Joop Haverkort voltooide het Sassemse raadhuis en ziet ..dan wel weer verder".... id HOE EEN HOBBY TOT EEN GEDREVENHEID KAN LEIDEN annibalisme in cademiegebo u w Provincie wil voorlopige ontsluiting Vlietland UNA ËGIÖLEIDSE COURANT DINSDAG 7 DECEMBER 1982 PAGINA Ie be aldu ?idsa lie d Drdei moe ippei l vai n da or d ingei Op mijn omwegen door stad en: land kom ik graag mensen tegen. U kunt mij telefonisch of schriftelijk vertellen wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071 - 12-22 44 op toestel 10. belei Veel mensen die er een Jsanal tijdvullende liefhebberij op na houden, zijn daar gestaag mee bezig. Een postzegelman schuift al gauw eens in de paar we ken aan tafel om de col lectie op haar merites te eend beoordelen, kritisch te lange eva^ueren (wat ^at 00^ moge wezen), aan te vul len, te corrigeren of om er alleen van te genieten. De man of vrouw, jongen of meisje van de sigaren bandjes, de suikerzakjes, de steelse verzamelaar van Engelstalige bijbels georganiseerd op roof tochten langs hotels tij dens buitenlandse reizen de collectioneurs van klokken en bellen, mili taire petten, de verzotten op loden soldaatjes of as bakken, de makers van tank-, vliegtuig- of scheepsmodellen, zij alle geven zich op gezette tij den met geestdrift over aan hun geheide hobby. op d Zo niet Joop M. Haverkort uit Sassenheim. Hij is een man die desnoods een jaar lang bezetenheid ten toon spreidt, maar daarna voor heel lang uitgeblust is: een schepper, die op de zevende dag rust. Maar die dag kan dan wel een jaar of wat du- t>eei t VI gege Joop Haverkort is een 46- jarige timmerman, die bij vlagen geniaal met lucifer houtjes kan omgaan en er hele stedebouwkundige projecten mee aan elkaar lijmt. Hij is niet de enige hobbyist die met lucifers- met-afgebrande-kop werkt, maar wel een heel grote ar chitectonische imitator. Een vasthouder met markante kop die niet opgeeft als de geest eenmaal over hem is gekomen. Als de vonk zijn kruitvat kunnen zijn gezinsleden aanwezigheid voor maan den afschrijven. Dan bijt hij zich vast en blijft creëren totdat zijn bouwsel het dag licht kan verdragen. „Wat ik op de eerste plaats nodig heb", zegt timmerman Joop, „is inspiratie. Als ik die eenmaal heb, ben ik er nog geruime tijd mee bezig alvorens ik aan de slag ga". Haverkort heeft duidelijk een aanloop nodig, maar als het eenmaal zover is, is,bij hem het hek van de dam en Joops laatste schepping in lucifers en bijkomende bouwmaterialen: de Sassemse raadhuis, met Sepps 'torentje. Wat een timmermans oog allemaal niet vermag. is zijn geestdrift en werk lust nauwelijks meer in te tomen. Leeuwenhorst Het is alweer zowat 23 jaar geleden toen Joop Haver kort zijn eerste ingeving kreeg. Geen Sassems onder werp, maar 't betrof het in 1959 opgeleverde klein-se-' minarie Leeuwenhorst, even buiten Noordwijker- hout. Vandaag de dag een tot de lekenstand terugge bracht en multifunctioneel Congres-Center, voor mi nisters en goochelaars, Navo-bijeenkomsten, brede pastorale ontmoetingen en nog heel wat andere doel- eindén, met een daarneven gelegen middelbaar onder- wijs-instituut. „Ik was op Leeuwenhorst bij de bouw als timmerman werkzaam, en het complex inspireerde mij bijzonder, ook al door z'n strakke vormgeving. Het werd inderdaad een prachtige conceptie, maar ook een deceptie, want nie mand kon ervan genieten. Immers, nog vóór de aan bieding van het werkstuk aan mgr. M.A.Jansen, verse bisschop van Rotterdam en toekomstig „vruchtgebrui ker" van het klein-semina- rie die de zaak kwam inwij den, raakte het „Leeuwen horst" van Haverkort in de vernieling. Mij is helaas niet bekend hoe, want ik hoor hierover weer via via. Dus bisschop Jansen noch wij hebben het lucifers-col lege ooit kunnen aanschou- Joop was niet uit het hob- by-veld geslagen. Hij vatte allengs liefde op voor zijn parochiekerk. Vanuit zijn woonkamer had hij uitzicht op de St.Pancratiuskerk in Sassenheim, en hij begon te broeden op een nieuw stout plan: de kerk in lucifers en bijkomende artikelen. De inspiratie stond geruime tijd in zijn geestelijke oven gaar te worden en daarna stortte Haverkort zich, aan de hand van tekeningen en fo to's en eigen liefdevolle waarneming, op de St. Pan- cratius, die zijn jeugd al verblijd had. Ik ken dat; ik heb de parochiekerk uit mijn jonge jaren, de Krop- hollerse „Martelaren" in Amsterdam, Watergraafs meer, ooit steen voor steen op papier getekend. Dan leef je, maandenlang, in een andere wereld, die je nooit daarna meer tegenkomt. Pancratius De nabootsing van de „nieuwe" Pancratius maak te furore in het bollendorp. Ik kan me voorstellen, hoe Haverkort genoot van elke vordering op zijn „platte grond". Hgt genot van „iets te zien worden". En dat is iets van jezelf. Dan voel je je geen hobbyist, maar ge flambeerd liefhebber, die ergens in opgaat. Haverkorts voltooide in spanning is nog steeds in de Pancratiuskerk zelf te be wonderen, sinds de schil derachtige schepping bij een jaarlijkse kerkveiling het kolossale bedrag van 55Q0 gulden opbracht. Na een succesvolle bouw die vele maanden in beslag ham. Toen rustte de bou wer, Joop M.Haverkort, vier jaar op zijn lauweren, nog nahijgend van zijn „knutselen" op hoog ni veau. In de tussentijd, zich zelf niet geheel bewust van wat er weer groeide, tas tend naar een nieuw object. Toen barstte de bom op nieuw, een jaar geleden. Joop had het voelen aanko men.' In een visioen zag hij steeds duidelijker in luci fers vóór zich, wat men zou kunnen noemen: „het mar kante, plaatselijke raad huis". Het zou nogmaals een meesterwerk worden; het Sassemse gemeentehuis, dat iets wegheeft van een, inverschillende lagen, be kroond motel, vanwaar de klok voor iedereen luidt. Iemand die zo'n vonk niet zelf voelt kan zeggen: hij kreeg de smaak weer te pakken. Maar het was veel meer dan smaak bij Joop: de demon had hem weer te grazen. Het moest en het zou. Eerst de ondergrond: bouwtekeningen, gedetail leerd en wel. Daarna het geduld en het uithoudings vermogen. Wat nog belang rijker is dan een artistieke opzet. Timmermansoog Joop kreeg de assistentie van zijn 19-jarige zoon Sepp, begenadigd met een zelfde timmermansoog als z'n vader. Sepp was goed voor het „fijnere werk": het zeer bewerkelijke torentje (met peertje) van de raad huis, bijvoorbeeld. Schaal: I op 50, net zoals bij de Pan cratius. Het raadhuis kostte „slechts" om en nabij de 6000 beknotte lucifers (van wege de „lage bouwstruc- tuur"), maal- de Pancratius, met z'n hele torenende op bouw, had meer dan 25.000 gevergd. En daar waren heel wat mensen voor in de weer geweest; met aanstrij ken en uitblazen en bewa ren. Voor het dak van de kerk gebruikte Joop leislag, maar de talrijke daken van het mini-raadhuis werden bedekt met de knipsels van 20 vel schuurpapier. Boven- stebeste daken, mogen we wel zeggen. Plaatselijke waarnemers schatten het geheel op „weer bijzonder fraai en zeer goed gelij kend", met dat punctuele torentje van Sepp, die ei genlijk Jozef had moeten heten als er niets „iets" tus sengekomen was. Maar die kwalificatie van „fraai en gelijkend" raakt Joop eigenlijk niet'. Voor hem betekent zijn raadhuis een geweldige innerlijke voldoening. En daar is hij nog een beetje trots op ook. Wat er met het mini-raad huis gaat gebeuren is nog niet zeker; Haverkort is hierover in bespreking met het gemeentebestuur. Ei genlijk had hij z'n schep ping nog wat bijbehorend personeel mee moeten ge ven. In lucifertjes, het kopje afgebrand. Een burgemees tertje Kret, raadsleden en, houterige, ambtenaren, kij kend door de vele vensters, of op het balkon (met twee in tacte lucifers als vlagge- stokken), dat bekroond wordt door een paar wa- pendragende leeuwen. Daar is het waar Sassenheim brult! Inmiddels is Joop Haver kort voor enige tijd weer uitgeblust. Hij kan z'n haar gaan kammen en overgaan tot het teevee kijken. En wachten op nieuwe inspiratie. Een bewonderaar van hem, in Sassenheim, heeft, al een nieuw mini-onder werp voor Joop gezien. Overigens zonder eerst met Joop te overleggen. En dat is foute boel, na tuurlijk. Men ziet dan, als slachtoffer van een nieuwe inspiratie, de „karakteristieke dorps kerk", de allereerste St. Pancratius, die in de 16e eeuw in reformatorische handen en zinnen is overgegaan. Ach, jawel, Joop zou dat best kun nen imiteren! Maar me vrouw Haverkort en Joop zelf zien dat niet meteen zo zitten. Zo'n wens is voorbarig en nog lang niet levensvatbaar. „Vergeet het maar", zegt mevrouw Joop zelfs. De Pancratiuskerk van Joop Haverkort is nog steeds in de werkelijke parochiekerk te bewonderen... MERIK A AN SE 'ELEVISIEPLOÉG IN LEIDEN ■IDEN Op het Ra- 'nburg staan een paar ne lampen opgesteld, een flinke bundel icht door de ramen van iet Academiegebouw naar innèn werpen. Binnen >g meer lampen, een ca- era, mannen met lange \kkebaarden, pruiken en leding die -aan de vorige euw doet herinneren en laaromheen wat figuren r hedendaagse kle- "heijij. Amerikaanse televisie- tot loeg streek gistermorgen in eiden neer om opnamen te njlaken voor een serie, die mo ten teel met groot succes in de 'erenigde Staten op buis !ityordt gebracht. Het Groot Au- "torium van het Academiege- >uw aan het Rapen brug >rmde de achtergrond van de ipnamen waar het gisteren om ing. In de serie getiteld it>Ripley's, believe it or not" 'orden meer of minder bizar- verhalen door de omroep it 1BC onder de aandacht ge- ordfyracht De titel van de serie frwijst daar ook naar. Ripley mar din het be gin van deze eeuw in Ameri kaanse kranten met veel suc ces horrorverhalen publiceer de. De aflevering, waarvoor giste ren opnamen werden gemaakt is gebaseerd op een verhaal van Edgar Allen Poe. De pro- ducente van het verhaal, D. Webster, legt uit waar het om gaat: „Het macabere in dit ver haal van Póe is kannibalisme. Poe schreef het verhaal in 1838. Drie mannen en een jon gen zitten na een scheepsramp zonder voedsel in een roeiboot midden op zee. Na 23 dagen honger en dorst lijden, besluit het drietal onder leiding van de kapitein na lang aarzelen de jongen om het leven te brengen en hem als maaltijd te gebruiken. Hierdoor overleeft het drietal de ramp, maar wanneer ze uiteindelijk gevon den worden en naar Engeland worden overgebracht, moeten ze voor de rechter verschijnen wegens kannibalisme. Een vlammend betoog van hun ad vocaat zorgt er uiteindelijk voor dat ze niet veroordeeld worden. Ook de rechter bleek van oordeel dat de dood van één mens in dit geval te ver- Tom van Beek (3e v.l.) speelt de advocaat en Luk van Mello (midden) de kapitein, die wegens kannibalisme wordt berecht. De Amerikanen kozen Leiden als lokatie uit, omdat het Au ditorium bezonder geschikt bleek om als rechtbank te fun geren. „Het heeft ons erg veel moeite gekost om een zaal te vinden, die zoveel lijkt op de Engelse rechtbanken van de vorige eeuw", aldus de produ- cente. Ze geeft de toelichting op de opnamen terwijl regis seur en medeprnducent. echt genoot N. Webster, probeert een rechtbankscène op de band te krijgen. Voor de opna men wordt gebruik gemaakt van Nederlandse technici en Nederlandse acteurs. Zo speelt Tom van Beek de advocaat. „Nederlandse acteurs zijn wat minder kostbaar dan Ameri kaanse. Ook daarom hebben we Nederland gekozen als lo katie, maar dat is zeker niet de belangrijkste redenaldus mevrouw Webster. Ook afge lopen zomer werden in Neder land opnamen vopr de serie gemaakt. Of de serie ooit op de Neder landse buis te zien zal zijn, is onduidelijk. Tot. dusver heeft nog geen enkele omroep er be langstelling voor getoond. Daarbij speelt ook een rol dat Nederlandse omroepen meest al pas over de aanschaf van een Amerikaanse serie gaan denken, wanneer er een groot aantal afleveringen van is ver vaardigd en zover is het nog VOORSCHOTEN/LEID- SCHENDAM In het drie maandelijkse overleg van de provincie met de gemeenten die bij het recreatiegebied Vlietland zijn betrokken heeft de Provinciale Waterstaat erop gezinspeeld Vlietland tijdelijk te ontsluiten vanaf de Knip- laan. Voor het inkomende ver keer zou dan de Meeslouwer- weg moeten worden gebruikt en voor het uitkomende ver keer de Oostvlietweg. De Oostvlietweg is nu (vanaf de Kniplaan) nog afgesloten voor autoverkeer, hoewel dit ver- In Leidschendam is men altijd negatief, geweest over ontslui ting van Vlietland via plaatse lijke wegen. Vooral het CDA heeft zich altijd gekeerd tegen een ontsluiting van het recrea tiegebied die veel overlast op Leidschendamse wegen zou veroorzaken. De laatste jaren is men onder druk van de honderden Leidschendamse watersporters en vooral de surfers onder hen hierover wat genuanceerder gaan den ken. Volgens D'66 bestaat het aantal recreanten dat nu al van Vlietland gebruik maakt zeker voor vijftig procent uit Leidschendammers. De demo craten beschouwen het fietsen met de surfplank op een aan hanger daarachter temidden van het autoverkeer op de smalle Oostvlietweg als een ontoelaatbare menging van verkeer en pleiten voor aan sluiting van Vlietland op de rijksweg ter hoogte Van de Meeslouwerweg. Een aanslui ting die door Rijkswaterstaat overigens al is afgewezen. IGOR IN RAPPORT: SIR-heffing benadeelt Alphense regio ALPHEN AAN DEN RIJN De SIR-belasting heeft forse schade toegebracht aan de ves tiging van bedrijven in Alphen aan den Rijn. Dit is een con clusie uit de economische be leidsnota „Met de wind mee- blazen" van het InterGemeen- telijk Overlegorgaan Rijn streek (IGOR). De SIR-belasting is een hef fing die bedrijven moeten be talen als zijn hun bedrijf bin nen de randstad verplaatsen. Volgens het IGOR moet de heffing snel worden afgeschaft om.de bedrijvigheid in de re gio Alphen weer op poten te zetten. In de nota staat verder dat er meer kantoren in Al phen aan den Rijn moeten ko men. Deze regio is volgens het IGOR slecht bedeeld met ad ministratieve werkgelegen heid. Als Alphen meer kanto ren weet aan te trekken, dan komt dat ook de rest van de streek ten goede, staat in de nota te lezen. Over de snel toe nemende werkloosheid in de regio, 2476 mensen afgelopen oktober, meldt de nota dat een sterke stijging van dat aantal binnenkort te verwachten is. Tegen 1990 zal het tekort aan arbeidsplaatsen waarschijnlijk zijn opgelopen naar zesduizend banen. Ook de tweede genera tie forensen dient zich binnen kort op de arbeidsmarkt aan Dit zijn kinderen van de men sen die zich in de zeventige jaren vooral in Alphen vestig den. Deze nieuwkomers wer ken voornamelijk buiten de Alphense regio. Ook staan er nu nog relatief weinig vrou wen ingeschreven als werk zoekende. Het IGOR verwacht dat deze groep eveneens sterk gait groeien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 5