SV OWgewoon hard werken „Mentaliteit basis van successen" „Eigen ervaring is grootste goed" V:ËTBALKR ANT „Je mag best een beetje lui zijn' DE DEGRADANT UVS „ONVOORWAARDELIJK" TERUG NAAR EERSTE KLASSE DE VERDEDIGER WOUBRUGSE STEUNPILAAR DIRK SCHUILENBURG: DE TRAINER DE KAMPIOEN „maar we proberen zo snel mogelijk weer hogerop te ko men, het liefst dit seizoen nog. De trainer heeft in elk geval de onvoorwaardelijke op dracht gekregen de ploeg te rug te brengen in de eerste klasse". De mogelijkheden daartoe lij ken ondanks de zware compe titie-indeling volop aanwezig. UVS kreeg ondanks de degra datie versterking van Theo van Seggelen, Leendert de Goey en Bert Jansen. Boven dien beschikt UVS over een goed georganiseerde jeugdaf deling met een kleine 40 teams. Toch moet de vereni ging op Zoek gegaan zijn naar oorzaken. Bij de buitenwacht was met name trainer Gerard Désar het mikpunt van kri tiek. Van Leeuwen: „De trai ner zal ook wel fouten hebben gemaakt, maar alleen daar door degradeert een club echt niet. Wij zijn bijvoorbeeld de ik moet zeggen, het bevalt me uitstekend". Zeisterbostrainers „Volgens mij is het belangrijk ste voor een trainer, dat hij kan doceren met de door hem zelf opgedane ervaringen als basis", zegt Karstens. „Kijk, die cursus is natuurlijk aardig. Je leert er dat je de groep nooit tegen de zon in moet la ten kijken en dat je niet tegen de wind in moet praten, maar daar word je natuurlijk geen goede trainer van. Daar word je een Zeisterbostrainer van, een vent zonder ervaring, die alles uit de boekjes heeft. Een trainer moet de oefenstof kun nen voordoen. Kun je dat niet, dan sta je voor aap. Door af en toe te laten zien waartoe je zelf in staat 'bent, dwing je respect af. Ik vind het goed als er wat afstand bestaat tussen spelers en trainer. Ze mogen wel ge woon Kees zeggen, maar bui-' ten het veld, buiten het actie ve gebeuren. Goed met je spelers omgaan, ze kunnen motiveren, is ook heel belangrijk. Ook moet je zorgen dat de trainingen geva rieerd zijn en er wedstrijdele menten in zitten. Als dat diet zo is, lopen de spelers te balen. Krijg je onvrede, dat moet je voorkomen. Je hoeft het ze niet altijd maar naar de zin te maken. Dat kan niet. Maar Kees Karstens in de DOSR- dug out. Op de voorgrond „verlengstuk" Pim van der Meer. afgelopen competitie erg on fortuinlijk geweest. Toch heb ben we in het bestuur nooit overwogen om Désar aan de kant te zetten. Daar zijn we nu eenmaal de club niet voor". Rooskleurig De toekomst ziet er wat Van Leeuwen betreft in elk geval rooskleurig uit. „Je hoort wel eens van verenigingen die he lemaal naar beneden tuimelen. Op het veld gaat het slecht waardoor het dan ook binnen de vereniging weer slecht gaat, wat dan weer doorwerkt op het veld. Onze club draait in alle opzichten echter gran dioos. Dat blijkt wel uit de aantrekkingskracht die we hebben op jonge spelers. UVS hoort eigenlijk in alle opzich ten in de hoofdklasse te spe len..." een trainer moet moedig zijn. Je moet spelers durven teleur stellen. Keuzes maken. Er kunnen immers maar elf man in je ploeg spelen. In mijn eerste jaar deed ik dat nog te weinig. Ik koos niet altijd de spelers, die het best in vorm waren. Dit jaar zal ik die fout zeker niet weer maken". Verlengstuk „Voor elke wedstrijd gaan we met het hele elftal altijd koffiedrinken. Om alvast met de wedstrijd bezig te zijn. Tja, als het goed is, zijn de spelers al de hele week met de wed strijd bezig, maar mijn erva ring is, dat dat alleen zo is als je hoog staat op de ranglijst. Tijdens de bijeenkomst ga ik kort in op de wedstrijd die ko men gaat. Zo behandel ik de dingen, die de week ervoor fout zijn gegaan en neem ik de tegenstander even door. Ik vind dat zo'n praatje niet te lang mag zijn. Hooguit een kwartier. Tijdens een wed strijd kun je niet zoveel meer doen. Je kunt coachen, dingen roepen, aanwijzingen geven, maar echte ingrijpende veran deringen aanbrengen, nee. Daarom vind ik het ook van groot belang, dat een trainer een speler in zijn team heeft, die als een soort verlengstuk kan fungeren. Bij ons is dat Pim van der Meer. Hij houdt er zo'n beetje dezelfde ideëen op na als ik en dat werkt mak kelijk. De lol van een trainer? Win nen. resultaten boeken. Maar het geeft me ook een kick om te zien, dat bepaalde oefenin gen er tijdens de wedstrijd uit komen..." NICK VERWOERD ALPHENSE BOYS): ALPHEN AAN DEN RIJN Eén van de wei nige streekclubs voor wie het afgelopen seizoen een kampioenschap was weg gelegd, was Alphense Boys. Voor puntspeler Nick Verwoerd (31) was het de derde maal binnen zes jaar, dat hij met „zijn" club promoveerde. Van alle overgangen le verde die van de afdeling Leiden naar de KNVB ei genlijk de meeste proble men op. Jarenlang haalde de Alphense ploeg het net niet. De komst van een trainer, Rien Tamerus, die het elftal mentaliteit bij bracht, is volgens Ver woerd de basis geweest van de successen die Al phense Boys de afgelopen jaren heeft geboekt Nick Verwoerd begon zijn voetballoopbaan op zevenjari ge leeftijd. De jonge Verwoerd doorliep als middenvoor alle Nick Verwoerd: „Continuïteit, één van de ingrediënten van onze succesformule". jeugdelftallen van Alphense Boys en maakte in 1969 zijn opwachting in het eerste elftal, dat in de afdeling Leiden uit kwam. Als rechtsbuiten, want gevestigde kracht Kees de Rijk bekleedde de spitspositie. In middels is Verwoerd weer naar zijn geliefde stekkie in de punt van de aanval verhuisd. De competities verliepen niet slecht voor Alphense Boys. De club was vrijwel altijd bij de bovenste vier te vinden. Een promotie bleef echter steeds uit. Pas in 1977 lukte het Al phense Boys de afdeling uit te komen. Over die periode daar voor zegt Nick Verwoerd: „De ploeg waarmee we toen kam pioen werden, was eigenlijk geen steek anders dan het team waarmee we het. steeds net niet haalden. Echt een goede ploeg, maar we kwamen altijd iets te kort. Of we mis ten het kampioenschap en dus de promotie op een haar of we werden derde als er twee pro motieplaatsen te verdelen wa ren". Dat het in '77 wel lukte, is volgens Ver woerd voor het grootste deel de verdienste van trainer Rien Tamerus, de man die nu zes jaar later welhaast onverbrekelijk ver bonden lijkt aan Alphense Boys. Verwoerd: „Tamerus bracht ons mentaliteit bij. Hij leerde ons iets over te hebben voor de ander. En dat heb je volgens mij echt nodig om kampioen te worden. Vroeger peinsde ik, en velen met mij, er bijvoorbeeld nietover om in de zomer door te trainen. De laatste jaren wel. En ik vorm echt geen uitzondering". Eigen kweek Na het kampioenschap van '77 draaide Alphense Boys in de vierde klasse als vanouds bo venin mee. Een kampioen schap zat er evenwel niet di rect in. Daar moest Alphen nog een jaar op wachten. En alsof het niet op kon, promo veerde Alphense Boys dit jaar naar de tweede klasse. In zes jaar van afdeling naar tweede klasse. In het dagelijks leven zou zoiets op een bliksemcar rière duiden. In de voetbalwe reld wordt bij elkaar snel op volgende promoties vaak ge dacht aan het ronselen van spelers en breken met ama- teurwetten. „Bij Alphense Boys is daar geen sprake van", zegt Nick Verwoerd. „De ploeg van nu is vrijwel dezelf de van zes jaar geleden, alle-, maal eigen kweek. Bij ons een zeer gering verloop, weinig komende en gaande spelers. Ik vind dat een goede zaak. Kijk nou bijvoorbeeld naar ADO in Den Haag. Daar zijn zo'n slor dige vijftig eerste-elftalspelers van andere verenigingen naar toe gegaan. Ouwehand, Tem pelaar en Goemans van FC Den Haag bijvoorbeeld. Dat kan natuurlijk nooit goed gaan. Zoiets moet ten koste gaan van de sfeer, want er kunnen nog altijd maar elf man in een team spelen. Nee, bij ons komen dat soort toe standen gelukkig niet voor. Gelukkig, omdat ik geloof, dat continuïteit één van de ingre diënten van de succesformule van Alphense Boys is". Afspraak Mentaliteit en continuïteit dus. Maar, om met een bekend ombudsman te spreken er is meer. Homogeniteit. Bij Al phense Boys wordt veel belang gehecht aan de samenspraak tussen trainer, jeugdtrainer en elftalbegeleiders. Tamerus heeft een heel team van hem bekende figuren om zich heengebouwd. Voormalig eer ste-elftalspelers (Kees de Rijk, NOORDWIJK Het her nieuwde optreden van Jo- han Cruijff bij Ajax heeft niet alleen voor veel pu bliek en leuk voetbal ge zorgd. Ook brandden de discussies over de topspe- ler als trainer weer los. Want al wordt vaak ge steld, dat de eigenlijke oe- fenmeester van Ajax niet De Mos, maar Cruijff heet,, als de Superstar echt trai ner wil worden, zal hij eerst zijn diploma's in Zeist moeten halen. Kul, vinden velen dat. Eén van hen is Kees Karstens. Een man, die in zijn actieve carrière als voetballer bij Noordwijk, het Neder lands amateurteam en een Franse derde divisie club een aardige reputatie, op bouwde en het enorm be langrijk vindt dat een trainer zijn eigen ervaring als basis gebruikt. Geen ervaring, geen goede trai ner, stelt Karstens, die dit seizoen voor het tweede achtereenvolgende jaar zondagvierdeklasser DOSR onder zijn hoede heeft. De visie van een trainer op het trainer-zijn. Het was in 1974 dat Kees Kar stens besloot zijn trainersdiplo ma te gaan halen. Hij speelde in die tijd bij UVS en reed sa men met Gerard Désar weke lijks naar Zeist. „Ik deed dat met het idee om later jeugd te kunnen gaan trainen. Het leek OUDE WETERING/LEI DEN Niet alleen een mens kent in z'n leven de nodige voor- en tegen spoed. Ook voetbalvereni gingen maken in de loop van vele tientallen jaren ups en downs mee. Perio des waarin de club flo reert en een gezond vere nigingsleven en vooral goede prestaties de boven toon voeren. Maar er zijn ook tijden waarin het minder gaat, problemen en slechte resultaten de club forse klappen kun nen bezorgen. Twee regio nale clubs die de laatste twee seizoenen, met de te genwoordige zondagvier deklasser LDWS, qua prestaties duidelijk in de hoek zitten waar die klap pen vallen zijn SVOW en UVS. De ploeg uit Oude Wete ring belandde in de laag ste klasse van de afdeling zaterdag, UVS viel binnen de kortst mogelijke tijd weg uit de top van het amateurvoetbal. Voor SVOW is in prestatief opzicht de bodem bereikt. Speelde de club drie jaar gele den nog KNVB, komend sei zoen komt de ploeg uit Oude Wetering uit in de tweede klasse zaterdag van de LVB. „We willen natuurlijk wel weer hoger op", meldt secreta ris en penningmeester Hors man, „maar veel meer dan hard werken en proberen de sfeer goed te houden kunnen we niet. We zijn nu eenmaal een kleine vereniging met be perkte middelen". SVOW heeft slechts 180 leden, verdeeld over zes senioren- en evenveel juniorenelftallen. Met nahie de geringe jeugd- aanwas ziet Horsman als een probleem. „Wat dat betreft zit ten we in Oude Wetering niet zo gunstig. Er wordt weinig bijgebouwd en bovendien kiest de jeugd tegenwoordig sneller voor een andere sport dan voetbal. En als er dan gere- me echt leuk om met jonge spelers te werken, om iets van mijn eigen ervaring over te brengen. Het heeft echter lang geduurd voor het er van kwam. Ik was van UVS weer naar Noordwijk gegaan en had tijd noch zin om ergens aan de slag te gaan. Dat werd anders toen het bij Noordwijk niet meer zo lekker liep. We waren te vaak bovenin geëindigd of kampioen geworden, het werd te makkelijk. En ik heb nu eenmaal een prikkel nodig om tot prestaties te komen. Maar die was er niet meer. Het ging te eenvoudig allemaal. Boven dien lag ik enigszins met de trainer in de clinch. Eelman wilde verjongen. Ten koste van mij. Maar omdat ik week in week uit goed speelde, kon hij niet om mij heen. Toch verdween de animo bij mij, ik raakte geboeid door tennis en liep weieens trainingen mis. Op een gegeven moment is het tot een uitbarsting gekomen. Ik werd een keer van de trai ning gestuurd. Om niets eigen lijk, maar goed, het gebeurde. Ik denk daar nog wel eens aan terug. Nu ik zelf trainer ben, denk ik, ik zou dat anders hebben gedaan. Praten met zo'n iemand. Eelman deed dat niet. Na nog een tijdje in het tweede te hebben gespeeld ben ik naar Lisser Boys gegaan. Ik speelde daar in het eerste en was bovendien trainer van de A-junioren. Is het allemaal tenminste nog ergens goed voor geweest, want eindelijk maakte ik gebruik van mijn trainersdiploma. Ongeveer twee jaar geleden schreef ik op een advertentie van DOSR. Zij vroegen om een trainer en het leek me wel wat. Goed, die baan heb ik dus gekregen en DOSR-COACH KEES KARSTENS: WOUBRUGGE Een combinatie aangaan en in hoog tempo oprukken om bij de achterlijn aangeko men een haarscherpe voorzet af te leveren, je zal het rechter-verdediger Dirk Schuilenburg zelden of nooit zien doen. „Te lui voor", zegt hij zelf. Schui lenburg bepaalt zich lie ver tot louter verdedigen. Een tekortkoming? Mis schien. Zeker is, dat hij dat „louter verdedigen" toch wel akelig goed moet beheersen, want voetbal lers die al achttien seizoe nen onafgebroken in een eerste elftal spelen, zijn met een kaarsje te zoeken. Dirk Schuilenburg (35) maakte op zeventienjarige leeftijd zijn debuut in het hoogste elftal van Voetbal Vereniging Wou- brugge. In die dagen kende de club geen trainer. De aanvoer der, Jan Boerefijn, maakte zo'n beetje de dienst uit. Boe refijn zag wel wat in Dirk Schuilenburg en liet hem bij' de eerste wedstrijd op het (toen) nieuwe terrein meedoen als middenvoor. In de achttien seizoenen, die daarop volgden en waarin Schuilenburg zo'n negen trainers „versleet" en drie promoties en twee degra daties meemaakte, heeft hij alle denkbare posities ingeno men. Van keeper tot links buiten. De laatste acht jaar van zijn indrukwekkende staat van dienst hebben zich in de achterhoede afgespeeld. Gemakkelijk Volgens de bepaald niet als een spraakwaterval te boek staande Dirk Schuilenburg is een plaats in de defensie de makkelijkste. „Ja, want als je je man uitschakelt, heb je al een goede wedstrijd gespeeld. En dat komt mij wel goed uit, want ik ben een beetje lui. Je zal mij ook zelden of nooit voorin zien. Kennelijk wordt mij dat niet kwalijk genomen", aldus Schuilenburg, die aan zijn negentiende seizoen in het eerste team van zaterdagvier deklasser Woubrugge begint. En omdat hij al zolang mee draait, moet hij in staat wor den geacht te kunnen oordelen over de veranderingen die het voetbal in de loop der jaren Jan de Zant en Kees van de Nieuwendijk) hebben de bege leiding van het eerste, tweede en derde team op zich geno men, terwijl Paul Bahlmann, die nog steeds deel uitmaakt van Tamerus' keurkorps, de A-junioren traint. Allemaal mensen, die Tamerus als trai ner kennen en er voetbal- technisch gesproken dezelf de ideëen op nahouden. Ver woerd hecht veel waarde aan deze opzet. Voorts is volgens hem een brede selectie van be lang. Bij Alphense Boys viel er steeds wanneer het eerste pro moveerde ook een kampioen schap van het tweede elftal te vieren. Of de succesformule van phense Boys ook goed is promotie naar de eerste dient nog te worden wacht. Volgens Nick woerd moet het echter niet worden uitgesloten, let op de grote voorsproij waarmee we het afgelopen s« zoen kampioen werden, neö Q ik aan dat we komend jaf weer bovenin meedraaien. B vendien heb ik nog een a' spraak lopen met Frans Bahj mann. Toen we nog in de deling speelden, hebben we t| gen elkaar gezegd: „We stof pen pas als we in de eersl toi klas van de KNVB speleri* Nou, we zijn hard op weg", j nommeerde krachten wegval len kun je dat moeilijk opvan gen. Met name het vertrek van Ed Langereis en Rini van de Wetering hebben we de af gelopen seizoenen niet goed kunnen compenseren". Als het slecht gaat met de prestaties wil de trainer daar nog wel eens het slachtoffer van worden. In 1979 gold dat ook bij SVOW. De dreigende degradatie was aanleiding om Tim de Vries voortijdig van z'n taak te ontheffen. De hui dige trainer Jan van Luyk blijft ondanks de degradatie toch komend seizoen bij SVOW. „Het lag ons inziens niet aan de trainer", aldus Horsman, "hij werkte er hard genoeg voor". Een kleine vereniging heeft volgens Horsman, die zelf al 15 jaar in het bestuur zit, ook best positieve kanten. „Ieder een kent elkaar nog. De club binding is dan ook erg sterk, we hebben weinig overschrij vingen. Zelfs jongens die een eind verhuizen blijven hier voetballen". Het mocht niet verhinderen dat SVOW ko mend seizoen op het laagste UVS opnieuw gedegradeerd. Hier beseft Ron Bekooy, di rect na het beslissingstreffen met HOV, dat de tweede stap terug een feit is... plan uitkomt. „Het zal niet makkelijk zijn, maar we wil len toch wel terug", verzucht Horsman tot slot. ,;Na 26 jaar KNVB voelen we ons daar toch meer thuis..." UVS Ook UVS maakte de afgelopen twee seizoenen een forse smak. Na jarenlang Leidens enige hoofdklasser te zijn ge weest, komt de blauwwitte club volgend seizoen uit in de tweede klasse van de KNVB. „Natuurlijk komt zoiets wel aan in een vereniging", aldus voorzitter Van Leeuwen, heeft doorgemaakt: „Het voe bal is veel beter geworden. D komt naar mijn mening omd de mogelijkheden groter zij Zoals ik al zei, vroeger haddt we geen trainer, geen tra ningsveld en nauwelijks mat riaal om mee te oefenen. I trainingen bestonden vaak i rondjes rennen door het dor Dat moest wel omdat we ge< lichtinstallatie hadden. Ik k; me nog herinneren, dat we de winter onder de brug trail den". Gedurende zijn lanj verblijf in het eerste elftal vj Woubrugge heeft Schuile burg vele veranderingen me gemaakt. „Vroeger werd ve meer op de aanval gespeel Vijf man voorin en drie acl ter. In de loop der jaren is c nadruk op de verdediging k| men te liggen. Ik denk dat hl voor het voetbal leuker za; zijn als er weer meer op ei: aanval werd gespeeld". Ooj zegt Dirk Schuilenburg wpo wat te zien in het afschaffe} van de buitenspelreg( („Spaart een hoop ellende uit[jj en het instellen van een secon denregel zoals die bij het zaal voetbal geldt. Trek- en duwwerk Snelheid en een goede van opstellen zijn volgens tinier Schuilenburg dé delen die van iemand een de verdediger maken, niek en aanvallende ten laat hij buiten wing („Ik heb het zelf zonder gekund"). Maar er volgens Schuilenburg aantal middelen die een sieve kracht kan ook al zijn die dan niet geoorloofd. „Tijdens maak je onwillekeun van je armen. Het trek-, duw- en Ja, men zegt, dat ik daar sterk in ben. Ik doe het lijk onbewust en heel onopvallend, want in achttien jaar ben ik nooit geschreven of uit het veld stuurd" zegt een nauwelijks te ken grijns op zijn gezicht, vervolgens meteen te roepe dat dat maar beter niet schreven kan worden. Hij moet immers nog maal een seizoen mee. Dirk Schuilenburg: een lui...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1982 | | pagina 20