9?
De KNLTB heeft weinig feeling voor topsport
LMHCgaat zonder
aspira ties de zaal in
ACHTVOUDIG NATIONAAL KAMPIOEN LOUK SANDERS
SPORT GEWEST
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 4 DECEMBER 1982 PAGINA 9
leeld
LEIDEN De Leidse
tennisser Louk Sanders
liep afgelopen zomer zijn
negende nationale titel
mis. Op de Scheveningse
ont- Mets-banen leed hij in de
and.l halve finale een niet ver-
en wachte nederlaag tegen
toernooi revalatie Ton Sie.
Ook in de nationale selec
ties dreigt de Leidenaar
uit de boot te vallen.
Bondscoach Hemmes se
lecteerde hem niet voor
het team dat Nederland
vertegenwoordigt voor de
Kings Cup. Sanders be
hoort echter nog wel tot
de gegadigden voor het
Davis-Cup team, maar
Sanders moet zich dan
„duidelijk als beste mani
festeren". Hoewel het
„tijdperk-Sanders" voor
het Nederlandse tennis af
in- gesloten lijkt, is er nog
nk" geen reden voor de acht-
voudig nationaal kam-
ge- pioen om zijn bestaan als
die professioneel tennisser op
ipe- te geven. „Ik denk nog
^an zo*n twee a drie jaar door
te gaan en me dan geheel
af ga wijden aan Sports Ma
de. nagement, een firma die
Hij ik samen met Martin
ger Koek heb opgezet. Ik
am train nog 15 uur in de
op week, daar heb ik nog al-
tijd plezier in. Nu ik niet
j zoveel meer speel, reali-
j seer ik me dat ik blij mag
zijn indertijd mijn studie
economie afgemaakt te
hebben. Dat het goed is
dat ik me niet volledig op
het balletje heb ge
fixeerd".
ie_ Louk Sanders begon zijn ten-
ien niscarrière bij het Leidse Uni-
cum, werd meerdere malen
las clubkampioen en ging vervol-
Êens competitie spelen voor
in Roomburg, een mogelijkheid
ler die werd geopend door de
te_ Stichting Leitensa, een samen-
[er werkingsverband van de Leid
se tennisverenigingen. Deze
stichting bestaat nog steeds,
maar treedt weinig op de
voorgrond. „Als die stichting
er niet geweest was, had ik de
overstap toch gemaakt. Dat ik
toen uit Leiden ben wegge
gaan, heeft met de centen te
maken gehad".
De Leidenaar was een typi
Leidenaar Louk Sanders: „Nu ik niet zoveel meer i
studie economie afgemaakt te hebben".
si, realiseer ik me, dat ik blij mag zijn indertijd mijn
sche „laatbloeier". Op 18-jarige
leeftijd was hij nog ver van de
top verwijderd. Wijlen Jaap
Noordman, die zich indertijd
veel voor het Leidse jeugdten-
nis inzette, was de enige, die
Sanders een grote tennistoe-
komst voorspelde. Toch was
het logisch, dat hij niet voor
een sportcarriëre koos. „Toen
ik in 1968 van de middelbare
school (Bonaventura, red.)
kwam, was er nog niks, de
sport was toen nog in ontwik
keling. Gezien het tijdsper
spectief lag het niet in de lijn
om voor tennis te kiezen. Bo
vendien speelde ik toen slechts
tweede klas competitie bij
Unicum, het zag er nog hele
maal niet naar uit, dat er een
internationale carrière in het
verschiet lag. Wellicht is de
begeleiding toen niet optimaal
geweest, maar het belangrijk
ste was, dat ik klein van stuk
was en alleen daarom nooit
van de toenmalige toppers
Hemmes en Hordijk kon win-
Na uit Leiden te zijn wegge
trokken naar het Haagse Luc
ky Stroke/Groen Geel en in
Rotterdam een studie econo
mie te zijn begonnen, sleepte
Sanders pas op 24-jarige leef
tijd zijn eerste Nederlandse ti
tel in de wacht. Hij prolon
geerde dat succes acht opeen
volgende keren, kwam regel
matig uit in de Nederlandse
Davis- en Kings-Cupteams en
besteeg de wereldranglijst tot
bij de beste honderd. Bij de
laatste nationale titelstrijd
werd hij in de halve eindstrijd
gestuit door Zaankanter Ton
Sie: „Ik heb me al die jaren
gerealiseerd, dat ik best eens
kon verliezen tijdens de NK
en dat gebeurde dit jaar dan
eindelijk. Niet dat de druk op
mij te groot was, zoals zoveel
mensen denken, maar je moet
toch ééns verliezen. Achteraf
vond ik het niet eens zo erg,
baalde een paar dagen, en toen
ging het leven weer gewoon
door. Ik had natuurlijk liever
gewonnen, maar ik dacht al
tijd, dat ik het vreselijk verve
lend zou vinden; dat viel wel
Na afloop van de NK richtte
Sanders zich namens het Til-
burgse Pellikaan Tennis op
het competitiegebeuren, dat
zich mede op zijn initiatief
voor het eerst in de maanden
augustus en september afspeel
de: „We wilden graag in die
periode spelen in verband met
het weer, de conditie van de
banen en de gegroeide vorm
van de spelers. Uitgangspunt
was dus een betere competitie
met meer publiek, beter voor
de clubs, beter voor de pers,
beter voor iedereen. Vanuit
die gedachte hebben Rolf
Thung en ik een aantal voor
stellen gedaan. Ons voorstel
was om met drie heren en één
dame te spelen. Voor de eredi
visie en hoofdklasse heb je nu
namelijk 32 speelsters nodig en
er zijn er maar 10, die een bal
letje op niveau kunnen slaan.
Kijk maar naar de afgelopen
competitie. Hoeveel goede da
mes waren er nu eigenlijk, er
waren veel B-vrouwen. De
KNLTB heeft op eigen initia
tief die derde heer weggelaten.
Wat ons betrof mocht het een
buitenlander zijn".
„Wij wilden ook een kortere
speeldag. Er zijn weinig men
sen, die komen kijken van
half acht tot half acht. Het
moest allemaal iets compacter.
Van tevoren moest bekend
zijn, hoe laat wie tegen wie
speelde. Het is wel moeilijk
iets voor elkaar te krijgen, je
wordt er kleurenblind van. Er
is uiteindelijk maar een fractie
terecht gekomen van onze
plannen. We hebben iets op
gang gebracht, maar wat we
wilden is niet gelukt. Maar ja,
de KNLTB is een recreatief
ingestelde bond, die weinig
feeling heeft voor topsport. De
Commissie Competitie en
Toernooien wilde een unifor
me competitie houden. In die
commissie, waar toch Evert
Schneider deel van uitmaakt,
zitten weinig mensen met ge
voel voor het topgebeuren. Er
zijn te weinig mensen, die er
echt mee begaan zijn. Wat er
bijvoorbeeld aan public rela
tions is bedreven voor het slot-
weekeinde is om te huilen.
Wat er is gebeurd, is door
Hans Vergoed (de organisator
van het finaleweekeinde, red.)
zelf gedaan. Het experiment is
voor twee jaar afgekondigd en
zal dus nog wel een jaartje
doorgaan".
Rendement
Wildcard
Volgens KNLTB functio
naris Curt Beek berust
het feit, dat Sanders en
andere spelers, die niet
aan het Nederlandse Sat-
teli te-circuit deelnamen,
niet in aanmerking kwa
men voor de „Antwerpse
wild-card" op afspraken
tussen de Belgische ten
nis bond en de KNLTB.
„De Belgische tennisbond
eiste, dat aan de wildcard
een kwalifikatie-toernooi
en een toernooienreeks
verbonden werd", aldus
Beek.
greep gekregen. Op laag ni
veau worden vaak al hoge be
dragen betaald, in de eredivi
sie schat Sanders het door
sponsors geïnvesteerde bedrag
tussen de 320.000 en 640.000
gulden. De Leidenaar: „Wat
de motieven van de sponsors
zijn, is mij een volslagen raad
sel. Daar moet dik geld bij. Er
worden geen entreegelden ge
heven, dus er vloeien geen
gelden terug. Ik denk dat bij
veel sponsors puur hobbyisme
een rol speelt. Een commer
cieel verantwoorde opzet heb
ik niet kunnen ontdekken.
Slechts zelden zie ik, dat een
sponsor er nog iets voor terug
krijgt, er een zeker rendement
tegenover staat. Bij Pellikaan
bijvoorbeeld, staat er nog een
zekere naamsbekendheid te
genover. Waarom het dan toch
gebeurt, ik weet het niet. Voor
de spelers is het in elk geval
prettig. De bedragen zijn trou
wens nog niets vergeleken met
Frankrijk en Duitsland
Een opvolger voor Sanders
heeft zich intussen nog niet
aangediend. „Kroonprins"
Eric Wilborts heet nog immer
een „belofte", de definitieve
doorbraak laat nog immer op
Kwestie van beleid
99
„Een kwestie van beleid" noemt bondscoach Fred
Hemmes het passeren van Louk Sanders voor de
Kings-Cupploeg. „Een aantal jaren geleden hebben we
een beleidsplan opgesteld. We zouden proberen te ver
jongen en voor 50 procent oudere spelers handha ven.
Dat waren toen Sanders en Okker. Nu die spelers onge
veer op hetzelfde niveau zitten als de jongere garde,
heb ik besloten met de jongeren verder te gaan. Voor
de Davis-Cup komt Sanders nog wel in aanmerking
wanneer hij duidelijk beter is".
zich wachten. Huub van Boec-
kel is de nieuwe Nederlandse
titelhouder, of hij het jongste
Mets-succes acht keer zal we
ten te herhalen is maar zeer de
vraag, terwijl Schapers de af
gelopen jaren wel met spron
gen vooruit ging, maar toch
moeilijk als dé Nederlandse
nummer één gekwalificeerd
kan worden.
Lacune
Ook Louk Sanders signaleert
een lacune in de KNLTB-jeug-
dopleiding, het zogenaamde
faseplan: „Het fasesysteem is
er niet om toppers op te lei
den, maar om de top te ver
breden. Daarnaast ontbreekt
het aan kader, dat zich met de
allerjongsten bezighoudt.Het
merendeel heeft niet de poten
tie toppers op te leiden. Op 15-
16-jarige leeftijd zijn ze vaak
al gevormd. Binnen de bond is
er niemand, die verstand van
zaken heeft als het over top
sport gaat. Er bestaat een
werkgroep Toptennis, maar
die heeft weinig te vertellen".
De bemoeienissen van bond-
spraeses Hehenkamp en vice-
voorzitter Steensma met het
toptennis doen volgens de Lei
denaar meer kwaad dan goed:
„Hehenkamp en Steensma
hebben overal een vinger in
de pap, op zich niet zo erg,
maar ze hebben er niét al te
veel verstand van". De Leide
naar noemt vervolgens het
lankmoedige optreden van het
bondsbestuur bij de tijdelijke
aanstelling van Frew Mac Mil-
lan bij de bondstrainingen.
Toen de topper-van-toen aan
gesteld moest worden, bleek
zijn agenda vol. Daarnaast is
Sanders verbolgen over het
feit, dat hij evenals Van Boec-
kel, Albert en Sie niet in aan
merking kwam voor de „wild
card" van het internationale
toernooi van Antwerpen. San
ders ziet wel mogelijkheden
voor een beter functioneren
van het topgebeuren: „Mijns
inziens moet er een manager
toptennis komen, die zich be
leidsmatig met tennis bezig
houdt, een tussenpersoon is
tussen de bond en de bonds-
coaches. Die persoon moet zelf
hoog gespeeld hebben en liefst
internationale ervaring heb
ben. Daar zo'n persoon in Ne
derland niet aanwezig is, zie ik
het somber in....".
ARNOLD VAN DER CAPEL-
LEN
WILLEM SPIERDIJK
LEIDEN Zoals onder meer
de korfballers dat al eerder
deden, verruilen de hockeyers
dit weekeinde het veld voor
de zaal. Speciale aandacht gaat
uit naar het team van LMHC,
vorig jaar kampioen van de
eerste klasse en dit jaar voor
het eerst uitkomend in de
overgangsklasse. En hoewel
LMHC's voorbereiding op de
zaalcompetitie nauwelijks se
rieus valt te noemen, moet de
Leidse Mixed Hockey Club in
staat worden geacht zich
staande te kunnen houden in
die nieuwe afdeling.
Dat althans, is de mening van
Roeland Oltmans, de 28-jarige
trainer-coach van LMHC. Olt
mans baseert zijn prognose op
het feit, dat zijn ploeg ook op
het veld in de overgangsklasse
speelt, en, na een moeilijke
start, inmiddels een plaatsje in
de bovenste helft van de rang
lijst heeft weten te bemachti
gen.
Roeland Oltmans begon zijn
hockeyloopbaan bij het Am-
stelveense Pinoké. Vanaf zijn
vijftiende speelde hij daar in
het eerste team en maakte
toen tevens een start met het
geven van trainingen. Via wat
omzwervingen belandde Olt
mans, die wegens een achilles
peesblessure zijn actieve car
rière moest beeindigen, in de
Sleutelstad, waar hij een baan
als gymnastiekleraar vond.
Omdat hij daarnaast toch ac
tief wilde blijven in de hoc-
keywereld reageerde hij op
een advertentie van LMHC,
dat een opvolger voor Rein
Grippeling wilde. Roeland
Oltmans werd aangenomen en
zwaait nu ruim een jaar de
scepter over de Leiden heren-
selectie.
„Het team van Leiden bestond
uit een paar voor eerste klasse
begrippen zeer geroutineerde
spelers aangevuld met jonge
eigen kweek. Die mix leek mij
goed voor een hoge notering.
Dat we op het laatst het kam
pioenschap en de promotie
naar de overgangsklasse voor
de neus van de Kieviten zou
den wegkapen, had ik niet ge
dacht", vat Oltmans kort zijn
eerste Leiden
Sfeertraining
Ondanks het feit dat LMHC
dit jaar op een hoger plan uit
komt, heeft Oltmans zijn trai-
ningsaanpak niet gewijzigd.
Tweemaal per week neemt hij
zijn selectie onder handen,
éénmaal met speciale aandacht
voor de conditie en één maal
om de tactische kanten van
het spel te belichten. Boven
dien bestaat er nog zoiets als
een „sfeertraining". Ten einde
de onderlinge band te bevor
deren, nuttigen de spelers ie
dere woensdagavond geza
menlijk een maaltijd. Oltmans
hecht daaraan, het komt de
collectiviteti ten goede, meent
hij. En het blijkt te werken.
Na een magere seizoenstart (de
ploeg moest wennen aan het
wat hardere en snellere hoc
key van de overgangsklasse),
verzamelde de ploeg in de
laatste zeven partijen maar
liefst 12 punten. Oltmans ver
wacht de rest van het seizoen
in de top mee te kunnen draai-
Leiden, dat vorig jaar onder
leiding van Oltmans in zaal
eveneens naar de overgangs
klasse promoveerde, bereidt
zich niet echt goed voor op de
zaalcompetitie. En dat terwijl
er wel degelijk serieuze tegen
standers wachten, drie (Am
sterdam, Bloemendaal en La
ren) van de vijf (andere twee
zijn Hurley en Kieviten) zijn
veld hoofdklassers. Oltmans tilt
er echter niet zo zwaar aan.
„Een paar verdedigingssyste
men en de individuele klasse
van Johan van Marwijk Kooij
en Wouter Eijkenhout moeten
ons voldoende (doel)punten
opleveren. Degraderen zou
jammer zijn, maar geen ramp,
want hoofddoel blijft de veld-
competitie. Die nonchalance
zie je bij de andere clubs ook.
Dat komt vooral omdat de
clubs hun kunstgrasvelden tij
dens de winterstop rendabel
willen houden en daar com
plete wintercompetities op or
ganiseren, hetgeen de nood
zaak van overwinteren in de
zaal heeft weggenomen".
Leiden-coach Oltmans: „Degraderen zou jammer zijn, maar geen ramp"
Onder redactie van Gert Jan Onvlee
Twintig procent
Hoewel het clubhuis van
SVLV dus niet te klein
bleek, konden de Voorscho-
tense bestuurderen op de Na
jaarsvergadering van vorige
week tevreden om zich heen
zien. Negenenzestig leden
hadden de weg naar de kan
tine gevonden, zo'n twintig
procent van het ledenbe
stand. In vergelijking met de
voorjaarsvergadering, toen
slechts zes procent acte de
précense gaf, dus een verbe
tering van meer dan twee
honderd procent.
De speciale uitgave van het
clubbericht, waarin zeer
ruim aandacht was geschon
ken aan die Najaarsvergade
ring, had dus zijn nut bewe-
In dubbel opzicht overigens,
zo wordt in het laatste club-
bericht geconstateerd.
„Dankzij het boekwerkje
werd deze ledenvergadering
een van de kortste van de
laatste jaren".
Wij van Hutspo(r)t vermoe
den nu, na het bekend wor
den van dit gegeven, dat alle
besturen van sportverenigin
gen in het vervolg een uitge
breide toelichting richting le
den zullen sturen.
Het schaadt immers niet: het
baat
Proef
Op de afgelopen maandag ge
houden, tegenwoordig open
bare. vergadering van de
BAVL (Belangenvereniging
Amateurvoetbal Leiden)
kwam een merkwaardig kli
matologisch verschijnsel aan
de orde. Het onderwerp be
trof de e- en f-junioren, de
allerkleinsten dus, die zich in
een soort competitieverband
over de voetbalvelden bege
ven. In Leiden zijn die vel
den in de periode van 15 no
vember tot en met 15 februa
ri voor die kleintjes tot ver
boden gebied verklaard. Het
is in die maanden, zo luidt de
verklaring, te koud om die
jongetjes officieel te laten
voetballen. Ongezond koud.
In de Afdeling Den Haag
daarentegen, is een dergelij
ke winterstop onbekend.
Daar kan het grut het gehele
oen in wedstrijdjes tegen
bal aantrappen. Waar-
daar wel, en hier niet,?".
zo luidde dan ook de niet on
verwachte vraag, „Hebben
die kleintjes het in Den Haag
minder snel koud?"
Een vraag waarop door de
aanwezigen geen sluitend
antwoord kon worden gevon
den.
Wij van Hutspo(r)t kennen
dat antwoord, gevat als we
immer zijn, vanzelfsprekend
wel. 't Zit 'm in de de afde
lingsbesturen. Het Leidse be
stuur is nu eenmaal vooruit
strevender dan dat, dat in
Den Haag zetelt. En omdat in
Leiden hard wordt gesleuteld
aan het opzetten van een
competitie die in de zomer
afgewerkt moet gaan wor
den, is nu reeds, stilzwijgend
vanzelfsprekend, besloten tot
een proefneming met de e-
en de f-pupilletjes.
Zo eenvoudig ligt dat.
Wonden
Het zat UDO typisch niet
mee, in die wedstrijd tegen
LFC. Als een van de hoogst-
geplaatste ploegen in 3A naar
het middenmotersterrein aan
de Boshuizerkade getrokken,
werden de Oegstgeestenaren
desondanks aan alle kanten
weggespeeld. Bij 4-1 viel het
laatste fluitsignaal en kon de
formatie van trainer Leo
Holl de wonden gaan likken.
Met name linkervleugelver
dediger Ron Wetselaar. De
wijze immers, waarop Henk
Brandt gemeend had hem
onder schot
men, het moet gewoon hard
zijn aangekomen...
Wissel
Het begin van de tweede
helft tussen Lugdunum en
DWS. De speak(st)er: „In het
elftal van Lugdunum is Hen
ry van der Weijden vervan
gen door Frans Sjardijn". De
wél gewisselde Robert Abma
doucht onwetend door. De
net voor de aftrap gereed
staande Van der Weijden
blikt wat hulpeloos om zich
heen. Zoekt coach Wim Ei
lander en loopt enige stappen
in de richting van de Leidse
dug-out. En je ziet hem den
ken: „Zeg trainer, mag ik
nou nog, of moet ik Robert
onder de douche vandaan
plukkenEilander knikt
hem bemoedigend toe.
En Van der Weijden trapt,
opgelucht, af.
Mis?
De vragen hoopten zich op,
afgelopen zondagavond. De
immer alerte Hutspo(r)tre-
dactie had het er maar moei
lijk mee.
Had Anita van der Meer nu
gescoord, of had de Alkma-
nia-speelster de eerste treffer
in de opt moe ting met NSV
'46 nu niet voor haar reke
ning genomen?
Een eerste probleem dat re
delijk spoedig kon worden
weggenomen, Anita had ge
scoord. Wel degelijk.
Maar, met dat bevestigende
antwoord waren we met z'n
allen nog niet uit de proble
men. Hadden wij dat doel
punt nu op de gevoelige
plaat, of was er sprakè van
een ander spelmoment uit
deze damesderby?
Na overleg met de fotograaf
vonden we ook hier het ant
woord op. Anita was op de
prent aan het scoren. Jam
mer was, dat de pagina's op
dat moment al „door" waren,
compleet met een andere foto
van dat treffen waarop niet
werd gedoelpunt.
Kortom, u raadt het al. Bij
deze alsnog de scorende Ani
ta van der Meer.
(En, eerlijk gezegd, wij van
Hutspofr)'t hebben eigenlijk
geen moment getwijfeld aan
de slagvaardigheid van Anita
in deze spelsituatie...)
Gaatjes99
Uit de Dikke Van Dale,
Groot Woordenboek der Ne
derlandse Taal.
-„Grote gaten in het hoofd
hebben", het hoofd vol grote
plannen hebben.
-„Gat in je hand hebben",
steeds geld tekort komen.
-„Het ene gat met het andere
vullen", een nieuwe schuld
aangaan om er een andere
mee te betalen.
-..Dat loopt in de gaten", dat
trekt de aandacht
-„Praatjes vullen geen gaat
jes", met praatjes richt men
niets uit
-„ Voor een donker of duister
gat staan", niet weten hoe
men verder moet
-„De benen uit zijn gat lo
pen", zich uitsloven.
-„Een oude rat vindt licht
een gat", een slim persoon
met veel ervaring weet zich
licht uit ongelegenheid te
redden.
-„Daar is het gat van de
deur", hem verzoeken of ge
lasten onmiddellijk de sport
hal te verlaten.
-„Zich uit de gaten maken",
weggaan.
-„Wie zijn gat brandt, moet
op de blaren zitten", die een
fout of misslag begaat, moet
er voor boeten.
En dus trok het management
van Elmex Tandpasta Leiden
maar gewoon een nieuwe
Amerikaan aan.