Jf
Langs
Omwegen
Tien aantrekkelijke studies
over Leidse geschiedenis
'IJ HET GOUDEN BESTAAN VAN HISTORISCH
ISPUUT „ROBERT FRUIN"
Met de neus op The Stones
Australisch geweld in tweede Mad Max
Stapelgekke parodie op doktersfilm
;GIO LEIDSECOURANT VRIJDAG 15 OKTOBER 1982 PAGINA 5
e
Op mijn omwegen door stad en land
kom ik graag mensen tegen. U kunt
mij telefonisch of schriftelijk-vertellen
wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Ik ben bereikbaar via 071
- 12-22 44 op toestel 10.
Iet regent de laatste tijd
«eids verleden op jour-
j alistieke daken en pu-
'e liek bevattingsvermo-
fêir o en. Men kan zelfs rustig
i/i Zijreken van een histori-
er u :he lawine, die ver-
aVolrarmd van een gletcher
lijdt. Fotoboeken over
W-ja eens was *n deze
Zati leutelstad; de opvallen-
serie Hutspot, Haring
n Wittebrood, die met
eel 13 uitgeraasd is. Het
on niet op, dacht ik. En
iderdaad, daar ligt weer
rat op het bureau; zo-
list aangedragen door
Dick E.H.de Boer, die
vak e hoofdredactie voerde
11n Hutspot..., en nu
reer een bundeling
ïaakte van tien studies
ver Leidse geschiedenis.
)ick de Boer was bijna
uiten adem, toen ie bij
*to h ie aankwam, maar wel
?bh -ots. „Neem en lees",
odigde hij me uit;
^Jdaarna zal het wat rus-
:rd Ser worden, wat mij be-
Raa eft, rond het Leidse te-
ugblikken. Even uitrus-
n. Over een jaar of drie
obeer ik „deel 3" aan
twee (onbetaalbare)
len van Van Oerle toe
voegen. Dat deel om-
at dan de hele woon-
ntwikkeling in Leiden,
lelieve hier aan te tref-
„Leidse facetten":
en studies over Leidse
eschiedenis, evenals de
utspot-reeks uitgege-
door Waanders,
Wolle".
[et blijkt nu bij wijze van
irrassing dat het Leids
istorisch Dispuut „Robert
uin" 50 jaar bestaat. Opge-
ht, in 1932, door studenten
de geschiedenis. De naam-
•ver was de befaamde hoog-
aar Robert Fruin, wiens
idse straat nu als een laan
igs het „Stedelijk" loopt en
in de jaren 1860-1894 ge-
alte aan de geschiedenisstu-
ie in Leiden had gegeven.
lick de Boer: „Bij deze lu-
Irumviering, een gouden
erdenking, hebben tien
ud-Fruinleden hun bijdrage
eleverd door nieuwe, nog
iet aangepakte onderwer-
en bij de kop te nemen op
en manier die ook voor een
roter publiek leuk zou zijn.
lat is deze bundel geworden,
lisschien een stimulans voor
elen om zich actief of pas-
altijief met het Leidse verleden
atsl^zig te houden"
d<x
he
Robert Fruin,naar wie het jubilerende dispuut vernoemd is.
Dick de Boer zelf schreef,
met veel plezier, een verhan
deling over het te vondeling
leggen van kinderen in de
Leidse middeleeuwen Een
verschijnsel dat ingegeven
werd door de sociale en eco
nomische problemen. Vooral
in de parochiekerken werden
de kinderen te berde ge
bracht, want er was altijd wel
een mis- en gedachtenis le
zende kapelaan die zich over
het kind zou ontfermen. En
het Heilige Geesthuis had er
ook dag en nacht werk aan.
J.J.Woltjer behandelt „De
„alderijcste" te Leiden in
1584". De opstandige Staten
hadden geld nodig om Par
ma's Spaanse opmars te stui
ten, en ze schreven een le
ning uit, tegen 12 pet. Het
werd een gedwongen lening
in elke stad. Daartoe werd
het kapitaalkrachtige deel
van de Leidse bevolking in
vier groepen ingedeeld: de
„alderijcste", de „rijeste", de
„ryeke" en de „middelbaer
rijeke". Zo waren er 18 man
nen en (veel) vrouwen die
het allerrijkst waren; die
moesten 150 of 100 gulden
opbrengen. De rijksten, 43,
moesten 50 gulden bijdragen;
de 61 rijken betaalden voor
lopig nog niet, maar werden
wel genoteerd met net oog op
latere omslagen. Ook de 22
middelbaar rijken hoefden
nog niet meteen te dokken.
De allerrijksten worden dras
tisch onder de loep genomen.
Er waren veel vluchtelingen
onder die uit het zuiden kwa
men en in Leiden fortuin,
maakten.
Buurtwezen
G.Th.H.Pieck overleden
nog vóór de bundel tot stand
kwam belichtte het werk
van stadssecretaris Jan van
Hout voor de Leidse buurten.
Het ging erom orde, rust en
goede onderlinge betrekkin
gen onder de bewoners te be
vorderen aan het einde der
16e eeuw: reorganisatie van
het buurtwezen, zonder dien
stencentra, zou je kunnen
zeggen. Het was niet best, in
die Leidse buurten of „bon
nen". Alles moest geregeld
worden, maar dat was dan
vóór de reformatie: het do
pen van pasgeborenen, het
halen van de priester voor de
laatste sacramenten, het deel
nemen aan de eerste mis van
neomisten. En de Heer van
de buurt maar boeten innen.
Als je wegbleef van een
buurtbegrafenis moest je 12
penningen boete betalen.
Voor de eerste mis van een
priester offerde je toen een
varkensschouder. Twisten bij
de (verplichte) buurtmaaltijd
werd gestraft met een var
kensschouder van 5 pond.
i
Als een man z'n vrouw sloeg,
wat straat- of buurtrumoer
meebracht, verbeurde hij een
goede ham van 15 pond.
Kom daar nou eens mee aan,
op de Zonneveldstraat. Sjou
wen met lijken, door vier of
twee naaste buren, afhanke
lijk van de ouderdom of
zwaarte van de gestorvene.
Snoeien met de boel. Van
Hout heeft wat aangehaald
met z'n hervormingen in de
door hem opgestelde 117 ge
buurten.
Leiden had, met z'n lakennij
verheid en handel op Azië,
ook het een en ander in de
melk van de VOC, de Vere
nigde Oostindische Compag
nie, te brokkelen. Daarover
schrijft F.S.Gaastra. Leiden
zat, als vierde stad in Hol
land, in de 17e en 18e eeuw
met bewindhebbers in de ka
mer Amsterdam van de
VOC: 23 regenten uit de
Sleutelstad hebben het ambt
waargenomen. De VOC was
rijk en de bewindhebbers ge
noten in de paar weken dat
ze jaarlijks bij elkaar kwa
men een daggeld van ƒ6,50,
aangevuld met ƒ8 per dag,
voor het „provideren en vic-
tualiseren" van het compag-
niesjacht. Een VOC-soldaat
of matroos verdiende f\2 gul
den per maand. Oud-burge
meesters vonden het wel wat,
zo'n functie. Dat velen in die
VOC-eeuwen op zee „ble
ven" of een verblijf in Azië
niet overleefden, kon hen
niet deren. De bevolking in
land en stad tuimelde achter
uit. In Leiden van 54.000 in
1700 naar 30.000 in 1790. „De
VOC was een machtig han
delslichaam".
Mevrouw J.van der Starre-
Scherder nam een Leids
dichtgenootschap in de 18e
eeuw in de bundel onder
haar hoede: „Kunst wordt
door arbeid verkregen", op
gericht in 1766 en ijverend
voor het gebruik van de Ne
derlandse taal, letterkunde
en geschiedenis, waar Latijn
en Frans nog steeds voertaal
in hoge en wetenschappelijke
kringen waren. Alles ten be
hoeve van „onze Nederduit-
sche Tael", die voor geen an
dere taal behoefde onder te
doen. Jawel. Men sloeg aan
het dichten, meestal zonder
talent. Vooral predikanten
stoven op het genootschap af
met verlichte ideeën. Beter
gesitueerde patriotjes alle
maal, en in last, toen het
Oranjegezinde volk zich be
gon te roeren. Na 1787 heeft
het genootschap zich nooit
weer geheel hersteld. Een
pittige bijdrage.
Musea
„Alleen voor liefhebbers"
werd geschreven door
Rosse ouurten bij de vleet.
Ook aan het Galgewater, bij
het zeer goed beklante huis
van Dirk Pret. Je kon overal
terecht: in stadsherbergen, in
„vaantjes", waar alleen bier
getapt werd, bij eindpunten
van de trekschuit. Vaste
meisjes, meisjes in part time
dienst, vaak betaald met een
kannetje bier. De boerenker
mis leverde heel wat op: het
was de gewoonte voor de
lichte dames, in de zomer de
kermissen in de omtrek van
Leiden af te stropen. En la
ter, na de spinners, wevers,
droogscheerders, schippers
en veel knechten als cliente
le, kwamen er ook nog de
dragonders bij. En de studen
ten niet te vergeten; maar die
„betaalden redelijk wel". En
de boekbinders, deurwaar
ders, kantoorknechten, mys
terieuze figuren als een
„graaf" of een „baron". Die
laatste vormden een zeer
goed betalende groep.
Ik zou zo door kunnen gaan,
aangaande plaatsen waar de
„vleselijke conversatie" ge
pleegd werd: het werven van
klanten, in de Kruisstraat bij
voorbeeld. En wat in 's he
melsnaam verdienden de da
mes ermee? Het minimum in
de jaren '20 van de 18e eeuw
was ruim een kwartje tot een
riks. Een gewone Leidse jon
gen betaalde voor Mie Colet
55 cent; een student of heer
een gulden. De meisjes Bras
ser lieten zich heel goed ho
noreren. met een gulden of
anderhalf.
Zo gaat deze bijdrage verder;
Noordam is nauwelijks te
stoppen, als hij „sexuele acti
viteiten" beschrijft, met „pee
ping Tom" om de hoek. De
„lichte zeden" vormen een
„softe" sector en een waar
hoogtepunt in deze Facetten-
reeks. Vrouwen werden ge
straft en verbannen, maar
het hielp allemaal niets. De
meisjes Brasser, Willemiintje
Jans, Dirkje Pické, de Wolfs-
winkeltjes, collega Mie Poes,
Sara van Eijk (die zich nota
bene liet „bekennen" tijdens
aan avonddienst in de Pie
terskerk), ook de koppelaar
Coo Eenoog, Zwarte Trijn.
Mooi Hesje, Griet Krullebol,
Anna Houtekop en Swane-
halsje en nog vele executan
ten meer, hebben met Juf
frouw Blomrood, Griet La
moen en Anna 't appelwijf of
Ariaan de zangster de boel op
stelten gezet. Er is niets
nieuw onder de zon, maar
het werd destijds wel anders
verpakt. Enfin, u komt er
van alles over aan de weet,
als u „Leidse facetten" koopt
tegen de vastgestelde winkel
prijs van ƒ34,50. Niet bij de
groenteboer, maar wel bij de
erkende boekhandel. In
Leidse en dispuutkleuren:
rood en wit.
In de film „Time Is On Our
Side" van The Rolling Stones
gaat het vooral om muziek.
Deze wordt in snel tempo in
beeld gebracht. De makers
hebben in de anderhalf uur
durende registratie vooral de
podiumverrichtingen van de
groep willen vastleggen en
zijn daarin volledig geslaagd.
Ze hebben zich nauwelijks be
ziggehouden met andere ge
beurtenissen die rond een
tournee plaatsvinden. Slechts
in een paar flitsen tussen
beelden van een dansende
Mick Jagger tijden? hits als.
„Time is On My Side" en
„She's So Cold" die nonstop
doordenderen, is daar iets van
te zien.
Wie in juni een van de Neder
landse concerten van de groep
bijwoonde, zal zittend in zijn
bioscoopstoel vooral de sfeer
missen, die in De Kuip aan
wezig was. Daar tegenover
staat echter dat men er nu
met de neus bovenop zit. Iets
dat tijdens de Europese tour
nee onmogelijk was omdat het
podium te ver weg lag of er
tegenop gekeken moest wor
den. Mick Jagger, maar ook
Keith Richards, Ron Wood,
Charlie Watts of Bill Wyman
van heel dichtbij meemaken,
is een belevenis apart. De
beelden tonen bijvoorbeeld
hoe Mick Jagger met zijn ex
plosieve hoofd, zijn heupwie
gende bewegingen en dans
pasjes een meester is in het
bespelen van zijn publiek.
De twee concerten in deze
film (een openlucht en een
zaal optreden) werden tijdens
de Amerikaanse tournee op
genomen en zijn heel knap
verfilmd. Omdat het woeste
drietal (Mick, Ron en Keith)
meer in beeld is dan de rusti
ge twee (Bill en Charlie) zijn
er op het eind van de film nog
wat extra beelden van drum
mer en bassist ingevoegd.
„Time Is On Our Side" laat
als geen andere film zien,
waarom The Rolling Stones,
de „greatest rock roll band
in the world" worden ge
noemd.
HANS PIËT
EUROCINEMA I EN II (Alphen aan
den Rijn): The Road Warrior (16)
met Mel Gibson en Bruce Spence.
Regie: George Miller.
Ik zal de laatste zijn om u
Want in dit Australische ver
volg op „Mad Max" (1979, van
dezelfde regisseur) krijg je
nogal wat te verduren: ge
weld, agressie en schokeffec
ten tegen de achtergrond van
een woestijn-wereld in het
post-nucleaire tijdperk. Het
lijkt te passen in al die mon
sterlijke ongein die de bio
scoop nu al jarenlang teistert.
Maar toch, George Millers
„Road warrior" is een in we
zen interessante en vooral
goed gemaakte film.
Hoofdfiguur Mad Max is een
eenzame figuur die in de res
tanten van een vernielde we
reld, waarin hij eerder vrouw
en kind verloor, alleen nog
wil overleven. Hij zwerft door
de woestijn, voortdurend
strijd leverend tegen pun
kachtige figuren in leer. Cy
nisch genoeg is benzine het
enige dat nog begerenswaar
dig is de junk-wereld waarin
hij leeft. Eenling Max komt zo
in contact met een groep
mensen die een oliepomp be
zitten, zelf brandstof raffine
ren om ooit hun „beloofde
land" op te zoeken. Tegen wil
en dank wordt hij de verdedi
ger van die gemeenschap te
gen de Hells Angels van het
Verderf. In een gewelddadige
achtervolging weet hij hen te
redden, maar blijft zelf alleen
achter.
Je herkent voortdurend het
klassieke patroon van de wes
tern in „Road warrior" en
met name dat van „Shane".
Mad Max als Alan Ladd, de
eenling die pioniers be
schermt. De holenjongen die
Max' zijde kiest vergelijkbaar
met Brandon de Wilde uit
George Stevens' film. Het is
met een ongelooflijke energie
in beeld gezet, een wrede oer-
stammenstrijd tot mythische
proporties opgeblazen, vin
dingrijk in het gebruik van de
gekste materialen en de raar
ste voertuigen, maar het zijn
sterke magen die de beelden
van regisseur Miller kunnen
verdragen.
BERT JANSMA
Th.J.Meijer. Handelend over
de vele Leidse musea ten tij
de van Robert Fruin. In 1842
telde Leiden maar liefst zes
musea en zoiets kwam in an
dere steden zelden voor. En
dat was al begonnen met de
Hortus Botanicus en het The-
atrum anatonicum, de Anato-
miekamer; twee academische
verworvenheden. Later kwa
men daar het Kabinet van
Prenten en Pleisterbeelden,
Oudheden en de verzameling
van Von Siebold (Rijks Eth-
nografisch museum) nog bij.
Musea genoeg, maar ruimte
ho maar. Maar toch: een fijn
museumwezen, daar in Lei
den.
Ingrid W.L.Moerman nam
het Leiden van Goeie Mie
voor haar rekening. Goeie
Mie kreeg in 1885 levenslan
ge „verzorging, voeding en
bescherming" in het tucht
huis, nadat ze veroordeeld
was voor de vergiftiging van
een aantal medemensen. Juf
frouw Moerman geeft daar
een rechtbankverslag van.
Maar beschrijft ook het „Lei
den van Goeie Mie": een hele
verzameling van leegloop, af
gesloofde huisvrouwen, de
man die sjouwer is en z'n da
gen doorbrengt op straat of
in de kroeg. „Niets is zo
goedkoop te krijgen als de
drank, geen woning ziet er in
de achterbuurten zo uitlok
kend uit als de talloze kroe
gen. In Leiden alleen wordt
dagelijks meer dan ƒ2000 gul
den uitgegeven aan jenever".
Rond 1880. Kinderen slapen
op een strozak op de grond.
Veel mensen brengen 's
maandags hun kleren en sie
raden naar de Bank van Le
ning, halen het zaterdag te
rug om het zondag te dragen:
de „kleerkast" van de be
hoeftige man, heette de
Bank. Kinderen werden
thuisgehouden als hun kle
ren gewassen moesten wor
den. Er werd vleesafval ge
kocht en een bokking met
azijn of karnemelksaus: een
lekkernij. Dat waren de tij
den van Goeie Mie: voe
dingsmiddelen halen voor
enkele centen. Goeie ouwe
tijd.
„Tranen bij de vaderlandse
geschiedenis" huilt G.W.van
der Meiden; in commissie,
want dat deden geschiedenis
hoogleraar P.J.Blok en z'n
voorganger Fruin ook. Van
Blok wordt gezegd, dat eens
in de vier jaar zijn college va
derlandse geschiedenis vol
stroomde met nieuwsgierige
studenten. Steevast, als hij
aangeland was bij de moord
op Willem van Oranje, was
het grote pret. Dan raakte
Blok steeds door verdriet
overmand en schoot hij in de
huil. De moord op de Vader
des Vaderlands, meer dan 3
eeuwen terug, raakte zijn
emoties zozeer dat hij zichzelf
niet meer meester was. Was
het theater? Fruin had ook al
zoiets gehad. Maar waar
schijnlijk met meer overtui
ging. Blok zelf heeft Fruin
zien wenen bij de behande
ling van de executie van Jo-
han van Oldenbarnevelt:
„die wonde plek van onze ge
schiedenis". Men zegt, dat
Bloks tranen larie waren,
maar die van Fruin echt. Dat
kan ook moeilijk anders, met
zo'n Fruin-dispuut achter je
gouden kiezen.
„Kruimels voor een biogra
fie" levert R.Liesker, over de
rol van Fruin in het maat
schappelijk levpn van Leiden
1850-1899. Ik moet het kort
houden, want het papier is
bijna op. Maar ook dit opstel
rond Fruin is de moeite van
het lezen waar.
Prostitutie
Overigens wordt de grootste
bijdrage, van tientallen blad
zijden, geleverd door good
old D.J.Noordam, die bewust
koos voor de „Prostitutie in
Leiden in de 18e eeuw La
chen en brullen. Ik zal de le
zer heel wat besparen door
niet tot in details in te gaan
op zaken die hij niet ver
moed kan hebben. Maar het
is een geweldig hoofdstuk ge
worden; bijna genoeg voor
een extra omweg Langs Om
wegen. Kermis- en kroegen
tochten zijn er niks bij verge
leken. Heel wat vrouwen,
openbare dames, werden in
die dagen vervolgd wegens
bewezen diensten. Er was
een „vervolgingsbeleid", dat
leesbare bijzonderheden
heeft opgeleverd. Koppelarij
was ook zoiets; dat is een
soort overspel. Mannen, en
vrouwen, lagen in de goot en
arrestaties regen zich aaneen.
Leiden, onder andere, kende
in die dagen razzia's. Dan
werd er schoon schip ge
maakt, maar de volgende dag
(overigens zou na enig reken
werk becijferd kunnen wor
den, dat Leiden rond 1725
rond de duizend hoertjes ge
teld moet hebben) ging het er
weer van langs: op de straat,
in huis, in de kerk zelfs. Geo
grafische verspreiding? Nou,
ze zaten zowat overal, met
zwaartepunten rond het
Noordeinde, de Beesten
markt en in andere stedelijke
uitgaanscentra.
Tekening
van Jacob
Timmermans
uit 1788: het
Noordeinde,
bij de Witte
Poort: „de
statige rust
op straat
verraadt
niets van het
wulpse
karakter van
de buurt".
ëgisseur Gary Marshall
lakte in Amerika carrière
de tv-comedy-shows. Teks-^
in voor Dick van Dyke,*
.ucy Ball en regie's van se-
ies als „Happy days" en
Mork and Mindy". Die tele-
isie voel je merkbaar in
Voung doctors in love", een
arodie die je met „Soap"-in-
et-ziekenhuis aardig karak-
'ten friseert. Je had ooit die ro-
lantische doktersfilms: Lief-
ers e in witte jassen, verpleeg-
W1 Iers smeltend voor die edele
;n hirurg. De kasteelroman in
et hospitaal. Marshall pakt
e r at gegeven en keert het op
bet en stapelgekke manier bin-
or, enste buiten.
n zijn ziekenhuis gebeurt al-
ie es wat niet mag, niet kan en
1' liet hoort. Er zijn een stel
1 ïnge semi-artsen die praktijk
Go nogen op doen bij een arro-
6i ante geneesheer-directeur
ii>t£iie meer op zijn aandelen let
d, lan op de rest, er is een vrou-
loe irelijke arts die verliefd
re uordt op een enge ambitieuze
egr
Vermomde Maffia-figuren in het ziekenhuis van „Young doctors in love".
collega, die haar aan het slot current komt niet aan zijn kruis-kistje tot op patient-
van de film van de dood op de moordopdracht toe, maar hoogte moet reiken, ga zo
operatietafel mag redden (hun wordt wel bij vergissing van maar door. Soms gek, soms
scènes worden dan ook aan operatietafel naar operatieta- gewild, alles bij elkaar met
elkaar geplakt via hartvormi- fel gesleept. Een maffia-zoon net te weinig gevoel voor stijl
ge overvloeiers). Het zieken- komt in travesti op bezoek en en dosering, maar voor wie
huis krijgt bezoek van een prompt wordt een arts op een slechte bui kwijt wil ra
door schrik verlamde maffia- hem/haar verliefd. Medicij- ken, zijn er genoeg momenten
baas die prompt een lid van nen worden per rolschaats- om luidkeels in de lach schie-
een andere bende in het ziek- plank rondgebracht, er is een ten.
bed naast hem vindt. Die con- dwerg-arts die via een rode BERT JANSMA