Tom Parkers
The Y oung Messiah
blijft
Handels Messiah
PAGINA 10
KERSTMI
wereldpremière van
Handels oratorium The Messiah vond in 1742
onder enorme openbare belangstelling plaats
in de Ierse hoofdstad Dublin. Wegens de on
voorstelbare drukte werd alle aanwezige he
ren vriendelijk verzocht geen degens of sa
bels te dragen, omdat die wapens de andere
'muziekliefhebbers op erg hinderlijke wijze
duwtjes in de rug zouden kunnen geven. The
Messiah is zonder twijfel het bekendste van
Handels dertig oratoria. De Britten zijn er
dol op. Zij beschouwen het als een belangrijk
onderdeel van hun cultuurpatrimonium.
Handel, die in 1685 geboren werd in het
Duitse Halle en daar Georg Friedrich ge
doopt werd, emigreerde immers in 1712 naar
Londen, waar hij zich vijftien jaar later tot
Engelsman liet naturaliseren. Gelijktijdig
veranderde hij zijn namen in George Frede
rick Handel, zonder trema op de a vari de fa
milienaam, die echter door de Britten toch al
als „Hendel" werd uitgesproken.
In zijn nieuwe woonplaats had Handel min
der dan vier weken nodig om The Messiah
te componeren bij Engelse teksten, waarvan
er een begon met de woorden: „How beauti
ful are the feet(Hoe mooi zijn de voe
ten). De grote Duits-Britse componist zal
toen wel nooit gedacht hebben, dat meer dan
200 jaar later jonge voeten ritmisch zouden
klepperen bij een nieuwe en volledig gemo
derniseerde versie van zijn Messiah.
De dader van die „aanslag" op dit klassieke
kunstwerk heet T. A. Parker. Hij is een 38-
jarige Britse musicus van Schotse afkomst,
die vandaag de dag afwisselend in het
Spaanse Marbella, op de Costa del Sol en in
het momenteel weer erg grijzige Londen
woont. Tom Parker heeft van Handels oude
oratorium The Young (jonge) Messiah ge
maakt door het stuk gevoelig in te korten en
het een daverende roek-beat te geven. De
LP ervan werd in november 1979 in Enge
land op de markt gebracht.
Muzikale autodidact
Hoewel sommige liefhebbers van klassieke
muziek Tom Parker levend hadden kunnen
villen, vonden de meeste critici zijn moderne
arrangement van The Messiah lang niet
kwaad. Zij gaven zelfs toe, dat hij Handels
oratorium geen geweld had aangedaan. „Met
de muziek van The Messiah kun je doen wat
je wilt", schreef het gerenommeerde dagblad
The Guardian in december 1979, „want het
blijft altijd Handels Messiah. Aan zijn genie
is geen grotere hulde mogelijk dan de ont
dekking dat The Young Messiah nog duide
lijk herkenbaar en zelfs genietbaar ook Han
dels Messiah is".
Ondanks die lof werd The Young Messiah in
Groot-Brittannië geen hit. Later kwam de
bewuste LP ook in Nederland op de markt.
Daar geloofden de vertegenwoordigers van
de bewuste platenfirma er kennelijk veel
meer in dan hun Britse collega's. In het be
gin was de Nederlandse verkoop maar matig,
maar een tv-special, gerealiseerd door de
AVRO, bracht daar in mei van dit jaar ver
andering in. Een deel van The Young Messi
ah bereikte zowaar het exclusieve domein
van de Nederlandse Top 40 en stond onlangs
op de vijfde plaats. Je mag rekenen, dat in
Nederland nu al bijna 40.000 exemplaren
van deze Young Messiah-LP verkocht zijn
Tom Parker hoopt, dat dit verkoopcijfer
spoedig de 50.000 zal bereiken. Hij is een rus
tige, reeds kalende musicus, componist, ar
rangeur en platenproducer, die helemaal
niet excentriek doet en ook geen vergeefse
pogingen aanwendt om er jonger uit te zien
dan hij is. Op het eerste gezicht een tamelijk
conservatief aangelegde man. Met zijn vrien
din Mary Rose woont hij in Londen vier
hoog op een flat vlakbij Earl's Court. Tom
heeft net voor Mary Rose een aardig deuntje
geschreven dat haar naam draagt. De fluitso-
lo van dit nummer wordt gespeeld door een
Mexicaanse artieste, Elena Duran, die ge
huwd is met Michael Anderson, manager
van de bekende Noordierse fluitist James
Galway. Elena Duran krijgt les van Galway,
die algemeen beschouwd wordt als een van
de betere fluitspelers van Europa.
Tom Parker zegt heel gewoon, dat hijzelf
een muzikale autodidact is. Hij leerde mu
ziek zonder ooit les te nemen. De conserva
toria van Groot-Brittannië kunnen hem dan
ook niet tot hun oud-leerlingen tellen. „Alles
wat ik ken en kan, heb ik mezelf aange
leerd", vertelt Tom. Een natuurtalent dus.
Hij dankt zijn muzikale gaven aan zijn fami
lie van moeders zijde. Mama Parker zong
goed en haar vader, Toms opa dus, speelde
heel fijn piano, zonder dat iemand het hem
ooit geleerd had. Toms tien jaar oudere broer
Jim is ook musicus, componist en arrangeur.
Maar die Parker kreeg als kind en opgroei
ende jongen wél muziekles.
Het begon met
spijkerbroeken versie
van Bachs
„Jesu,joy of man 's desiring"
Toen Tom zes maanden oud was „emigreer
den" de Parkers van Schotland naar Enge
land. Zij sloegen hun tenten op in het Noord-
engelse Washington, waar Tom opgroeide
en thuis geregeld enthousiast op de piano
tingelde. Hij was nog maar zestien toen hij al
besloot van de wijde wereld zijn leerschool te
maken. Dat betekende naar Londen trekken
en daar ronddolen om werk te zoeken. Na
verloop van tijd speelde Tom piano in clubs
en daarna met nieuwe groepen, waarvan een
de dierlijke naam „The Animals" voor zich
uitgekozen had.
,Session"-musicus
Parker zegt zelf, dat zijn pianotechniek ei
genlijk niet deugt. „Ik doe het allemaal ver
keerd", bekent hij. Maar in zijn geval schijnt
dat gebrek aan technische en theoretische
opleiding van geen betekenis te zijn. Zijn na
tuurtalent is in elk geval niet lang onopge
merkt gebleven. Tom werd gevraagd om
piano te spelen tijdens zogeheten „sessions"
in Londense opnamestudio's. Daar komen
geregeld musici van diverse pluimage bijeen
om muziek voor nieuwe platen of begelei
dende deuntjes voor tv- en bioscoopreclame
in te studeren, te repeteren en vervolgens te
laten opnemen. Voor veel bekwame musici
van de Britse hoofdstad is zulk werk een ge
regeld terugkerende schnabbel, die vaak
meer opbrengt dan hun vaste gage, als ze
tenminste al een vast inkomen hebben. De
session-musici leven in een anonieme we
reld. Zij spelen om het even welke soort mu
ziek die van hen gevraagd wordt, maar hun
vakwerk blijft naamloos, want-het grote pu
bliek komt nooit aan de weet wie de betrok
ken artiesten zijn.
Tom Parker is heel goed thuis in die krin
gen. Hij werkt nog geregeld met „session"-
spelers in „jingle singers" (de dames en he
ren die voor opname op band reclamedeun
tjes zingen en daar in Londen veel geld mee
verdienen). Parker componeert trouwens
zelf ook dergelijke „jingles" voor de Britse
commerciële tv of bioscopen. „Ze brengen
goed op", zegt hij, „niet alleen wanneer je ze
pas gemaakt hebt, maar ook telkens wan
neer ze opnieuw uitgezonden worden of in
de bioscopen weerklinken".
Ook zijn broer Jim doet jingle-werk. Deze
Parker componeerde onder meer de herken
ningsmelodie van het avondjournaal van
Channel Four, het nieuwe Britse commercië
le tv-net. Op het oude commerciële net kun
je haast geen muzikale reclame meer horen
den zich de blanke Vicki Brown en de zwar
te Madeline Bell, gewezen „lead-singer" van
de Blue Mink, een groep die inmiddels ter
ziele is gegaan maar die vroeger in Neder
land veel succes had met zijn single „Melting
Pot".
Tom Parker heeft nu ook de St.-Mattheus-
passie van Bach in spijkerbroekstijl op de
plaat gezet. Mogelijk krijgt dat dubbele al
bum gewoon de titel „Matthew". Het wordt
in februari 1983 in Nederland uitgebracht
(tenzij er wat gebeurt dat dit plan in de weg
staat). „Wegens het recente succes van mijn
Young Messiah komt Nederland hiervoor
het eerst aan de beurt", zegt Tom Parker.
Nieuwe Britse lancering
„Ik verwacht dat in Groot-Brittannië The
Young Messiah pas volgend jaar een hit zal
zijn", zo gaat hij verder. Naar aanleiding van
Kerstmis is de bewuste LP daar helemaal
opnieuw uitgebracht, ditmaal met veel meer
kans op grote bijval, omdat de BBC een groot
tv-programma gemaakt heett van een con
cert, te geven door de New London Choral,
dat rond de feestdagen wordt uitgezonden.
„Matthew zullen we dus waarschijnlijk pas
in 1984 in Engeland kunnen uitbrengen,
want twee tegelijk lukt nooit", zegt Parker.
„De bijval van een dergelijk album hangt in
grote mate af van de reclame die er rond ge
maakt wordt door het platenbedrijf en de
media. Bovendien is Matthew muzikaal ge
sproken veel moeilijker dan The Young
Messiah. De mensen moeten aan dat soort
muziek gewend zijn vooraleer wij nieuwe
commerciële risico's kunnen nemen".
Tom Parker overweegt de mogelijkheid van
een live-concert door The New London Cho
ral rond Pasen 1983 in Nederland om de ver
koop van zijn nieuwe album „Matthew" te
stimuleren. „Zulke concerten zijn grote pu-
bliektrekkers", zegt hij. Zekerheid omtrent
de datum heeft Tom echter nog niet. „Het is
zelfs niet helemaal uitgesloten, dat we dit
plan pas in 1984 ten uitvoer zullen kunnen
brengen".
Als de bijval groot genoeg is, zou hij later
van Matthew een theatershow willen ma
ken. Maar eerst moeten nog veel internatio
nale tv-specials aan The Young Messiah en
Matthew gewijd worden. Tom Parker hoopt
ook de Amerikaanse popmarkt te kunnen
veroveren. Maar dit alles vraagt tijd en veel
doorzettingsvermogen. Daaraan schijnt het
hem echter niet te ontbreken. Tom onder
handelt momenteel met de Zuidafrikaanse tv
over een Zoeloe-versie van The Young Mes
siah. „Een opwindend vooruitzicht", zegt hij.
„Maar wat zou George Frederick Hëndel
daarvan denken?", vragen we bezorgd. „Zal
hij zich in zijn graf omkeren?"
Tom Parker schudt het hoofd. „Ik ben er ze
ker van", zegt hij overtuigd, „dat Handel en
andere klassieke componisten dergelijke
nieuwe arrangementen van hun werk zou
den goedkeuren. Want alleen door het om te
toveren tot iets dat past bij de stijl van de tijd
waarin wij leven of dat voor andere volken
aanvaardbaar is, worden de kunstgewroch
ten van dergelijke oude toondichters op
nieuw genietbaar gemaakt voor de jonge
mensen van nu".
ROGER SIMONS
De twee beste
session-
zangeressen
van Londen,
Madeline Bell
(links) en Vicki
Brown.
of het deuntje komt van een van beide Par
kers. Meestal is het een compositie van de
jongere Tom. „Een passend melodietje van
vijftien tot dertig seconden bedenken, is
geen gemakkelijke opgave", zegt hij. „Het
gebeurt geregeld dat ze ons niet meer dan
een uur de tijd geven om met zo'n stukje
voor de dag te komen. Zelf vind ik dat niet
zo erg, want ik werk nog het best als ik on
der hoge druk sta".
Handel niet onteerd?
Bij Tom Parker is praktisch letterlijk van
het een het andere gekomen. Hij was onge
veer 24 toen hij als session-musicus zelf an
dermans composities begon te arrangeren.
„Dat is precies hetzelfde als componeren",
zegt hij. Na verloop van tijd kreeg Tom de
smaak te pakken en werd hij zelf ook com
ponist. De volgende stap was zelf platen pro
duceren. De knepen van dat vak had hij ge
leerd als session-musicus. Een goede platen-
producer is tevens een gewiekst zakenman
Maar ook op dat terrein schijnt Tom Parker
van alle markten thuis.
De lust om bepaalde klassieke stukken een
moderne interpretatie te geven, is hem jaren
geleden bekropen. Toms eerste succes op dat
terrein, ongeveer tien jaar geleden, was
„Joy", de spijkerbroekversie van een werk
van Bach dat in de Angelsaksische wereld
bekend is onder de titel „Jesu, joy of man's
desiring". Parkers „Joy", gezongen en ge
speeld door de groep „Apollo 100", was een
tijd lang nummer één op de Nederlandse hit
parade.
Na „Joy" volgden nog talrijke andere al
bums van klassieke rock. gebaseerd op Bach,
Mozart, Beethoven en Tsjaikowsky. In 1979
had Tom Parker nauwelijks drie maanden
nodig om van Handels Messiah een dende
rend brok reli-pbp te maken.
„Ik hou erg veel van klassieke muziek", zegt
Tom, „en het lag zeker niet in mijn bedoe
ling Handels werk te onteren, wel het tegen
deel. Zijn Messiah is twee en een half uur
lang en de meeste mensen hebben niet ge
noeg geduld om ernaar, te luisteren, tenzij ze
om zo te zeggen fanatisch dol zijn op klassie
ke stukken. Maar zij genieten er wél van als
het maar een half uur duurt en wanneer het
gezongen wordt door popzangers en niet
door operasterren. Dan is het voor hen veel
gemakkelijker te beluisteren. Zo breng je
klassieke muziek binnen het bereik van de
gewone man".
„The Young Messiah"-LP is Tom Parkers ei
gen produktie. Hij stelde daarvoor zelf een
koor en orkest samen, luisterend naar de ge
zamenlijke naam The New London Choral.
Het zijn in totaal ongeveer 52 mensen, onder
Wie bijna 30 muzikanten, 19 koorzangers en
vier vocalisten. Onder deze laatsten bevin
Tom Parker:
„Wegens het
recente succes