nail Haal eens een schilderij uit de grond Elektronische muziek massaspeelgoed »em een schop, een plank en een troffel. Ga naar een kats waar wordt gegraven en zoek vervolgens een [ar aardlagen op waar Moeder Natuur voor een mooie jriatie in de grond heeft gezorgd. Enkele uurtjes werk, •duld en een bus lijm zijn er vervolgens voor nodig om [t mooiste „natuurschilderij" te krijgen dat u zich kunt iorstellen. Ziedaar een korte beschrijving van het idee jt geoloog P. J. („Jeuf") Felder (54) van het Natuurhis- jrisch Museum in Maastricht samen met zijn „rechter- ind" Lou Boonen heeft ontwikkeld. Een originele vin- hg, die wel eens verstrekkende gevolgen zou kunnen •bben. Sinds hij een aantal van deze lakprofielen zo jdt de wetenschappelijke benaming kort geleden ior het eerst aan de buitenwereld toonde tijdens een in plkenburg gehouden geologen weekend, heeft Felder jen rust meer gehad. Zijn hele voorraad had hij inmid- >ls al voor grof geld kunnen verkopen en van overal het land krijgt hij verzoeken om ze te maken. Er zit js een goede boterham in. „Maar ik ben niet zo'n han- ge jongen die erin springt", zegt de eenvoudige Lim- jrger van zichzelf, nog enigszins beduusd van het suc- »s. Verslaggever Hans Veldhuis verdiepte zich in de en zijn methode. LIMBURGSE GEOLOOG BRENGT WETEN SCHAP INDE HUISKAMER een geschikte plaats uit, bijvoorbeeld een zand-, mergel- of groeve. Vervolgens moet men de wand een klein stukje grof af- n met een schep in een hoek van 50 tot 80 graden, afhankelijk Me grondsoort. Klei moet men vlakker houden dan zand. dat wel 9 graden steil mag zijn. Dan bepaalt men de grootte. Maximaal $en met deze methode tot een maat van 50 bij 70 cm gaan, maar of kleiner is beter. MAASTRICHT „Het is de laatste maanden een ver schrikking geweestver zucht ir. Felder. „Niet alleen familieleden en vrienden die om een „stuk" bedelen, je wordt ook nog door wild vreemde mensen benaderd. Zelfs de eigen collega's zijn er tuk op. We hebben zowaar een loterij op touw moeten zetten toen we er een paar wilden weg doen". De num mers van hen die toen uit de boot vielen heeft hij nog niet eens durven weg te doen. Jeuf Felder had zo'n reactie niet verwacht. „Per slot van rekening gaat het om een methode die al langer dan een halve eeuw geleden werd ontwikkeld door een Duitse professor en waarvan de weten schap al sinds '28 gebruik maakt om grondlagen te bestuderen. Er wordt overigens maar sporadisch met lakprofielen gewerkt; in de ar cheologie bijvoorbeeld, of door de Stichting Bodem Kartering en 'n enkele keer bij justitieel onderzoek (voetafdrukken)". „Pas in Valkenburg (tijdens het on langs gehouden eerste Geologen- weekend in Limburg) hebben ze ZATERDAG 11 DECEMBER 1982 Jeuf Felder (links) en Lou Boonen met enkele van hun werkstukken. bovenkant van het toekomstige „schilderij" maakt u een gleuf. wand en aan de onderkant een gootje. Men dient de wand zo ■nogelijk af te werken met een troffel of een lat. me helemaal wild gemaakt om iets te verkopen. Als ik er vijfhonderd of zevenhonderd gulden per stuk voor had gevraagd, was ik m'n hele verzameling van veertig stuks, die ik speciaal voor deze expositie had gemaakt, beslist zonder enig pro bleem kwijt geraakt". Het enige waar hij nog niet tevre den over is, is de speciale lijm. De fabrikant wilde die tot nu toe niet in kleinere hoeveelheden dan tien liter verkopen. „Dat betekent dan een uitgave van honderd vijfenze ventig gulden, een bedrag dat niet iedereen er voor over zal hebben, denk ik". In elk geval is Jeuf wel van plan de komende maanden naar goedkopere oplossingen te gaan zoeken. „Misschien kan ik straks wel zeg gen dat je de lijm in elke doe-het- zelfwinkel kunt krijgen. En zijn we wellicht ook niet meer zo afhanke lijk van de temperatuur". Tien graden Die temperatuur beperkt de moge lijkheden sterk. Er is over een heel etmaal gerekend een gemiddelde temperatuur nodig van 10 graden, wil de lijm goed drogen. En dat be tekent dat de zomer te warm en de winter te koud is. Alleen de maand Op de gleuf gooit men vervolgens de lak, die men desgewenst nog wat bijgiet over het profiel, wanneer de lijm niet voldoende zou uitlopen. De lijm moet nu minstens achttien uur indrogen, waarbij in elk geval een nacht moet zitten. september komt er tot nu toe voor in aanmerking. Waarbij het dan noodzakelijk is dat het niet regent en ook de zon niet al te nadrukkelijk op het toekom stige schilderij schijnt. Als hij ook daér nog een oplossing voor heeft gevonden, vindt hij het welletjes. „Ik wil het propagande- ren. Maar ik ben niet die handige jongen die nu in het gat in de markt gaat springen. Dat laat ik graag aan anderen over. Maar ik zou erg gelukkig zijn als een aantal mensen er een zinvolle vrijtijdsbe steding in zouden vinden of dat een aantal werklozen er brood in zien. Ik wil ze er graag mee helpen". Pure schoonheid „Ik kwam er in 1967 mee in aanra king", zegt de oud-mijngeoloog, „maar het werd me gaandeweg* duidelijk dat die lakprofielen meer mogelijkheden hadden dan alleen strikt wetenschappelijk. Wij zagen er alleen maar structuren in, maar de mensen die het museum bezoch ten beschouwden ze simpel uit gedrukt als schilderijen voor aan de muur". Jeuf ging toen proberen de metho de te vereenvoudigen, waarbij hij minder lette op de wetenschappelij ke kant van de zaak en meer keek naar esthetische vormen. Naar het spel van lijnen en kleuren, de pure schoonheid van de natuur. „Per slot van rekening hoef je voor een „schilderij" niet zo nauwkeurig te werk te gaan als voor weten schappelijk onderzoek. Dat scheel de erg veel werk", zegt hij. Samen met zijn vriend Lou Boonen is hij daar tien jaar lang mee bezig geweest. Tussen zijn gewone werk zaamheden door, met vallen en op staan en met eindeloos geduld. Uit eindelijk slaagde hij er in de me thode zodanig te vereenvoudigen, dat ook een leek in korte tijd een lakprofiel kan maken. Waarbij het hem er alleen maar om te doen is, dat de mensen eens zelf wat actiever en creatiever bezig zijn in (en met) de natuur. „Per slot van rekening krijgen we steeds méér vrije tijd". In totaal hebben Jeuf en Lou er nu zo'n 150 tot 200 gemaakt en in de loop der jaren zijn al verschillende geslaagde en minder geslaagde proefexemplaren in Limburgse huiskamers terechtgekomen. „De belangstelling werd steeds groter", zegt Felder, „maar ik heb nooit één exemplaar verkocht, al had ik dat heel goed kunnen doen. Hoe gaat het maken van een lak profiel nu in zijn werk? In principe kan men het overal in Nederland doen, afhankelijk van de grond soort. Waar weinig structuren zijn, is er natuurlijk ook weinig moois aan te zien. De Veluwe en Drenthe leveren echter een grote verschei denheid aan grondsoorten en Lim burg is er volgens Felders zelfs bij uitstek voor geschikt. Men is daarbij aangewezen op plaatsen waar anderen al hebben gegraven: bijvoorbeeld voor een weg, een huis of in een groeve. Men moet natuurlijk wel toestem ming vragen aan de grondeigenaar zodat men hem niet in de weg loopt. Het hele procédé vergt in to taal twee dagen: de eerste morgen een uurtje, de tweede dag eveneens een uurtje en dan het afwerken. Aan de hand van de foto's laten we in korte lijnen zien hoe men zo'n „natuurschilderij" zelf kan maken. ien :hte >ok ls tdurej eZ°nvjERSFOORT Iedereen aid| muziek maken. Goed, er oject, enige mikro-elektronica r nodig. Maar met de lange n aa1teravonden en nog steeds eveJrdadige feestdagen in het erkepitzicht moet het een op- orbeépend gevoel zijn met be-' issenp van program chord corn ers, orkestrale presets, sus- van [s. ritme-computers, ver- lillende sythesizerstemmen kneepjes als full band set zet ft computers en memory met enig geluk zoveel nvo!pn rï°or e^aar te breien, rteiüjhet veel weg kan hebben jeerdi een harmonieus geheel. i Nocfeiek dus. 900( huis(*»aat k*er al net als °P a^e an" het df mar^ten d'e door de nieuwe '"lologie zijn overstroomd. De rokeif? hebben via de professionele skelerdma^ers de weS gevonden leoloi een VOOI"lopig nog onverzadig- dat a markt van generaties die bij- slachT zonder enige oefening en 'le kennis de illusie van com- gelijl /de massa mensen die deze een f n'et heeft, kan nog altijd te- allen op de wat simpeler key boards zo heet het massa-mu- ziek-instrument van deze tijd en toetseninstrumenten die zelfs deze hoogwaardige benaming niet meer verdienen. In de warenhuizen staan ze al op uitdraagrekken uit gestald: elektronische speeltjes waar piepgeluidjes uitkomen. Maar wat geeft dat, je kunt er mee spe len. En dat is weer wat anders dan muziek maken. De fabrikanten presenteren het an ders, zo ongeveer onder het motto van spelenderwijs muziek maken. En het verkoopproces is niet van vandaag of gisteren maar neemt zijn aanvang met een indringende Seelenmassage op boeiende mani festaties als de Firato om daarna te eindigen in het gerief van de aan koop „voor het hele gezin". De meest grootscheepse elektroni sche orgels als wel de geniaalste keyboards worden kenner en leek aanbevolen als zijnde bestemd voor de aarzelende beginner, gevorderde organist of beroepsmusicus. Ande ren presenteren het elektronische toetseninstrument als een kame raad voor het hele gezin, kleiner en lichter dan een gitaar en altijd klaar voor als je zin hebt. Onrendabel „Laat U zich de wereld van de mu- 1 nieuwe CE 20 keyboard van Yamaha. ziek binnenvoeren", zo heet het. Maar let wel, wat al deze apparaten ook kunnen en de goede exem plaren kunnen erg veel ze bie den niet meer dan de mogelijkheid om er wat van te maken. Als de ge bruiker zelf niet veel kan, dan blijft zo'n aankoop van boven de duizend gulden erg onrendabel. Niet ontkend kan worden, dat het tevoorschijn toveren met een paar vingers van orkestrale klanken de niet geoefende, maar wel goedwil lende musicus-in-spe enorm kan bevredigen. Dat heeft toch wel even een paar dimensies meer dan drie open ak koorden op een oude gitaar waar aan je het genot overhoudt van een paar kampvuurliedjes met kramp in je handen. De elektronische muziek is een massaprodukt geworden en wel licht is dat ook de altijd meegeno men reden dat de moderne tech niek het relatief goedkoop maakt goede muziek te maken. En omdat het spel gaat om de knikkers blijft er voor de grote restgroep van con sumenten ook nog wat aan de strijkstok hangen: toetseninstru menten voor laten we zeggen de knutsel typen. Want zo zou je de hele bulk van „keyboards-goedko- per-dan-duizend-gulden" kunnen noemen. De markt is overstroomd geraakt met ook veel goede en uitstekende instrumenten. Om maar wat te noemen: de draagbare keyboard „Family" P 100 van Hohner is voor zo'n 1100 gulden een uitstekend in strument. Er horen nog wel voor 400 gulden aan noodzakelijke ac cessoires bij. De keyboards SX K 100 en K 200 van Technics zijn draagbare orkesten van tussen de 1600 en 2000 gulden. Echt gevorderden kunnen zich wa gen aan heerlijkheden als de Ro land Jupiter waaruit een vorstelijk stéreo-geluid komt, nadat je er 16.000 gulden voor hebt neergeteld. Dan komt het belangrijkste gedeelte: het lossnijden Vervolgens laat men het geheel enige tijd drogen en aan boven-, zij-, en onderkant en het langzaam af- fixeert men uiteindelijk de voorkant met een lijm- trekken. Er komt nu een laagje van enkele millime- spray. De randjes moeten dan nog wat worden afge- ters grond mee, waarbij men de gladgemaakte zij- werkt en het „schilderij" is klaar, de op een stuk spaanplaat plakt. De semi-akoestische gitaar SA 2000S van Yamaha. Het Japanse huis Yamaha, heeft ook enkele prachtinstrumenten in de aanbieding. De SK 50D, of de synthesizer CS 70M. De draagbare keyboard GS 2 (ook nieuw) en de elektronische piano's CP 80 en CP 70B daarentegen zijn onweerstaan baar. Dure adder Bij al deze produkten steekt echter een dure adder onder het gras. Het geluid hoor je pas als je de key board op een goede geluidsinstalla tie kunt aansluiten. En dan ben je zo weer 2000 gulden armer. Na tuurlijk, met een bij te leveren, of bij te kopen koptelefoon kun je ook uit de voeten, maar dat is maar een incompleet hulpmiddeltje. Muziek bestaat bij de gratie van de ruimte. Op het terrein van de geluidsinstal laties zelf, is de laatste tijd weinig wezenlijke vernieuwing waar te nemen en dat ligt ook voor de hand. Alles wat op dit gebied be staat is al geperfectioneerd. Of het nu de versterkers zijn of de ge luidsboxen en -zuilen. Waar de fabrikanten wel druk aan sleutelen is de input van de ver sterkers. Schaven aan het door het instrument voortgebrachte geluid voordat het met vermogens van 30 tot 120 watt en meer tegen de toe hoorders wordt aangeslingerd. Dan komt de bijkans ongebreidelde sector van de synthesizers in beeld, vaak samengebouwd met toetsen, maar ook verkrijgbaar als „los" stuk gereedschap om instrumenten op aan te sluiten. In z'n meest een voudige en oude vorm is dat het voetpedaal voor de elektrische gi taar en de vervormer en booster voor hetzelfde instrument. Maar de techniek gaat verder en zo is het gekomen, dat de gitaarsynthesizer zijn intrede heeft gedaan. Het sys tem board SB 200 bijvoorbeeld van ook al weer Yamaha waarmee zelfs een stuk brandhout weids geluid kan voortbrengen. Want brandhout is er ondanks alle technische perfectie natuurlijk ook. Eerste opvallende zaak. Op techno logische manifestaties zijn alle gro te merken aanwezig om hun toet- sen-technologie te presenteren. Bij technisch beperktere instrumenten als de elektrische gitaren ligt dat anders. De gitaar op zich is niet voor verbetering vatbaar. De echt goede merken als Fender en Gib son hoeven dan ook niet aanwezig te zijn. Wel betrekkelijke nieuwko mers als Yamaha, die hele series elektrische gitaren produceert. Technisch zijn ze niet minderwaar dig. Maar voor sensibele muzikan ten hebben ze allemaal dezelfde nare eigenschap: ze liggen als weerbarstige vrouwen in je han den. De belangrijkste onderdelen van elektrische gitaren zijn de elektro magnetische elementen en de hals. De stand van zaken is nu wel zo, dat alle redelijk geprijsde instru menten vanaf zo'n duizend gul den goede elementen hebben, goede trilling-opnemers dus. Geen ruis en goede weergave van de ge luidstrillingen van de snaren, maar aan de halzen mankeert toch vaak de echte kwaliteit. Het is niet al leen een kwestie van de goede houtsoort, maar ook van „glijden", vorm (wat platter, wat dunner, wat ronder) en breedte. Die laatste fac toren zijn erg persoonlijk en antici peren ook duidelijk op de speltech niek. Maar belangrijk is het en het opvallende is, dat de gevestigde merken bij voorbaat wel goed lig gen, maar de nieuwe merken bij voorbaat niet altijd. Om over de hele reeks namaak-in- strumenten maar te zwijgen. Vrij gunstige uitzondering hierop vor men de in Japan in licentie gefa briceerde Fenders. Scepsis De verkoop van toetseninstrumen ten heeft volgens de muziekhandel een grote vlucht genomen en het gaat dan met name om de midden klasse. Particulieren, aangetrokken door de talloze technische moge lijkheden, muziekgroepen die naar de nieuwe trend ook niet meer zon der kunnen. Toch wordt bij een van de grootste Nederlandse han delaren op dit gebied, Servaas in Den Haag, wel met enige scepsis te gen deze ontwikkeling aangeke ken. Goed, het zal hun een zorg zijn waar de instrumenten voor worden gebruikt. Handel is handel. Maar enkele verkopers, zelf ooit in de weer in de popmuziek, zien er toch duidelijk een verarming in. Goed kunnen spelen hoeft er bij de moderne techniek niet meer bij te zijn. Alle muziekpartijen kunnen worden voorgeprogrammeerd tot aan de ingewikkelde slagwerkpar tituur van de ritmecomputer toe, een vierkant doosje dat goedkoper is dan een goed drumstel, maar die alle thema's die er worden inge toetst feilloos uitvoert. Het resultaat van al deze techniek is muzikaal gezien vrij steriel. Va- De Hohner P 100. riatie en improvisatie is na voor- programmering niet meer mogelijk. Tegelijk met de opkomst van de keyboards vindt er bij de andere muziekinstrumenten een verschui ving plaats naar goedkopere exem plaren en nagebouwde merk-in- strumenten. De verleiding van de knopjes en de chips is onweerstaan baar geworden. Dat heeft uiteraard een nieuwe soort muziek, de elek tronische, doen ontstaan die de mu sici veel nieuwe mogelijkheden heeft gegeven. Het elektronische muziekinstrument is massaprodukt geworden en in die hoedanigheid is het muziek maken wat op de ach tergrond geraakt. Het is massa speelgoed geworden. En waar het toetseninstrument door een geoefend musicus wordt gebruikt moet deze een nieuwe ei genschap hebben ontwikkeld: hij moet niet alleen noten kunnen le zen, en gevoel voor muziek hebben, hij moet tevens een stevige dosis technisch inzicht hebben. WILLEM FRANSSEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 21