak van markton derzoekers in de huid van een ari- der te kruipen. Huisvrouwen ko men bijvoorbeeld in een zogenaam de panel-discussie bijeen om als vissen in een aquarium te happen naar nieuwe knabbelprodukten, terwijl zij via „one way mirrors" (doorkijkspiegels) worden bespied door hun gastheren. Als dat geen poging is tot commu nicatie, wat is het dan wel? Toch zijn het niet alleen „leken", die zich afvragen, of dat woord in de reclamewereld niet misbruikt wordt. Niemand minder dan Mar ten Faber noemde het onlangs in het vakblad „Adformatie" „de hol le echo van een dode klank, de jeu kende steenpuist" van zijn beroeps genoten. Velen van hen hebben zich al de naam „communicatoren" aangemeten, tot overmaat van ramp soms met een „k" geschre ven. Men kan elkaar nu vragen stellen als „hoe communiceer je zoiets" en daarop ten antwoord krijgen „Nou kijk, dat communiceer je als volgtWaarschijnlijk mag al leen een man als Faber zijn vakge noten aldus toespreken. Als een van de corifeeën in deze branche prijst hij zelf nog krachtig allerlei waren aan, vanuit zijn kraam op deze kermis der ijdelheid. Zijn woorden krijgen nog meer ge zag, nu hij zich heeft teruggetrok ken uit het creatieve gewoel op de burelen en op afstand, vanuit Lux- woude in Friesland, toornt over al les wat hij in de reclame als „oog- verpestend en brein verwekend" ervaart. Is deze commerciële communicatie een uitgeknepen citroen? „Mee eens, beetje mee eens, oneens" mag men dan antwoorden op het gezag van een nieuwe en heilige triniteit, de multiple choce. Als beide partij en van elkaar vervreemd zijn, kij ven er twee en hebben er dus ook twee schuld, aan de verkilling in hun relatie. De consument is moe geworden van alle beken die naar de zee stro men, terwijl nochtans de zee niet vol wordt, zoals de Prediker al op merkte. Er wordt ongelooflijk veel talent, creativiteit en intelligentie gestoken in het treffen van zijn ge voelige snaren. In de manden van Jaap de Groen teboer is alles voorhanden, veel meer dan vroeger, en de koopman die toen zijn mond nauwelijks open deed, beschikt nu voor alle produk- ten over gehuurde stemmen en beelden, die ze luidkeels aanprij zen. Daar moet je al« consument wel eelt van op de ziel krijgen. Wie alles voor zoete koek aanneemt dreigt buiten zinnen te geraken, gek genoeg om in discussie te gaan met de sprekende toiletpot, terwijl men een nieuwe rol ophangt met om de vijf vellen een goeie mop, die het verblijf in de wc moet ver aangenamen. Heeft een mens dan nergens rust meer? „Communicatie" begeleidt de spijsvertering van de eerste, gre tige hap tot het bittere einde (het gesignaleerde drukwerk schijnt binnenkort op de markt te komen). Alles wordt verkocht als „produkt" ook niet-tastbare onaanzienlijke dingen, zoals bijvoorbeeld in Ame rika het evangelie naar dominee Brown of broeder Jefferson, voor gangers in de „elektronische kerk". Zal ik het even voor u inpakken? Artikelen, bijna weerzinwekkend door hun alledaagsheid, worden opgesierd met de kwikjes en strik jes van een toegevoegde waarde. De reclamemakers hanteren niet tevergeefs de sondes, waarmeè zij peilingen verrichten naar onze ge heime driften en begeerten. Gekwetst Wat weet de consument zelf van de schijnbewegingen in zijn gedrags patroon? Misschien wanen veel mensen zich in hun diepste gevoe lens gekwetst, omdat hun spiegels worden voorgehouden waar zij lie ver niet in kijken. Moeten zij zich zelf herkennen in die gulzig smak kende middenklassers van de STER, met hun overdosis dressing op de snacks en domme huisvrou wen, wauwelend boven hun sopjes? Misschien wel. De reclame heeft voor iedereen wel een potje op het vuur, na bestudering van de socia le, economische en demografische variabelen, zoals dat in vaktermen heet. Het staat allemaal in de ster ren geschreven, dat iemand onher roepelijk voor de bijl gaat, als hij maar op de juiste wijze wordt bena derd en zijn rolpatronen bevestigd ziet. Toch communicatie dus? Maar dan wel onder protest. De branche die ons volk van minuut tot minuut kan vertellen waar het mee bezig is dank zij de nieuwste „tijdbereke- ningsregistratiemethodieken" zou zich best eens kunnen afvragen, waar zij eigenlijk mee bezig is. „De reclame" heeft alles in huis om ons leven te verrijken met een beetje vrede en een beetje liefde. Maar men verkoopt in een steeds killer wordende samenleving voor namelijk diepvriesprodukten. De creatieve vonk van weleer is bo vendien een ster geworden, die nooit meer verschiet. Bestaat hij nog, de lefgozer in onze bioscopen met de dikke bolknak in zijn mondhoeken en een slimme grijns op het gezicht? Deze avonturier zorgde voor de af sluiting van een reeks lantaarn plaatjes, waarop middenstanders hun waren aanprezen, als symbool van een reclame die instinctief fokte op succes. Voor er ook maar én spotje op de buis komt, is nu al les dood-geanalyseerd, aan de hand van technieken en systemen. Verkilling Zo grijpt de verkilling om zich heen. De communicatiecultus be strijkt een steeds groter terrein. Het „produkt" vraagt om strategieën, die niets meer aan het toeval over laten. Er zijn profeten opgestaan om de nieuwe wetenschap te ver breiden. Onze motels komen zalen te kort voor de lagere echalons, die 's morgens om tien uur hun ver kooptechnieken komen opfrissen aan de hand van staaf- en stroom diagrammen, videoschermen en flipovers. De communicatiedrift grijpt om zich heen met Ajax's bliksem kracht, op congressen, seminars, symposia en andere samenscholin gen van een nieuwe vergaderin dustrie. Het intrappen van open deuren roept daar meestal echo's op, die tot in verre omtrek beluis terd kunnen worden. Rapporten stapelen zich op, geschreven in een nieuwe taal, verwant aan de ge vreesde „newspeak" uit sf-romans. De periode waarin wij niets om handen hebben wordt daarin be schreven als „de tijd die voor indi viduen en/of actueel interacteren de primaire groepen vrij is van tijddimensionale externe en perio dieke fysieke verplichtingen". Er worden fortuinen aan uitgegeven om deze conclusies op schrift te krijgen en ze door duurbetaalde deskundigen te laten voorlezen aan een ademloos toeluisterend publiek. De deelnemers financieren het ge beuren van „toegangsprijzen" van soms duizenden guldens per per soon. Deuntje Het is dus niet alleen de STER op de buis, waar wij voor op moeten passen. De radio bijvoorbeeld com penseert het gebrek aan visuele zeggingskracht met teksten eii ge luiden, als gericht op de communi catie met een schildpad. Geen pant ser is bestand tegen dit medium. Wie helemaal niets te zeggen heeft, dat is bekend in de reclamewereld, moet zijn woorden kracht bijzetten met een deuntje. Dit euvel omrankt het ANP- nieuws met een gekweel dat door merg en been gaat. Koortjes schij nen bij voorkeur gerecruteerd te worden uit „animeermeisjes", wier carrière beperkt is gebleven tot vals zingen en schel zingen onder de douche. Geen gezang klinkt zo ordinair, als deze hymnes over bat terijen die lang meegaan en nijvere naaimachines. Radiolawaaipapegaai. Vocaal ge weld en gefluister wisselen elkaar af in reclame-boodschappen via de ether, zoals men in advertenties nu eens de prijzen op een aambeeld verplettert en dan weer een ste wardess laat zien, wier mysterieuze glimlach bewijst, hoe men ook een ticket kan positioneren. Helaas is het niet alleen de com mercie, die zich van deze hulpmid delen bedient, tenzij men bijvoor beeld ook de omroepverenigingen een winstoogmerk zou willen toe schrijven. Ook zij geven aan schreeuwen en zingen in toene mende mate de voorkeur, boven een gewone mededeling. Het ge weld waarmee Veronica zich de weg scandeert naar een hogere sta tus, zal door een latere, weer enigs zins tot rust gekomen generatie, wellicht ooit omschreven worden als grenzend aan krankzinnigheid. Theekransje De STER is een babbelend thee kransje, vergeleken bij de op hol geslagen medewerkers van de me dia zelf. Hun in bliksemlicht sidde rende telefoons („Bel nü!") en het agressieve „communiceer of ik schiet" van de deejee's, wedijveren in banaliteit met dat jammerlijke zingen. Zelfs een ingetogen omroep als de EO zegt niet gewoon dat men weer een mooie uitzending zal gaan verzorgen, maar beklimt soms jui chend de toonladders. Waar moet dat heen? Reclamema kers, vaak de indruk wekkend zelf gechoqueerd te zijn door het potje met vet dat zij op tafel hebben ge zet, verwijzen ten einde raad naar de mogelijkheid hun boodschap in de kiem te smoren. Het is waar, één vederlichte handbeweging dooft hun elektronische ster, ter wijl bijvoorbeeld de kerkklokken met hun bom-bom-bom-bom 's zondags veel ergernis wekken bij omwonenden, die aan uitslapen de voorkeur geven boven communice ren met de allerhoogste. Deze klok ken kan men onmogelijk het zwij gen opleggen. Maar de drie recla mevliegtuigen die op dezelfde dag hun spandoeken voorttrekken bo ven het strand van Zandvoort, schiet je ook niet zomaar uit de lucht. Vluchten kan soms nog wel, maar 't wordt er niet eenvoudiger op. In het spoor van de reclamemakers le veren ontwerpers hun aandeel in 4e sterilisatie van onze maatschap pij. Zij maken modieuze doch on leesbare telefoonboeken, program ma's en brochures en hebben bij voorbeeld een tijdschrift als „De Kampioen", met meer dan 1,5 mil joen abonnees, een dermate flets en rommelig aanzien gegeven, dat al leen mensen met arendsogen het nog zonder bril kunnen lezen. Nieuwe lelijkheid Nog vóór de laatste Nederlanders lezen en schrijven geleerd hebben, maakt de herwaardering van het teken dit overbodig. Pictogrammen en postzegels, munten, logo's, han delsmerken, verwijsborden wek ken de indruk, als zouden wij de oude Egyptenaren hun hiërogliefen benijden. Alle poppetjes dansen. De WC-cultuur van de internationale horeca met een eindeloze variatie aan symbooltjes voor het heren- en het damestoilet, heeft zich meester gemaakt van het openbare leven. Gelukkig schept dit zoveel verwar ring, dat de NS bijvoorbeeld al weer overweegt om de stations te zuiveren van alle pictogrammen. De „nieuwe lelijkheid", zoals Rena- te Rubinstein in „Vrij Nederland" het verschijnsel heeft samengevat is wellicht een tijdelijke kwelling. Dat kan men van de reclame niet zeggen. Waarom moeten in toch al zo opdringerig hun negotie aanprij zende winkelcentra luidsprekers verkondigen dat het leven zonder Henk van der Meijdens „Privé" niet waard is om geleefd te wor den? De video's zijn in opmars tot in de wachtkamers van onze tand arts, compleet met hun STER-re- tjes. De dproep om (commercieel) te communiceren krijgt iets dwinge rigs, voor NS-reizigers bijvoorbeeld die via de intercom worden aange moedigd om te boeken voor een vakantie-arrangement van „Trans". En nu een onderzoek heeft uitgewezen dat 25 procent van alle bioscoopbezoekers bewust de reclame op het witte doek mijdt, overwegen de exploitanten om het tijdstip waarop de hoofdfilm begint, geheim te gaan houden. Relame, communicatie, informatie, wie kan het nog uit elkaar houden nu ook steeds meer PR-functiona- rissen in bedrijven het zoete gefluit van de vogelaar ten gehore bren gen? Keizer Wie „Adformatie" leest, hoort nog eens wat. Het blad wekt soms de indruk als zou men in het reclame wezen stilzwijgend hebben afge sproken te verzwijgen, dat de kei zer allang geen kleren meer draagt, zolang de buitenwereld zijn gewaad bewondert en Martin Faber hem niet de kroon van het hoofd stoot. Zo heeft het miljoenen gekost, om voor de KLM een nieuwe reclame te ontwerpen. Na maanden en maanden van brainstorming kwam men in het eindrapport tot de con clusie, dat vliegen onmiddellijk doet denken aan lucht en dat de lucht blauw is. „Wat is voor de hand liggender, aan de andere kant misschien genialer, om dan te zeg gen: De KLM kan de kleur van de lucht claimen", aldus (letterlijk) een schrijver in genoemd vakblad, het hoofd in de wolken en de blik op oneindig gericht, zonder zelf van kleur te verschieten. Zo is het gekomen, dat blauw de steunkleur werd voor alle nieuwe reclame-ac tiviteiten van onze Koninklijke Luchtvaart Maatschappij. DOUANE 'r Informatie om snel te lezen Symbolen dienen om woorden te vervangen, woorden die niet altijd verstaan worden. Sym bolen lezen is niet zo moeilijk. Verkeersborden zijn van die symbolen. Ze geven informatie. Ze zeggen waar wel en waar niet gereden mag worden, ze geven aan dat de douane op komst is, dat er een kampeerplaats in de buurt is en Sdat er niet harder dan honderd kilometer mag worden gereden. Symbolen passen in een tijd van snelheid; snelheid die noodzaakt tot vlug verwerken van informatie. Op straffe soms van de dood. ZATERDAG 29 JANUARI 1983 tijd dat veel eenzamen te vergeefs hunkerden naar een roed gesprek behoort tot het [erleden, nu via het tv- :herm toiletpotten, manshoge ïkers yoghurt, koeien en ïkworsten als redelijk den- Jende wezens met ons volk jmmuniceren. Bloemen [rengen al vóór zij gekocht irorden zelf hun liefdesrelatie iet de mens onder woorden, ïezetén op hun bankstelletjes in witte, lederen fauteuils fcten de mensen met een luis- er- en kijkvergunning zich ïwillig toespreken. Al naar «lang het gedragspatroon in |un „doelgroep" drinken zij iier uit blik of een sherry van man met de zwarte cape. >rdien was er al koffie, ïkkere koffie, met het aro- i, dat de huiselijke gezellig- ;id al jarenlang symboliseert moeder verlost van alle thuldgevoelens over haar te- jrtkomingen. lensen, aandachtig voor de buis Jzeten zodra de bel voor de eerste TER-rónde is gegaan, doen wat un door de commercie is voorge- ihreven. Intussen wachten zij op ïeuwe instructies van een huis, enkele danspasjes heeft ge laakt en vervolgens met een echt («wegende mond het afsluiten van èn brandverzekering bepleit of bn kwastje carbolineum op zijn vond aan avond voltrekt zich het Joe es van de „commerciële com- (unicatie". i deze door de reclamemakers ge rangeerde seance tussen produ ct en consument is alles mogelijk bworden. De geesten zitten niet er in een fles, maar zijn druk in weer met een zielsverhuizing Jn het ene object naar het andere. t zijn natuurlijk maar grapjes, ,t]Jze „visuele en tekstuele" spits- ndigheden, waar niet te zwaar getild mag worden. Als het lukt maar geaccepteerd wordt de consument bevrediging ienkt, is iedereen tevreden. Zo ien er nergens fruitdruifjes en jfbudappeltjes aan de bomen, maar in natuurzuivere sappen worden i :h goed verkocht. „Commerciële e»mmunicatie", het is een begrip r de reclamemensen evenveel .tering aan ontlenen als hun to- aatje aan de zon. Het wordt ver- icht veel gebruikt. Onlangs is >lfs een lang en taai congres geor- iniseerd, om deze paraplu nader ontvouwen, voor wie er onder tuilen wil. it woord dat in deze kring de 2 k verdacht gemaakte lading ;t, suggereert een wederzijds- «id, waar in de praktijk weinig terecht komt. Commerciële fmmunicatie is een eenzaam ontuur. Van de miljoenen men- die er door aangesproken wor- kan men moeilijk verwachten, kt zij iets terug zullen zeggen. cHun antwoord kan slechts bestaan ,o|t het gebruiken van de meestal aJjhaarse informatie en het zo kiel mogelijk consumeren van de ajngeprezen goederen en diensten. i?St doel heiligt soms onsmakelijke liddelen, zoals het bespatten van ^Js scherm met grote klodders Rjayonaise en slagroom, i^vartkijkers hebben een oude 1 jjurwet al voorzien van de voet- bot: „Als twee holle vaten pogin- dpn doen om met elkaar te commu niceren, hoewel de daartoe vereiste ijoeistof ontbreekt, is alles wat jt(en beluisteren kan de echo van t (in leegte", pt is andere koek dan de tropi- !he verrassing in onze nationale hjelkchocolade. Met zou er uit op ieynnen maken, dat de deelnemers ;Ün dit éénrichtingverkeer („com- 1 (unicatie naar de consument toe", opteerde men op het congres als •r^eudiaanse verspreking) niet „zin- 1 (il met elkaar bezig zijn". T jejliscommunicatie raHMMmnm ?n|ordt een ogenschijnlijk soms zo 1 fuchtbare relatie bedreigd door pornissen, de gevreesde „miscom municatie"? S«ét is bekend, dat veel landgeno- H de reclame als misleidend erva- .Jn. Geen nieuwe dagcrême, hoe •fttjezacht ook, kan veler blos van ritatie verhullen, als „het lekker- i voor de liefste kat" op hun gjierm voorafgaat aan een reporta- 1 over hongerlijders in de Sahel. pt lijkt een beetje gedateerd om jar moeilijk over te doen, maar ip pater uit zo'n miserabel gebied, bezoek bij Anthonie van Kam- in, is ooit huilend de tuin ingelo- |n toen hij zo'n spot op de tv had zien. [clamemensen, altijd op hun qui- ye, weten elk argument tegen jn oproep tot verspilling te ontze- yjwen. Zij krijgen er genoeg van ■""lijd verwijten aan te horen over Jn samenzweringen in hun firma Sst en Bedrog en de manier waar- I zij het nieuwe analfabetisme irkondigen. jak vernemen zij dat de consu lt reclame even vervelend en Üontkoombaar vindt als het dage- be poetsen van de tanden of het Jchten op de tram. Is het wonder, I de meervoudig onverzadigde buren je dan zwaar op de maag kn liggen? Op die manier komt weinig terecht van de met zo- /el raffinement ondernomen po- Jgen tot communicatie. wordt in deze branche meestal iterst) geprikkeld gereageerd op jtiek van mensen, die men niet oordelen bevoegd acht. Heeft 'n niet een ondoorgrondelijke iheid in pacht? Het bespieden Reclame heeft voor iedereen een potje op het vuur, maar vaak is het onsmakelijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1983 | | pagina 17