1 heeft
voor de artsen nog best een bommetje
in Thijssen,
ieke vogel onder
renhandelaren
'OTOGRAAF HELEMAAL
3GAAIENZIEK
lie b
nen
T Juist op de dag die
voor een gesprek met
de scheidende hoofdre-
in het blad Medisch Con-
en de kranten in middel-
haak: „Blijvend huiswerk
beeli n" en „Huisarts verplicht
oling". Doen ze daarbij
best, aldus het bericht,
hun uiteindelijk dezelfde
t het hoofd als halsstarri-
ren. De laan uit.
it nieuwsfeit en dat treft.
>1 heeft niet alleen ruim
lang Medisch Contact,
ële orgaan van de Ko-
Nederlandse Maatschap
evordering der Genees-
eid, maar is daarvoor ook
tig jaar een gewone huis-
- est. Hij kent het klappen
l°pe eleidszweep in de wereld
itte jassen en heeft daar-
ruime praktijkervaring,
bovendien, deze dokter-
jieteur, die wist klaar te
^rla' it de broodnodige ver-
nestf jpelijking van de genees-
genI danks tegenstribbelen uit
roro'ng, langzaam maar zeker
reeg. Die weer buigzaam
)aken wat verstard was.
iodig oproeiend tegen de
«weging en vooruitgang
3e. (Een bloemlezinkje uit
tingen, hem bij zijn af-
vaak hooggeleerde zijde
terk aid)
füJ ,ru.'tgang dat artsen straks
verplicht zullen zijn hun
•riefje om te ruilen voor
dat het blad aan Bol wijdt? „Ineens
wordt me duidelijker dan ooit dat
de jaren zestig en zeventig voor
goed voorbij zijn. Er is behoefte aan
rust en orde op zaken: een pas op
de plaats en zelfs hier en daar een
stapje terug. Precies op dat moment
bereikt Fred Bol zijn pensioen, zo
dat met zijn vertrek werkelijk een
periode wordt afgesloten en van
hem met recht kan worden gezegd:
de juiste man op de juiste plaats, in
de juiste tijd".
Volgende stap
Een vergissing. Ook in het zweef
vliegtuigje van zijn emeritaat dat
mag zwalken waarheen het wil,
heeft Bol nog best een bommetje.
En hij schuwt het droppen niet. Op
het puntje van de zitbank, zeer ge
decideerd: „Na alles wat er al be
reikt is bij de vermaatschappelij
king van de geneeskunde, moet
naar mijn inzicht de volgende stap
deze zijn: maak de arts vertrouwd
met de onafwendbare politisering
van de gezondheidszorg. Daar zou
ik me voor gaan inzetten, ware ik
de beginnende hoofdredacteur van
Medisch Contact in plaats van de
scheidende. Ik bedoel de democra
tisering. Want dat gebeurt. We
gaan toe naar een gezondheidszorg,
waarin de patiënten het voor drie
kwart voor het zeggen hebben".
De suggestie dat de frisse wind van
de inspraak juist aan het luwen is,
dat er integendeel een tegenbries
opsteekt omdat er nu wel genoeg is
gepraat en het weer tijd wordt voor
kordaat handelen, brengt de over
tuiging van Bol niet aan het wan
kelen. „Nee hoor. In de gezond
heidszorg zal meer en meer de bur
ger gaan beslissen wat er gebeurt.
Het kan niet anders. Want wie be
paalt uiteindelijk de kwaliteit van
het welzijn, van het zich gezond
voelen? Dat doet de burger zelf. Hij
bepaalt het door zijn gedrag. We
moeten af van de overwaardering
van de gevestigde gezondheidszorg
voor het welzijn. De grens van wat
de gezondheidszorg aan de gezond
heid kan bijdragen is nagenoeg be
reikt. Je kunt nog zo'n goede ge
zondheidszorg hebben, toch sterven
er tweeduizend mensen per jaar al
leen al in het verkeer. Daarom
denk ik dat het handhaven van de
honderd-kilometer-snelheid op de
autoweg meer bijdraagt aan de ge
zondheid dan de bouw van een
nieuw ziekenhuis of revalidatiecen
trum".
De verantwoordelijkheid voor de
eigen gezondheid hoort bij de men
sen zelf te liggen. Dus pleit Bol
voor terugkeer van kleinschalig
heid in de gezondheidszorg. „Die
zorg moet georganiseerd worden
per wijk. want daar wonen de
mensen. De burenhulp van vroeger
zou terug moeten komen; er liggen
veel potentiële hulpmogelijkheden
braak. En er zou meer plaats inge
ruimd dienen te worden voor alter
natieve geneeswijzen, want dat
leeft bij de mensen. Het vergroten
van de eigen mogelijkheden van de
mensen en dus een democratisering
van het medische wereldje, daar zal*
het om moeten ggan".
ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1982
HAARDEN Zolang hij zich kan herinneren heeft
fc in het teken van vogels gestaan. Tien jaar geleden
lij een beroep van zijn hobby. Hein Thijssen hield de
fiele fotografie voor gezien en begon met zijn vrouw
bwinkel in Den Haag. Als rechtgeaard zuiderling viel
j hem in de Randstad echter niet mee. Hein wilde zijn
bitslaan en dacht voorzichtig aan een nieuw bestaan in
jlmerika. Een korte verkenningstocht bracht hem op
fedachten. Kort voor zijn vertrek had hij in het Land
5 en Waal een pandje te koop zien staan en zodra hij
t had gezet op vaderlandse bodem streek hij neer in
brden aan de provinciale weg Nijmegen-Zaltbommel.
befde Nederland een primeur. Hein en Ans Thijssen
een papegaaienboerderij. Voorlopig verdient Hein
1 met geïmporteerde vogels maar over een jaar of vijf
hij alleen die praatvogels die in Heerewaarden uit het
kropen.
lieren. Het lijkt wel een
I een kruiswoordpuzzel.
en veel vindingrijkheid
Aan ook niet vreemd. De
Sin ons land veranderde
Inde stroompje in het
Hein in een kolkende
lacht ik nodig te hebben
lannen te realiseren. Op
11 papegaaien fokken en
ren wat ik nodig heb
;even. Dat hield m, geen
•r importeren. Maar de
een nieuwe wet ver-
e hele zaak. Die wet
itand onder invloed van
t ntie van Washington,
^ïtig landen, waaronder
stelden een lijst op van
e aanbevelingen met be-
ot de dierenhandel. Op
litstekend idee waarvan
mder °0^ uitstekend in el-
(Die landen stelden een
en samen. Twee daarvan
tor Nederland belangrijk,
/veelt een absoluut ban
aan van bedreigde dier-
lijst 2 staan die dieren
vaar je erg voorzichtig
zijn. Er mag wel gehan-
en, maar het land van
noet een certificaat afle-
^iruit blijkt dat de dier-
dat land niet bedreigd
dreigde zich echter het
■oor te doen dat Neder-
wet zou uitvaardigen
in onderscheid zou wor-
kt tussen lijst 1 en lijst 2.
er een einde te
n de import van vrijwel
>ten en papegaaien. Een
itie omdat Nederland een
tgeving zou hebben dan
ringende landen waar al
wel ingevoerd en uitge
ven worden. Aangezien
intie van Washington
r een wetgeving die geen
kent tussen de deelne-
iden, compleet met een
Iministratie in Genève, is
eemde zaak. Dat in- en
bod hield tevens in dat
soorten niet meer ge-
luden mogen worden. De
'an CRM kwam er op
als je het aanbod weg-
vraag vanzelf minder zou
derland wat het kweken
betreft een uniek land.
len bijvoorbeeld parkie-
:ekt die in de natuur al
meer voorkomen. Het
van diverse vogels in
Een kaketoe kan ruim honderd jaar
worden.
het land van herkomst verdwijnt
namelijk. Landbouw komt er voor
in de plaats en de boeren maken
massaal jacht op papegaaien en
parkieten omdat deze vogels zich
voeden met de door hen verbouw
de gewassen. Maar dit terzijde".
„CRM stelde dat papegaaien niet
geschikt zijn om als huisdier te
houden. De handel daarin zou ver
boden moeten worden. De dieren
handel heeft een slechte naam.
Veelal terecht, omdat er talloze
handelaars zijn die nauwelijks een
geweten hebben. Maar* er zijn uit
zonderingen. Niet iedere handelaar
is slecht. Er zijn'uitzonderingen en
daartoe wil ik mezelf best rekenen.
Bovendien is het onzin dat een pa
pegaai niet als huisdier kan worden
gehouden. Dat ontken ik ten zeer
ste. Een grote hond op een flatje
mag wel en een papegaai mag niet.
Onzin".
„Maar die wet hing ons wel boven
het hoofd. Nu ben ik niet alleen pa
pegaaienfokker maar ook voorzit
ter van de Landelijke Commissie
Belangengroeperingen Gezel
schapsdieren. Daarin zijn vertegen
woordigd zo'n 100.000 geregistreer
de Nederlandse hobbyisten en de
DiBeVo, zeg maar de handelstak".
„We moesten onmiddellijk in actie
komen. We hebben gesprekken ge
voerd met CRM met als resultaat
dat men in Nederland streeft naar
een Europese uitvoering van de
wet. Populair gezegd, CRM maakt
nu wel onderscheid tussen lijst 1 en
2 van de Conventie van Washing
ton. Dat is praktisch zeker en vol
gend jaar valt de definitieve beslis
sing".
„Maar omdat een jaar geleden de
zaken er heel anders voor stonden
raakte ik in paniek. Het zou het
einde van miin plannen betekenen.
hier gaat
het om:
papegaaieëieren.
Handelde ik niet heel snel dan was
het afgelopen. De tien jaar die ik
dacht nodig te hebben bestreken
een veel te lange periode. Daarom
die stroomversnelling. Nu leef ik
nog voor negenennegentig procent
van geïmporteerde beesten maar
over drie jaar kan dat wel eens fif-
ty-fifty zijn en ik streef er naar om
over en jaar of vijf geen vogel meer
te importeren. Volledig selfsuppor
ting. We hebben een experimenteel
jaar achter de rug waarin gebleken
is dat het kan. Ik ben van plan drie
broedkooien te bouwen. Een met
Hein Thijssen:
„De papegaai is
een sociaal dier".
papegaaien uit Azië, een met Afri
kaanse en eentje met Zuidameri-
kaanse papegaaien. De eerste hoop
ik aan het einde van dit jaar te
hebben gebouwd".
Hein en Ans Thijssen met een deel van hun levende have.
zetting uit een hoog ingeschaald be
roep, als ze hun late leerplicht ver
zaken? Vindt de vermaatschappelij
king van de geneeskunde baat bij
het beeld van de dokter, die zijn
aureool aflegt en bescheiden aan
schuift in de schoolbank? Het ant
woord van Bol kan moeilijk anders
dan volborstig bevestigend luiden,
want hij is in de kolommen van
Medisch Contact altijd een strijd
baar pleitbezorger voor deze ont
wikkeling geweest en heeft dat bij
zijn afscheid beloond gezien met
het insigne van het Nederlands
Huisartsen Genootschap, een niet
alledaagse onderscheiding.
Magie
Ter adstructie verschijnen dikke
ingebonden jaargangen van Me
disch Contact op tafel. Bladerend
op zoek naar de betrokken passages
die uit zijn weerbare, soms weer
barstige pen zijn gevloeid, vat hij
alvast samen: „De medische stand
moet volledig af van de vrijblij
vendheid die hij eeuwenlang heeft
genoten. Vroeger ja, toen kon men
zich, omdat er op het gebied van de
geneeskunde zo weinig bekend
was, die houding permitteren. Het
had allemaal iets weg van magie en
ga dat eens toetsen. Maar sindsdien
is er zoveel exacte kennis vergaard,
dat je wel degelijk kunt toetsen".
Bol blijkt zelfs de plannen voor
verplichte nascholing en onderlin
ge toetsing, zoals die nu door d*ï
Landelijke Vereniging van Huis
artsen en het Nederlands Genoot-
F. A Bol: „Democratisering van het
medische wereldje, daar zal het om
moeten gaan".
schap van Huisartsen zijn geformu
leerd, nog te vrijblijvend te vinden.
„Ik beschouw ze als een eerste stap
in de goede richting, maar meer
niet, want er kan mee gesjoemeld
worden. Kijk naar Engeland. De
ervaringen daar zijn slecht. Een
arts die opkomt voor zijn verplich
te nascholing, zet even zijn handte
kening en gaat winkelen De zaak
moet dus extern, van buiten af, op
gelegd en gecontroleerd worden. Ik
besef dat dit niet van vandaag op
morgen te verwezenlijken is, maar
het zal op den duur absoluut moe
ten". ju
De verantwoordelijkheid voor de
gezondheidszorg en dus voor de
kwaliteit ervan, voor de kennis die
er aanwezig is, berust bij de over
heid, redeneert Bol. Controle daar
op is onmogelijk zonder een ver
plicht periodiek examen van over
heidswege. „Ik vind de nascholing
eigenlijk een kwestie die de arts
zelf aangaat. Dat hoef je allemaal
niet verplicht te stellen. Wat maakt
het uit hoe een arts aan zijn kennis
komt. Als hij de kennis maar heeft.
Of dat zo is kan vervolgens blijken
bij het verplichte examen dat hij
eens in de vijf jaar aflegt. Met vlie
gers gebeurt zoiets al lang. Waarom
niet met ons? De verantwoordelijk
heid van artsen is minstens even
groot".
Motiveren
De eerste doelstelling van het ver
plichte periodieke examen moet
het opsporen van leemten in de
kennis en vaardigheden van de
artsen zijn. „Maar daarmee ben je
er niet", waarschuwt Bol. „Wan
neer je vaststelt dat er leemten zijn
en de betrokkene vervolgens via
herexamens dwingt de lacunes op
te vullen, heb je nog geen goede
arts. Er moet dus ook een verplich
te toetsing komen van wat met een
geleerd woord de attitude heet. Zeg
maar: de opstelling van de arts te
genover zijn beroep en zijn patiën
ten. Want geneeskunde en genees
kunst zijn elkaar aanvullende za
ken waar de huisarts niet buiten
kan. Het is ohvoldoendè' een pa
tiënt alleen maar te vertellen w^t
hij tegen zijn kwaal moet örldérne-
men. Je moet hem in de behande
ling kunnen laten geloven en je
moet hem zo kunnen motiveren
dat hij zich inderdaad aan je voor
schriften houdt".
De kunst van het genezen zit daar,
denkt Bol. Maar toetsing van die
kunst zal heel wat lastiger worden
dan het examineren van kunde.
„Je kennis bijspijkeren wil je al
gauw. Dat wil ieder mens. Een
loodgieter wil ook alles weten van
nieuwe kranen die op de markt ko
men. Hetzelfde geldt, op zijn vak
gebied, voor een arts. Maar de
kunst - dat is zoveel meer ongrijp
baar. En het zit ook heel gering in
de opleiding. Ik vind dat iedere
medisch student eigenlijk een jaar
verplicht zou moeten werken in
een inrichting of iets dergelijks.
Daar zou je een indruk van zijn at
titude kunnen krijgen. Die attitude
vervolgens zou voor negentig pro
cent van de kandidaten de norm
moeten zijn om tot de verdere stu
die toegelaten te worden. Dan heb
je later bij toetsingen houvast. De
overige tien procent kun je toelaten
op grond van hun intellectuele ga
ven. Die kunnen de technische pos
ten bemannen. Bij een patholoog
anatoom maakt het weinig uit hoe
menselijk hij is. Maar bij het over
grote deel maakt het heel veel uit".
Toen hoofdredacteur Bol in Me
disch Contact als eersteling het
bommetje van verplichte nascho
ling en toetsing dropte, deed de
schokgolf het wereldje van de witte
jassen danig schudden. Maar het
tumult is uitgerirape^ Wat schrijft
de. bekende arts-püblicist Ivan
"Wolffers in het afscheidsnummer,
onze ogen niets, dan verkopen we
niet. Al zijn dat uitzonderingsgeval
len. Voor ons is het essentieel dat
de papegaai een maximale kans
heeft. Dus niet zijn hele leven lang
opgesloten zit in een kooi. Wij zijn
in de eerste plaats liefhebbers, de
commercie komt echt op de tweede
plaats".
Transport
Hein Thijssen: „Daar valt niets te
gen in te brengen. Al is het zo dat
ze in de natuur voor negentig pro
cent als slangevoer dienen. Aan de
andere kant is het natuurlijk niet
zo dat je ze daarom maar moet van
gen. Maar onze filosofie is. neem
alleen die huisdieren die als huis
dier geschikt zijn en door de eeu
wen heen heeft de papegaai bewe
zen dat het een prima huisdier is.
Ook de hond is ooit wild geweest
en gedomesticeerd. Bovendien zijn
de transporten streng geregeld. Ie
dereen denkt dat de papegaai al
leen in de tropen voorkomt. Nee,
ook in de Himalaya en op het noor
delijk halfrond is de papegaai in
heems. In de staat Carolina kwa
men ooit papegaaien voor. Die zul
je er nu niet meer aantreffen. Door
Amerikaanse boeren uitgeroeid.
Maar om op het transport terug te
komen, de verkoper uit het land
van herkomst heeft er veel te veel
belang bij dat het dier goed aan
komt. Het dier kost vrij veel geld
en laten we niet vergeten dat er op
Schiphol een veterinaire dienst zit
die de transporten nauwkeurig
controleert".
Rest nog één vraag. Zou Hein
Thijssen net zo gretig papegaaien in
Nederland fokken als hem geen
dreigende wet boven het hoofd had
gehangen?
Thijssen: „Natuurlijk. Wij zijn hier
gaan zitten toen er van die wet nog
geen sprake was. Ik houd van pa
pegaaien. In principe verkoop ik
alleen een jonge papegaai. Dat dier
kan nog aan mensen wennen. De
papegaai is een zeer sociaal dier.
Hij kan niet tegen alleen zijn. Zijn
er geen soortgenoten dan hecht hij
zich aan de mens. Daarom wordt
hij tam. En niet opsluiten in een
kooi. Een kooi dient als slaapplaats
en om zich zo nu en dan rustig te
rug te trekken. Een papegaai die je
opsluit verandert in een gestoord
dier. En geloof me, het zijn lieve
sociale dieren en ze kunnen, mits
ze goed verzorgd worden, meer dan
honderd jaar worden. Ze gaan een
mensenleven lang mee en dan is de
aanschafprijs van tussen de drie
honderd en zevenhonderd gulden
zeker niet veel".
DAVID LEVIE
grote keus en dat is heel belang
rijk".
„Kijk, de mensen die hier een pa
pegaai kopen, denken in de eerste
plaats aan een vogel die goed kan
praten. Maar diep je de zaak wat
verder uit dan blijkt dat de mees
ten de voorkeur geven aan echt
contact met het dier. De grijze
roodstaart bijvoorbeeld is de beste
prater, maar is niet een echte ge
zinsvogel. Hij hecht zich meestal
maar aan één persoon. Het is geen
allemansvriend. De amazonepape
gaai en de kaketoe hebben welis
waar minder spreektalent, maar
zijn uitstekende gezinsvogels. Als
iemand hier binnenstapt proberen
wij uit te zoeken, welke soort het
best bij de klant past. Wordt het in
„Dat brengt grote voordelen met
zich mee. In de eerste plaats hoef
ik niet meer te importeren en kan
minder vogels verkopen om in
mijn bestaan te voorzien. Daarnaast
ben ik in staat een compleet huis
dier af te leveren, een papegaai die
volledig gewend is aan mensen. Bo
vendien wil ik alle soorten die in
de natuur voorkomen kunnen ver
kopen. De mensen hebben dan een