Topsport is te eenzijdig
UVS: nog
veertien keer
voluit
„Een periodieke rondetafel
conferentie voor clubbestuurders"
SCYLLA-TAFELTENNISSTER STEPHINE VAN GENNIP AAN VOORAVOND LIMBURG COUPE:
WEDERGEBOORTE BELANGENVERENIGING
VOETBALCLUBS AAR- EN VEENSTREEK:
SPORT
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 11 DECEMBER 1982 PAGINjI
LEIDEN Tafeltennis
als sport neemt in het le
ven van Stephine van
Gennip een redelijk be
langrijke plaats in, maar
als onderwerp van ge
sprek scoort het zeer laag
op de interesse-lijst van de
19-jarige studente. Die be
ker laat zij graag aan haar
voorbijgaan. Dat geldt in
iets mindere mate trou
wens ook voor de beker
die komend weekeinde in
Dommelen op het spel
staat. De nationale tien
kamp om de Limburg
Coupe (voor dames, de he-
ren strijden om de NTTB-
beker) kan Stephine van
Gennip maar gedeeltelijk
tot daden prikkelen. „Je
hebt er alleen maar wat te
verliezen. Het hoogst
haalbare is een tweede
plaats", merkt de Scylla-
speelster glimlachend op
in „De Posthof", een ge
zellig etablissement in de
buurt van haar oplei
dingsinstituut. Zij is niet
jaloers op de onaantastba
re hegemonie van Bettine
Vriesekoop, maar beleeft
domweg veel plezier aan
een opmerkelijke presta
tie. En daarvoor moet je
niet in Nederland zijn.
„Het is veel leuker om in het
buitenland een goede speel
ster te verslaan dan hier
voor de 100e keer te winnen
van dezelfde speelsters", ver
telt Stephine van Gennip,
die al vanaf haar veertiende
in het eerste team van Scylla
meedraait, waarvan ander
half jaar met Nora Broxter-
man, nu als Nora Bakker be
kend als de huidige dames-
coach van de NTTB. Buiten
lands succes werd Stephine
van Gennip dit jaar dikwijls
gegund. Tijdens de EK in
Boedapest was zij naast Vrie
sekoop de opvallendste Ne
derlandse deelnemer in, het
enkelspel en onlangs won zij
tijdens het EC-duel Zagreb-
Scylla drie enkelspelen, o.a.
van de nummer zestien van
Europa, Branka Batinic. Dat
laatste vond zij echter niet
eens zo'n topprestatie. „Nee,
ik ben een verdedigster en
daar kan Batinic toevallig-
niet goed tegen spelen".
Die pure nuchterheid blijkt
uit al haar uitspraken. Step
hine van Gennip: „Ik zie wel
hoe ver ik kom. Men sugge
reert wel eens dat ik de Eu
ropese ranglijst kan halen,
maar daar ben ik zelf niet
van overtuigd. Maar als ik er
niet op kom, ben ik echt niet
teleurgesteld". Leg dat naast
de bekende fanatieke gelui
den van haar clubgenote
Stephine van Gennip: „Tafeltennis is een sport die zich
Sandra de Kruiff en van bij uitstek leent voor een gemengde competitie".
Bettine Vriesekoop en enige
verbazing is op z'n plaats.
Uitleg volgt. „Ik vind top
sport veel te eenzijdig. Tot
dat besef kwam ik na m'n
zestiende. Tien jaar geleden
begon ik bij Scylla en toen
het goed ging, ging ik ook
steeds meer trainen. Eigen
lijk heb je op die leeftijd
geen idee waar je mee bezig
bent, want de hele groep om
je heen doet hetzelfde. Veel
trainen is op zich eigenlijk
heel gemakkelijk, want je
hebt een zeer strak program
ma. En daaraan heb je veel
houvast. Plotseling had ik
echter door wat ik allemaal
miste. Ik kreeg een sportieve
inzinking gedurende een jaar
en ben zelfs een paar maan
den gestopt. Ik sport nu weer
met plezier, maar als ik m'n
leven mocht overdoen, zou
ik niet meer voor topsport
kiezen. Het is echt te eenzij
dig. Ik doe liever iets met
m'n geest dan met m'n li
chaam. Bij sport beslissen an
deren wanneer je er mee
moet ophouden. Van wat je
met je hoofd doet en leert,
heb je veel langer profijt".
In haar studie fysiotherapie
vindt Stephine van Gennip
de combinatie van lichame
lijk en geestelijk bezig zijn.
En dat zij zich door topsport
niet heeft laten ophouden,
bewijst het feit dat zij nog
geen twintig al derdejaars
studente is. Zij vervolgt: „Ik
wil graag van veel dingen
wat afweten, van politiek,
muziek enzovoorts. Graag
praten met anderen over wat
zij van bepaalde boeken en
films vinden. Maar dat kom
ik bij sportmensen niet te
gen. Ik vind het heel verve
lend als mensen met mij over
tafeltennis gaan praten
„Ik lees in kranten van de
sportpagina's alleen de kop
pen en de tafeltennisversla-
gen. Maar die hele kwestie
van die verplichte dames
competitie, heb ik niet ge
volgd. Daar werd veel te
veel publiciteitswaarde aan
gehecht". Wat niet weg
neemt dat Stephine van
Gennip duidelijke mening
heeft over de juiste competi-
tievorm. „Tafeltennis is bij
uitstek een sport die zich
leent voor een gemengde
competitie. Ook uit oogpunt
van de emancipatie. Nationa
le toernooien voor dames en
heren apart er zijn er in
Nederland toch maar twee
kun je wel handhaven. Maar
ik geloof niet dat de dames,
op Bettine na, tegen de he-
rentop zijn opgewassen. Ik
zelf heb wel eens een wed
strijd tegen Henk en Jaap
van Spanje gespeeld, maar in
de eerste twee ballen ben ik
slecht. De heren serveren
kort en slaan dan de bal om
je oren. In een lange slagen
wisseling kan ik beter vol
gen".
Sandra de Kruiff, die na een
lang protest inmiddels heeft
besloten in januari weer aan
de damescompetitie deel te
nemen, noemde zichzelf
steeds de beste speelster na
Vriesekoop. „Dat was ander
half jaar geleden nog wel
zo", meent Stephine van
Gennip, „maar tegenwoordig
zijn de krachtsverhoudingen
tussen bijvoorbeeld Sandra,
Mirjam Kloppenburg, Ellen
Bakker en mij niet meer dui
delijk". Waardoor de srijd
om de tweede plaats in de
Limburg Coupe, waar 1
penburg haar titel verde
in elk geval open lijkt.
spanning van twee dag
presteren, waarna volger|„
week de open Franse tit.1*
strijd volgt, is nog niet mr
ken aan Stephine van Gi
nip. „Soms ben ik nervc
voor een wedstrijd, een
dere keer niet. Dat wisselt),
is onafhankelijk van de
genstandster".
Het sportieve pad van
Leidse speelster wordt af
toe geteisterd door een j
tentamens. In dat geval
zij haar studie prevaleLr
ook al weet zij dat er vqd
fysiotherapeuten weinig
plooi wacht. „Dat is jam:
want nu moet je na zo'n
die misschien direct voor
vervolgstudie kiezen. En
ver zou ik eerst even werl
om te kijken waarin ik
wil specialiseren". Het is di
delijk, Stephine van Geni
maakt zich alleen druk
de grote, wezenlijke zak^bc
En daaronder zal wat ha
betreft tafeltennis nooit vi
len. L
HERMAN JANSlfw
ALPHEN AAN DEN RIJN
In navolging van de Leidse
voetbalverenigingen en de'
clubs uit de Bollen- en Duin
streek, gaan ook de voetbal
verenigingen in de Aar- en
Veenstreek de handen ineen
slaan. Over ruim een maand
wordt in het clubhuis van de
Koudekerk een oprichtings
vergadering belegd. Dat ge
beurt op initiatief van Koude-
kerk's voorzitter Van Oosten
en Bernardus bestuurder Stra-
ver. „Eigenlijk is het geen op
richtingsvergadering. De Aar-
en Veenstreek kende twaalf
jaar geleden reeds een derge
lijk overkoepelend orgaan.
Maar dat is ruim een jaar gele
den ter ziele gegaan. Wat we
nu willen doen, is de boel
nieuw leven inblazen", aldus
Van Oosten, die overigens di
rect laat weten dat de belan
genvereniging een ander ka
rakter zal krijgen dan bijvoor
beeld de Leidse BAVL. „Het
zal wat gemoedelijker zijn, wat
minder strak geleid, meer een
soort periodieke rondetafel
conferentie van voetbalbe-
stuurders".
De 59-jarige Martin J. van
Oosten, van origine geen Kou-
dekerker, maakt reeds 19 jaar
deel uit van het bestuur van
de plaatselijke voetbalvereni
ging. Wat hem in dei beginpe
riode van die lange bestuurlij
ke loopbaan opviel, was de
grote rivaliteit tussen streek-
clubs. Niet alleen tussen de
spelers, maar ook tussen de be
sturen onderling.
Grimmig
„Als wij bijvoorbeeld bij
„buurman" Hazerswoudse
Boys moesten spelen, kon je
steevast rekenen op een grim
mige partij. En o wee, als er
wat mis ging. Dan kwam het
publiek op de klompen het
veld in. Maar goed, dat maak
je wel vaker mee. Wat het
meest frappeerde, was dat
wanneer het binnen de lijnen
scheef ging en vaak was dat
nog niet eens nodig ook de
besturen naar deden tegen el
kaar. Een absurde situatie, dat
moest veranderen, vond ik.
Om de onderlinge contacten te
verbeteren, ben ik toen
overigens niet geheel alleen
eens nagegaan hoe de clubs in
de Aar- en Veenstreek het
zouden vinden, als we eens in
de zoveel tijd bijeenkwamen.
Een soort club van bestuurders
dus. In maart 1970 werd er
voor eerst een dergelijke bij
eenkomst gehouden. Daarbij
waren clubs uit Zoeterwoude,
Hazerswoude, Koudekerk,
Wou brugge, Leimuiden, Ter
Aar en Woubrugge. Je leerde
je collega's kennen en de con
tacten werden beter. Echte
vergaderingen waren het niet.
Ik noemde het altijd maar ron
detafelconferenties. Gewoon
een beetje gegevens uitwisse
len en elkaar leren kennen.
Ongedwongen, prettig. We
hadden ook geen echte voor
zitter. De praesesvan de de
club waar we te gast waren,
fungeerde als gespreksleider".
Verandering
„Dat veranderde toen de Al-
phense clubs zich bij ons aan
sloten. Zij yonden dat we een
vereniging moesten zijn, com
pleet met statuten, contributie
en een bestuur. Op zich lijkt
dat natuurlijk aardig, maar
voor de meeste bestuurders
van clubjes uit de wat kleinere
dorpen was het niet op te
brengen. Laat ik mezelf als
voorbeeld nemen. Ik ben
voorzitter van een voetbalclub,
maar daarnaast zit ik ook nog
in een besturen heleboel ande
re verenigingen. Zo gaat dat
nou eenmaal in een klein
dorp. Weinig mensen voor
veel functies. De nieuwe opzet
betekende dan ook het ter zie
le gaan van de belangenvere
niging. Leen Noordergraaff
van de voetbalvereniging
Woubrugge heeft dat einde
nog een tijdje uit weten te stel
len door geruime tijd zowel de
rol van voorzitter, penning
meester als secretaris te ver
vullen, maar op het moment
dat hij er genoeg van had,
stierf de belangenvereniging.
Overigens moet ik zeggen dat
het oorspronkelijke doel wel is
verwezenlijkt: de onderlinge
band tussen de verenigingen is
verbeterd".
Duwtje
De belangenvereniging voor
amateurvoetbalclubs in de
Aar- en Veenstreek hield ruim
een jaar geleden op te bestaan.
In de periode daarna werd
veel over heroprichting ge
sproken. Het extra duwtje om
dat ook daadwerkelijk te doen,
kwam uit Leiden. BAVL-
voorzitter Phil Verstraaten no
digde Van Oosten uit om sa
men met iemand van de Bol
len- en Duinstreek eens van
gedachten te wisselen over het
wel en wee binnen de afdeling
Leiden. Tijdens dat gebeuren
raakten Van Oosten en de
door hem meegenomen be
stuurder Straver van Bernar
dus dusdanig overtuigd van
het nut van heroprichting dat
zij tot actie overgingen. Hun
eerste daad was het opstellen
van een uitnodiging aan alle
clubs om 24 januari in Koude
kerk de belangenvereniging
nieuw leven in te blazen. De
brief glijdt komende week bij
de diverse secretariaten in
clusief die van de buiten de
Aar- en Veenstreek zetelende
verenigingen Stompwijkse
Boys en Voorschoten door
de bus. Van Oosten rekent op
veel respons. „Waarom niet,
de clubs vinden er baat bij.
Alle clubbestuurders krijgen
Van Oosten: „Overleg in dopen is vaak minder gecom
pliceerd dan in een stad als Leiden".
bijvoorbeeld binnenkort te
maken met een subsidieveror
dening, die wordt opgesteld
volgens de nieuwe kaderwet
specifiek welzijn. Het lijkt me
zinnig om daarover mee te
kunnent praten en om met
clubs uit andere gemeenten te
komen tot eer\ vergelijk".
Afhankelijk
„Want zo vind ik dat we moe
ten werken. Niet verticaal, zo
als de BAVL dat in Leiden
doet (advies uitbrengen aan de
Sportfederatie, die op zijn
beurt weer advies uitbrengt
aan het college), maar horizon
taal, vergelijken, hoeveel huur
betalen jullie, wat kost jullie
trainer, van die dingen. Overi
gens is met name de kwestie
van de betaling van trainers
het bekijken waard. Naar mijn
mening verdienen die veel te
veel. Het bedrag dat de oefen-
meester krijgt, is doorgaans
hoger dan wat de club aan
contributie binnenhaalt. Dat
maakt de verenigingen afhan
kelijk van de opbrengsten die
voortkomen uit de kantine,
toto en lotto en dat vind ik
geen goede zaak".
Nog afgezien van het feit, dat
een belangenvereniging in de
Aar- en Veenstreek nauwe
lijks als adviserend orgaan kan
werken, omdat het anders
dan de BAVL met meer
dan éen college van burge
meester en wethouders te ma
ken heeft, is er voor Van Oos
ten nog een aanleiding om de
zaken anders aan te pakken.
„Overleg in de dorpen is veel
al minder gecompliceerd dan
in een stad als Leiden. Laatst
nog belde de burgemeester
met de vraag om alvorens
naar m'n werk te gaan even
bij hem langs te gaan om nog
eens te praten over het verleg
gen van de velden van Koude
kerk. Dat zie ik in Leiden niet
gebeuren".
Onder redactie van Gert Jan Onvlee
Hoge hoed (1)
Het gaat niet goed met zater
dagvierdeklasser Woubrugge.
De ploeg bungelt onderaan in
de vierde klasse. Na een'
veelbelovende start drie
punten uit twee wedstrijden
wordt er week in week uit
verloren. Goed, er werd tus
sendoor tegen Zevenhoven
nog een punt gehaald, maar'
verder, armoe troef. Harde
tijden voor trainer Kolkman.
Het grote probleem? Er
wordt niet gescoord. Al we
ken niet meer. Kansen te
over, maar het net raken, ho
maar. Toen zaterdag buur
man Koudekerk op bezoek
was, bleek dat maar weer
eens. Na verloop van tijd kon
zelfs trainer Kolkman het
niet meer aanzien. Hij ver
ving een aanvaller, zette een-
verdediger in en stuurde
voorstopper Cor Bunstma
naar voren. Als de aanval het
niet doet, dan de verdediging
maar, zo moet hij gedacht
hebben. Maar ook Buntsma
kon het niet bolwerken.
Weer greep Kolkman in:
laatste man van het tweede
Wout van den Dool in het
doel, en keeper Vol water
naar voren. Maar ook dat
hielp niet, Koudekerk won
met 1-0. Benieuwd welke óp-
lossing Kolkman vanmiddag
uit de hoge hoed tovert als
blijkt dat zijn aanval het we
derom laat afweten.
Hoge hoed (2)
Wij van Hutspo(r)t vragen'
ons overigens af of Kolkman
bevriend is met Noordwijk's
trainef Piet Buter. Het kan
immers bijna geen toeval zijn
dat Noordwijks doelverdedi-
ger Dick Dortmundt, op het
zelfde moment dat Gerard
Volwater naar de Woubrugse
spitspositie werd gedirigeerd,
eveneens „naar voren" werd
gestuurd om de laatste tien
minuten van de derby met
Rijnsburgse Boys in de
„punt" af te maken. Dort
mundt werd in het doel ver
vangen door John Marijt. De
middenvelder die het nodig
had gevonden om, op een
moment dat Noordwijk al
tweemaal had gewisseld, aan
zijn been geblesseerd te ra
ken.
Buter had het echter wel wat
beter voorbereid dan Kolk
man. Waar Volwater zich
Dlck Dortmundt (midden): goede voorbereiding...
echt moest verkleden om als
veldspeler mee te mogen
gaan doen, behoefde Dort
mundt zich slechts van zijn
trainingspak te ontdoen: het
Noordwijk-tenu bleek daar
de gehele wedstrijd onder
verscholen te zijn gegaan.
„Het was een beetje gepro
grammeerd", zo zou Buter la
ter dan ook verklaren. „Je
weet maar nooit wat er alle
maal in een wedstrijd kan
gebeuren en Dick kan nogal
aardig koppen. Vandaar dat
hij nu al een paar weken met
die spullen onder zijn kee
persuitrusting rondliep...
Excuses(l)
Stekje auto start niet. Je pro
beert eens wat, ook al heb je
er echt geen verstand van.
Een klap hier een mep daar,
maar nee hoor, 't is inmiddels
al kwart voor twee en 't ding
doet het gewoon niet. Vanuit ExCUSes(2)
Leiderdorp kom je dan dus
niet meer in Noordwijk, ten
minste, niet tijdig genoeg om
de partij tussen SJC en Al
phen se Boys te verslaan zoals
het hoort. Jammer, triest:
SJC - Alphense Boys ver
wordt op zo'n moment tot
een „belwedstrijd", zoals er
wekelijks vele tientallen zijn,
bij de gratie van al die club
mensen die zich bereid tonen
informatie over het wel en
wee van hun duppie te ver
spreiden.
Enfin, je belt dus, 's-avonds,
met Alphen. Met voorzitter
Van der Geest. Maar voordat
je hebt kunnen uitleggen dat
er mobiele problemen waren,
dat je het liever zélf allemaal
zou hebben gezien, kan je je
mond houden. Ligt de hoorn
aan de andere kant al op de
haak. „Omdat er een duide
lijke afspraak is gemaakt dat
ik niet na half zes op zondag
gebeld zou worden".
Allemaal fijn en aardig, goed
en best. En ook een afspraak
waarvan wij inderdaad op de
hoogte waren. Maar dat
neemt niet weg dat wij als
nog onze excuses willen aan
bieden.
Door middel van dit stukje
dan maar...
LEIDEN Het treffen
met ADO, dat voor mor
gen in het Haagse Zuider
park staat geprogram
meerd, wordt door UVS-
oefenmeester Gerard Dé-
sar als een „gewone" com- moeilijk ontevreden zijn
dat ben ik dan ook niet".
strijden de balans opmaaf
blijkt dat UVS er nog alt}
bij is, nog altijd meedoet. Eji
we zeven wedstrijden hcj
ben gewonnen en drie ka
hebben gelijkgespeeld.
zo'n geval kan ik als train
Gerard Désar
Behalve voor UVS had Gag
rard Désar in zijn voorb?3
schouwing tevens toppositif 1
ingeruimd voor AD(
VELO, Verburch en OlyrfTl
pia. Een aantal merkwaard F
ge uitslagen deed Olympi v
terugvallen in de kanslog*
middenmoot (Désar: „Ik h#C
begrepen dat het team o 1
schorsing van de vaste doe1'
verdediger niet heeft kuilve
nen opvangen") waardodez
nog vier kanshebbers restt®
ren. Dat ADO een van dr1
vier is, noemt de Leidena™'
een „logische zaak". „Als i
nu stelt dat UVS op dit m(Tl
ment een ploeg heeft die eeM
klasse hoger ook aardig zo?rc
kunnen meedoen, dan zit fl 1
best een kern van waarhef® 1
in die opmerking. Maar vod
ADO geldt natuurlijk wP
hetzelfde. Jongens als Got-
mans, Ouwehand en Temp
laar speelden heus nog nil
zo lang geleden op eredivl
sieniveau. En de twee
broeders Van Elleswijk helfl
ben echt wel eens hoger j
voetbald dan in de twei
klasse. Het mag dus duidelijjl
zijn dat niet alleen UVS ij^
de tweede klasse A over goe
de voetballers beschikt", p 8
petitiewedstrijd gezien.
Zelfs het gegeven dat zijn
formatie op dit moment
de ranglijst van de tweede
klasse A aanvoert en ADO
op een punt afstand als
nummer twee staat ge
klasseerd, verleidt de
Leidse trainer niet tot op
merkelijke uitspraken.
„Ja, natuurlijk, het is een
belangrijke wedstrijd.
Maar in een seizoen speel
je uitsluitend belangrijke
wedstrijden. Voor UVS
zijn dat er dit jaar vieren
twintig. En in al die wed-
strijden moeten we zoveel mag n" J!'n a"aK'as^„n'
J permitteren welke tegei
mogelyk punten verzame- ^nder dan Mk gemakk|ijj
len. Zo eenvoudig ligt -
dat".
Overigens: ook de op
ranglijst minder gesitueerd!
teams blijken voor de topl
pers in 2A geen al te eenvoud
dige kluiven. Désar: „Wfraj
wonnen met 7-1 van Goud$&
maar in de rust stond het r
0-0. Waardoor het eigenlijfi
nog een betrekkelijk lastigf
partij was. Ik bedoel maar,
mag het je in deze klasse nie,
Dat verzamelen van winst
punten is UVS dit seizoen tot
nog toe niet slecht afgegaan.
Zeventien uit tien is een sco
re die er mag zijn. Al valt dat
totaal dan bij sommige „insi
ders" tegen. Vooraf immers,
werd UVS in allerlei voorbe
schouwingen een soort „vrije
loop" naar de titel in de
tweede klasse A voorspeld.
De komst van klasserijke
aanwinsten als Bert Jansen,
Theo van Seggelen, Leendert
de Goey, Wijnand Sloos en
Wil Henskens, stond, zo
heette het, garant voor een
kampioensteam en een dito
kampioenschap. Désar heeft
dat nooit zo willen zien.
„UVS mocht bij voorbaat een
kanshebber voor het kampi
oenschap worden genoemd.
Niet meer, ook niet minder.
Nu, als ik dan na tien wed-
op te vatten. Op het momenLi
dat je het veld instapt met tf
overtuiging de tegenstandehg
wel even op te rollen, ben jfek
die winstpunten al bijnl
kwijt. Maar, dat is niet alle>
in deze klasse zo, dat soorfr
grappen kan je je tegenwoor1^
dig zelfs in de vierde kla-
niet meer veroorloven".
Wat Désar betreft moet UV
er dit seizoen dan ook nol
veertien keer voluit tegenf
aan. „Veertien keer proberei^
met een optimale inzet, me
hard werken zoveel mogelijï
punten binnen te halen. Prou
beren zoveel mogelijk wedTJ€
strijden te winnen, dus oore
die partij die we morgen spe
len, tegen ADO. En dan zul
len we, aan het eind van d(jei
competitie wel zien wie al)an
eerste over de streep kom^ai
;omj,ai
erstfce)
Want, dat we
staan, vind ik prettig, ma.
het zegt me niets. Aan heiij,
eind van het seizoen wordeLoi
de echte prijzen pas vei^el
deeld". L.