Mensen
zoeken
uw wegen,
Heer God
„Wij beheersen niet,
wij domineren niet,
we krijgen.
Elke dag en elk
uur opnieuw"
PAGINA 4
KERSTMISS
Vrede op aarde. Daarvoor zijn,
weet inmiddels iedereen, een paar
forse, structurele, maatregelen no
dig. Kernwapens de wereld uit.
Vervolgens de rest van het tuig.
Rijke landen moeten hun welvaart
en kennis delen met de arme. Dic
taturen dienen onmogelijk te wor
den gemaakt. De organisatie van
de kippenstal. Laag plafond, zacht rode
vloerbedekking. Achter de altaartafel hangt
een groot antiek korpus. Er zijn kaarsen, een
godslamp, bloemen. Een stem spreekt een
geïmproviseerd gebed uit:
„Mensen zoeken Uw wegen, Heer God,
verlangen Uw wil te doen
en zoeken overal: waar is Uw stem te ho-
het werk moet zo gebeuren dat ie
dereen daaraan ongehinderd kan
meedoen.
Akkoord, beaamt ook de leefge
meenschap „Hooge Berkt" in het
Limburgse Thorn en het Brabant
se Bergeyk. Maar die maatregelen
lukken niet zomaar. Ze maken pas
dan kans van slagen als mensen
tegelijkertijd trachten de vrede in
hun meest directe omgeving dich
terbij te brengen. In zichzelf, in
hun vriend, in hun buurman. Hun
vrouw en hun kinderen. Hun
overbuurman en diens kinderen.
Hoe dat moet? Met alle respect
voor Bhagwan en Krishnamurti,
lezen ze in de Hooge Berkt gewoon
de bijbel. De timmermanszoon uit
Nazareth is hun gids. Daarbij blij
ven ze, voortgekomen uit de ka
tholieke traditie, trouw aan de
paus van Rome. Verdeeldheid is er
al genoeg in de wereld.
Naast tal van elders wonende
vrienden telt de gemeenschap zo'n
honderd tien permanente leden.
Verspreid over een twintigtal ge
bouwen in Bergeyk en een tiental
in Thorn, proberen ze het leven
met elkaar te delen. Door samen te
werken en te studeren, te bidden
en te eten. Te lachen en te genie
ten. Bij een Blijde Boodschap ho
ren op zijn tijd ook een 1
een feestelijke maaltijd
de Berktenaren.
Verslaggever Willem Sch
kennis van deze katholieke!
tot kleinschalige maatscha»
vorming.
ren
Vijftig gelovigen bidden in stilte mee. Twin
tig van hen, geknield in het midden van de
groep, dragen ten teken van radicale toewij
ding een lang licht doopkleed. De stem
spreekt:
„Steeds weer zijn er mensen die zo leeg ge
worden zijn van zichzelf
dat Uw stem in hen, door hen heen te horen
Niemand zal van zichzelf zeggen: ik ben een
man Gods,
maar Gij geeft ons steeds weer mensen
in wie U te beluisteren bent".
R.-K. Kerk
„In dat licht moet je ook onze uitdrukkelijke
wens zien om binnen de rooms-katholieke
kerk te blijven", aldus mevrouw Klomp.
„Wij zoeken naar eenheid, vrede. En hame
ren dus niet op wat ons scheidt van anderen,
maar juist op wat ons verbindt. We zitten nu
eenmaal in die katholieke kerk, welnu, laten
we daar dan ook blijven". Ze is een grote,
Hooge Berkt heet de met veel bomen om
zoomde straatweg die naar het Brabantse
dorpje Bergeyk leidt en waaraan de roeach
of kapel te vinden is. De mensen die, op zoek
naar hun Heer, hier drie
keer daags een samenkomst
beleggen, noemen zich.ook
de Leef- en Werkgemeen
schap „Hooge Berkt". Spiri
tueel lichtpunt in de groep
is de 67-jarige weduwe me
vrouw Guurt Klomp-Van
Kemenade. In alle beschei
denheid want ze voelt zich
uitdrukkelijk de „minste
onder gelijken". Midden ja
ren zestig werd tot de vor
ming van de gemeenschap
in haar gezin de aanzet ge
geven. De zoon en de vier
dochters bereikten toen de
leeftijd waarop ze naar een
zelfstandige vestiging elders
verhuisden. Dat bood de ge
legenheid om in de vrijge
komen vertrekken logés
onder te brengen. Geloofs
vrienden. Net als mevrouw
Klomp zelf waren de mees
ten van hen gevormd in het
katholieke geloof. Kinderen
van hun tijd echter, was
ook aan hen de vanzelfspre
kendheid van de katholieke
geloofservaring goeddeels
ontvallen. In lang niet alle
opzichten konden ze de ge-
loofstaal van de vaderen
nog van harte verstaan.
De kerkdeur dan maar
dichtgeslagen? Dat was on
denkbaar voor mensen die
zich religieuze wezens wis
ten en onherroepelijk ver
bonden met de joods-chris
telijke traditie. In 1967 be
sloten gastvrouw Guurt
Klomp en haar logés Ria
Huysmans, pater Jan Ber
ger en zuster Annunciata
om definitief bij elkaar te
blijven en in gezamenlijke navolging van Je
zus Christus op weg te gaan naar een nieuw
gelovig elan.
December 1982 is het huishouden van vier
uitgegroeid tot een leefverband van 110 per
sonen. Priesters en leken, religieuzen en ge
zinnen, bejaarden, baby's en adolescenten.
Een rijk allegaartje, van wie een veertigtal
drie jaar geleden is verhuisd naar het plaats
je Thorn in Limburg. Nochtans zonder de vi
tale band met de moedergemeenschap door
te snijden. Integendeel. Thorn en Bergeyk
vormen één beweging.
Karien Dankers (35) sloot zich drie jaar geleden met man en kinderen bij de Hooge
Berkt aan. „Ons gezin werd opeens vijfentwintig keer groter".
Mevrouw Klomp en broeder Harry, die zich tien jaar geleden bij de gemeenschap voegde, voor een gebouw
van de Hooge Berkt. „We hameren niet op wat ons scheidt van anderen, maar juist op wat ons verbindt".
Schnabbeltje
In dit Thorn, en wel in de wit gepleisterde
„ville blanche" genoemde dorpskern, woont
de exegeet of bijbeluitlegger Pius Drijvers.
Vrolijk en schijnbaar nonchalant stoeit de
Berktenaar in zijn studeervertrek met een
commentaar en een gebed naar aanleiding
van het verhaal over Nicodemus in het Jo-
hannes-evangelie. Een schnabbeltje voor een
uitgeverij. Er moet ook brood op de plank.
Hij wacht nog met zijn sigaartje, neemt wel
een kop koffie: „Ja, wat zoek ik in deze ge
meenschap? Ha ha! Wat vind ik hier? Ik kan
dat wel onder woorden brengen, maar ik
weet niet of u mij dan verstaat. Hier werkt
de Geest. Misschien Schrijf geest eens
met een kleine letter en maak er dan van:
een geest van vriendschap, van solidariteit.
Dan hebt u een begin. En dat is denk ik ook
wat buitenstaanders in eerste instantie frap
peert als ze zich tot de Hooge Berkt-gemeen-
schap aangetrokken voelen. Ze ervaren, zo is
dat mij tenminste vergaan, dat hier een heel
aparte manier van communiceren bestaat.
Een communicatie op een veel eerlijker, hel
derder niveau dan gebruikelijk is in die bi
zarre en onttakelde wereld van ons. Zelf ben
ik trappist en ik heb vele jaren, veel goede
jaren, doorgebracht in onze abdij in Tilburg.
Maar iets ontbrak daar. En iets ontbrak er
ook in de woongroep in Eindhoven waarbij
ik me, op zoek naar nieuw monastiek leven,
daarna heb aangesloten. Niet dat ik geen
goede herinneringen heb aan Eindhoven.
We deelden alles, ook financieel. Wat er aan
het eind van de maand overbleef gaven we
weg. En er was veel eerbied voor eikaars
privacy. Vooral dat laatste ervoer ik als een
weldaad. Aan de andere kant bleef je juist
door die privacy ver van elkaar verwijderd.
Immers: je ontzag elkaar. De nare karakter
trekken, de tekortkomingen van de ander,
bleven onbesproken. Daardoor, zeg ik nu,
bleef er ondanks alle goede bedoelingen toch
een niemandsland tussen ons bestaan. En dat
maakte me op den duur, ja stik-alleen. Ik
boekte succes met mijn werk, had goede
vrienden, maar was in feite net zo alleen als
in het klooster. Zonder echte partners".
Tweede kop koffie. Sigaar. Een groep jonge
ren komt binnen. Botsend en struikelend op
weg naar een aangrenzend vertrek voor een
discussie-les over de tien geboden. Een flard
van een gedachtenwisseling: „Hoor 's hier,
als je niet in het licht van God staat, worden
die tien geboden natuurlijk een gevangenis".
Grondvlak
In de Hooge Berkt heeft pater Drijvers ge
leerd dat het wel degelijk mogelijk is het
„niemandsland" te laten verdwijnen en dat
mensen in staat zijn het' leven duurzaam met
elkaar te delen. Niet door allerlei psychologi
sche en psychotherapeutische beginselen toe
te passen. Leefgemeenschappen die zich
daarop baseren, bewijst de praktijk, houden
het niet langer dan twee, drie jaar uit. De
Hooge Berkt bestaat al vijftien jaar. Met alle
eerbied voor andersdenkenden geloven de
leden dat dat komt doordat hun grondvlak
steviger is.
Pius Drijvers, 57 jaar, rimpelloos gelaat: „Wij
leven, kun je zeggen, vanuit het grondige be
wustzijn dat we het leven ontvangen. Elke
dag en elk uur opnieuw Wij beheersen niet,
wij domineren niet, we krijgen. We weten
ons afhankelijk. Van God, die ons elke se
conde maakt. Als dit je fundamentele erva
ring is in het leven, spreekt het vanzelf dat
je ook tegenover je medemens een meer
open houding aanneemt. Je bent niet zelf je
laatste norm. Je kijkt, je luistert, je gaat de
vreemdheid van de ander ontvangend bin
nen. Zo benaderd hoeft die ander ook niet
bang te zijn. En kan er een verstandhouding
van volledige eerlijkheid ontstaan waarin
mensen elkaar aanvaarden met inbegrip van
hun duistere, nare, beschadigde kanten. Het
is toch zo dat bijna overal waar mensen met
elkaar samenleven de kneuzingen van de
ander, de tekortkomingen, toegedekt wor
den. Men is niet écht betrokken".
„Hier wel. De openheid naar het Leven toe
en naar elkaar toe maakt dat we de ander
volstrekt serieus nemen. En van daaruit óok
zijn of haar onvolkomenheden in het volle
licht stellen. Als iemand, ik noem maar wat,
zijn eigenlijke wezen verloochent doordat hij
zich eenzijdig op geleerde bijbelexegese stort
omdat hij denkt dat de anderen dat nu
eenmaal van hem verwachten dan wordt
hij ter verantwoording geroepen. Hé vader,
wie ben jij eigenlijk? Ben jij bijbelexegeet of
ben je Pius Drijvers? En de ontdekking is
dan: zo'n appel werkt niet beperkend, maar
juist heel bevrijdend. En dat het bevrijdend
werkt komt doordat je je met elkaar gewor
teld weet in hetzelfde gelovig grondvlak. Je
ontvangt je leven van God en je hoort bij el
kaar, je bent één, in de naam van Jezus
Christus, die laat zien wie God is".
Financiën
De mensen van de Hooge Berkt leven niet in
gemeenschap van goederen. Ieder beheert
zijn eigen financiën. Wel zijn er gemeen
schappelijke gebouwen, zoals gebedsruimten,
leerhuizen, eetzalen, gezelligheidsverblijven
en onderkomens voor alleenstaande Berkte
naren. Die worden beheerd door een stich
ting. Maar gezinnen bijvoorbeeld wonen alle
in een eigen huur- of koopwoning. Verreweg
de meeste volwassenen hebben een baan,
vaak in het onderwijs of in de verpleging.
Een deel van hun inkomen storten ze in1 de
stichtingspot waaruit de gemeenschapsvoor
zieningen worden betaald. Sommigen zijn
vrijgesteld van werk elders om zich, in een
leidinggevende of ook in een praktisch
dienstbare functie, helemaal aan de gemeen
schap te kunnen wijden.
Strakke leefregels ontbreken. Elke morgen
is er een eucharistieviering, maar alleen wie
de innerlijke drang voelt om mee te vieren is
welkom. Hetzelfde geldt voor de middag- en
avonddienst. Aan de gezamenlijke maaltij
den ('s morgens, 's middags en 's avonds)
neemt ook lang niet iedereen altijd deel. Wel
wordt nauwlettend in het oog gehouden dat
niemand afglijdt naar een isolement. Waar
mensen van elkaar afdwalen verdwijnt im
mers de Geest, zeggen ze bij de Hooge Berkt.
aristocratische en stralende verschijning,
mevrouw Klomp. Zorgvuldig gekapt grijs
haar, gouden sieraden, een vleugje rouge.
Haar woon- en studeervertrek is gevuld met
boeken en chique meubelen. Elk kwartier
jubelt er een luid uurwerk. Op de salontafel,
tussen haar en pater Jan Berger in, staat een
fijn zilveren suiker- en roon^telletje.
De pater: „Aangebrande kwesties als de ge
huwde priester drijven we bewust niet op de
spits. We hebben wel vrienden die priester
zijn geweest en nu getrouwd zijn, maar we
willen niet provoceren door juist hun te vra
gen in de eucharistie voor te gaan".
Mevrouw Klomp: „Wij, in onze gemeen
schap, ervaren dat ook niet als een urgent
probleem. Neem een ander vraagstuk: de
vrouw in het ambt. Dat dient zich hier ge
woon niet aan. Het leeft niet. Zelf voel ik dat
ook helemaal niet: die behoefte om priester
te worden. Onze ervaring is dat een heleboel
andere dingen veel belangrijker zijn als je
probeert uit te groeien tot een liefdevolle
christelijke gemeenschap. De opvoeding van
de kinderen bijvoorbeeld. De overdracht
van, noem het 't „geloofsgoed" van de oude
re generatie op de jongere. Bedenk wel dat
wij als ouderen een enorme verantwoorde
lijkheid dragen tegenover de jonge mensen
die bij ons komen en die zeggen: we doen
met jullie mee. Die jongeren zetten weinig
minder dan hun leven in. Hoe benader je de
jongere generatie met gezag? Wat is gezag?
Wat is gehoorzaamheid? Daar worstelen wij
veel meer mee dan met allerhande structu
rele, ambtelijke kwesties. En het frappante is
dat de antwoorden die wij als de juiste erva
ren heel vaak parallel blijken te lopen met
waarden die al zo oud zijn als Methusalem.
Overgave, dienstbaarheid, volgzaamheid
dat soort waarden".
Van buitenaf beschopwd lijkt de Hooge-
Berktgemeenschap vrij hiërarchisch opge
bouwd. Binnen een kerngroep van vijf men
sen is mevrouw Klomp de hoogste gezags-
draagster. De vijf maken deel uit van een
vergadering van 27 personen die in de Pink
sterbede levenslange trouw aan de gemeen
schap hebben beloofd en ten teken hiervan
een gouden ring dragen. Dan volgt de grond-
gemeente, kenbaar aan een zilveren ring en
ten slotte zijn er de volgelingen die helemaal
geen teken dragen.
Pater Berger: „Gezag, opgevat als een idee,
als een ordeningsprincipe in de trant van
„gezag moet er zijn" vinden wij uit den boze
Een dergelijk gezag verhult in de praktijk
heel vaak ordinaire persoonlijke macht. Dan
gaat het om baasjes die de dienst uitmaken
en die zijn afschuwelijk. Wij vullen „gezag"
anders in".
Mevrouw Klomp: „Gezag wordt niet geno
men, maar gegeven. En niet eenmalig gege
ven, voor een bepaalde periode, nee, gezag
geef je steeds weer opnieuw. Elke keer dat je
de ander ontmoet. Door naar hem te luiste
ren en hem te vertrouwen. Door innerlijk
stil te worden en de ander te aanvaarden als
aanvulling op jouw beperktheden. Omdat ie
dereen beperktheden heeft is gezag ook
nooit éénrichtingverkeer. Het ontstaat tussen
mensen die bij elkaar betrokken zijn. En
wordt uiteindelijk natuurlijk wel door een
concrete mensenstem verwoord. In onze ge
meenschap is die taak in laatste instantie aan
mij toebedeeld. Maar ik doe dat dus vanuit
een luisterende houding. En vanuit de be
reidheid om elk moment mijn eigen mening
onder te ordenen aan dat wat er gezamenlijk
leeft in de gemeenschap"
Pater Berger: „In dit licht gesteld blijkt ge
zag ook voor jonge mensen, gevormd en mis
vormd in die ik-gerichte cultuur van ons,
heel wel aanvaardbaar te zijn. Zonder af te
zien van hun eigen mening blijken ze bereid
de „gezagsdrager" een eindweegs te volgen.
„Ik denk er zelf weliswaar heel anders over,
maar laat ik het nou eerst maar eens probe
ren, dan kan ik er altijd nog op terugko
men" die sfeer".
Exodus
Behalve permanente bewoners kent de
Hooge Berkt ook talloze vrienden die perio
diek, bijvoorbeeld eens in de maand, een
weekeind doorbrengen bij de gemeenschap.
Een paar keer per jaar wordt er een zogehe
ten „exodus-groep" georganiseerd. Die be
staat uit mensen die zich voor een periode
van drie maanden uit de woestijn van het
hedendaags gekrakeel terugtrekken om in
de Hooge Berkt te trachten opnieuw voeling
te krijgen met de bronnen van hun leven.
In de „lavra", de gezamenlijke gezelligheids
ruimte vertelt theologie-student Joost Jansen
die zes jaar geleden nog in een trappisten-ab
dij in Frankrijk zat, dat ook hij via zo'n exo
dus-groep in de Hooge Berkt is binnengeko
men: „Tijdens mijn exodus heb ik ontdekt
dat mijn ziel meer snaren telt dan ik tot dan
toe bespeelde. Ik hoef niet alleen te leven,
heb ik hier geleerd. Ik mag het met anderen
doen. Dat heeft alles in mij, hoe zal ik het
zeggen stromender gemaakt".
Marion Vlijm, in verwachting van haar vier
de kind: „Je leeft hier vanuit een fundamen
teel gevoel van vertrouwen in God en in el
kaar. Natuurlijk verloopt het leven hier niet
zonder strijd en spanningen, ruzie en onge
loof, maar iedereen weet: de anderen zullen
mij nooit laten schieten. Ik denk dat ook de
kinderen dat wel ervaren. Voor hen biedt de
gemeenschap trouwens so wie so een grotere
geborgenheid. Ze zijn immers niet alleen af
hankelijk van hun eigen ouders. En ze heb
ben veel meer broertjes en zusjes dan in de
ééngezinssituatie waarin we vroeger zaten
ooit denkbaar was geweest".
In de Roeach (Hebreeuws voor Adem Gods)
zet de stem zijn gebed voort:
„Er zijn veel profeten.
Leer ons onderscheiden, Heer God,
waar ons uw waarheid wordt aangezegd
en waar ons iets wordt voorgelogen.
Wij willen uw wegen gaan.
Blijf ons zo aanspreken,
dat wij geraakt door Uw Waarheid
de Weg naar het Leven gaan,
het Leven dat U zelf bent"
WILLEM SCHEER
Drijvers. „Gezag in de trant van „gezag moet er