ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1982
natuur-
*eusur
Ier is
SEN AAR/ AMSTERDAM Een mierenhoop? Een
khanenplaag? In elk geval is surfen ongelooflijk popu-
n Nederland. Er zijn hier al 175.000 planken over de
lank gegaan. „Surfen is een verslaving", zeggen Jan
ie, secretaris plankzeilen van de Koninklijke Neder-
Watersportbond en Cornus Filius uit Wassenaar, een
Ie vele duizenden Nederlandse surfers. Is surfen zelfs zo
lir dat het leidt tot echtscheidingen en echtelijke ru-
|En moet je eigenlijk vrijgezel zijn om een erg goeie sur-
kunnen blijven? Met de gigantische verkopen is het
Idels een aflopende zaak, ondanks de door fabrikanten
irkopers kunstmatig in stand gehouden succesroes. De
ieden zijn bezig die voor schepen, motorboten, natuur-
ibbers, zwemmers en zeilers lastige surfers een beetje
landen te leggen. En de markt van surfplanken raakt
at verzadigd. Een markt die moordend beconcurreerd
En verder: hoe zit het met de greep van de commer-
het surfen?
jdal Ten Cate begon zo'n tien
(erug in Nederland met het
i, overgewaaid uit Californië
Lstralië. Ondanks sceptische
(„Hoe kun je daar nou
faren?" en „Is het niet ver
en nat?"). In het begin
Ket nog niet erg voor de wind.
gek, want de beginnende
de spartelaars die aan de
fae band het water indonder-
paren natuurlijk geen reclame
ide plankverkopers. Daarom
jen ze surfscholen op.
trok mensen aan die met z'n
dachten „het gatjin de markt"
springen. Resultaat: de markt
toch blijkbaar wat verzadigd
kt. Romme: „De fabrikanten
ICITfcrkopers zeggen wel dat het
iteeds geweldig gaat. Dat is
waar, maar dat ze het nog
i zeggen is vanuit hun - oog-
wel logisch. Als ze zouden
n dat het slecht gaat, verko-
nog minder
2n
)R
ar
om is het surfen nou juist in
rland (en West-Duitsland) zo
air? Romme (29) en Filius (24)
iet aardig eens: „In de eerste
is Nederland natuurlijk een
met veel water. En verder: er
;r veel wind, een relatief goeie
>mie, terwijl de prestaties van
Stephan van de Berg (en
vel het Hawaïaanse wonder-
Robbie Naish) en vroeger die
Ie gebroeders Thijs natuurlijk
timuleren.
itrerend
ne vult aan: „De Nederlander
snel voor iets nieuws enthou-
te maken. En er wordt hier
gewerkt, dus ook hard ge-
gerecreëerd. Voor de begin-
e surfers is het wel wat frus-
nd om elke keer maar weer
water in te vallen, maar je
jt altijd dat je vooruit gaat. En
het een beetje kunt, ben je
ren. Dan is het echt een ver-
ig. Ja, inderdaad, alles wijst
dat de surfers (die overigens
eftijd variëren van tien tot
ig jaar) het blijven doen tot ze,
tal door ouderdom, niet meer
[en heeft al tot echtelijke ru-
ïn echtscheidingen geleid. Al-
i, dat staat in een Duits blad",
Cornus Filius, student tand
ende. „En ja, als je lekker aan
urfen bent vergeet je alles en
s er geen reden om voor
uur 's avonds thuis te zijn".
me beaamt het: „Ik kan het
•an die ruzies wel voorstellen,
'el me van die echtscheidingen
bekend is. Maar inderdaad,
ntensieve wedstrijdzeiler moet
wel vrijgezel zijn".
minder goeie surfer (het mag
windsurfen meer heten, dat
te veel op het merk Windsur-
probeert van alles om maar
het water te vallen. Maar
joeie surfer probeert juist din-
uit, verlegt z'n grenzen. Dan
e natuurlijk toch wel eens in
water", aldus Filius, die een
of zes jaar geleden de Wasse-
se surfvereniging oprichtte en
ia een tijdje voorzitter van de
leeft minder tijd voor surfen
egen wegens studie. (Romme
trouwens ook weinig tijd voor
surfen. Die heeft het met z'n
me job bij de KNWV druk ge
en denkt daarnaast ook nog
vrouw en kind) Hij moet daar-
iowieso het wedstrijdplankzei-
>pgeven. Maar veel surfers die
'ver hebben, spenderen die tijd
'ndeels aan surfen. Waarom is
irfer zo fanatiek? Is surfen een
laving? Romme en Filius me-
van wel.
'slaving
is noemt het „een fijne, totale
tijdsbesteding". „Ja, het is in-
aad ook wel een verslaving,
mers ben je vaak fanatiek aan
rfen, 's winters denk je eraan
a leest surftijdschriften (die
wens ook als paddestoelen de
ld uitschieten), je maakt je spul-
|alvast klaar enzovoort. En zei-
\N'if\dsur
Iers, vissers en surfers kunnen tot
in 't oneindige over hun sport pra
ten". Voor veel plankzeilers is sur
fen echter alleen maar „big fun"
(veel) plezier.
„Je kunt namelijk bij het surfen
nergens anders aan denken. Je
hebt er al je aandacht bij nodig, an
ders donder je in 't water, je moet
echt alles van je afzetten om 't goed
te kunnen doen. En het geeft na
tuurlijk voldoening als je het goed
kunt. Het is ook een uitdaging orrf
bij windkracht zeven te kunnen
surfen". Tussen haakjes: de snelste
surfer ter wereld is de Nederlander
Jaap van de Rest met ruim 46 kilo
meter per uur.
Afmatting
„Je hebt ook een soort plezier in je
eigen afmatting. Met twee of drie
uur surfen kun je jezelf echt hele
maal kapotmaken. Het is eigenlijk
ontspanning door inspanning. Na
die fysieke inspanning kun je er
geestelijk weer een paar dagen te
gen. En verder: je voelt je op het
water zo vrij als een vogel, je vecht
tegen de elementen, je bent één
met de natuur. En voor mij is het
elke keer iets anders. De wind staat
elke keer anders, de windrichting'.
En je maakt het ook anders. Door
meer risico's te nemen".
Er zijn zelfs surfers die gaan varen
bij temperaturen die niet zo ver
van het vriespunt liggen. „Koud-
weersurfer" Jan Sinke (49), ser
geant-majoor bij de luchtmacht en
zeer fanatiek surfer: „Ja, het is wel
koud, maar het geeft ook een kick
om zelfs de zwaarste elementen de
baas te zijn. Na afloop moet je je
sokken openbreken en zijn je ve
ters bevroren. En het grootste pro
bleem zijn je handen. Dat is een
verschrikking. Maar voor de rest
schitterend".
Spartelaars
Wat is er voor nodig om een goeie
surfer te worden? Of om het in elk
geval enigszins onder te knie te
krijgen? „Eerste vereiste is, om
naar een surfschool te gaan en daar
de grondbeginselen te leren en een
goeie techniek bijgebracht te krij
gen. Daarna is het een zaak van het
verder zelf uitproberen", zegt Fili
us. „Natuurlijk zijn behendige
mensen in het voordeel en moet je,
zoals Robbie Nash, wel een uitste
kende techniek hebben om een ge
brek aan kracht te compenseren",
Intelligentie
Romme somt een aantal eisen op
waaraan een goeie surfer zou moe
ten voldoen: slim, behendig, een
goeie techniek, enthousiasme, een
goeie fysieke en mentale conditie
en intelligentie. Dat laatste legt hij
op verzoek uit: „Je moet situaties
van tevoren aan zien komen. Je
moet overzicht hebben en rekening
houden met stroom en wind. Goed
tactisch inzicht is erg belangrijk.
En tenslotte: je moet er echt hele
maal mee bezig zijn. En nergens
anders mee. Als je aan je meisje
denkt val je al terug in snelheid".
Surfen is gezond voor het lichaam,
daar zijn de meeste mensen het wel
over eens. Npg niet zo gezond als
zwemmen, want daarbij gebruik je
al je spieren en bij surfen bijna alle.
Romme: „Op het komende school
artsencongres wordt het plankzei
len onder de loep genomen. De art
sen hebben al initiatieven genomen
om het surfen op scholen te promo
ten. Of dat er doorkomt is nog
maar de vraag, maar toch, het zegt
wel iets". Wel moet je maar dat
is met meer sporten zo in het be
gin rustig aan doen en alles be
hoedzaam opbouwen. Goeie oefe
ningen zwemmen en fietsen
zijn aan te bevelen. Anders zijn ge
regelde bezoeken aan de fysiothe
rapeut onvermijdelijk. Wegens rug
klachten.
Bezwaren
Toch zijn er ook (andere) bezwaren
tegen hét surfen aan te voeren. Al
thans, niet tegen het surfen als zo
danig, maar wel tegen de manier
waarop sommigen het beoefenen.
Surfers zijn vaak lastig. Voor zei
lers: ze houden zich bepaald niet al
tijd aan de reglementen. Surfers
zijn soms ook gevaarlijk: Voor
zwemmers. Een plank tegen je
(zwemmers)hoofd of een giek over
je rug is allerakeligst, maar lang
niet denkbeeldig. En surfers kun
nen ook gevaarlijk voor zichzelf
zijn. Want ze varen soms angstig
dicht bij zeeschepen of motorboten.
„Dodelijke ongelukken kunnen ei
genlijk niet uitblijven", aldus ie
mand van de Rijkspolitie te water
in Vlissingen. En surfers verstoren
ook nog wel eens de rust in natuur
gebieden. Waardoor vogels en an
dere dieren elders een veilig heen
komen zoeken.
De gemeentelijke en provinciale
overheden vinden dat er paal en
perk gesteld moet worden aan de
„brutale" activiteiten van nogal
wat surfers. Talloze verboden en
beperkingen zijn al ingevoerd. In
de Noordhollandse gemeente Ber
gen aan Zee mag al helemaal niet
meer gesurf d worden. Dat er be
perkingen zijn gekomen, daarmee
zijn Romme <en Filius het wel eens.
Maar zoals in Bergen, dat gaat hun
toch te ver. De maatregel van de
gemeente Wassenaar, om alleen
surfers die lid zijn van een surfclub
op zee te laLen plankzeilen, vinden
zij juist wel goed.
De ANWB heeft er ook een visie
óp: „Alles moet zoveel mogelijk
vrij, maar o<p drukbevaren wegen,
bij sluizen, bruggen, haveningan
gen en natuurgebieden is een ver
bod gerechtvaardigd. En een lande
lijke regeling voor veiligheidsvoor
schriften op zee is dringend nood
zakelijk. L;jngs de Noordzee zijn er
van gemeente tot gemeente veel
verschillen. De één verbiedt het
helemaal, (ie ander geeft ontheffin
gen of-schrijft voor. dat surfen al
leen in verenigingsverband en met
zwemvest op zee mag worden beoe
fend". Daa.rnaast komt er mogelijk
nog dit jaar op werkdagen een
surfverbodl op doorgaande vaarwe
gen in Zuiid-Holland. Dat betreft
dan het A.arkanaal, een deel van de
Oude Rijn, de Vliet, de Gouwe en
het Gouwekanaal, een deel van het
Rijn-Schiekanaal, de Oude Wete
ring, De iüjl en het Paddegat.
„Wilde" surfers
Romme: ,,Ja, de „wilde", niet geor
ganiseerde zeilers, die bezorgen de
mensen veel last. Ze weten totaal
niets van reglementen en van de
gevaren die bij het surfen komen
kijken. Ze overschatten zichzelf
nogal. Je hoort weinig van onge
lukken, n'iaar ik hou m'n hart vast.
En er zijn toch veel wilde surfers.
Zij zien die voordelen van het sur
fen bij een vereniging blijkbaar
niet zitten. Ten onrechte, want zo'n
vereniging zorgt voor een accom
modatie, voor wedstrijden, gezellig
heid, recreatieve elementen, enzo
voort. En je kunt met meer mensen
een grotere vuist maken naar de
overheid toe".
Frank Jlïbben, secretaris toeristi
sche watersport (waaronder zeil-
sport) van de Koninklijke Neder
landse Watersport Bond, vindt dat
het met de bezwaren tegen surfers
allemaal wel mee valt. „Het aantal
ongelukken is erg beperkt. Ja, het
is overal erg vol en dat geeft wel
eens conflicten. Maar de neiging
om nu Lneens zo nodig allerlei be
perkingen voor de surfers in te
voeren is overdreven. De surfers
zijn echt niet zo lastig. Het is dit
jaar een drukke tijd met het surfen.
Volgend jaar kan dat weer anders
zijn. En anders moeten we met z'n
allen e^en beetje opschikken. Er is
genoeg water in Nederland", zegt
hij laconiek.
En hoe zit het met de volgens som
migen nogal forse greep van de
commercie op het plankzeilen?
Topzeilers hebben zich vaak ver
bonden met een bepaald merk. Er
gaan zelfs geruchten dat de vijf
voudige Nederlandse wereldkam
pioen Stephan van de Berg geld
van fabrikanten toegeschoven
krijgt. Dat zou natuurlijk best mo
gen, maar Van de Berg is. met het
oog op de Olympische Spelen in
1984, amateur. Romme zit met de
vraag wat in zijn maag. Over de ge
ruchten: „Het zijn maar vermoe-
Romme, die pas sinds vier maan
den secretaris plankzeilen is, lijkt
wat benauwd te zijn dat er iets ver
velends over Stephan van de Berg
bekend wordt. Wat ongemakkelijk
komt er uit: „Het is gevaarlijk, die
praatjes, ze zouden kunnen leiden
tot uitsluiting van Van de Berg".
Romme begon eerst zelf over de
geruchten, maar benadrukt later
vooral dat hij bewondering voor
Van de Berg heeft, omdat hij nog
Romme zwakt zijn compliment aan
Van de Berg ook weer af na de
tegenwerping dat het toch wat on
logisch is, dat Van de Berg al dat
geld laat liggen door te zeggen
dat hét idool van de Nederlandse
surfer helemaal binnen zal zijn
(„bingo") als hij in 1984 olympisch
kampioen wordt. „Dan is het „the
sky is the limit", aldus Romme. die
daarmee pverduidelijk laat merken
een aantal jaren in het buitenland
te hebben gewerkt.
„Commercie ei^ surfen, het kan
goed hand in hand gaan, maar het
kan ook vervelend zijn", zegt Rom
me. „Topzeilers zitten nogal in de
commercie. Eigenlijk weet nie
mand daar nog raad mee. er zijn
geen duidelijke richtlijnen. Het kan
allemaal nog een stevige discussie
in de internationale surfwereld
worden. Wij zijn nu bezig met initi
atieven om het topzeilen tegen de
commercie te beschermen. Door de
sponsoring via het KNWV te laten
verlopen. Dan hebben we ook con
trole: wat gebeurt er met het geld".
Stephan van de Berg uit Hoorn: 's werelds beste surfer?
De invloed van reclame op het
koopgedrag van de consument; fa
brikanten maken vele modellen.
Het duurste en beste model ver
koopt nauwelijks, maar wordt uit
geleend aan bijvoorbeeld Stephan
van de Berg. Die wordt er (bijna
gegarandeerd) wereldkampioen
mee. Dat merk nu prijst z'n waar
aan met „Stephan van de Berg is
met ons merk wereldkampioen ge
worden". Een vertekend beeld,
misschien zelfs misleiding, maar
Romme en Filius merken terecht
op, dat dat nu eenmaal zo gaat in
de reclamewereld.
De keuze van de planken. Filius:
„De koppeling goeie surfers-merk-
planken werkt, vooral voor de twij
felaars. Die kun je daardoor over
de streep trekken. Ze kunnen de
consument gek maken met recla
mecampagnes, vooral de beginners.
(Romme daarentegen stelt dat „de
surfers zelf mans genoeg zijn om
zich niet door de reclame gek te la
ten maken"). Ook belangrijk is na
tuurlijk mond-op-mond-reclame.
En: op welk merk plank vaart de
clubkampioen".
Prijzen
En de prijzen van de planken, die
trouwens tegenwoordig zelfs door
banken verkocht worden. Die va
riëren van pak-weg 1500 gulden
per plank (inclusief „wetsuit" en
andere benodigdheden) tot zo'n
5500 gulden voor de duurste pl^nk.
„Maar zo'n plank, daar heeft een
gewone surfer niets aan. Daarvoor
moet je wel erg goed zijn om er al
les uit te halen", zegt Romme. Fili
us denkt dat de mensen (surfen is
volgens Romme een middenstands-
sport) op andere zaken bezuinigen
om een plank te kunnen kopen.
Vakantiegeld
„Vroeger was het: „als het maar
een surfplank is". Nu is er veel
meer variatie in de keuze van de
planken. Ik denk dat de mensen
snel het geld voor een surfplank op
tafel leggen en op andere zaken be
zuinigen. Ze lijken meer voor een
plank over te hebben dan voor dc
meer noodzakelijke dingen. Ze ko
pen als gekken met name als het
vakantiegeld er is en bijvoorbeeld
ook na de kerstgratificatie". „Toch
is 1981 (40.000 planken, omzet in
totaal zo'n 85 miljoen gulden) wel
het absolute hoogtepunt geweest.
Vanaf nu wordt het minder", stelt
Romme.
Volgens „autodidact" Cornus Filius
zijn de prijzen redelijk te noemen.
„Zeker als je nagaat dat de prijzen
van kunststof de laatste jaren ver-
drie- of verviervoudigd zijn. En de
concurrentie is groot. Daarom moe
ten ze ook wel met scherpe prijzen
komen. Overigens vindt de consu
ment iets dat goed en duur is niet
zo'n bezwaar. Hij kijkt vooral naar
de vaareigenschappen. Schrikt mis
schien wel even van de prijs, maar
spaart dan driftig door".
MARTIN VOORN