Restauratie van
't Loo gaat
laatste fase in
i
M
APELDOORN Het Versail
les van het Noorden, zo wordt
Paleis 't Loo sinds het begin
van de restauratie in 1977 ook
wel eens genoemd. Vreemd is
dat niet, want dat was juist de
bedoeling. Stadhouder Koning
Willem III en zijn vrouw
Mary Stuart, die in 1685 op
dracht gaven het paleis te
bouwen, wilden er inderdaad
de Franse Zonnekoning mee
naar de kroon steken. Het
moest een lusthof worden vol
pracht en praal die kon wedij
veren met Versailles. Geheel
in de statige, maar strakke ba
rokstijl, ontwierp architect Ja
cob Roman het paleis. De naar
ons land uitgeweken Franse
(tuin)architect Daniël Marot
bracht de beroemde Louis-
Quatorzestijl in de tuin tot uit
drukking. 't Loo veranderde
echter met de geschiedenis
mee tot halverwege de jaren
zeventig de knoop werd door
gehakt en het besluit viel het
koninklijk buiten in zijn oude
luister te herstellen.
Koortsachtig legt de aannemer die
het vorstelijk aanbod kreeg om de
restauratie van Paleis 't Loo in
Apeldoorn voor zijn rekening te
nemen de laatste hand aan de
werkzaamheden. Over precies twee
maanden moet het werk in het
corps de logis, het middengedeelte
van het paleis, af zijn. Op 17 april
worden de vleugels opgeleverd.
Daarna is het een kwestie van af
tellen tot in het voorjaar van 1984
de officiële opening een feit is.
Maar dan moet alles wel volgens
plan verlopen.
Het groptste restauratieproject ooit
in Nederland uitgevoerd, nadert
zijn voltooiing. Bijna kan de kroon
gezet worden op een immens kar
wei dat zeven jaar in beslag nam en
waarin behalve veel manuren ook
heel wat harde guldens zitten. Een
project ook dat bewondering af
dwingt door de historische perfec
tie die de restauratiecommissie na
streeft. Met oog voor details wordt
het tot voor kort door leden van de
koninklijke familie bewoonde pa
leis, nieuw leven ingeblazen. Een
vergrijsd verleden wordt er werke
lijkheid en wacht op de grote be-
zoekersschare waarmee het straks
wordt overvallen.
Het besluit is echter niet zomaar
genomën. daaraan gingen veel mo
ties en emoties, discussies en ruzies
in het parlement vooraf. De tegen
standers waren van mening dat-
restauratie in de stijl van de negen
tiende eeuw, de voorkeur moest ge
nieten omdat de verbondenheid
met het koninklijk huis dan beter
tot z'n recht kwam. Dezelfde peri
kelen kwamen weer boven drijven
bij het restauratieplan voor de tuin.
Opnieuw echter legde de toenmali
ge minister van CRM een kamer
motie naast zich neer en werd een
aanvang gemaakt met het blootleg
gen van de fundamenten die eens
de baroktuin vormden.
Van tegenstand merkt restauratie-
architect J. B. baron van Asbeck nu
niets meer. „Integendeel, de men
sen die nu komen kijken raken
vaak diep onder de indruk van al
het werk dat hier verzet is. Ook
het harmonische geheel tussen pa
leis en tuin dat nu al aardig vorm
krijgt, lokt alleen maar complimen
ten uit".
Baron Van Asbeck leidt de restau
ratie en doet dat op een Zeer gewe
tensvolle manier die alom respect
afdwingt. Bouwkunstenaar Jacob
Roman onder wiens scheppende
handen 't Loo tot stand kwam, zou
zich trots voelen als hij wist hoe
zijn opvolger 300 jaar later zijn cre
atie opnieuw tot leven brengt.
Van Asbeck werkt in opdracht van
de Rijksgebouwendienst en wordt
bijgestaan door de restauratiecom
missie. Prinses Margriet woont
trouw elke vergadering van de
commissie bij en geeft adviezen
over de instandhouding van haar
voorouderlijk bezit. Ook andere le
den van het Vorstenhuis leggen
een grote belangstelling aan de dag
voor het verloop van de restaura-
Pleisterjasje
„In de achter ons liggende jaren
heeft het paleis een unieke meta
morfose ondergaan", vertelt Van
Asbeck, „de eerste grote stap die
we hebben gezet is het gebouw ont
doen van het witte pleisterjasje. Ja
renlang had dat het schoon metsel
werk aan het oog onttrokken. Ook
„VERSAILLES VAN HET NOORDEN"
TERUG IN OUDE GLORIE
een deel van de later verrezen bij
gebouwen hebben we weer met de
grond gelijk gemaakt. Slechts één
Vleugel ervan is overeind gebleven
om de diensten in onder te bren
gen. Het uiterlijk veranderde ook
nadat we de derde verdieping had
den afgebroken die er bij een ver
bouwing was opgezet. Daar boven
op verscheen weer het uitkijkto
rentje voor de jacht. Nu hebben we
daar de installatie voor de aircondi
tioning in opgeborgen".
Een probleem bij de uitwendige
verbouwing waren de bakstenen.
Van Asbeck stelde alles in het
werk om dezelfde maat en kleur
stenen te krijgen. „Het formaat
lukte uiteindelijk nog wel, maar de
kleur varf de stenen bleek geen
haalbare kaart. In die tijd werden
de stenen gebakken in veldovens
op het bouwterrein en die omstan
digheden zijn nooit helemaal na te
bootsen". Aan de voorkant van het
paleis zijn de vergulde zonnewijzer
en de jachttaferelen nu de grote
blikvangers geworden.
Veel geduld
Bij de restauratie van het interieur
wisselden plezierige en minder ple
zierige ondekkingen elkaar af. „De
verrassingen bestonden natuurlijk
uit het vinden van zaken waarvan
we het bestaan nooit hadden ver
moed of waarvan we dachten dat
ze verloren waren gegaan. Zo heb
ben we geheel onverwacht enkele
prachtige schilderingen terugge
vonden. Anderzijds kwamen we
wel eens zaken tegen die meer te
lijden hadden gehad dan we in
eerste instantie veronderstelden.
Maar bij zo'n restauratie als deze
kom je van alles tegen. Verloren
gewaande plafonds kwamen weer
tevoorschijn, dichtgemetselde deu
ren werden herontdekt en al gauw
bleek dat van de grote vertrekken
steeds meer ruimte was afgeknab
beld om nieuwe kamertjes te ma
ken. Door al deze vondsten en met
behulp van het feitenmateriaal uit
die tijd, hebben historici de ontwik
keling van het paleis nauwkeurig
kunnen vastleggen. Toekomstige
architecten zullen het dan ook be
slist gemakkelijker krijgen dan
wij", meent Van Asbeck.
Een hoofdstuk apart vormen de
lambrizeringen, wandbespannin
gen, het stucwerk van de plafonds
en de vele schilderingen. „Geluk
kig hebben we daarbij de beschik-
PI
Veel tijd en vakmanschap waren nodig voor de restauratie van het interieur.
king over een legertje restaurateurs
die hun vak terdege verstaan. Met
allerlei ingewikkelde technieken
worden oude verflagen weer te
voorschijn getoverd. Soms zit het er
wel in tien lagen dik op. Behalve
een grote dosis vakmanschap is
voor dit minutieuze werk ook een
.flinke portie geduld onontbeerlijk",
zegt Van Asbeck vol bewondering.
Het hele paleis wordt straks als
museum ingericht. Dat was ook de
afspraak toen de Staat dit bezit van
de koninklijke familie overnam.
De officiële opdracht luidt: het
zichtbaar maken van de band met
de Oranjes. Hoe dat precies in zijn
werk gaat weet Van Asbeck al
nauwkeurig te vertellen. „Elk ver
trek wordt opgedragen aan een re
gent of vorst. De kamer wordt in
de stijl van die regeerperiode inge
richt, compleet met gebruiksvoor
werpen uit die tijd. Van de laatste
periodes kunnen we een vrij goede
indruk geven, maar vooral uit de
jaren vóór de Franse tijd missen we
nog wel het een en ander. Op de
veilingen wordt steeds weer gepro
beerd spullen op de kop te tikken
Na reconstructie van de patronen zijn de eerste van de 330.000 buxusplantjes al aan de grond toevertrouwd.
en uit legaten stroomt ook het no
dige naar ons toe".
Van Asbeck verhaalt ook over de
oude traditie dat het als een grote
gunst moest worden beschouwd om
toe te zien hoe een koning ont
waakt. „In een latere tijd was het
een eer om vanachter de afschei
ding in de eetzaal naar het dineren
van de vorst te mogen kijken. Zo
gaat dat straks weer, alleen een
echte Oranje ontbreekt er dan nog
In het paleis is een restaurant inge
richt waar driehonderd bezoekers
tegelijk kunnen uitrusten van hun
wandeling door de Oranje-historie.
Speciale voorzieningen voor gehan
dicapten hebben eveneens alle aan
dacht gekregen.
Contouren
Achter het paleis krijgt de tuin
weer de eerste contouren van de
oorspronkeleijke baroktuin. Van
Asbeck: „Als je er de boeken en
prenten op naslaat, moet de tuin in
de zeventiende eeuw inderdaad een
waar lustoord zijn geweest. Water
speelde er de hoofdrol en genoot
overal bekendheid door de grote
zuiverheid. Het water stroomde via
kanaaltjes, spoot uit de vele fontei
nen en plensde van de ene water
val in de andere. Een kostelijk ge
heel", aldus Van Asbeck.
Aan dat alles kwam een eind op
het hoogtepunt van de strijd tussen
de patriotten en de prinsgezinden
aan het eind van de 18e eeuw.
Stadhouder Willem V vluchtte
naar Engeland en de Fransen na
men alle bezittingen over. 't Loo
fungeerde tijdelijk als hospitaal en
na die tijd kon alleen nog maar een
trieste balans worden opgemaakt
van alle vernielde vazen, beelden
en meubelstukken. Later werd be
sloten het loden waterleidingnet op
te graven en openbaar te verkopen.
Nadat Lode wijk Napoleon in 1806
bezit nam van 't Loo werden ook
de laatste restanten van de barok
tuin afgebroken. Het verleden
moest plaatsmaken voor een eigen
tijdse tuin in Engelse landschaps
stijl. Met een laag aarde van ander
halve meter werd de oude tuin toe
gedekt.
Maar niet definitief. Diezelfde hoe
veelheid aarde is de afgelopen ja
ren afgegraven en met vrachtwa
gens afgevoerd. Toen bleek dat de
vernielers hun werk gelukkig niet
al te grondig hadden gedaan. Veel
fundamenten overleefden de roeri
ge tijden en mede door de histori
sche prenten was een reconstructie
heel goed mogelij^.
„De landmeetkundige dienst van
de gemeente Apeldoorn is ons
daarbij tot grote steun geweest",
zegt Van Asbeck. „Zij kwamen tot
de ontdekking, dat er niet gemeten
was met* de toen gangbare „grote
en kleine Gelderse voeten", maar
met de zogenaamde „Rijnlandse
voet". Het is erg nuttig om juist dat
soort zaken aan de weet te komen".
Waterrecycling
Het ruwe werk in de tuin is inmid
dels achter de rug. De aankleding
staat nu voor de deur. Van Asbeck
noemt als de vier delen waaruit de
tuin is opgebouwd, de koninginne-
tuin, de koningstuin, de boventuin
en de benedentuin. „Alle kruisin
gen werden in die tijd gemarkeerd
met fonteinen. Om die weer te la
ten werken hebben we een inge-
stelsel van watergangen ont
wikkeld, gebaseerd op waterrecy
cling. Buiten de tuin hebben we
een waterkelder aangelegd die het
overtollige water tijdelijk kan op
vangen.
Met dit systeem kunnen de fontei
nen voortdurend blijven spuiten,
iets wat uniek is in de wereld. We
zijn in Versailles gaan kijken, maar
ook daar zijn de fonteinen maar
een paar uur in de veertien dagen
in werking. Bovendien hoort er
een reinigingsinstallatie bij, die het
water constant schoon houdt. Ja,
we zijn erg trots op dit systeem".
Van de vele beelden die eens het
aanzien van de tuin bepaalden, is
nog maar bitter weinig over. De
meeste vielen ten prooi aan vernie
lingen. Er zijn er ook veel ver
kocht. „Toch zijn deze beelden es
sentieel in de tuin, zodat we over
wegen natuurgetrouwe kopieën te
laten maken van elders aanwezige
beelden. Zo vertoont de Venus die
in Versailles staat veel gelijkenis
met het beeld dat ooit de tuinen
van 't Loo sierde. Een obstakel vor
men nog de financiële middelen,
die steeds krapper worden. Voor de
aardbol- en hemelbolfonteinen is
aan twee kunstenaars gevraagd een
ontwerp t£ maken. De opdracht is
echter nog niet verstrekt", aldus
Van Asbeck. i,
Wel teruggevonden zijn de stroom
goden Rijn en IJssel, die hun oude
plaats weer hebben ingenomen.
Ook de dolfijnen die aan de voor
kant de dolfijnenfontein sieren, zijn
tijdens opgravingen in de kelder
van het Oude Loo weer boven wa
ter gekomen. Van de eveneens
beeldbepalende vazen is ook het
leeuwedeel spoorloos. De vrienden
van 't Loo, verenigd in de Stich
ting 't Konings Loo, hebben finan
cieel bijgedragen om deze leemte
op te vullen. Van een vaas uit het
historisch museum Marialust heeft
beeldhouwer Slinger een gipsaf
gietsel gemaakt\ Naar dit voorbeeld
worden in Italië momenteel 150
terracotta vazen gemaakt.
Ook voor de inrichting van de tuin
geldt, dat details verheven worden
tot belangrijke zaken. Van Asbeck:
„We hebben een grondige studie
gemaakt van de bloemen en plan
ten uit die tijd. De notities die lijf
arts Harris van Willem III over het
plantenleven maakte waren voor
ons erg leerzaam. We proberen nu
die soorten weer in ons bezit te
krijgen of terug te kweken".
De 330.000 buxusplantjes worden
met de allerbeste zorg omgeven.
Een klein gedeelte komt van de ei
gen kwekerijen van 't Loo,
het gros is afkomstig uit Frankrijk
In de koningstuin werden de? g6
maand de eerste plantjes aan dj f q,
aarde toevertrouwd.
„Ook hierbij waren we blij met dj VI*
hulp van de landmeetkundig j:.
dienst. Die mensen hebben alle fi
guren op ware grootte uitgetekenc en
Als ze eenmaal op de juiste ple]
waren neergelegd konden we d
tekeningen gewoon doorprikken ei ee
de buxusplantjes op de goede plaat
zetten", aldus Van Asbeck. In d^
zelfde koningstuin is ook de oudi gg
klosbaan weer in ere hersteld. Dj
oude balspel genoot in de zeven «*S]
tiende eeuw een grote populariteit T)i
De hele tuin is omgeven door eet
muur met een lengte van één kilo) 113
meter. Die muur accentueert, he
besloten karakter van de tuin noj
Topattractie
■Ja
ov
c di
Langzaam maar heel zeker word >>1J
zichtbaar waaraan de tientallei
miljoenen guldens, die voor dit pro
ject werden neergelegd, zijn be
steed. Inderdaad, de herontdekkinj N
van het Versailles van het ïfóoift
den. In 45 vertrekken kan de
zoeker in een springlevend
schiedenisboek zien hoe sterk
band is tussen Nederland
Huis van Oranje. Iets waaraan hee
wat behoefte bestaat, gezien dj
steeds stijgende bezoekersaantallei
van alleen al de Koninklijke Stat-"
len, waar nu een deel van de cot
lectie is ondergebracht. Als strak
de hekken rondom het ëigenlijk|||
paleis worden verwijderd, reken
de directie van 't Loo helemaal oj^
een bezoekersinvasie.
„Het museum heeft iedereerl -
Oranjeklant of niet, wel wat te bie
den", meent Van Asbeck. De va
derlandse geschiedenis in combina^..
tie met de waardevolle architectuu
en de mooie omgeving, bieden e
waarborg voor een goed bested'
dag. Ook de gevoelswaarde vai
vergane glorie, die weer werkelijk!
heid wordt, zal ongetwijfeld relei
naar cjit vorstelijke buitenverblij
lokken.
Ook buiten-onze grenzen trekt diy
spectaculaire restauratieproject
al de nodige aandacht. Het zit
dan ook dik in dat buitenlanders
die nu Nederland „gezien hebbent
na een bezoek aan Amsterdam Vcf
lendam en de Keukenhof, voortaai,
dat rijtje gaan uitbreiden met Apeïj["
doorn.
CORA SEVERIN!
De pauwstaartfontein krijgt alweer zijn oorspronkelijke contouren.