£cid6c0omcmt „Ik kom er eerlijk vooruit, dat ik een houten klaas ben ^S&de^edkamerQeen ZATERDAG 18 DECEMBER 1982 ff !HT Om kwart over acht vijftien mi- ater dan de dienstregeling voorschrijft iet toneelgordijn in de Utrechtse Schouw- pen en sterft het „rabarber, rabarber" in binnen luttele seconden weg. Vanaf het waaien bonkende oerwoudgeluiden over :den van de ruim duizend bevoorrechten, ir verdiende duiten hebben geofferd om jol een avond lang zijn borstkas te zien le- [n het pluche heeft een rijk gesorteerd pu it alle leeftijdsklassen wortel geschoten: ;e echtparen in hun nette pak die elkaar ,tzak met proviand aanreiken, naast vet- geblondeerde slagroomsoezen en pun- i ier hoofden nog het meeste lijken op afge- toverballen. Het heeft iets weg van een '^reünie, waar het wachten nu is op de neef gemaakt heeft en die dat tussen de schuif- gaat bewijzen. zwelt aan» wordt een "Vie mui, waarin de tam tams Jf eybords het gejammer van -"npte trompetjes overstem- jongen met de triangel aarbij de indruk, dat hij n het kader van de werk- QfV fing wordt gehandhaafd, dfs op de eerste rij hoort de ijle stemmen van de lokjes die hij met zijn to- in de koperen driehoek n heeft gewekt. Hij is ook e orkestlid, dat geen acht dirigent Freddy Golden, houterige armbewegingen ikanten in bedwang tracht ■"len en daarbij voortdurend ene been op het andere f een plotseling opgeko- ;e nood hem kwelt, knal als voorbode van een witte golf, die langs het l spoelt. Schrikreacties in kreten vanuit de parterre, schreeuwt jolig: „Moeder, t kookt", Het is een mede die met een massaal gesis wordt. Terecht, want daar loment net te belangrijk, te Roor. In deze verpletterende '"'jgaat het immers gebeuren: En luister naar de stem, die os vier octaven omvat. De '1-12' is in ons midden. Want ■■«ok is is ook Leendert Huij- noemde Lee Towers. ïnd tegen een springvloed I6 >laus maakt hij zijn entree: i L-Jkschouderende reus in een ®*'moking, gevangen in het >vor«n de schijnwerpers als een idwijchte dia. Hij heeft het goei- ifd van de buurman next wie je nooit tevergeefs een "^doet. Het hoofd van een ^^ian en handen die door de Ijmuiden gegoten lij- vordigers, die ijzer breken alsof steidjipapier is. Handen ook met ^jaartf bouwde doodklap om -^^*n wekt een kokette bril oeden, dat Leendert de indwibroer is van Nana Mous- rankèok zij heeft zo'n blikveld :nd montuur, dat als een irt van ver boven de luwen tot aan de neusgaten 'ijwel alle kippige artiesten met behulp van contact- Ie illusie in stand, dat ster- het showbizz-firmament de |)g hebben van een havik ^^ana en Leendert doen aan He niet mee en komen er dat zij zonder prothese in n ingingen, zien acl.1 ening ïftu|>rdt een heerlijke avond, 6 acf* programmaboekje ons be- )en happening van interna- 1 sleallure die enkele jaren gele- 1 gen uitsluitend was voorbehou- Amerikaanse miljonairs als Sinatra, Andy Williams en Davis Junior. Zij waren de 14 e toptalenten op dit onder- die met hun evergreens d konden vullen en fans verleiden om peperdure ilden te betalen. Aan dat :httoeren mochten Neder- ngers niet eens denken: te hoog gegrepen, te ver bed. Huijzing dacht er anders 'ilde het toch proberen. Hij in 1980 met groot lef de in Rotterdam af, gaf zich- een oorverdovend showor- iende rugdekking en speel- le boorden van de Maas een Istrijd die klonk als een 'eeduizend mensen luister- mloos naar zijn Tour de n produceerden na afloop [durige wolkbreuk van bij- i jaar later waagde hij de lieuw. Ditmaal in het Am- Carré, de krakende tem de Muze aan de traagstro- |Amstel. En ook toen was in het bakkie voor de man Willem Duys ooit in diens ^programma „Voor de vuist de kijkers was geïntrodu- i „de sympathieke kraan- lit Rotterdam". elk geval een beroep, tot de verbeelding sprak, jen uit het volk, rusteloos antoieer met stukgoed uit alle «ken, dat daalde en steeg op IjMmando. Voorwaar, dat was Mbeveling. Een modale me- een Don* ïef aar> ie haJZ p,ubliek demens in een te wijde overall op zijn hoge post bleek opeens een kraanvogel te zijn met puur goud in de keel. Daar had het Neder landse volk wel oren naar. Later bleek, dat Duys aan zijn vuist een duim had, waaruit hij met iets te grote gretigheid een alleraardigst volkssprookje had gezogen. Vóór de uitzending had hij zijn huiswerk niet zorgvuldig gemaakt. En daar om wist hij niet, dat Leendert Huij- zer als onderhoudsmonteur welis waar van tijd tot* tijd aan de aarde ontsteeg voor een reparatieklus in hoger sferen, maaar dat hij bij zijn baas nimmer als kraandrijver op de loonlijst stond. Toen dit eenmaal onthuld was ble- de journalisten echter met g te hardnekkigheid in hun inter views volhouden, dat Huijzer in zijh verborgen leven als kraandrij ver had gesappeld voor zijn vrouw Laura en zijn vier kinderen.. En ook de fans vonden het een onge meen fraai beroep en hielden het er op dat hun ster wel degelijk ont dekt was terwijl hij luid kwelend de containers uit de vrachtschepen viste. Waarmee wederom bewezen werd, dat de illusie vaak een lange re adem heeft dan de waarheid. Het wachten is nu op een ether-ex- corcist, die gespecialiseerd is in het uitdrijven van kranen. Lucratieve nullen Als gewezen onderhoudsmonteur heeft Leendert het overigens ook helemaal gemaakt. Zijn elpees ha len verkoopcijfers, die met lucratie ve nullen geschreven worden. En de wanden van zijn eengezinswo ning onder de rook van Rotterdam zijn inmiddels bedekt met een weelderige wildgroei van gouden en platina platen. In de hoes van zijn nieuwe lang speelplaat „New York" Met hits als „I can see you clearly now", „We're all alone" en de electrifice- rende titelsong „New York, New York" werd een bon bijgesloten, waarop een serie concerten in Ne derlandse schouwburgen en hallen werd aangekondigd. Een slimmig heidje van Hans SLeeswijk, de zoon van de legendarische peetva der van de Snip en Snap Revue. 'S^\rSrdne1So« in de Sleeswijk, die een succesvol be spreekbureau in de hoofdstad runt, wilde daarmee een poging wagen om het publiek rechtstreeks te inte resseren voor de tonnen verslin dende serie „Lee Towers. In con cert". Het lukte. E hoe. Er kwam geen kassa aan te \s. En uitsluitend via de bon, die ae koper in de elpee „New York" aantrof, stroomden de zalen vol met meer dan dertigdui zend toegewijde liefhebbers. Zij hadden er graag dertig gulden en meer voor over om hun sympathie ke kraandrijver zijn liedjes van verlangen te horen zingen. In de Dordrechtse Merwe Hal kwamen op één avond 2600 mensen naar hem luisteren. In Den Haag bleek één voorstelling in het Congresge bouw niet voldoende en moest haastig een extra show op dinsdag 21 december worden ingelast, die inmiddels ook al nagenoeg is uit verkocht. In de ban Ook vanavond in Utrecht is er geen plaats in de Schouwburg on bezet. En ook ditmaal is het pu bliek vanaf het begin in de ban van de bard, die als een harlekein met hoekige bewegingen zijn teksten de zaal inslingert. Terwijl het orkest hem met klanksnoeren om de oren blijft slaan, beperkt hij zich tot rit misch stampen met zijn rechter voet. Daarmee de indruk wekkend, dat hij op de toneelvloer een con centratie van pissebedden heeft ontdekt, die hij nog vóór het einde van de voorstelling naar de andere wereld wil helpen. Van tijd tot tijd maakt hij ook een onthutsend gebaar met beide han den, die hij krachtig naar voren duwt. Omdat ik op de achterste rij zit, ontgaat me de zin hiervan. Waarschijnlijk is de afstand tussen mij en het podium te groot en zie ik de dwerg niet, die hij wegens hin derlijk vóór de voeten lopen tel kens een oplawaai verkoopt. In de pauze verschaft hij over zijn beperkte motoriek enige ophelde ring. Hij is zojuist uit zijn witte pantalon gestapt en laat zich nu glimlachend in een hemelsblauwe broek hijsen door zijn vrouw Lau ra, die als een schutsengel voortdu rend in zijn buurt blijft. Ze heeft wat bruine boterhammen met kaas en gekookte worst van huis meege nomen en enige gifgroene appelen voor de grote nadorst. Leendert rookt niet en drinkt nau welijks, zo is inmiddels onthuld. En om de saaiheid compleet te maken, voegt hij er aan toe, dat hij nog steeds behoort tot de uitstervende kaste van monogame mannen. Hij maakt een wanhoopsgebaar van „sorry" als hij zegt: „Ik ben een oerdegelijke huisvader. Zo'n type, aan wie in feite niks te beleven valt. Ik kan dat ook niet helpen. Het vak waar ik nu in zit schijnt hondsgevaarlijk te zijn voor je hu welijkstrouw. Dat wordt me ten minste van alle kanten verteld. Maar ik heb er geen problemen mee. Want ik ben geen blitsgoser- tje". „Daarom vinden ook mannen mij een jofele peer. Omdat ze weten, dat ik hun vrouwen met rust laat. Ik heb aan Laura genoeg. En dat zeg ik niet, omdat ik tegenover jou de brave Hendrik wil uithangen. Maar het is nu eenmaal niet an ders. Als je het geluk hebt dat je een fijne vrouw hebt, moet je geen trucen uithalen, vind ik. Dan is lie gen en bedriegen nergens voor no dig". „Ik ben wel een driftkikker. Daar draai ik niet omheen. En als iets me niet bevalt, wil ik mezelf nog wel eens vergeten. Daar doe je niks tegen. Ik heb aan judo, boksen en voetballen gedaan. Ik hoef dus voor niemand een pas opzij te ma ken". „In Barendrecht heb ik nog eens bonje gehad met een goser, die me in de pauze begon te jennen. „Je rookt en en drinkt niet, hè zange res?'*, stond hij te sarren. Ik kijk hem aan en vraag: „Heb jij bij toe val wel eens een originele dreun van een zangeres gehad?". „Nou. Dat zag meneer wel zitten, zei ie. Dat leek hem wel wat. En omdat ik van huisuit wat kort achter de wa gen sta, was ie daarna in no time total loss". „Dat soort dingen overkomt me in derdaad. Maar voor de rest ben ik een saaie man. En zuinigheid kun nen ze me ook verwijten. Ik kom uit een gezin met zes kinderen, waar elk dubbeltje moest worden omgedraaid. En dat is me bijgeble- Ik heb als gosertje van tien, twaalf jaar ook allerlei bijbaantjes gehad om aan geld voor mijn hob bies te komen. Ik moest toch zo no dig zanger worden? Nou, dat mocht ik dan zelf betalen. Zo simpel lagen die dingen bij ons thuis". Appeltje „Weet je, wat het is", meent hij, „ik houd van een rechtlijnige benade ring. Doe maar gewoon. Probeer niet met alle geweld de ster te spe len. Want dat pikt mijn publiek niet. Ik blijf een gosertje met een diploma van de technische school. Nooit doorgeleerd, want daar was ook geen geld voor. Weinig allure dus. Want waar zou ik dat vandaan moeten hebben?". „Als ik nou op mijn tenen over het toneel ga lopen word ik uitgefloten. Dan vinden ze me een lefgozer. En terecht. Want dat is mijn achter grond niet. Mijn platenmaatschap pij vond op een gegeven moment, dat ik wat aan mijn houding moest doen. Ze vonden, dat ik zo zakkerig deed op het podium". „Ik wilde ze wel een plezier doen en ben naar een acteur gegaan, die me leerde bewegen. Ik stond bij die goser huppelpasjes te maken en moest daarbij ook nog met een tandpastagrijns kijken. God bewaar me: alles kookte op dat moment in me. Ik vond mezelf een drol die niet doorgespoeld is. En ik ben hem dan ook gesmeerd". „Datzelfde gebeurde bij een zang pedagoog. Die had ik ook dringend nodig, zeiden ze. Maar ik had na heidje van Hans Sleeswijk, de een zakkenvuller was, die helemaal niet met me bezig was. Die man is waarschijnlijk een broer van John ny de Selfkicker. Want hij zat al leen maar over zijn eigen successen te kletsen. En met die ego-trip hield ie pas op. als het lesuur bijna om was. Ook daar ben ik hem dus gesmeerd". Huppelpasjes „Weet je waar het nou om gaat in dit vak? Om eerlijkheid. Ik kom er voor uit, dat ik een houten klaas ben. Maar zolang mijn publiek dat van me pikt is er niets aan de hand. Ik ben een ruwe bolster. Dat weten ze onderhand. En daarom moet ik niet overdrijven. Dat stam pen met mijn rechtervoet slaat in derdaad nergens op. Dat hoef je me echt niet te vertellen. Maar als ik huppelpasjes instudeer, ga ik gega randeerd als eerste over mijn nek". „Akkoord. Ik zal mijn houding misschien wat moeten verbeteren. Die houterigheid kan namelijk een handicap worden, als ik internatio naal wil doorbreken. En dat ben ik wel serieus van plan. Ik ga in fe bruari eerst eens met Laura een kijkje nemen in New York. Heel voorzichtig. Er gebeurt in mijn car rière trouwens niks overhaast". „Misschien reizen we daarna nog even door naar Las Vegas. Want daar kun je als zanger je hart opha len. Daar gebeurt alles in het groot. En misschien is er bij toeval een goser in de buurt, die mij in de bad kamer hoort zingen en denkt: „Hé. Die kan er wat van". „Weet je wat eerlijkheid is? Ik treed vrijwel elke avond ergens in het land op. Zonder rook, zonder groot showorkest en ballet. Wat hier vanavond gebeurt is voor een zanger natuurlijk een droom die werkelijkheid wordt. Maar voorlo pig kan daar de schoorsteen in hui ze Huijzer niet van roken. Dat gaan we wél proberen natuurlijk. Daar hoef je niet ongerust over te zijn. Volgend jaar komt er weer een tournee met alles d'r op en d'r aan. Nog groter. Nog beter. En de schouwburgdirecties staan nu al voor de deur te trappelen om een contractje af te sluiten. Die hebben ondertussen ook gemerkt, wat er met Leendert aan de hand is. Aan die man valt voor hen wat te ver dienen". Glitter „Maar ondertussen ga ik rustig door met. mijn schnabbels in de feestzalen. Dat zijn er soms drie of vier op een avond. En ook zondof al die glitter krijg ik dan de men sen boven op de stoelen". „Nou kom ik terug op die eerlijk heid. Ik vat een koutje en krijg geen noot meer fatsoenlijk uit mijn keel. Maar die zaal zat vol mensen. En die waren voor mij gekomen. Ik vertel aan de manager wat er aan de hand is. En hij zegt: „Ik zou het ze niet vertellen, als ik u was. Ze merken het toch niet". Ik roep: „Dat kan ik niet maken. Ik zeg het ze wél". „Ik kom het podium op en zeg: „Sorry mensen. Maar ik moet u he laas teleurstellen. Ik heb vanavond een kikker in mijn keel. En van echt zingen zal weinig terecht ko men". Weet je wat er gebeurde? Ik kreeg een applaus van vijf minu ten. En daarna werd het een gran dioze avond". „Zo zit dit vak in elkaar. Als ze we ten wat ze aan je hebben, kun je een potje breken. Dan vinden ze het ook niet erg dat je geen show bink bent, die soepel over het to neel danst. Trouwens, ik heb die meiden van Penny de Jager toch niet voor niets ingehuurd?". „Eén ding vergeet ik nooit. Ik kan nu de sterretjes van de hemel zin gen. Maar als de mensen je niet meer motten, vreet ik morgen toch mooi weer straatstenen". LEO THURING Foto's CEES VERKERK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 13